MBO College Hilversum. Afdeling Media. Hans Minjon Versie 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MBO College Hilversum. Afdeling Media. Hans Minjon Versie 2"

Transcriptie

1 MBO College Hilversum Afdeling Media Hans Minjon Versie 2

2 Soorten krachten Er zijn veel soorten krachten. Een aantal voorbeelden: Spierkracht. Deze ontstaat als spieren in je lichaam zich spannen. Op die manier kun je krachten op voorwerpen uitoefenen. Je kunt ze optillen, indrukken, uitrekken, weggooien enzovoort. Veerkracht. Veerkracht ontstaat wanneer een veer wordt ingedrukt of uitgerekt. Bijvoorbeeld als je een expander uitrekt voel je de veerkracht aan je handen trekken. Als je bijvoorbeeld op de duikplank staat, dan buigt de plank door. De plank verzet' zich tegen deze doorbuiging, waardoor een veerkracht ontstaat. Spankracht ontstaat als een touw of kabel strak gespannen wordt. Zwaartekracht. Op elk voorwerp op aarde werkt de aantrekkingskracht van de aarde. Deze aantrekkingskracht heet de zwaartekracht. Dit is de reden waardoor voorwerpen altijd naar beneden vallen. De zwaartekracht is in Nederland 9,81 newton per kg. Soms gebruikt men de afgeronde waarde, namelijk 10 N/kg. Op een voorwerp van 1 kilo werkt dan een zwaartekracht van ongeveer 10 N. Wrijvingskracht. Als een voorwerp langs een ruw oppervlak beweegt, ontstaat er een wrijvingskracht, die tegengesteld is aan de bewegingsrichting van het voorwerp. Deze kracht werkt de beweging dus tegen. Magnetische kracht. Een ijzeren spijker wordt door een magneet aangetrokken. Deze kracht noemt men magnetische kracht. Elektrische krachten. Elektrisch geladen voorwerpen oefenen krachten op elkaar uit. Je kunt voorwerpen elektrisch laden door op ze te wrijven. Er zijn twee soorten lading, positieve en negatieve. Krachten: een grootte en een richting Een kracht heeft niet alleen een grootte (is de kracht groot of klein), maar ook een richting. Een kracht werkt dus altijd een bepaalde kant op. Vectoren Je kunt krachten tekenen als pijlen. De richting geeft aan in welke richting de kracht werkt, het beginpunt geeft aan waar de kracht wordt uitgeoefend en de lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Sterkere krachten worden dus getekend met een langere pijl. Krachtmeters Als je aan een spiraalveer trekt, rekt hij uit. Hoe groter de kracht, des te verder trekt de veer uit. Hang er maar eens gewichtjes aan! Met een veer kun je dus krachten meten. Daarvan wordt in een krachtmeter gebruik gemaakt. Als er aan het haakje getrokken wordt, trekt de veer uit en het wijzertje geeft dan aan hoe groot de kracht is. 2

3 Hefbomen Met een hefboom kun je met een kleine kracht toch een grote kracht uitoefenen. Je gebruikt dagelijks je spierkracht om dingen los te draaien, te openen en op te tillen. Maar soms heb je niet genoeg kracht om dat voor elkaar te krijgen. In zo'n geval kan je beter een hefboom gebruiken. Een hefboom is een werktuig met een draaipunt. Met een kleine kracht, ver van het draaipunt, kun je een grote kracht dichtbij het draaipunt uitoefenen. Denk maar aan een wip. Een zwaar persoon dichtbij het draaipunt (midden) van de wip kan een licht persoon helemaal aan het uiteinde (ver van het draaipunt) omhoog houden! Voorbeelden van hefbomen zijn: tang klauwhamer breekijzer steekwagen steek / ringsleutel momentsleutel Katrollen Een katrol kun je gebruiken om dingen omhoog te hijsen. Je hebt vaste katrollen, losse katrollen en takels. Vaste katrol Bij een vaste katrol blijft de as van de katrol op zijn plaats. Bij een vaste katrol geldt: De katrol verandert de richting van de kracht die je uitoefent. De trekkracht moet even groot zijn als de zwaartekracht op de st. (Je bespaart dus geen kracht). Je haalt evenveel touw in als wat de afstand die de last omhoog gaat. Losse katrol Bij een losse katrol blijft de as van de katrol niet op zijn plaats. Bij een losse katrol geldt: Je verandert de richting van de kracht die je uitoefent. De trekkracht is de helft van de zwaartekracht op de last. (Het is nu dus wel makkelijker om de last omhoog te tillen!) 3

4 Takel De lengte van het touw dat je ophijst is twee keer zo groot als de afstand die de last aflegt. Takels bestaan uit een vaste katrol en één of meer losse katrollen. Ook met een takel is de trekkracht minder dan de zwaartekracht. Krachten in beweging Als een voorwerp beweegt zijn er vaak verschillende krachten die een rol spelen. Aandrijfkracht en remkracht De aandrijfkracht wordt bijvoorbeeld geleverd door de motor of door je spieren. De remkracht de kracht die geleverd wordt door de rem. Tegenwerkende krachten Tegenwerkende krachten werken ook als een remkracht: Luchtwrijving. of luchtweerstand Wrijvingskracht, bijvoorbeeld tussen de banden en het wegdek Netto kracht De netto kracht van een aantal krachten is de kracht die hetzelfde resultaat heeft als al die krachten samen. De netto kracht wordt ook wel 'resultante' genoemd. De netto kracht is dus een soort optelsom van alle krachten samen. Traagheid Een voorwerp heeft de neiging om de snelheid te houden die het al had. Een massa verzet zich tegen verandering van snelheid. Dit wordt 'traagheid' genoemd. Hoe groter de massa, hoe groter de traagheid. 'Traagheid' merk je als je in de auto zit en snel optrekt. Het voelt het alsof je in de autostoel wordt gedrukt. Dit komt omdat je lichaam zich verzet tegen de toename van snelheid. Het 4

