Samenvatting Natuurkunde Kracht
|
|
- Bram van der Zee
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober ,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting. Kun je ook aangeven met een pijl. Eenheid van kracht is: Newton (N). Soorten krachten: Zwaartekracht: -Hangt af van de massa. Nl: 100 gram massa geeft 1 Newton zwaartekracht. -Is altijd naar beneden gericht. Opwaartse kracht: -Wordt veroorzaakt door de omgeving waarin het voorwerp zit/hangt. Bv: blokje in water. Het water is de omgeving. -Is altijd naar boven gericht. Gewicht: Gewicht is het verschil tussen de zwaartekracht en de opwaartse kracht. ofwel Gewicht = Zwaartekracht - Opwaartse kracht Gewicht in lucht: Het gewicht van een voorwerp als het in de lucht hangt. Gewicht in lucht = zwaartekracht Pagina 1 van 10
2 Gewicht in water: Het gewicht van een voorwerp als het in water hangt. Massa: Hoeveelheid materiaal/stof waaruit een voorwerp of portie bestaat. Eenheid van massa: Gram of Kilo -Massa kan alleen veranderen door er iets bij te doen of ervan af te halen. -Als de massa verandert, dan verandert ook de zwaartekracht. -Het verband tussen massa en zwaartekracht is rechtevenredig. Berekening van zwaartekracht als massa bekend is: Bekend: voorwerp is 2,3 kg. Zwaartekracht wordt dan: - 2,3 kg X 10 = 23 N of - 2,3 kg = 2300 gram : 100 = 23 N Formules Gewicht = Zwaartekracht - Opwaartse kracht kg x 10 = aantal Newton zwaartekracht gram : 100 = aantal Newton zwaartekracht Zwaartekracht : 10 = aantal kg massa Zwaartekracht x 100 = aantal gram massa Praktikum 49 Stofkenmerk: Kenmerk of eigenschap waaraan een stof te herkennen is. Bv: -Dichtheid -Soortelijke warmte Pagina 2 van 10
3 -Kan aangetrokken worden door een magneet -Brandbaar Berekenen van cm3-gewicht - cm3-gewicht 'in lucht': Gewicht in lucht (v h voorwerp) : volume (v h voorwerp) - cm3-gewicht 'in water': Gewicht in water (v h voorwerp) : volume (v h voorwerp) Berekenen van dichtheid Massa (v h voorwerp) : volume (v h voorwerp) Dichtheid = cm3-massa Praktikum K 1 Na het maken van K1.1 t / m K1.4 kun je alles samenvatten met de volgende regel: Het cm3-gewicht v e voorwerp in een vloeistof = (is gelijk aan) het cm3-gewicht v h voorwerp in lucht - (min) het cm3-gewicht van die vloeistof Bv: IJzer in spiritus Dichtheid ijzer 8 g/ml Dichtheid spiritus 0,85 g/ml cm3-gewicht ijzer 8:100= 0,08 N/ml cm3-gewicht spiritus 0,85:100= 0,0085 N/ml cm3-gewicht ijzer in spiritus: 0,08-0,0085 = 0,0715 N/cm3 Als het blok ijzer 1 liter groot is zal het gewicht van het ijzeren blok, hangend in spiritus, 0,0715 x 1000 = 71,5 N zijn. Verandering van opwaartse kracht Pagina 3 van 10
4 2 manieren - Door het voorwerp gedeeltelijk in de vloeistof te hangen Als het voorwerp verder in de vloeistof komt te hangen wordt er meer vloeistof verplaatst. Dus een grotere opwaartse kracht. - Door een ander soort vloeistof te gebruiken. Het cm3-gewicht van de vloeistof bepaalt hoe groot de opwaartse kracht wordt per cm3 verplaatste vloeistof. Wet van Archimedes De opwaartse kracht = het gewicht van de verplaatste vloeistof. Gewicht v d verplaatste vloeistof = cm3-gewicht (v d vloeistof) X verplaatste volume (door het voorwerp) Praktikum K 2 Zinken, drijven en zweven Hangt af van de dichtheid van het voorwerp en van de vloeistof. voorwerp > vloeistof ==> zinken vloeistof > voorwerp ==> drijven voorwerp = vloeistof ==> zweven Als een voorwerp zinkt, is de zwaartekracht groter dan de opwaartse kracht Als een voorwerp drijft, is de zwaartekracht even groot als de opwaartse kracht Als een voorwerp zweeft, is de zwaartekracht even groot als de opwaartse kracht Verschil tussen drijven en zweven: -Tijdens drijven is het voorwerp niet helemaal ondergedompeld. De opwaartse kracht kan nog meer worden als het voorwerp verder in de vloeistof komt te hangen. Pagina 4 van 10
