Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefbomen en vervormingen ( ) Pagina 1 van 9

Vergelijkbare documenten
Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Hefbomen en vervormingen ( ) Pagina 1 van 10

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 25

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 3 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 14

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 6 Energie en arbeid ( ) Pagina 1 van 10

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 10 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 9

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 14 Straling van sterren ( ) Pagina 1 van 6

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Inductie ( ) Pagina 1 van 5

Hoofdstuk 1. 1 Krachten. Kracht en evenvvicht. Leerstof. Toepassing. 4 a elastisch; spierkracht b plastisch; spierkracht. 5 a spierkracht b veerkracht

Stevin Antwoorden hoofdstuk 6 Trillingen ( ) Pagina 1 van 9

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Inductie ( ) Pagina 1 van 5

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 7 Trillingen en golven ( ) Pagina 1 van 11

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Energie en arbeid ( ) Pagina 1 van 11

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 12

3.1 Krachten en hun eigenschappen

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 2 Twee wetten van Newton ( ) Pagina 1 van 8

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6

Stevin vwo Uitwerkingen Speciale relativiteitstheorie ( ) Pagina 1 van 8

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 15 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 8

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 10 Zonnestelsel en heelal ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Licht en zicht ( ) Pagina 1 van 19

Samenvatting Natuurkunde 1. Kracht en Evenwicht

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 10

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11

Noordhoff Uitgevers bv

Na 0,25T volgt een tweede piek die andersom staat. De pieken vloeien in elkaar over.

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 8 Signaalverwerking Pagina 1 van 12

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 16

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 25

5 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt:

Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Zonnestelsel en heelal ( ) Pagina 1 van 12

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Inductie ( ) Pagina 1 van 10

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 7 Golven ( ) Pagina 1 van 12

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 20

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Gassen ( ) Pagina 1 van 21

Noordhoff Uitgevers bv

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen Momenten R.H.M.

Hoofdstuk 12 GETALLEN EN GRAFIEKEN. d e = 1,5p ; p = 3 2 e e euro's kronen f k = 9e ; e =

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1

Zo n grafiek noem je een dalparabool.

Stevin havo Uitwerkingen hoofdstuk 9 Algemene technieken (augustus 2009) Pagina 1 van 9

Noordhoff Uitgevers bv

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Drie wetten van Newton ( ) Pagina 1 van 10

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Licht en zicht ( ) Pagina 1 van 14

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kromme banen ( ) Pagina 1 van 13

Revisie uitwerkingen Stevin vwo deel 1 ( ) Pagina 1 van 21

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: , 12 Lengte schuine zijde is. 13 Bovenlangs: 14 a

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 12 Algemene technieken ( ) Pagina 1 van 5

7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: , 12 Lengte schuine zijde is. 13 Bovenlangs: 14 a

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 20. b c

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand ( ) Pagina 1 van 16

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 21

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo

H27 WORTELS VWO ; 1,96 ; 7 ; INTRO. 7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: Dan krijg je op het eind een 9.

3.1 Krachten en hun eigenschappen

Natuurkunde havo Evenwicht Naam: Maximumscore 47. Inleiding

Samenvatting Natuurkunde Kracht


Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (oktober 2014) Pagina 1 van 13 0,515 38,4

1a Een hoeveelheid stof kan maar op één manier veranderen. Hoe?

de Wageningse Methode Antwoorden H23 VERBANDEN HAVO 1

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 4 Spanning en stroom ( ) Pagina 1 van 20

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

natuurkunde havo 2018-II

Noordhoff Uitgevers bv

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 5 Energie en arbeid ( ) Pagina 1 van 14

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 1 Bewegen ( ) Pagina 1 van 15

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1

Hoofdstuk 6 - Werken met algebra

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want

Uitwerking examen e tijdvak

Noordhoff Uitgevers bv

1.1 Grootheden en eenheden

Noordhoff Uitgevers bv

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

3 havo krachten. Saskia Franken. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 2 - Periodieke bewegingen

Hoofdstuk 5 - Tabellen, grafieken, formules

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 5 Spanning en stroom ( ) Pagina 1 van 16

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

ρ ρ koper = Ωm (tabel 8 van Binas)

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

D.1 Tijdrek en lengtekrimp

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Straling van sterren ( ) Pagina 1 van 8