5 omgekeerde gebeurt ook! Als de auto eenmaal op snelheid is en plotseling afremt, slaat je gezicht tegen de voorruit. (Zonder gordel dan). Vectoren Krachten: een grootte en een richting Een kracht heeft niet alleen een grootte (is de kracht groot of klein), maar ook een richting. Een kracht werkt dus altijd een bepaalde kant op. Vectoren Je kunt krachten tekenen als pijlen. De richting geeft aan in welke richting de kracht werkt, het beginpunt geeft aan waar de kracht wordt uitgeoefend en de lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Sterkere krachten worden dus getekend met een langere pijl. A en B zijn beide vectoren. Ze laten zien dat de krachten in verschillende richtingen werken. kracht B is groter dan kracht A Optellen van krachten Grafische methode Een kracht is een vector, dat wil zeggen dat hij een grootte en een richting heeft. Daarom kan een kracht worden voorgesteld als een pijltje. Vectoren kun je optellen met de parallellogrammethode (eerste figuur) of de kopstaart-methode. Bij de parallellogrammethode worden alle vectoren vanuit hetzelfde punt uitgezet: 5

6 Om de vector a en b op te tellen verschuif je de staart van vector b naar de kop (pijl) van vector a. Je vindt de som van a en b, door de staart van vector a te verbinden met de kop van vector b. Opgave Esmeralda junior helpt moeder Esmeralda senior met het dragen van een boodschappentas van 10 kg. De richtingen waarin jr. en sr. hun krachten uitoefenen kun je uit de tekening afleiden. Bepaal door constructie de krachten van jr. en sr.. [ voor de uitwerking 6

7 Uitwerking opdracht Op de boodschappentas werkt een zwaartekracht van 98 N. Voor de constructie teken je dan een pijl van 9,8 cm naar beneden, maar als je dat te groot vindt, teken je er een van 4,9 cm. De schaal is dan 1 cm = 20 N. De redenering achter de constructie is dan dat de krachten samen nul moeten zijn, en dat dus: F sr + F jr = -F z Je tekent dan -F z en ontbindt die door het tekenen van een parallellogram in zijn componenten. Via de schaal weet je dan dat F sr = 120 N en F jr = 43 N. Realiseer je dat de in de opgave getekende lengten van de lijnen geen invloed hebben op de resultaten. Het gaat zuiver om de hoeken. 7

8 Krachten en beweging 1.1 Kracht als vector 1. Een kracht kan een voorwerp (tijdelijk of blijvend) vervormen 2. Een kracht kan aan een voorwerp een snelheidsverandering geven De somkracht zijn twee krachten bij elkaar opgeteld. Men spreekt ook wel eens over de resulterende kracht of resultante. Een krachtmeter (of: veerunster) is een instrument waarmee krachten kunnen worden gemeten. Omdat als eenheid van kracht de newton (N) wordt gebruikt, hoort een krachtmeter een schaalverdeling van newton te hebben. Een kracht heeft een grootte en richting: kracht is een vector. Kracht is een vector, het is niet alleen van belang hoe groot de kracht is, maar ook hoe de kracht is gericht. Bovendien heeft elke kracht een aangrijpingspunt. Door een kracht te ontbinden langs twee assen, ontstaan de componenten van die kracht. (Neem hierbij assen die loodrecht op elkaar staan.) 1.2 Krachten in evenwicht Als bij touwtrekken beide partijen even sterk blijken te zijn, heffen de krachten elkaar op en komt het touw niet in beweging. We zeggen dan dat de krachten in evenwicht zijn. De kracht waarmee een touw aan een voorwerp trekt, noemen we een spankracht. Een voorwerp blijft op zijn plaats (in rust) als de krachten die op het voorwerp werken een resultante hebben die nul is. (Die krachten heffen dan elkaars werking op.) 8

9 1.3 Eerste wet van Newton (wet van de traagheid) Op een voorwerp dat met constante snelheid rechtdoor blijft bewegen, werkt geen resulterende kracht. Als een voorwerp geen resulterende kracht ondervindt, blijft het in rust of blijft het eenparig rechtlijnig bewegen. Dus: als een voorwerp geen resulterende kracht ondervindt, verandert de snelheid ervan niet (dat wil zeggen: niet van grootte en niet van richting.) Een voorwerp heeft de neiging de toestand van rust. of de toestand van eenparig rechtlijnig bewegen, te handhaven. Een voorwerp heeft de neiging zich te verzetten tegen een snelheidsverandering. Deze eigenschap noemen we de traagheid van het voorwerp (=wet van de traagheid). Massa is traag. Dat wil zeggen: een grotere massa correspondeert met een grotere traagheid. Met zwaartekracht (of gewicht) bedoelen we de aantrekkende kracht die de aarde op een voorwerp uitoefent. Eenheid: newton (N) De massa of (traagheid van een voorwerp) is een eigenschap van dit voorwerp. 1.4 Tweede wet van Newton Formule: s(t) = ½ a x t 2 Een constante (resulterende) kracht veroorzaakt een constante versnelling. De versnelling is recht en evenredig met de resulterende kracht - > a ~ Fr trekkracht De versnelling is omgekeerd evenredig met de massa - > a ~ 1/m massa De tweede wet van Newton: Fr = m x a 1.5 Zwaartekracht, normaalkracht, veerkracht en spankracht Tijdens een vrije val heeft elk voorwerp een versnelling g = 9.81 m/s 2. Een valbeweging noemen we een vrije val als de invloed van luchtwrijving is te verwaarlozen. Op een voorwerp dat een vrije val maakt, werkt dus uitsluitend de zwaartekracht. Let op: Fr = m x a (resultante) Fz = m x g (zwaartekracht) De kracht die een voorwerp op bijv. een tafel uitoefent, wordt de normaalkracht genoemd. Een spiraalveer kun je uitrekken door er een voorwerp aan te hangen. De veer gaat dan op het voorwerp een veerkracht uitoefenen (Fv). Zodra een voorwerp in rust is geldt: Fv = - Fz 9