5 -Tijdens zweven is het voorwerp wel helemaal ondergedompeld. De opwaartse kracht kan niet groter worden. Zwaartekracht en opwaartse kracht: De opwaartse kracht hangt af van: -het cm3-gewicht van de vloeistof -het volume van het voorwerp (en eventueel hoe ver dit in de vloeistof hangt, bv half in de vloeistof of slechts 10 ml als het voorwerp 50 ml groot is) Opwaartse kracht = cm3-gewicht (vloeistof) X ondergedompeld volume (voorwerp) De zwaartekracht hangt af van de massa van het voorwerp. Want: 100 gram massa = 1 N zwaartekracht. Dus is: 10 N zwaartekracht = 1 kg massa. Bij berekeningen altijd de eenheden gelijk maken. Dus niet cm3-gewicht vermenigvuldigen met liters. Je mag wel cm3 en ml door elkaar gebruiken. Praktikum k3 Opwaartse kracht in gassen: Is gelijk aan het gewicht van het verplaatste gas. Dus: Gewicht in gas = zwaartekracht (van portie gas) - opwaartse kracht (=gewicht verplaatste gas) Als in een zak 10 liter gas zit, dan wordt er ook 10 liter omgeving verplaatst. Het gewicht van deze 10 verplaatste liters is gelijk aan de opwaartse kracht. Daarom lijkt een zakje dat gevuld wordt met gas minder zwaar te zijn dan een leeg zakje. Vacuum betekent: gasloos Gewicht in vacuum: Gewicht in vacuum = zwaartekracht (er is geen gasomgeving en dus geen opwaartse kracht). Pagina 5 van 10
6 Let op!!! Als er in opgave gesproken wordt over een portie vloeistof of een vast voorwerp dan mag je ook zeggen dat de zwaartekracht gelijk is aan het gewicht in lucht. De opwaartse kracht van de lucht op een vast voorwerp of een portie vloeistof is zo klein dat de deze opwaartse kracht mag verwaarlozen. Gewicht in vacuum op aarde is hetzelfde als zwaartekracht. Omrekenen naar massa doe je door het aantal N x 100 = gram. Of aantal N : 10 = kilogram. Ballonnen: 2 soorten ballonnen - Hete lucht ballonnen - Gasballonnen Hete lucht ballon: Door het uitzetten van een portie lucht wordt het gewicht van de verplaatste lucht groter dan het gewicht van de lucht in de ballon. Hierdoor wordt de opwaartse kracht groter dan de zwaartekracht van de ballon zelf. Gasballon: Het gas in de ballon heeft een kleiner gewicht dan het gewicht van de verplaatste lucht. Dus is ook hier de opwaartse kracht groter dan de zwaartekracht. Voorbeeld van een gasballon is een helium ballon. Voordelen van helium zijn: Helium heeft een zeer kleine dichtheid. Helium is niet brandbaar. Bij gassen is 'gewicht in vacuum' hetzelfde als de zwaartekracht. Bij vloeistoffen en vaste stoffen is 'gewicht in lucht' hetzelfde als de zwaartekracht. Ook bij gassen geldt: Pagina 6 van 10