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioactiviteit ( ) Pagina 1 van 10

6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d

jaar: 1989 nummer: 25

Noordhoff Uitgevers bv

Transcriptie:

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 1 van 9 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je er (vrijwel) zeker van ent dat een antwoord fout is, stuur dan een riefje naar www.stevin.info. Alvast edankt. Opgaven 4.1 Hefomen 1 - Bij de sheve toren ligt Z links van de stippellijn door S. Bij de al ligt Z oven het steunvlak/punt. Bij de fietser en de papegaai ligt Z onder het steunpunt. 2 a 20 m links van S 100 massa arm links = massa arm rehts 5 d 10 10 d 20 m 5 De 2x zo kleine massa staat 2x zo ver van S: 2 x 10 = 20 m 100 massa arm links = massa arm rehts m 2,5 10 10 m 40 g 2,5 Op 4x zo kleine afstand staat een 4x zo grote massa: 4 x 10 = 40 g 20 m 3 a 200 d = 140 15,0 = 2100 d = 2100/200 = 10,5 m 10,5 m m 25,0 = 2100 m = 2100/25 = 84 g 84 g 4 a Z liniaal ij x = 50,0 m. De liniaal kantelt op de rand van de tafel. d d gewiht Z,liniaal 78,4 60,0 18,4 m 60,0 50,0 10,0 m 40 g 18,4 m 10,0 m massa arm links = massa armrehts 50 18,4 50 18,4 mliniaal 10 mliniaal 92 g 10 5 - Eerste staafje: Verdeel het staafje in twee stukken die zih verhouden als 30 : 60 = 1 : 2. Het ene stuk is 1 60 20 m 3 60 40 m 3 Z ligt op 20 m van het rehteruiteinde, 40 m van het linkeruiteinde. Tweede staafje: Vervang de twee olletjes links door een olletje van 60 g er midden tussenin. Dit ligt dan op 21 + 18 = 39 m van het olletje uiterst rehts. Verdeel die 39 m in twee stukken die zih verhouden als 30 : 60 = 1 : 2. Het ene stuk is 1 39 13 m 3 39 26 m 3 Z ligt 26 m van het rehter uiteinde, op 13 +21 = 34 m van het linkeruiteinde. 92 g 40 m vanaf links 34 m vanaf links

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 2 van 9 6 a1 Touw vast in A: a2 + M rehtsom = M linksom F s DA = F z DZ F s 60 = 16 50 F s = 13,3.. = 13 N Touw vast in B: M rehtsom = M linksom F s DB = F z DZ F s 40 = 16 50 F s = 20 N Krahten omhoog rekenen we hier positief en omlaag negatief. Touw vast in A: F = 0, dus F D + F A + F z = 0 F D + 13 + (16) F D = 3 N (omhoog geriht) Touw vast in B: F = 0. dus F D + F B + F z = 0 F D + 20 +(16) = 0 F D = 4 N (omlaag geriht) 7 - In het egin rust het grootste gewiht van de ezem op de linkerhand. De wrijvingskraht is dan groot, zodat de ezem t.o.v. deze hand niet in eweging komt. 13 N 20 N 3N omhoog 4 N omlaag 8 a 2 M hand 500 0,28 140 1,4 10 N m 1,4 10 2 N m 140 3 Fop spijker 0,03 140 F op spijker 4666,.. 5 10 N 5 kn 0,03 Als het draaipunt dihter ij de spijker ligt, wordt de arm van de kraht op de spijker kleiner dan 3 m; de kraht wordt dus groter. 9 a Bij A. Dan ligt de zak zo diht mogelijk ij het draaipunt. Het moment van de zwaartekraht op de zak ten opzihte van het draaipunt is zo klein mogelijk. In de foto staat 12,5 mm voor 50 m; d z = 7 mm en d F = 26 mm d 7 z 50 28 m 12,5 d 26 F 50 104 m 12,5 28 m 104 m d F d F d F z z 2 1,0 10 0,28 F 1,04 1,0 10 0,28 F 26,9.. 27 N 1,04 2 10 a d z = 1,75 0,30 = 1,45 m 1,45 m Vermogen druk je uit in watt en niet in kg. Dus in de speifiaties moet staan: maximaal te heffen massa is 215 kg. De as van het rehterwiel is het draaipunt. M linksom = F z d z = 3550 9,81 1,45 = 5,05 10 4 Nm M rehtsom = F last d last = 215 9,81 6,1 = 1,3 10 4 Nm M rehtsom < M linksom dus de knikgiekhoogwerker zal niet omkiepen. 27 N