10 (krachten in tegengestelde richting). Bij een touw spreken we niet van veerkracht, maar van spankracht (Fs). Een touw kan alleen maar aan een voorwerp trekken, het kan er niet tegen duwen. 1.6 Schuifwrijving, rolwrijving en luchtwrijving Als je een kast over een houten vloer wilt verplaatsen, voel je dat dat moeilijk is. Tijdens het duwen oefent de vloer blijkbaar een tegenwerkende kracht uit op de kast: een wrijvingskracht (Fw). Als je een houten blokje op tafel neerzet en daaraan een krachtmeter vastmaakt, kun je een steeds grotere kracht uitoefenen, zonder dat het blokje in beweging komt. Door de wrijvingskracht blijft het blokje op z n plaats. Bij een bepaalde waarde van de trekkracht staat het blokje op het punt in beweging te komen. De wrijvingskracht heeft dan de maximale waarde bereikt. In plaats van Fw schrijven we dan Fw,max. Om het blokje op gang te brengen, moet de trekkracht heel even iets groter zijn dan Fw,max. (Het blokje krijgt dan versnelling). Door vervolgens een trekkracht uit te oefenen die even groot is als Fw,max, beweegt het blokje verder met constante snelheid. Dit is schuifwrijving. De maximale waarde van de wrijvingskracht zal dus worden bepaald door± - de aard van de beide contactoppervlakken (vooral de ruwheid ervan) - de kracht waarmee de contactoppervlakken tegen elkaar gedrukt worden. Voor een voorwerp dat in rust is, kan de wrijvingskracht variëren van nul tot een maximale waarde: 0 Fw Fw,max Voor een voorwerp dat in beweging is, heeft de wrijvingskracht de maximale waarde. De grootte van de rolwrijving wordt bepaald door: - de aard van de contactoppervlakken (vooral de vervormbaarheid ervan) - de kracht waarmee de contactoppervlakken tegen elkaar gedrukt worden. 10

11 Bij een twee maal zo grote snelheid, wordt luchtweerstand vier maal zo groot. Wat luchtweerstand betreft moet gelet worden op: - de grootte van het frontale oppervlak - de vorm van de auto - > stroomlijning 1.7 Zwaartepunt Op een voorwerp dat op tafel ligt, werken twee krachten: de zwaartekracht en een normaalkracht. De denkbeeldige rechte waarop een krachtvector ligt, wordt de werklijn van die kracht genoemd. Deze wordt als een stippellijn getekend. Een voorwerp waarop twee krachten werken, is alleen dan in rust als beide krachten even groot zijn en tegengesteld gericht zijn en bovendien samenvallende werklijnen hebben. Elk voorwerp heeft een bepaald punt waar de zwaartekracht op het voorwerp aangrijpt: het zwaartepunt. De ligging van het zwaartepunt is onafhankelijk van de stand van het voorwerp. Let op: Het zwaartepunt hoeft niet een punt van het voorwerp zelf te zijn. Denk aan een ring of aan een winkelhaak. Een voorwerp noemen we homogeen als het overal dezelfde dichtheid heeft (even grote volume elementjes van het voorwerp hebben dan alle een even grote massa). Heeft zo n voorwerp een symmetrievlak, dan ligt het zwaartepunt in dat vlak. 1.8 Moment van een kracht Niet alleen de grootte van de uitgeoefende kracht speelt een rol, maar ook de afstand van het draaipunt (S) tot de werklijn (b) van die kracht. Deze afstand noemt men de arm van de kracht. Dus, de arm van een kracht is de loodrechte afstand van het draaipunt tot de werklijn van de kracht. Hoe groter de arm, hoe kleiner de kracht die hoeft worden uitgeoefend. Het moment van een kracht ten opzichte van een draaipunt is het product van kracht en arm. Formule: M = F x r Moment = Kracht (force) x arm De eenheid van moment is Newton x meter - > Nm. 11