7 Gewicht = Zwaartekracht - opwaartse kracht Opwaartse kracht = gewicht van de verplaatste stof Gewicht verplaatste stof = Litergewicht X Verplaatst volume. Praktikum K4 Evenwichtstoestand: Er is evenwicht als alle krachten samen die naar beneden gericht zijn, even groot zijn als alle krachten samen die naar boven gericht zijn. Dus als het voorwerp stil ligt of hangt. Een voorwerp hangt dan stil. Of beweegt met constante snelheid. Voorbeelden: -schip in water (opwaartse kracht en zwaartekracht) -voorwerp aan veer (veerkracht en zwaartekracht) -blokje waar je aan trekt en dat met dezelfde snelheid beweegt (wrijvingskracht en spierkracht) Soorten krachten: Zwaartekracht: -door de aantrekkingskracht van de aarde, -altijd naar beneden gericht, -grootte hangt af van de massa van het voorwerp. Opwaartse kracht: -is gelijk aan het gewicht van de verplaatste stof, -altijd naar boven gericht, -hangt af van de omgeving waarin het voorwerp hangt. Magnetische kracht: -door de aantrekkingskracht van een magneet, -richting hangt af van de plaats van de magneet, -grootte hangt af van de sterkte van de magneet en de afstand tot het voorwerp. Spierkracht: -door een persoon, -richting kan veranderen, hangt af van richting waarin je duwt of trekt, -grootte hangt af van de persoon. Pagina 7 van 10
8 Veerkracht: -door een veer, -richting is tegengesteld aan de kracht die erop werkt, -grootte hangt af van de kracht die op de veer werkt, -veerkracht heeft een bepaald maximum grootte. Wrijvingskracht: -door wrijving van het voorwerp met de ondergrond, -richting is tegengesteld aan de kracht die erop werkt, -grootte hangt af van de kracht die erop werkt, -als het voorwerp met een constante snelheid beweegt, is de wrijvingskracht op zijn grootst. Dit is dan de maximum wrijvingskracht. Rechtevenredig verband: Als het ene Y keer groter wordt, dan moet het andere ook Y keer groter worden. En omgekeerd. Er is een rechtevenredig verband tussen: -massa en zwaartekracht, -veerkracht en het gewicht dat aan de veer hangt, -veerkracht en de uitrekking van de veer (bv. 1cm langer worden is 2 N veerkracht), -de wrijvingskracht en de kracht waarmee aan het voorwerp getrokken wordt. Praktikum K5 Wip, hefboom: (maak een tekening) "Staaf" dat kantelt of draait om een vast punt. Arm: De afstand tussen de plaats waar de kracht werkt en het draaipunt. De arm staat altijd loodrecht op de kracht. Evenwicht: Er is evenwicht als de som van de krachten die rechtsom werken even groot is als de som van de krachten die linksom werken. Een wip hangt dan horizontaal. Pagina 8 van 10
9 Kracht x arm: Kracht x arm (linksom) = kracht x arm (rechtsom) BV. 10N rechtsom x 20 cm = 5N linksom x 40 cm Voorbeeldsom In een speeltuin staat een wip van 5 meter lang. Aan de ene kant zit een kind met een gewicht van 250 N. Moeder is 65 kg zwaar. Hoever moet moeder van het draaipunt af gaan zitten om de wip in evenwicht te krijgen? Antwoord Wip is 5 meter lang. Draaipunt op 2,5 meter. Kind x 2,5 meter = moeder x Ymeter 250 x 2,5 = 650 x Y Y = (250 x 2,5)/ 650 Y = 0,96 meter Dus moeder moet op 0,96 meter van het draaipunt gaan zitten. Praktikum K6 Richting van een kracht: Zwaartekracht en opwaartse kracht hebben een vaste richting: zwaartekracht naar beneden, opwaartse kracht naar boven. Deze richtingen kunnen niet veranderen. Tandwiel: Ronde schijf met vertanding aan de omtrek. (maak een tekening) Veranderen van richting van een kracht: (Laat door tekeningen zien dat de richting van een aan elkaar gekoppeld tandwiel wel veranderd. En dat de richting gelijk blijft als twee tandwielen dmv. een ketting aan elkaar gekoppeld zijn.) Spierkracht en magnetische kracht kun je zelf van richting laten veranderen. Pagina 9 van 10