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 3 van 9 11 a In het vergrote werklad: d z = 19 mm en d F = 95 mm. Evenwiht, dus M rehtsom = M linksom F z d z = F d F 20 9,81 19 = F 95 F = 39,2.. = 39 N. 0 N; want Z evindt zih oven het steunvlak. Je het dan te maken met een laiel evenwiht. 12 - De arm van F s is 5 m en de arm van zwaartekraht op de al 35 m. Mlinksom Mrehtsom 85,75 3 Fs 0,05 (25 9,8) 0,35 Fs 1715 1,7 10 N 0,05 13 a De gulden regel luidt: wat je wint aan kraht verlies je aan weg. Bij tandwielen werkt dat als volgt: om het kleine wiel een grote frequentie te geven, zou je een grote kraht nodig heen. Door het aan te drijven met het grote wiel kun je met minder kraht toe. De tandenoog legt een lange weg af. 39 N 0 N 1,7 kn Bij één rondje van II komen er 8 tanden van de tandenoog langs. Bij 12 tanden hoort dus 12/8 =1,5 rondje. Met dezelfde redenering maakt IV dus 28/10 = 2,8 keer zoveel rondjes als III. Bij één keer ellen maakt IV dus 1,5 2,8 = 4,2 rondjes. 4,2

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 4 van 9 Opgaven 4.2 Vervormingen 14 a = F/A = 10 10 3 /(0,020 0,040) = 13 MPa 13 MPa A = ¼ (d uiten 2 d innen 2 ) = ¼ (0,046 2 0,040 2 ) = 4,05 10 4 m 2 F = A = 5,0 10 7 4,05 10 4 = 20 kn 20 kn 15 a = Δl/l 0 = 3/6 = 0,5 (= 50%) 50% Δl = l 0 = 1,3 10 4 1,20 = 1,56 10 4 m = 0,16 mm 0,16 mm 0,1% = 0,001 Δl = 0,001 l 0 l 0 + Δl = 2,000 1,001 l 0 = 2,000 l 0 = 1,998 m 16 a = Δl/l 0 = 0,030/150 = 2,0 10 4 = F/A = 16 10 3 /( 0,010 2 ) = 51 MPa 1,998 m 2,0 10 4 51 MPa F A diameter 2 F nieuw = 2 2 F oud = 4 16 = 64 kn 64 kn 17 a A = ¼ d 2 = ¼ (4,0 10 3 ) 2 = 1,256.. 10 5 m 2 F = 0,60 10 8 1,26 10 5 = 7,5 10 2 N E Al = 71 10 9 Pa (Binas tael 8) E = / = /E = 0,60 10 8 /71 10 9 = 8,45.. 10 4 Δl = l 0 = 8,45.. 10 4 20,00 = 1,69.. 10 2 m = 1,7 m 7,5 10 2 N 1,7 m 18 - max = 1,5 10 8 MPa = 1,5 10 14 Pa A = ¼ d 2 = ¼ 0,030 2 = 7,06.. 10 4 m 2 F max = max A = 1,5 10 14 7,06.. 10 4 = 1,06.. 10 11 N maximale last = 1,06.. 10 11 /9,81 = 1,1 10 10 kg 19 a Uitrekken zoals met een elastiek. Indrukken van een spons. Afshuiven zoals in aardlagen op shuine helling. Buigen zoals in ruggen. Elastish: als het voorwerp, nadat je er geen kraht meer op uitoefent, weer terugveert naar zijn oorspronkelijke vorm Plastish: als het voorwerp, nadat er geen kraht meer op werkt, vervormd lijft. 20 a De treksterkte is de waarde op de -as die hoort ij punt C ( max). 21 - Van O tot A (het rehte stuk van de grafiek) 1,1 10 10 kg