12 1.9 Hefboom en hefboomwet Voorwerpen die om hun as draaien, noemen we hefbomen. Het aangrijpingspunt van een kracht mag worden verschoven langs de werklijn van de kracht. (De werking van een kracht op een voorwerp verandert hierdoor niet, doordat de arm van de kracht even groot blijft. Maak bij het tekenen van een werklijn, de lijn daarom altijd lang. Is een hefboom onder de werking van krachten in evenwicht, dan is de som van de momenten van die krachten ten opzichte van het draaipunt nul. Formule: M = Toepassingen van de hefboom(wet) Door middel van een notenkraker is het mogelijk met een kleine kracht een grote kracht te overwinnen. (Die grote kracht is hier de maximale veerkracht van de noot, omdat de noot op het punt staat te worden gekraakt). Door middel van tandwielen wel of niet met een ketting erbij is het mogelijk krachten over te brengen. (Hierdoor kan de draaiende beweging van de ene as worden overgebracht op de andere). De verandering van toerental is te berekenen met behulp van de formule: n1 x z1 = n2 x z2 (n= toerental p/min, z = tanden) Een voorwerp is in evenwicht, als de krachten die op het voorwerp werken voldoen aan twee voorwaarden: F = 0 en M = Massa en gewicht Er is een verschil tussen massa en gewicht. Eerst wordt er uitgelegd wat de twee begrippen inhouden, waarna het verschil wordt uitgelegd. Massa Massa geeft de hoeveelheid materie weer. Hoe groter de massa van een voorwerp, hoe meer de zwaartekracht eraan trekt. Massa wordt gemeten in de eenheid 'kilogram'. 12

13 Massa is een grootheid. Symbool: m. Standaardeenheid: kilogram (kg). Voorbeeld: De massa van meneer Stuifduif is 75 kg. Gewicht Het gewicht van een voorwerp is de kracht die dat voorwerp op zijn ondergrond uitoefent. Als het voorwerp in rust is of zich met een constante snelheid voortbeweegt, is het gewicht gelijk aan de zwaartekracht. Als een voorwerp in rust is, dan wordt het op zijn plek gehouden door de tegenwerkende normaalkracht. Gewicht is een grootheid. Symbool: F. Standaardeenheid: Newton (N). De formule om het gewicht van iets te berekenen: Fg = m x g Fg: het gewicht in Newton. m: de massa in kilogram. g: de valversnelling in m/s 2. Op aarde in Nederland ongeveer 9,81 m/s 2. Verschil In het dagelijks taalgebruik worden de begrippen gewicht en massa door elkaar gebruikt, maar natuurkundig gezien mag dit niet. Het gewicht is het gevolg van de combinatie van massa, zwaartekracht en de aanwezigheid van een ondergrond die dingen tegenhoudt. Gewicht wordt uitgedrukt in Newton, de eenheid van kracht, terwijl massa wordt uitgedrukt in kilogram. Een weegschaal geeft eigenlijk niet de massa aan, maar het gewicht (de kracht die de persoon erop uitoefent), uitgedrukt als de hoeveelheid massa die in stilstand op aarde dat gewicht heeft. Op aarde hebben mensen dezelfde massa als op de maan, maar hun gewicht is anders. 13

14 Werkblad Krachten & Momenten Benodigdheden: reader Krachten & Momenten en internet. 1. Wie was Newton? Waar hield hij zich onder anderen mee bezig? 2. Wat heeft het vallende appeltje 1 met Newton te maken? 3. Twee krachten staan recht tegenover elkaar, naar links en naar rechts. Naar links is 18 N en naar rechts is 15 N. Wat is de resultante? 4. Heeft een schilderij aan de muur ook een spankracht? Leg dit uit. 5. Zoek een definitie van een eenparig rechtlijnige beweging. 6. Als we een knikker laten rollen en er niet meer aanraken ligt deze na een tijdje stil. Leg uit welke krachten er op deze knikker werken. 7. Beschrijf een voorbeeld van het zich verzetten tegen een snelheidsverandering. 8. Zoek een goede beschrijving van het verschil tussen massa en gewicht. 9. Waarvan kan de wrijvingskracht afhankelijk zijn bij het verplaatsen van een kast bijvoorbeeld? 10. Wat is de resulterende kracht van een voorwerp wat op tafel ligt? 11. Teken het zwaartepunt van een ring. 12. Een plank op een steen moet in evenwicht komen (beide kanten mogen de grond niet meer raken). Je hebt twee gewichten van 3 kg en van 5 kg. De plank is 10 meter. Op welke afstanden komen de gewichten te liggen? kg is dit dan de massa of het gewicht? 14. Hoe zwaar is een auto van 1200 kg op de maan? 15. Bij de missie (Mars-one) plaatsen ze cabines van 3000 kg, hoe zwaar is dat op mars? 16. Teken een unster. 17. Wat is de resulterende kracht van het plaatje rechts? 1 Zo wordt Newton vaak afgebeeld, zittend onder een appelboom. 14

15 Aanvulling katrollen De Hefboomwet 15

16 Katrollen en takels 16

17 17

18 Momenten 18

19 19

20 Momentwet 20

21 21

22 Arbeid 22

23 23

24 24

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting door N. 1441 woorden 9 oktober 2012 7,6 27 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova PARAGRAAF 1; KRACHT Krachten herkennen

Nadere informatie

Inleiding kracht en energie 3hv

Inleiding kracht en energie 3hv Inleiding kracht en energie 3hv Opdracht 1. Wat doen krachten? Leg uit wat krachten kunnen doen. Opdracht 2. Grootheden en eenheden. Vul in: Grootheid Eenheid Andere eenheid Naam Symbool Naam Symbool Naam

Nadere informatie

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1 krachten Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:

Nadere informatie

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting) krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering

Nadere informatie

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier Samenvatting door F. 823 woorden 3 maart 2015 7,4 32 keer beoordeeld Vak NaSk Sport, kracht en beweging 1 Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren

Nadere informatie

Krachten (4VWO) www.betales.nl

Krachten (4VWO) www.betales.nl www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:

Nadere informatie

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren. 3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat

Nadere informatie

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen - 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of

Nadere informatie

Een lichtbundel kan evenwijdig, divergent (uit elkaar) of convergent (naar elkaar) zijn.