10 Tandwielverhouding: De verhouding tussen het aantal tanden van het ene tandwiel en het aantal tanden van het andere tandwiel is gelijk aan het aantal omwentelingen van het ene tandwiel en het andere tandwiel. BV. Tandwiel 1 heeft 60 tanden en tandwiel 2 heeft 40 tanden. De verhouding in dan 60:40 ofwel 3:2. Als tandwiel 1 eenmaal ronddraait gaat tandwiel 2 (3/2=)1,5 keer rond. Versnelling: Als het achterste tandwiel meer omwentelingen maakt dan het tandwiel dat je zelf ronddraait heb je een versnelling. VB. Voorste tandwiel 60 tanden, achterste tandwiel 15 tanden. De versnelling is dan 60:15 = 4 keer. Verzet: Als je een grote versnelling op je fiets zet, moet je heel zwaar trappen. De fiets lijkt zich te verzetten. Daarom noemen we zo'n een versnelling een "groot verzet". Gulden regel: "Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand". Als je een grote versnelling hebt (groot verzet), moet je veel kracht zetten, maar leg je per trapperomwenteling ook veel afstand af. Door een kleinere versnelling te schakelen (klein verzet), gebruik je minder kracht( je wint aan kracht), maar je legt minder afstand af per trapperomwenteling. De gulden regel geldt ook bij hefbomen. Door een langere hefboom te gebruiken, heb je niet zoveel kracht nodig als bij een korte hefboom. Je moet een lange hefboom wel verder naar beneden duwen om iets op te tillen. Je wint dus aan kracht, maar verliest aan afstand. Pagina 10 van 10
Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo
Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting door N. 1441 woorden 9 oktober 2012 7,6 27 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova PARAGRAAF 1; KRACHT Krachten herkennen
Nadere informatieOpgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende
Nadere informatiekrachten kun je voorstellen door een vector (pijl) deze wordt op schaal getekend en heeft: Als de vector 5 cm is dan is de kracht hier 50 N
Kracht kunnen we herkennen door: Verandering van richting door trekken of duwen. Verandering van vorm a) Plastisch (vorm veranderd niet terug) b) Elastisch (vorm veranderd terug {elastiek}) Versnellen
Nadere informatiekrachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)
krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering
Nadere informatieOefentoets krachten 3V
(2p) Welke drie effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? Verandering van richting, vorm en snelheid. 2 (3p) Ans trekt met een kracht van 50 N aan de kist. Welke drie krachten spelen hier een rol?
Nadere informatieSamenvatting NaSk 1 Natuurkrachten
Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke
Nadere informatie3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1
krachten Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering
Nadere informatieKrachten Hoofdstuk 1. Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)
Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering
Nadere informatieSheets inleiding ontwerpen
Sheets inleiding ontwerpen Boten bouwen Periode 4 themaklas Doel van het project Bedenk een ontwerp voor een boot Verkoop dit ontwerp aan de baas (ik) Bouw je eigen ontwerp De winnaars winnen een bouwpakket
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieOpgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 De massa van een voorwerp geeft aan hoe zwaar dit voorwerp is. Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt. Opgave De dichtheid van een stof
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieEn wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?
Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp
Nadere informatie11de Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen zaterdag 12 november 2005. Jacky Hellemans - Koen Paes
11de Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen zaterdag 12 november 2005 de wet van Jacky Hellemans - Koen Paes Academische Lerarenopleiding Natuurkunde Departement Natuurkunde en Sterrenkunde - K.U.Leuven
Nadere informatieDe massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald
Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld
Nadere informatieVJTO 2011 ANTWOORDEN FINALE
1 VJTO 2011 ANTWOORDEN FINALE Vraag 1 Antwoord a Wanneer mama de ballon over haar trui wrijft, wordt de ballon elektrisch geladen. De peper- en zoutkorrels voelen dat en willen naar de ballon toe. De peperkorrels
Nadere informatieWet van Archimedes. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur P.J. Dreef Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/89831 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieeenvoudig rekenen met een krachtenschaal.
Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf.1
Nadere informatieFYSICA DM THEORIE SAMENVATTING
FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING Elementen - Elementen kunnen op 3 manieren voorkomen: - Vast - Vloeibaar - Gasvormig Water & Warmte - Warmte overdracht op 3 manieren - Geleiding direct contact / toepassing
Nadere informatieNaam: Klas: REPETITIE DRIJVEN EN ZINKEN 2 HAVO Naast dit opgavenblad moet ook een tabel met dichtheden worden verstrekt.
Naam: Klas: REPETITIE DRIJVEN EN ZINKEN 2 HAVO Naast dit opgavenblad moet ook een tabel met dichtheden worden verstrekt. OPGAVE 1 Jan drinkt 14 kubieke centimeter zuivere alcohol op. Bereken hoeveel gram
Nadere informatieLessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege
Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden
Nadere informatieUNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009
MINISTERIE N ONDERWIJS EN OLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN WO/HO/NTIN 2009 K : NTUURKUNDE DTUM : MNDG 06 JULI 2009 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45
Nadere informatieMassa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1
Massa Volume en Dichtheid Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Inhoudsopgave 1 Het volume... 3 1.1 Het volume berekenen.... 3 1.2 Volume 2... 5 1.3 Symbolen en omrekenen... 5 2 Massa... 6 3 Dichtheid... 7
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieHet berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.
3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt
Nadere informatieNaam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht?
Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Je tekent een kracht van 18 N bij een schaal van 7 N 3 cm. Hoe lang is
Nadere informatieMBO College Hilversum. Afdeling Media. Hans Minjon Versie 2
MBO College Hilversum Afdeling Media Hans Minjon Versie 2 Soorten krachten Er zijn veel soorten krachten. Een aantal voorbeelden: Spierkracht. Deze ontstaat als spieren in je lichaam zich spannen. Op die
Nadere informatieRBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).
HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine
Nadere informatieHEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009
MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT
Nadere informatieDe ijzer en zwavelreactie
De ijzer en zwavelreactie Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aantonen dat we ijzersulfide (FeS) anders is dan ijzer (Fe) en zwavel (S). Voorbereiding Begrippen als achtergrond voor experiment Stofeigenschappen:
Nadere informatieTOELATINGSEXAMEN NATIN 2009
MINISTERIE VAN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENUREAU TOELATINGSEXAMEN NATIN 2009 VAK : TEHNISH INZIHT ATUM : INSAG 07 JULI 2009 TIJ : 09.45.5 UUR EZE TAAK ESTAAT UIT 30 ITEMS. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.
LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de
Nadere informatiePracticumverslag ingeleverd op
Verslag door Anke 914 woorden 12 juni 2017 8 28 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova racticum uitgevoerd op 21-09- 16 Practicumverslag ingeleverd op 01-11- 16 1. Inleiding Om een veer uit te kunnen laten
Nadere informatieInleiding kracht en energie 3hv
Inleiding kracht en energie 3hv Opdracht 1. Wat doen krachten? Leg uit wat krachten kunnen doen. Opdracht 2. Grootheden en eenheden. Vul in: Grootheid Eenheid Andere eenheid Naam Symbool Naam Symbool Naam
Nadere informatie0,8 = m / 350 1 = m / 650
EXTRA De dichtheid van een mengsel 39 a 1L = 1000 ml 1% is dus 10 ml 35% is dan 350 ml Zo kan het ook: (1000 / 100) x 35 = 350 ml alcohol (en dus 1000-350 = 650 ml water) b alcohol water m =? V = 350 cm
Nadere informatieBegripsvragen: Cirkelbeweging
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een
Nadere informatieDrijven en zinken. tabel met dichtheden
Drijven en zinken 1 Massa, volume en dichtheid 2 Archimedes 3 Homogene voorwerpen in een vloeistof 4 Drijvende voorwerpen 5 Zwaartekracht 6 Opwaartse kracht; wet van Archimedes 7 Samenvatting en schematisch
Nadere informatieEen bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen
- 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of
Nadere informatieAAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)
Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van
Nadere informatieDichtheid. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres P.J. Dreef 01 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/82827 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatie3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1
3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1 Zie: http://www.math.nyu.edu/~crorres/archimedes/contents.html Archimedes begreep dat met een kleine kracht een zwaar voorwerp kan worden opgetild. Daartoe
Nadere informatieNaam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier
Samenvatting door F. 823 woorden 3 maart 2015 7,4 32 keer beoordeeld Vak NaSk Sport, kracht en beweging 1 Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren
Nadere informatieFormules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg
Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Formule Eventuele naam of uitleg m # = m%# Machten van eenheden: regel m # m ( = m #)( Machten van eenheden: regel 2 m # m ( =
Nadere informatieViscositeit. par. 1 Inleiding
Viscositeit par. 1 Inleiding Viscositeit is een eigenschap van vloeistoffen (en van gassen) die aangeeft hoe ondoordringbaar de vloeistof is voor een vast voorwerp. Anders gezegd met de grootheid viscositeit
Nadere informatieAfmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet)
Samenvatting door een scholier 669 woorden 2 november 2003 6 117 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 1: Druk 1.1 Druk = ergens tegen duwen Verband = grootheid die met andere
Nadere informatieKrachten (4VWO) www.betales.nl
www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen
Nadere informatieExact periode Youdenplot Krachten Druk
Exact periode 10.2 Youdenplot Krachten Druk Youdenplot. De Youdenplot wordt uitgelegd aan de hand van een presentatie. Exact Periode 10.2 2 Krachten. Een kracht kan een voorwerp versnellen of vervormen.
Nadere informatieBegripsvragen: kracht en krachtmoment
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: kracht en krachtmoment 1 Meerkeuzevragen Kracht 1 [H/V] Een boek ligt stil
Nadere informatieSamenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Fysica examen 1. Si-eenhedenstelsel
Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november 2016 1 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Fysica examen 1 Si-eenhedenstelsel Grootheden en eenheden Een grootheid is iets wat je kunt meten Een eenheid
Nadere informatieSO energie, arbeid, snelheid Versie a. Natuurkunde, 4M. Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a
SO energie, arbeid, snelheid Versie a Natuurkunde, 4M Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a Neem indien nodig g = 10 m/s 2. Geef duidelijke berekeningen met Gegeven
Nadere informatieProef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante
Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; ve Proef door een scholier 1568 woorden 20 januari 2003 4,9 273 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde practicum 1.3 Massa en zwaartekracht; ve De probleemstelling
Nadere informatieViscositeit. par. 1 Inleiding
Viscositeit par. 1 Inleiding Viscositeit is een eigenschap van vloeistoffen (en van gassen) die aangeeft hoe ondoordringbaar de vloeistof is voor een vast voorwerp. Anders gezegd met de grootheid viscositeit
Nadere informatieSamenvatting snelheden en 6.1 6.3
Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Boekje snelheden en bewegen Een beweging kan je op verschillende manieren vastleggen: Fotograferen met tussenpozen, elke foto is een gedeelte van een beweging Stroboscopische
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
MINISTERIE VN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU UNIFORM EINEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 202 VK : NTUURKUNE TUM : ONERG 05 JULI 202 TIJ : 09.45.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45.45
Nadere informatieHoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 8.1 raaiende voorwerpen Terugblik: krachten A) Gelijk gerichte vectoren B) Tegengestelde vectoren C) Onderling loodrechte
Nadere informatieDeel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -
- a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...
