eenvoudig rekenen met een krachtenschaal.

Transcriptie

1 Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf.1 kun je vier soorten krachten benoemen: spierkracht, veerkracht, zwaartekracht en wrijvingskracht bij bewegen. 1 Juist of onjuist? Verandering van snelheid is een effect van een kracht. Juist Onjuist Een veer oefent altijd veerkracht uit. Juist Onjuist Het aangrijpingspunt oefent een kracht uit. Juist Onjuist Het veranderen van vorm is een effect van kracht. Juist Onjuist Een bungeejumper springt aan elastiek van een hoge brug. Welke kracht zorgt ervoor dat de snelheid van een bungeejumper toeneemt meteen na de afsprong? Kruis de juiste kracht aan. spierkracht veerkracht zwaartekracht wrijvingskracht Welke kracht zorgt ervoor dat de snelheid van de bungeejumper even later afneemt? Kruis de juiste kracht aan. spierkracht veerkracht zwaartekracht wrijvingskracht Na leren van paragraaf. kun je eenvoudig rekenen met een krachtenschaal. Je ziet hiernaast een deel van een proefopstelling. Wat geeft de krachtmeter aan? Vul het juiste getal in. De krachtmeter geeft,8 N aan. Noordhoff Uitgevers bv Krachten 159

2 4 Aan deze kraan hangt een mandje waar een kracht van N op werkt. a Je gaat de zwaartekracht tekenen als een pijl. De krachtenschaal is 1 cm = 0,5 N. Bereken de lengte van de pijl. 0,5 cm 1 N kracht 0,5 N N 0,5 b Teken de zwaartekracht die op het mandje werkt. Denk aan het zwaartepunt. 5 Jeroen trekt een blokje in de richting A. De pijl stelt de spierkracht voor. De krachtenschaal bij deze opdracht is 1 cm = N. Bereken de kracht die Jeroen uitoefent.,5,5 A F s De kracht is N.,5 160 Hoofdstuk Noordhoff Uitgevers bv

3 Na leren van paragraaf. kun je zwaartekracht teken. Formule: zwaartekracht = massa 10 6 De kogel bij kogelslingeren heeft een massa van, kg. a Bereken de zwaartekracht op de kogel. Zwaartekracht =, 10 = N b Teken de zwaartekracht op de kogel met een krachtenschaal 1 cm = 6 N. 6 0, Teken nauwkeurig het zwaartepunt in de drie figuren. Noordhoff Uitgevers bv Krachten 161

4 Na leren van paragraaf.4 kun je zwaartekracht, spankracht, veerkracht, spierkracht en wrijvingskracht benoemen en uitleggen wanneer de wrijvingskracht maximaal is. 8 Voor alle krachten gebruik je het zwaartepunt als aangrijpingspunt. Je wilt deze kast naar rechts verschuiven. Je duwt met een kracht van 0 N, maar de kast verschuift niet. De krachtenschaal is 1 cm = 10 N. a Bereken de lengte van de pijl van de spierkracht. Gebruik een verhoudingstabel. Z b Teken de spierkracht op deze kast. c Teken de wrijvingskracht als de kast niet verschuift. d De maximale wrijvingskracht is 0 N. Je besluit met een kracht van 40 N te duwen. Wat gebeurt er nu? Kruis het juiste antwoord aan. De kast blijft op zijn plaats. De kast gaat schuiven F A F B Op een blok werken twee krachten. Een kracht die het blok verplaatst en de wrijvingskracht. Het blok komt in beweging. Welke kracht is de wrijvingskracht? Vul de juiste letter in. De kracht F A is de wrijvingskracht. 16 Hoofdstuk Noordhoff Uitgevers bv

5 Na leren van paragraaf +.5 kun je uitleggen waaraan je ziet dat de ene veer stugger is dan een andere veer. 10 Bij een proef met een veer A meet je bij verschillende krachten de uitrekking. Het uitrekking,kracht-diagram is al getekend (zie de rode grafiek). a Vul de juiste getallen in. Bij een kracht van 1, N rekt veer A precies 1 cm uit.,4 Bij een uitrekking van cm is de kracht N. b In de proef meet je ook een andere veer B. De metingen staan in de tabel. Teken in het uitrekking,kracht-diagram de grafiek van veer B. 5 B Kracht (N) 0,0 0,0 1,0 1,,0,4,0,6 Uitrekking (cm) uitrekking in centimeter (cm) 4 1 A 4,0 4, kracht in newton (N) 11 Gebruik het diagram van opdracht 10. Veer A is 15 cm lang als er geen kracht op werkt. Je hangt een gewicht van 5 N aan de veer. Hoe lang is veer A als ze door het gewicht is uitgerekt? Je weet: Lengte van de veer als er geen kracht op werkt is cm. Berekenen: De uitrekking als er 5 N aan hangt is 15 + = 18 cm 18 cm Antwoord: De lengte van de veer is cm. 15 cm. Noordhoff Uitgevers bv Krachten 16