Een lichtbundel kan evenwijdig, divergent (uit elkaar) of convergent (naar elkaar) zijn. Samenvatting door R. 1705 woorden 27 januari 2013 5,7 4 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 3.2 Terugkaatsing en breking Lichtbronnen Een voorwerp zie je alleen als er licht van het voorwerp in je ogen komt.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.

Nadere informatie

krachten kun je voorstellen door een vector (pijl) deze wordt op schaal getekend en heeft: Als de vector 5 cm is dan is de kracht hier 50 N

krachten kun je voorstellen door een vector (pijl) deze wordt op schaal getekend en heeft: Als de vector 5 cm is dan is de kracht hier 50 N Kracht kunnen we herkennen door: Verandering van richting door trekken of duwen. Verandering van vorm a) Plastisch (vorm veranderd niet terug) b) Elastisch (vorm veranderd terug {elastiek}) Versnellen

Nadere informatie

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten Deel 4: Krachten 4.1 De grootheid kracht 4.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,

Nadere informatie

Oefentoets krachten 3V

Oefentoets krachten 3V (2p) Welke drie effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? Verandering van richting, vorm en snelheid. 2 (3p) Ans trekt met een kracht van 50 N aan de kist. Welke drie krachten spelen hier een rol?

Nadere informatie

Snelheid en kracht. 4.1 Inleiding. 4.2 Soorten krachten

Snelheid en kracht. 4.1 Inleiding. 4.2 Soorten krachten 4 Snelheid en kracht 4.1 Inleiding 4.2 Soorten krachten B 1 a Zwaartekracht en wrijvingskracht b Zwaartekracht, kracht van de lucht op de vleugels omhoog (= opwaartse kracht of lift), stuwkracht van de

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

Samenvatting snelheden en 6.1 6.3

Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Boekje snelheden en bewegen Een beweging kan je op verschillende manieren vastleggen: Fotograferen met tussenpozen, elke foto is een gedeelte van een beweging Stroboscopische

Nadere informatie

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden

Nadere informatie

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht?

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Je tekent een kracht van 18 N bij een schaal van 7 N 3 cm. Hoe lang is

Nadere informatie

Deel 3: Krachten. 3.1 De grootheid kracht. 3.1.1 Soorten krachten

Deel 3: Krachten. 3.1 De grootheid kracht. 3.1.1 Soorten krachten Deel 3: Krachten 3.1 De grootheid kracht 3.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,

Nadere informatie

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Wat is een kracht? Tijdens het afwassen laat Jeroen een kopje vallen. Zoals te zien op de plaatjes valt het kopje kapot. Er moet dus een kracht werken op het kopje

Nadere informatie

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen - 35 - Krachten 1. Voorbeelden Eventjes herhalen! Hou er rekening mee dat veel begrippen en definities uit dit hoofdstuk herhaling zijn van de leerstof uit het derde jaar. De leerstof wordt in dit hoofdstuk

Nadere informatie

2 UUR LEERWERKBOEK IMPULS. L. De Valck. J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters ISBN 978-90-301-3474-9 18-11-11 16:08. IPUL12W cover.

2 UUR LEERWERKBOEK IMPULS. L. De Valck. J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters ISBN 978-90-301-3474-9 18-11-11 16:08. IPUL12W cover. Im 2 UUR J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters Pr o IMPULS L. De Valck ef LEERWERKBOEK 1 ISBN 978-90-301-3474-9 9 789030 134749 IPUL12W cover.indd 1 18-11-11 16:08 Impuls 1/2 uur Leerwerkboek Ten geleide

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde 1. Kracht en Evenwicht

Samenvatting Natuurkunde 1. Kracht en Evenwicht Samenvatting Natuurkunde 1. Kra en Evenwi Samenvatting door K. 905 woorden 10 oktober 2016 7,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1. Kra en evenwi 1. Kraen Gevolgen van krawerking: Een voorwerp

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 8.1 raaiende voorwerpen Terugblik: krachten A) Gelijk gerichte vectoren B) Tegengestelde vectoren C) Onderling loodrechte

Nadere informatie

4 Kracht en beweging. 4.1 Krachten. 1 B zwaartekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de zwaartekracht werkt altijd op je.

4 Kracht en beweging. 4.1 Krachten. 1 B zwaartekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de zwaartekracht werkt altijd op je. 4 Kracht en beweging 4.1 Krachten 1 B ztekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de ztekracht werkt altijd op je. 2 trampoline veerkracht vallende appel ztekracht verf op deur kleefkracht

Nadere informatie

1 Inleiding van krachten

1 Inleiding van krachten KRACHTEN 1 Inleiding van krachten 2 Verschillende soorten krachten 3 Massa en zwaartekracht 4 Zwaartepunt 5 Spiraalveer, veerconstante 6 Resultante en parallellogramconstructie 7 Verschillende aangrijpingspunten

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 De eerste wet van Newton Opgave 7 Opgave 8 a F zw = m g = 45 9,81 = 4,4 10 N b De zwaartekracht werkt verticaal. Er is geen verticale beweging. Er moet dus een tweede

Nadere informatie

Kracht en Energie Inhoud

Kracht en Energie Inhoud Kracht en Energie Inhoud Wat is kracht? (Inleiding) Kracht is een vector Krachten saenstellen ( optellen ) Krachten ontbinden ( aftrekken ) Resulterende kracht 1 e wet van Newton: wet van de traagheid

Nadere informatie

Begripsvragen: kracht en krachtmoment

Begripsvragen: kracht en krachtmoment Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: kracht en krachtmoment 1 Meerkeuzevragen Kracht 1 [H/V] Een boek ligt stil

Nadere informatie

VMBO-KGT HANDBOEK. nask 1

VMBO-KGT HANDBOEK. nask 1 4 VMBO-KGT HANDBOEK nask 1 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Krachten 1 Soorten krachten 8 2 Krachten in constructies 11 3 Krachten samenstellen 14 4 Krachten ontbinden 19 2 Warmte 1 Brandstoffen verbranden

Nadere informatie

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2). HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine

Nadere informatie

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl. et1-stof Havo4: havo4 A: hoofdstuk 1 t/m 4 Deze opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 1 minuten ongeveer deelvragen. Oefen-examentoets et-1 havo 4 1/11 1. Een lancering.

