BASISVOORBEELD: Wet van de comparatieve kosten (D. Ricardo) A. Gegeven: Aantal uren om 1 eenheid te produceren Landen Wijn Stof Binnenlandse 60 u. u. 80 u. 100 u. ruilverhouding (W/S) Veronderstel: a. dat er 00 arbeidsuren beschikbaar zijn in beide landen; b. vrije overdracht van de goederen van het ene land naar het andere; c. volledige tewerkstelling. Voor internationale handel was de binnenlandse productie en consumptie als volgt: Landen Wijn Stof eenheden 6 eenheden 6, eenheden eenheden Onderhandelingen tussen beide landen doen volgende ruilvoet ontstaan: 1 eenheid wijn = 1 eenheid stof B. Gevraagd: a. Welk land heeft een absoluut kostenvoordeel voor wijn en/of stof? b. Bereken de binnenlandse ruilverhouding. c. Bereken welk land een comparatief voordeel heeft voor wijn en/of stof. d. Stel grafisch de mogelijke productiecombinaties van beide landen voor. e. Bereken het voordeel dat beide landen uit de internationale handel halen, tabelvormig en grafisch.
C. Oplossing: a. kan zowel wijn als stof goedkoper maken dan. heeft dus een absoluut kostenvoordeel voor wijn en voor stof. Moet nu alles gaan produceren of zich specialiseren in 1 van beide goederen? b. : 1 E wijn kost 60 u. arbeid 1 E stof kost 80 u. arbeid 60 1 E wijn kost E stof 80 80 1 E stof kost E wijn 60 Binnenlandse ruilverhouding (W/S): 1 E wijn = E stof : 1 E wijn kost u. arbeid 1 E stof kost 100 u. arbeid 1 E wijn kost E stof 100 100 1 E stof kost E wijn Binnenlandse ruilverhouding (W/S): 1 E wijn = E stof c. In zijn de kosten voor wijn t.o.v de kosten voor stof LAGER dan in. 60u. < 80 u. u. 100 u. heeft een productievoordeel / een comparatief voordeel in wijn. In zijn de kosten van stof t.o.v. wijn HOGER dan in. 80 u. > 60u. 100 u. u. heeft een productievoordeel / een comparatief voordeel in stof. Elk land zal zich specialiseren in dat product waarin het een comparatief kostenvoordeel heeft. Dat product zal het exporteren ontstaan van internationale handel. zal zich specialiseren in wijn en zal zich specialiseren in stof. Nadien zullen ze ruilen (wijn tegen stof = ontstaan van internationale handel).
d. We berekenen het aantal eenheden per 00 arbeidsuren bij volledige specialisatie, op deze manier vinden we snijpunten van de productiemogelijkhedencurven (in ons geval steeds rechten!) met de coördinaatassen. De productiemogelijkhedencurve wordt ook transformatielijn genoemd. Landen Wijn Stof Binnenlandse ruilverhouding (W/S) 20 E 9,6 E 1 E De punten die op de transformatielijn liggen, zijn combinaties van wijn en stof die net haalbaar zijn (mits volledige benutting van de productiecapaciteit of volledige werkgelegenheid). Combinaties van wijn en stof gelegen onder de productiemogelijkhedencurve zijn zelfs haalbaar zonder de volledige productiecapaciteit te benutten. Combinaties van wijn en stof gelegen rechts van de productiemogelijkhedencurve zijn niet haalbaar gegeven de 1.200 arbeidsuren waarover beide landen beschikken. Eenheden wijn 20 Transformatielijn = productiemogelijkhedencurve van Na internationale handel Bij autarkie 0 6 8 1 20 Eenheden stof
Eenheden wijn Transformatielijn van 9,6 8 Na internationale handel 6, Bij autarkie 0 Eenheden stof e. We zullen aantonen dat beide landen een voordeel hebben door zich te specialiseren in dat product waarvoor men een comparatief kostenvoordeel heeft en daarna te ruilen (internationale handel). Voor internationale handel was de binnenlandse productie en consumptie als volgt: Landen Wijn Stof eenheden 6 eenheden 6, eenheden eenheden Indien zich specialiseert in wijn, dan produceert 20 E wijn. Indien zich specialiseert in stof, dan produceert stof. zal eenheden wijn willen ruilen voor eenheden stof met als het voor 1 E wijn > E stof krijgt. zal eenheden stof willen ruilen voor eenheden wijn met als het voor 1 E stof > E wijn krijgt. E stof < 1 E wijn < E stof
De ruilvoet (= gegeven) tussen en bedraagt: 1 E wijn = 1 E stof (dus beide landen zijn tevreden). produceert: produceert: 20 E wijn stof 8E wijn 8E stof zal 20 E wijn (productie bij specialisatie) wijn (productie voor specialisatie) = 8 E wijn ruilen en krijgt hiervoor 8 E stof in de plaats. Vergelijking situatie met en zonder internationale handel: WIJN STOF Landen voor na verschil voor na verschil 6, E 8 E - + 1,6 E 6 E E 8 E E + 2 E - Beide landen hebben voordeel in de situatie specialisatie + internationale handel. Wet van de comparatieve kosten De noodzakelijke, doch voldoende voorwaarde opdat er internationale handel zou zijn tussen 2 landen is dat de comparatieve kosten ongelijk zouden zijn.