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 5 van 9 22 - A = ¼ d 2 = ¼ 0,0100 2 = 7,85.. 10 5 m 2 = F/A = 10 10 3 /7,85.. 10 5 = 1,27.. 10 8 Pa = Δl/l 0 = 1,99 10 3 /2,00 = 9,95 10 4 E = / = 1,27.. 10 8 /9,95 10 4 = 1,3 10 11 Pa (Binas: 1,24 10 11 Pa) 23 a E eikenhout = 11 10 9 Pa (Binas tael 10A) A = 45 10 3 70 10 3 = 3,15 10 3 m 2 = F/A = 1,0 10 3 /3,15 10 3 = 3,17.. 10 5 Pa = 3,2 10 5 Pa = /E = 3,17.. 10 5 /11 10 9 = 2,88.. 10 5 = 2,9 10 5 1,3 10 11 Pa 3,2 10 5 Pa 2,9 10 5 Δl = l 0 = 2,88.. 10 5 4,00 = 1,1 10 4 m = 0,11 mm 0,11 mm 24 - E eikenhout = 11 10 9 Pa (Binas tael 10A) en E ijzer = 220 10 9 Pa (Binas tael 8) E = = onstant en Δl (E Δl) eikenhout = (E Δl) ijzer Δl eikenhout = (E ijzer/e ijkenhout) Δl ijzer Δl eikenhout = (220/11) 0,010 = 0,20 mm 25 - Print de grafiek uit en trek met een liniaal zo goed mogelijk een rehte lijn door de meetpunten. De r van de lijn is E ruer, want E = /. 0,20 mm 11 MPa De grafiek gaat door (0;0) en (0,0275;3,0 10 5 ). E ruer = 3,0 10 5 /0,0275 = 10,9..= 11 MPa

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 6 van 9 Opgaven hoofdstuk 4 26 - Massa m hangt links: er is evenwiht als m d L = m 1 d R Massa m hangt rehts: er is evenwiht als m d R = m 2 d L Vermenigvuldig de uitdrukkingen links en rehts van de gelijktekens met elkaar. m 2 d L d R = m 1 m 2 d R d L delen door d L d R 2 m m1 m2 m m1 m 2 27 a 3 3 3 alsa 0,15 10 kg/m 0,15 g/m m V 0,15 5625 843,75 844 g 3 V h 7,5 7,5 100 5625 m d < 40,8 m Er is nog juist evenwiht als 190 x 843,75 (50 x) 190 x 843,75 x 843,75 50 42187,5 1033,75 x 42187,5 x 40,81.. 40,8 m 1033,75 De tafel oefent op de alk in het kantelpunt een kraht vertiaal omhoog uit. F 0 (843,75 190) Ftafel Fz,alk Fz,papegaai 9,81 10,1.. 10,1 N 1000 28 a De massa van 2 kg en de onekende massa m willen het stelsel rehtsom laten draaien (met de klok mee), de massa van 1 kg wil het stelsel linksom laten draaien (tegen de klok in) 10,1 N De armen zijn gelijk aan de stralen van de wielen, dus 5,0 m, 15 m en 25 m. 5,0 m 15 m 25 m ( massa arm) linksom ( massa arm ) rehtsom d 1 15 = 2 5 + m 25 m = (15 10)/25 = 0,2 kg 0,2 kg 29 a De man die de kar geladen heeft. 1 De arm van de lading 1 m en de arm van de ezel 2 m 1 m 2 De arm van de ezel is ongeveer 2x zo groot als de arm van de last. Dus m lading 2 165 = 3 10 2 kg De lading meer naar links plaatsen zodat het zwaartepunt ervan oven de as van het wiel komt te liggen. 2 m 3 10 2 kg

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 7 van 9 30 a De armen d B en d z zijn de loodrehte afstanden vanuit A naar de werklijnen van F B en F z. De hele paal is 15 m lang. d dz 7,5 os30 6, 49.. 6,5 m db 12 sin20 4,10.. 4,1 m FB db Fz dz 3 3 FB 4,10.. (4,25 10 9,81) 6, 49.. 270,.. 10 Nm 3 270,.. 10 3 3 FB 65,9.. 10 66 10 N 4,10.. 6,5 m 4,1 m 66 kn Blijkaar haakt de paal ij A in de grond want FA is shuin omlaag geriht.