Nadere informatie

1 Krachten. Krachten om je heen. Nova. Leerstof. Toepassing

1 Krachten. Krachten om je heen. Nova. Leerstof. Toepassing 1 Krachten 1 Krachten om je heen Leerstof 1 a Je kunt zien dat er een kracht op een voorwerp werkt doordat de beweging of de vorm van het voorwerp verandert. b Bij een elastische vervorming is het voorwerp

Nadere informatie

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Nadere informatie

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt. Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht

Nadere informatie

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt. Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht

Nadere informatie

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je

Nadere informatie

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3 Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3 Antwoorden door Daan 6637 woorden 3 april 2016 7,1 5 keer eoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde 3.1 Krachten en hun eigenschappen Opgave 1 a Zie

Nadere informatie

3.1 Krachten en hun eigenschappen

3.1 Krachten en hun eigenschappen 3.1 Krachten en hun eigenschappen Opgave 1 a Kracht Motorkracht Zwaartekracht Normaalkracht Luchtweerstandskracht Rolweerstandskracht Uitgeoefend door Motor Aarde Weg/ondergrond Lucht Weg/ondergrond b

Nadere informatie

Examentraining Leerlingmateriaal

Examentraining Leerlingmateriaal Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok III Kracht en beweging (C1) Energieomzettingen (C2) WAN Domein C. Beweging en energie Subdomein C1. Kracht

Nadere informatie

eenvoudig rekenen met een krachtenschaal.

eenvoudig rekenen met een krachtenschaal. Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf.1

Nadere informatie

4 Krachten in de sport

4 Krachten in de sport Newton havo deel Uitwerkingen Hoofdstuk 4 Krachten in de sport 58 4 Krachten in de sport 4. Inleiding Voorkennis Krachten a Spierkracht, veerkracht, zwaartekracht, wrijvingskracht, elektrische kracht,

Nadere informatie

Leerstofvragen. 1 Welke twee effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? 2 Noem 3 Soorten krachten

Leerstofvragen. 1 Welke twee effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? 2 Noem 3 Soorten krachten Leerstofvragen 1 Welke twee effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? 2 Noem 3 Soorten krachten 3 De zwaartekrachtpijl begint middenin het voorwerp. Hoe noem je dit punt? 4 Als de kracht op een veer

Nadere informatie

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm. Samenvatting door C. 1902 woorden 28 februari 2013 5,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Het verrichten van arbeid Als je fietst verbruik je energie. Dit voel je na het

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door L. 2352 woorden 14 januari 2012 5,7 16 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde hst 4 krachten 1 verrichten van krachten Als je fietst verbruik je energie, die vul je weer aan door

Nadere informatie

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs Tentamen Natuurkunde I Herkansing 09.00 uur -.00 uur donderdag 7 juli 005 Docent Drs.J.. Vrijdaghs Aanwijzingen: Dit tentamen omvat 5 opgaven met totaal 0 deelvragen Maak elke opgave op een apart vel voorzien

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting door een scholier 1845 woorden 20 juni 2008 6,1 99 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Practicum Bij een gedeelte van het practicum zijn minimaal 3 deelnemers nodig. Leerlingen die op niveau gevorderd, of basis werken kunnen je helpen

Nadere informatie

Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis)

Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis) Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis) Opdracht Dit werkblad dient als voorbereiding voor de toets die in week 6 plaats vindt. Je mag dit werkblad maken in groepjes van maximaal 4 personen. Je moet

Nadere informatie

krachtenevenwicht Uitwerking:

krachtenevenwicht Uitwerking: krachtenevenwicht theorie: 1 geef het optellen van vectoren en ontbinden in componenten in tekeningen weer. 2 geef het optellen van onderling loodrechte vectoren en ontbinden in onderling loodrechte componenten

Nadere informatie

Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Fysica examen 1. Si-eenhedenstelsel

Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Fysica examen 1. Si-eenhedenstelsel Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november 2016 1 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Fysica examen 1 Si-eenhedenstelsel Grootheden en eenheden Een grootheid is iets wat je kunt meten Een eenheid

Nadere informatie

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo 1 Arbeid verrichten 1 a) = 0 b) niet 0 en in de richting van de beweging c) =0 d) niet 0 e tegengesteld aan de beweging 2 a) De wrijvingskracht

Nadere informatie

Practicumverslag ingeleverd op

Practicumverslag ingeleverd op Verslag door Anke 914 woorden 12 juni 2017 8 28 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova racticum uitgevoerd op 21-09- 16 Practicumverslag ingeleverd op 01-11- 16 1. Inleiding Om een veer uit te kunnen laten

Nadere informatie

Suggesties voor demo s krachten

Suggesties voor demo s krachten Suggesties voor demo s krachten Paragraaf 1 Demo kracht verschuiven langs werklijn Neem een houten schijf die om het draaipunt kan roteren. Op de schijf zitten schroefjes waar gewichtjes aan kunnen hangen.