Nadere informatieToets Wetenschap en Techniek groep 8 SAM
Toets Wetenschap en Techniek groep 8 SAM Magnetisme 1. magneten trekken de volgende stoffen aan (zet een cirkel om de goede antwoorden): A. hout B. ijzer C. plastic D.kurk E.staal F. koper G. porselein
Nadere informatie5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde
Samenvatting door L. 2352 woorden 14 januari 2012 5,7 16 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde hst 4 krachten 1 verrichten van krachten Als je fietst verbruik je energie, die vul je weer aan door
Nadere informatieKracht en beweging (Mechanics Baseline Test)
Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test) Gegevens voor vragen 1, 2 en 3 De figuur stelt een stroboscoopfoto voor. Daarin is de beweging te zien van een voorwerp over een horizontaal oppervlak. Het
Nadere informatieExamen mechanica: oefeningen
Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door
Nadere informatieDEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting door een scholier 1845 woorden 20 juni 2008 6,1 99 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde samenvatting hoofdstuk
Nadere informatiejaar: 1990 nummer: 06
jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door
Nadere informatieSuggesties voor demo s krachten
Suggesties voor demo s krachten Paragraaf 1 Demo kracht verschuiven langs werklijn Neem een houten schijf die om het draaipunt kan roteren. Op de schijf zitten schroefjes waar gewichtjes aan kunnen hangen.
Nadere informatieVraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.
Nadere informatieDe diverse somsoorten bij Fysica
De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:
Nadere informatieNaam: Klas: Practicum veerconstante
Naam: Klas: Practicum veerconstante stap Bouw de opstelling zoals hiernaast is weergegeven. stap 2 Hang achtereenvolgens verschillende massa's aan een spiraalveer en meet bij elke massa de veerlengte in
Nadere informatie2. Bereken elk moment in de volgende drie tekeningen. Geef ook aan of het moment linksdraaiend of rechtsdraaiend is.
Opgaven over momenten met uitwerkingen 1. F6 = 50 N, l6 = 60 cm (lengte van de arm tussen F6 en het draaipunt is 60 cm), F7 = 30 N. Bereken l7 (afstand van F7 tot het draaipunt) l6 l7 F7 F6 gegeven: F6
Nadere informatieWerkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)
Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1651 woorden 14 december 2006 7,2 182 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvating Natuurkunde H1 t/m H3 Hoofdstuk
Nadere informatieExamentraining Leerlingmateriaal
Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok III Kracht en beweging (C1) Energieomzettingen (C2) WAN Domein C. Beweging en energie Subdomein C1. Kracht
Nadere informatiekrukas of as) waar de kracht de machine ingaat.
We hebben geprobeerd om de woordenlijst zo begrijpelijk mogelijk te maken zonder ingewikkelde vergelijkingen en lange verklaringen. Voor een gedetailleerder beeld van ingewikkelde begrippen als Kracht,
Nadere informatieUit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.