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 8 van 9 31 - E ruer = 5 10 6 Pa (Binas tael 10A; kies de gemiddelde waarde) A = ¼ d 2 = ¼ (4,0 10 3 ) 2 = 1,25.. 10 5 m 2. Dit hoort ij één stuk ruer. Parallel: = Δl/l 0 = 30,0/50,0 = 0,600 en A = 8 1,25.. 10 5 =1,0.. 10 4 m 2 = E en = F/A F/A = E F = E A F = 5 10 6 0,600 1,0... 10 4 = 3,01.. 10 2 N = 3,0 10 2 N 32 a m kael = V en V = A l m kael = A l F z = m kael g = A l g = F/A = F z/a = A l g/a = g l want A kun je wegstrepen. P = 11,3 10 3 kg/m 3 (Binas tael 8) Uit de vergelijking van vraag a volgt: l max = max/( g) = 0,2 10 8 /(11,3 10 3 9,81) = 2 10 2 m 3,0 10 2 N 2 10 2 m 33 a1 De veeronstante C, want C = F/u a2 Nee, want C is afhankelijk van A en l 0 (zie proef 8 op p. 71: C = E A/l 0 ; zie ook opgave 34). 1 De elastiiteitsmodulus E 2 Ja, want met de waarde voor E kun je stoffen ondersheiden van elkaar (.v. Binas tael 8). Binas tael 10B geeft voor glas een grote spreiding in waarden voor E, max (treksterkte) en taaiheid (rek ij reuk). Voor het antwoord zijn de gemiddelde waarden geruikt: E 75 10 3 MPa (de r van het rehte stuk van de grafiek), max 65 MPa max 0,15% 34 a Shrijf voor Δl = u, dan is F = A F = E A = E (u/l 0) A = E A u/l 0 Vergelijk dit met C = F/u (de wet van Hooke) C = (E A u/l 0)/u = E A/l 0 Kies een dikke (grote A teller groot) en korte (kleine l 0 noemer klein) stalen draad. 35 a E ot = 14 10 9 Pa (Binas tael 10A) = F/A = 1,0 10 3 /6 10 4 = 1,66.. 10 6 Pa = 2 MPa 2 MPa = /E = 1,66.. 10 6 /14 10 9 = 1,19.. 10 4 = 1 10 4 0,01% d C = E A/l 0 (zie vraag 34a of proef 8 op p. 71) C = 14 10 9 6 10 4 /0,43 = 2 10 7 N/m Of zo: C = F/u en u = l 0 = 1,19 10 4 0,43 = 5,1 10 5 m C = 1,0 10 3 /5,1 10 5 = 2 10 7 N/m 2 10 7 N/m 36 a A = ¼ d 2 = ¼ (0,28 10 3 ) 2 = 6,15.. 10 8 m 2 = 6,2 10 8 m 2 6,2 10 8 m 2

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 9 van 9 max = 2,0 10 8 Pa (afgelezen uit de grafiek) max = F max/a F max = max A = 2 10 8 6,15.. 10 8 = 12,3.. N m max= 12,3../9,81 = 1,3 kg. = 0,3 (afgelezen uit de grafiek) = Δl/l 0 Δl = l 0 = 0,3 70 = 21 m l = 70 + 21 = 91 m 37 a F = 2 1,84 10 3 = 3,68 10 3 N (fator 2 vanwege de veiligheidsmarge) = F/A A = F/ = 3,68 10 3 /2,6 10 8 = 1,41.. 10 5 m 2 A = ¼ d 2 invullen geeft d = 4,24.. mm = 4,2 mm E staal = 0,20 10 12 Pa (Binas tael 9) = /E = 2,6 10 8 /0,20 10 12 =1,3 10 3 Δl = l 0 = 1,3 10 3 1,26 = 1,6 10 3 m = 1,6 mm 1,3 kg 91 m 4,2 mm 1,6 mm 38 - R = l/a, dus op de vraagtekens staan R en 39 a Δl = l 0 = 2 9,0 = 18 m Zij daalt dus 27 m. 27 m E is de r van het rehte stuk van de grafiek, dus E = 4 10 5 /1 = 4 10 5 Pa 8T = 36 s T = 4,5 s De gedempte trilling egint in onderste omkeerpunt. De grafiek wordt gevraagd voor drie perioden, dus tot 13,5 s, maar als Coah toh ezig is, kunnen we net zo goed aht keer laten dansen tot zij (vrijwel) stil hangt. d T = 2 (m/c) 4,5 = 2 (61/C) C = 1,2 10 2 N/m 1,2 N/m