Nadere informatie

UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde

UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN voor schoolexamen (SE0) en examen 5 HAVO natuurkunde katern 1: Mechanica editie 01-013 UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN voor schoolexamen (SE0) en examen 5 HAVO natuurkunde

Nadere informatie

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Naam: Klas: Practicum veerconstante Naam: Klas: Practicum veerconstante stap Bouw de opstelling zoals hiernaast is weergegeven. stap 2 Hang achtereenvolgens verschillende massa's aan een spiraalveer en meet bij elke massa de veerlengte in

Nadere informatie

Begripsvragen: Cirkelbeweging

Begripsvragen: Cirkelbeweging Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een

Nadere informatie

KRACHTEN HAVO. Luchtwrijving Schuifwrijving Helling

KRACHTEN HAVO. Luchtwrijving Schuifwrijving Helling KRACHTEN HAVO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan op natuurkundeuitgelegd.nl/uitwerkingen

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1651 woorden 14 december 2006 7,2 182 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvating Natuurkunde H1 t/m H3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden? jaar: 1989 nummer: 16 Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden? o a. (5N, 5N, 15N) o b. (5N, 1ON, 20N) o c. (10N, 15N, 20N) o d. iedere bovenstaande

Nadere informatie

Wisselwerking en Beweging 2 Energie en Beweging

Wisselwerking en Beweging 2 Energie en Beweging Wisselwerking en Beweging 2 Energie en Beweging KLAS 5 VWO WISSELWERKING EN BEWEGING 2 Over deze lessenserie De lessenserie Wisselwerking en Beweging 2 voor klas 5 VWO gaat over de bewegingen van voorwerpen

Nadere informatie

Begripsvragen: Elektrisch veld

Begripsvragen: Elektrisch veld Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]

Nadere informatie

Voortgangstoets NAT 5 HAVO week 6 SUCCES!!!

Voortgangstoets NAT 5 HAVO week 6 SUCCES!!! Naam: Voortgangstoets NAT 5 HAVO week 6 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig een schets

Nadere informatie

3.1 Krachten en hun eigenschappen

3.1 Krachten en hun eigenschappen 3.1 Krachten en hun eigenschappen Opgave 1 a Zie figuur 3.1. Beide pijlen zijn even lang, want de krachten zijn even groot. De veerconstante ereken je met ehulp van de formule voor de veerkracht. De veerkracht

Nadere informatie

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING Snelheid De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. Stel dat je een uur lang 40 km/h rijdt. Je gemiddelde snelheid in dat uur is dan

Nadere informatie

VMBO-B. VWO-gymnasium DEEL A LEERWERKBOEK. nask 1

VMBO-B. VWO-gymnasium DEEL A LEERWERKBOEK. nask 1 VWO-gymnasium 3 VMBO-B LEERWERKBOEK DEEL A nask 1 H8 Stoffen en hun eigenschappen Inhoudsopgave 1 Krachten 1 Soorten krachten 8 2 Krachten tekenen 17 3 Zwaartekracht 24 4 Wrijving 34 5 Hefbomen 41 6 Druk

Nadere informatie

VMBO-KGT HANDBOEK. nask 1

VMBO-KGT HANDBOEK. nask 1 3 VMBO-KGT HANDBOEK nask 1 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Krachten 6 1 Krachten herkennen 8 2 Krachten meten 12 3 Nettokracht 16 4 Krachten in werktuigen 19 5 Druk 24 2 Elektriciteit 28 1 Elektrische stroom

Nadere informatie

7 Krachten. 7.1 Verschillende krachten

7 Krachten. 7.1 Verschillende krachten 7 Krachten 7.1 Verschillende krachten 2 a veerkracht b zwaartekracht c elektrische kracht d magnetische kracht e kleefkracht f windkracht g wrijvingskracht h spankracht 3 a De zwaartekracht en de spierkracht

Nadere informatie

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand: Lespakket wrijving Inleiding Wrijving is een natuurkundig begrip dat de weerstandskracht aanduidt, die ontstaat als twee oppervlakken langs elkaar schuiven, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt worden.

Nadere informatie

Bestaan uit een of meerdere voorwerpen,die samen een geheel vormen.uitwendige krachten=van buitenaf op systeem werken.inwendige binnen het systeem

Bestaan uit een of meerdere voorwerpen,die samen een geheel vormen.uitwendige krachten=van buitenaf op systeem werken.inwendige binnen het systeem Samenvatting door een scholier 1061 woorden 21 oktober 2003 3,9 55 keer beoordeeld Vak Natuurkunde H 4 Kracht Vectorgrootheid waarbij de richting van belang is Scalaire grootheid alleen de grootte Relevante

Nadere informatie

Statica (WB/MT) college 1 wetten van Newton. Guido Janssen

Statica (WB/MT) college 1 wetten van Newton. Guido Janssen Statica (WB/MT) college 1 wetten van Newton Guido Janssen G.c.a.m.janssen@tudelft.nl Opzet van de cursus Eerste week: colleges en huiswerk Dinsdag 3 september: 8h45-9h30 of 13h45-14h30 Woensdag 4 september:

Nadere informatie

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts Introductieweek Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Arbeid & Energie Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik Lambrechts

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; ve Proef door een scholier 1568 woorden 20 januari 2003 4,9 273 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde practicum 1.3 Massa en zwaartekracht; ve De probleemstelling

Nadere informatie

Natuurkunde. Wisselwerking & Beweging. VWO 3 Krachten en richting

Natuurkunde. Wisselwerking & Beweging. VWO 3 Krachten en richting Natuurkunde Wisselwerking & Beweging VWO 3 Krachten en richting Lesplanning hoofdstuk 4 Les Kern/Keus Onderwerp 1 Kern 1½ les 2-3 Keuze 1-2 lessen 4 Kern 1 les 5 Kern 1 les 6-7 Keuze 1-2 lessen 1 Schuine

Nadere informatie

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1

Nadere informatie

Module B: Wie kan het raam hebben geforceerd?

Module B: Wie kan het raam hebben geforceerd? Module B: Wie kan het raam hebben geforceerd? Situatieschets Bij het onderzoek door de politie is gebleken dat er een raam is geforceerd. Zeer waarschijnlijk is de dader door dat raam binnengekomen. Dat

Nadere informatie

Beginnen met Construeren Module ribbmc01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1 e kwartaal

Beginnen met Construeren Module ribbmc01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1 e kwartaal Week 01 Theorie: Beginnen met Construeren Samenstellen en ontbinden van krachten Vectormeetkunde Onderwerp: Kracht en Massa Opdracht: Schematiseer de constructie van de windverbanden Bereken de krachten

Nadere informatie

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 ste jaar Bachelor BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar 006-007 BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 Opgave 1 Een blokje met massa 0, kg heeft onder aan een vlakke helling een snelheid van 7,

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef door een scholier 1883 woorden 19 januari 2005 5,4 91 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Verband tussen massa en zwaartekracht Wat

Nadere informatie

natuurkunde havo 2018-II

natuurkunde havo 2018-II Heftruck Met een heftruck kunnen zware pakketten worden opgetild en vervoerd. Zie figuur 1. figuur 1 Als een pakket te zwaar is, kantelt de heftruck voorover. Neem aan dat het draaipunt D in de voorste

Nadere informatie

jaar: 1990 nummer: 06

jaar: 1990 nummer: 06 jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door

Nadere informatie

KRACHTEN VWO. Luchtwrijving Schuifwrijving Helling

KRACHTEN VWO. Luchtwrijving Schuifwrijving Helling KRACHTEN VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan op natuurkundeuitgelegd.nl/uitwerkingen

Nadere informatie

Proef 1 krachtversterking voelen (1)

Proef 1 krachtversterking voelen (1) Hefbomen. =- ~j ~ 0-:.. ~. Je hebt vast wel eens gezien hoe iemand een blik waarin verf zit open maakte; misschien heb je dat zelf ook weleens gedaan. Je neemt het blik, zet een schroevedraaier onder de

Nadere informatie

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test) Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test) Gegevens voor vragen 1, 2 en 3 De figuur stelt een stroboscoopfoto voor. Daarin is de beweging te zien van een voorwerp over een horizontaal oppervlak. Het

Nadere informatie

krukas of as) waar de kracht de machine ingaat.

krukas of as) waar de kracht de machine ingaat. We hebben geprobeerd om de woordenlijst zo begrijpelijk mogelijk te maken zonder ingewikkelde vergelijkingen en lange verklaringen. Voor een gedetailleerder beeld van ingewikkelde begrippen als Kracht,

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk t/m 4.5

Samenvatting NaSk Hoofdstuk t/m 4.5 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 2 + 4.1 t/m 4.5 Samenvatting door Sietske 852 woorden 4 augustus 2013 2,1 4 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur- en scheikunde actief 2.1 Woordweb à voor overzicht wat nodig

Nadere informatie

Krachten Hoofdstuk 1. Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

Krachten Hoofdstuk 1. Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting) Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering

Nadere informatie

3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1

3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1 3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1 Zie: http://www.math.nyu.edu/~crorres/archimedes/contents.html Archimedes begreep dat met een kleine kracht een zwaar voorwerp kan worden opgetild. Daartoe

Nadere informatie

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert

Nadere informatie

Opgave 2 Caravan. Havo Na1,2 Natuur(kunde) & techniek 2004-II.

Opgave 2 Caravan. Havo Na1,2 Natuur(kunde) & techniek 2004-II. Havo Na1,2 Natuur(kunde) & techniek 2004-II. Opgave 2 Caravan Meneer Bouwsma heeft een caravan. Als deze aan zijn auto is gekoppeld, moet de caravan volgens de veiligheidsvoorschriften een kracht van 6,9

Nadere informatie

NATUURKUNDE. Figuur 1

NATUURKUNDE. Figuur 1 NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 12-13: KRACHT EN BEWEGING OOFDSTUK 12-13: K 6/7/2009 Deze toets bestaat uit 5 opgaven (51 + 4 punten) en een uitwerkbijlage. Gebruik eigen grafische rekenmachine

Nadere informatie

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. Bereken de spankracht in het koord. ATWOOD Over een katrol hangt

Nadere informatie

HAVO. Wetten van Newton

HAVO. Wetten van Newton Inhoud Wetten van Newton... 2 1 e wet van Newton... 3 2 e wet van Newton... 3 Krachten en de derde wet van Newton... 4 Krachten ontbinden en optellen... 5 Opgaven... 6 Opgave: Bepalen van de resulterende

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Mechanica November 2015 Theaterschool OTT-1 1 November 2015 Theaterschool OTT-1 2 De leer van wat er met dingen (lichamen) gebeurt als er krachten op worden uitgeoefend Soorten Mechanica Starre lichamen

Nadere informatie