Samenvatting door C. 1902 woorden 28 februari 2013 5,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Het verrichten van arbeid Als je fietst verbruik je energie. Dit voel je na het
Nadere informatieAdvanced Creative Enigneering Skills
Enigneering Skills Kinetica November 2015 Theaterschool OTT-2 1 Kinematica Kijkt naar de geometrische aspecten en niet naar de feitelijke krachten op het systeem Kinetica Beschouwt de krachten Bewegingsvergelijkingen
Nadere informatieLeerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je
Nadere informatieWerkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)
Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Wat is een kracht? Tijdens het afwassen laat Jeroen een kopje vallen. Zoals te zien op de plaatjes valt het kopje kapot. Er moet dus een kracht werken op het kopje
Nadere informatiealuminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012
MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 2013 VK : NTUURKUNDE DTUM : DONDERDG 04 JULI 2013 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten)
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieAAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)
Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van
Nadere informatieOveral Natuurkunde 3 V Uitwerkingen Hoofdstuk 1 Krachten gebruiken
Overal Natuurkunde 3 V Uitwerkingen Hoofdstuk 1 Krachten gebruiken 1.1 Hefbomen gebruiken A1 a Onjuist, want alleen het gevolg van een kracht is zichtbaar, de kracht zelf niet. b Onjuist, want het draaipunt
Nadere informatieArbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts
Introductieweek Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Arbeid & Energie Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik Lambrechts
Nadere informatie1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk?
1. Zwaartekracht Als een appel van een boom valt, wat gebeurt er dan eigenlijk? Er is iets dat zorgt dat de appel begint te vallen. De geleerde Newton kwam er in 1684 achter wat dat iets was. Hij kwam
Nadere informatieWet van Bernoulli. 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli
Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen Druk in een vloeistof In de figuur
Nadere informatieDeel 3: Krachten. 3.1 De grootheid kracht. 3.1.1 Soorten krachten
Deel 3: Krachten 3.1 De grootheid kracht 3.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,
Nadere informatieNationale Natuurkunde Olympiade. Eerste ronde januari Beschikbare tijd: 2 klokuren
Nationale Natuurkunde Olympiade Eerste ronde januari 2009 Beschikbare tijd: 2 klokuren Lees dit eerst! OPGAVEN VOOR DE EERSTE RONDE VAN DE NEDERLANDSE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2009 Voor je liggen de opgaven
Nadere informatieVAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Nadere informatieHAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.
Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk
Nadere informatieNationale Natuurkunde Olympiade
Nationale Natuurkunde Olympiade Eerste ronde 2013 Beschikbare tijd: 2 klokuren Lees dit eerst! OGVEN VOOR DE EERSTE RONDE VN DE NEDERLNDSE NTUURKUNDE OLYMIDE 2013 Voor je liggen de opgaven van de eerste
Nadere informatieFysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.
Vraag 1 Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm. Hulptekening: f f Het beeld van het voorwerp gevormd door
Nadere informatieEen tandje bijsteken
Achtergrondinformatie voor de leerkracht Te gebruiken begrippen tijdens de les. Een tandje bijsteken Krachten overbrengen Vaak is iets te zwaar om het zo te kunnen tillen. Je kan bijvoorbeeld nooit in
Nadere informatieOpgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l
Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig
Nadere informatieDeel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten
Deel 4: Krachten 4.1 De grootheid kracht 4.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,
Nadere informatieIndeling dierenrijk. antwoorden met uitleg voorbeeldopgaven Natuuronderwijs. Wereldorientatie-pabo antwoord 1 van 12
antwoord 1 van 12 Indeling dierenrijk Welk van deze dieren is een insect? dier A dier B dier C dier D Deze vraag heeft betrekking op de indeling van het dierenrijk. Een van de kenmerken van insecten is
Nadere informatie10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
Nadere informatieVoortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!
Naam: Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig een
Nadere informatie4 Kracht en beweging. 4.1 Krachten. 1 B zwaartekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de zwaartekracht werkt altijd op je.
4 Kracht en beweging 4.1 Krachten 1 B ztekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de ztekracht werkt altijd op je. 2 trampoline veerkracht vallende appel ztekracht verf op deur kleefkracht
Nadere informatieTechnische Universiteit Eindhoven Bachelor College
Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College Herkansing Eindtoets Toegepaste Natuurwetenschappen and Second Chance final assessment Applied Natural Sciences (3NBB) Maandag 15 April, 2013, 14.00 17.00
Nadere informatieWoensdag 11 mei, uur
1 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 Woensdag 11 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatie