Keuze-Axioma en filosofische vragen over de Wiskunde

Vergelijkbare documenten
Ter Leering ende Vermaeck

Gödels Onvolledigheidsstellingen

Enkele valkuilen om te vermijden

College WisCKI. Albert Visser. 10 oktober, Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University. Equivalentierelaties.

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Oneindige spelen. Dion Coumans. Begeleider: dr. W. Veldman

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

Getallensystemen, verzamelingen en relaties

Keuze-axioma (Axiom of Choice) Voor elke familie F van niet-lege verzamelingen bestaat er een functie f (een keuzefunctie) zodanig dat f(s) S S F.

College WisCKI. Albert Visser. 17 oktober, Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University. Equivalentierelaties.

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Wiskunde. Verzamelingen, functies en relaties. College 2. Donderdag 3 November

Equivalentierelaties. Partities. College WisCKI. Albert Visser. Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University.

De enveloppenparadox

Wiskunde. Verzamelingen, functies en relaties. College 6. Donderdag 7 Januari

Getallen, 2e druk, extra opgaven

Voortgezette Logica, Week 6

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

Oneindig in Wiskunde & Informatica. Lezing in de reeks Oneindig 3 oktober 2007 / Studium Generale TU Delft. Tom Verhoeff

Relaties en Functies

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

FILOSOFIE VAN DE WISKUNDE. Filosofische stromingen in de wiskunde. De genetische methode. Voorbeeld van de gen. meth.

eerste en laatste cijfers Jaap Top

232 NAW 5/6 nr. 3 september 2005 Te Moeilijk? Welnee! Hans Finkelnberg

Helden van de wiskunde: L.E.J. Brouwer Brouwers visie vanuit een logica-informatica perspectief

equivalentie-relaties

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

Uitwerkingen Tentamen Wat is Wiskunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00

Hoe Gödel de wiskunde liet schrikken

V.2 Limieten van functies

Bewijzen en Redeneren voor Informatici

Kettingbreuken. 20 april K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N A + 1 P + 1 R + 1 I + 1

Oefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar?

1 Rekenen in eindige precisie

De Dekpuntstelling van Brouwer

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie 22 maart 2009 ONEINDIGHEID

Oneindig. Pieter Naaijkens Radboud Universiteit Nijmegen 7 januari 2009

Fundamenten. Lerarenprogramma Mastermath, versie 2015/12/02. Theo van den Bogaart Bas Edixhoven

Andere grote namen van wiskundigen en/of filosofen: Plato, Socrates, Descartes (Cartesius), Spinoza, Kant, Russell, Hilbert, Tarski en Brouwer

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Drie problemen voor de prijs van één

Verzamelingen. Hoofdstuk 5

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis)

Wiskundige beweringen en hun bewijzen

De Dekpuntstelling van Brouwer (Brouwer s Fixed Point Theorem)

Dossier 1 SYMBOLENTAAL

Discrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

III.3 Supremum en infimum

Wat is wiskunde? college door Jan Hogendijk, 12 september 2016

Algoritmen abstract bezien

V.4 Eigenschappen van continue functies

Bewijs door inductie

is de uitspraak dat als A waar is B ook waar is, A B staat voor A en B zijn equivalent: A B en B A, A staat voor de logische ontkenning van A,

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie 9 februari 2009 INLEIDING

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

TW2040: Complexe Functietheorie

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

n=0 en ( f(y n ) ) ) n=0 equivalente rijen zijn.

Oneindig en Wiskunde

Wiskundige Structuren

De Banach-Tarski-Paradox

De mens. Een machine?

METRISCHE RUIMTEN EN CONTINUE AFBEELDINGEN aanvullend materiaal voor het college Analyse 1 Dr J. Hulshof (R.U.L.)

Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor. Opgedragen aan Th. J. Dekker. H. W. Lenstra, Jr.

Tuyaux 3de Bachelor Wiskunde WINAK

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

RAF belangrijk te onthouden

Leve de Wiskunde! 2011 W I N G O! Uw Wingo-master van vandaag: Jan Brandts Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Universiteit van Amsterdam

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

Collegestof verzamelingenleer. Verzamelingenleer. Inhoud dit deel college. Verzamelingen. Universele en lege verzameling. Verzamelingen en elementen

Prof. dr. H.W. Broer Instituut voor Wiskunde en Informatica Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen met dank aan Jan van Maanen en Pauline Vos

Topologie I - WPO Prof. Dr. E. Colebunders Dr. G. Sonck 24 september 2006

Eindige en oneindige getallen. Lezing in de reeks Oneindig 3 oktober 2007 / Studium Generale TU Delft. Tom Verhoeff

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

1 Verzamelingen en afbeeldingen

Bijzondere getallen. Oneindig (als getal) TomVerhoeff. Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde en Informatica

Tellen. K. P. Hart. Delft, Faculty EEMCS TU Delft. K. P. Hart Tellen

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

Inzien en Bewijzen. Jan van Eijck en Albert Visser. Noordwijkerhout, 4 februari Samenvatting

Dictaat Caleidoscoop

FUNCTIONAAL ANALYSE I

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

Propositielogica. Onderdeel van het college Logica (2017) Klaas Landsman

Oefening 2.3. Noteer de volgende verzamelingen d.m.v. (eenvoudig) voorschrift voor de eerste helft en d.m.v. opsomming voor de tweede helft.

Nulpunten op een lijn?

Logica als een oefening in Formeel Denken

Don t Try This at Home

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen

Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica

Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren

Geldwisselprobleem van Frobenius

Transcriptie:

Keuze-Axioma en filosofische vragen over de Wiskunde Jaap van Oosten Department of Mathematics, Utrecht University Caleidsocoop 1, 3 april 2012

In de wiskunde bewijzen we stellingen (uitspraken). In het bewijs van een stelling gebruiken we andere stellingen, die al eerder bewezen zijn. Die andere stellingen hebben dus ook een bewijs, uit wéér andere stellingen... Houdt dit ergens op?

Ja: de wiskunde gaat uit van axioma s. Dat zijn uitspraken die zonder bewijs geaccepteerd worden. (Gr.) αξιωµα: eis van een aanklager Voorbeelden van zulke axioma s: Als X en Y verzamelingen zijn en X en Y hebben dezelfde elementen, dan geldt X = Y Als X een verzameling is, dan is er een verzameling P(X) (de machtsverzameling van X), waarvan de elementen precies de deelverzamelingen van X zijn.

In de 19e eeuw liet Cantor zien dat de hele wiskunde opgebouwd kan worden uit verzamelingen. De axioma s van de wiskunde zijn dus axioma s over verzamelingen. Deze werden opgeschreven door Zermelo in 1908. Er was één vreemd axioma bij: het Keuze-axioma (Auswahlaxiom, Axiom of Choice)

Het Keuze-axioma zegt: als f : X Y een surjectieve functie is (dus voor elke y Y is er een x X zodat f (x) = y), dan is er een functie g : Y X zodat f (g(y)) = y vor alle y Y. Zo n functie g kiest dus voor elke y een x (nl. g(y)) waarvoor f (x) = y. Een equivalente formulering is de volgende: als R een equivalentierelatie is op een verzameling X, dan is er een functie p : X X zodat: 1. als xry dan is p(x) = p(y) en 2. altijd geldt xrp(x) De functie p kiest dus uit elke equivalentieklasse [x] een element (nl. p(x)).

Belangrijke stellingen die je kunt bewijzen met behulp van het Keuze-axioma: 1) Als X en Y verzamelingen zijn, dan is er òf een injectieve functie X Y, òf er is een injectieve functie Y X. Je kunt verzamelingen rangschikken naar grootte. 2) De vereniging van aftelbaar veel aftelbare verzamelingen is aftelbaar. 3) Als A [0,1] een oneindige verzameling is dan bevat A een convergent rijtje (x n ) n N zodat x n lim n x n (Bolzano-Weierstraß)

Maar...het Keuze-axioma heeft ook rare gevolgen: Een volle eenheidsbol kan in eindig veel stukken worden verdeeld, en die stukken vervolgens weer zó aan elkaar gelijmd, dat je een volle bol met straat 2 krijgt. Dit heet de Banach-Tarski paradox We gaan nu een ander raar gevolg bespreken.

Een oneindige rij smurfen (genummerd s 1,s 2,...) staat zó opgesteld dat iedere smurf alleen die smurfen kan zien die een hoger rangnummer hebben dan hijzelf. Ieder van de smurfen heeft een witte of een blauwe muts op, maar weet niet, welke kleur hij heeft. Elke smurf weet, wat zijn eigen rangnummer is. Elke smurf (met rangnummer k) ziet een functie: {k + 1,k + 2,...} {W,B}

De bedoeling is natuurlijk, dat elke smurf de kleur van zijn eigen muts raadt. Kunnen ze dit zó doen, dat maar weinig smurfen fout raden? Uit het Keuze-axioma volgt, dat ze het zó kunnen aanleggen, dat maar eindig veel smurfen fout raden!

Laat X de verzameling van alle functies N {W,B} zijn. We definiëren een equivalentierelatie R op X: R bestat uit die paren (f,g) van functies N {W,B}, waarvoor f en g maar in eindig veel natuurlijke getallen een verschillende waarde hebben. Ga na: R is reflexief, symmetrisch en transitief. Volgens het Keuze-axioma is er een functie p : X X zodat geldt: als frg dan p(f ) = p(g), en altijd geldt frp(f ). De smurfen hebben zo n functie p afgesproken, en hebben die in hun hoofd.

Laat g de volgende functie zijn: g(k) = { W als smurf sk een witte muts opheeft B als smurf s k een blauwe muts opheeft Elke smurf s k ziet het rijtje g(k + 1),g(k + 2),... Hij maakt nu een functie h k : N {W,B} door te definiëren: h k (n) = { W als n k g(n) als n > k Merk op, dat h k Rg. Er volgt, dat p(h k ) = p(g). Bovendien is p(g) een functie N {W,B} die maar in eindig veel natuurlijke getallen van g verschilt. Elke smurf s k raadt p(h k )(k) = p(g)(k). Dan raadt hij fout, als p(g)(k) g(k). Maar dat is maar voor eindig veel k zo. Dus maar eindig veel smurfen zitten fout.

Een beetje filosofie van de wiskunde Is het Keuze-axioma waar? Wat is de werkelijkheid waar wiskundige uitspraken over gaan? Bestaan reële getallen in het echt? Als we een nieuwe wiskundige stelling hebben bewezen, hebben we dan iets nieuws ontdekt, of hebben we iets nieuws gemaakt? Was de stelling ook al waar, voordat we een bewijs ervoor hadden?

Hier hebben grote wiskundigen over nagedacht. Een bekende uitspraak van L. Kronecker is: God heeft de natuurlijke getallen gemaakt; de rest is mensenwerk Er zijn een paar stromingen in de filosofie van de wiskunde.

1. Het Platonisme Het filosofisch Platonisme gaat ervan uit dat er ergens een ideale wereld is, waar alle wiskundige vragen zijn opgelost. Wiskundigen proberen die ideale wereld te benaderen. Veel normale wiskundigen zijn (stiekem) aanhangers van deze filosofie. Maar: als die ideale wereld bestaat, waar is-ie dan? En was hij altijd hetzelfde? Waren er in die wereld al antwoorden op vragen over bijvoorbeeld complexe getallen, toen de complexe getallen nog moesten worden uitgevonden?

2. Het Logicisme Het logicisme, geformuleerd door B. Russell, stelt dat wiskunde niets anders is dan een spel met symbolen en bewijzen volgens stricte logische regels.

3. Het Intuïtionisme Het intuïtionisme poneert dat een wiskundige stelling pas waar is als ik een constructie heb die die waarheid aantoont. Het intuïtionisme is afkomstig van de Nederlandse wiskundige L.E.J. Brouwer.

Een belangrijke vraag is: als wiskunde alleen maar een product is van de menselijke geest, los van elke waarneming of experiment, waarom is wiskunde dan zo nuttig in andere wetenschappen?

Opdrachtje Lees het artikel The unreasonable effectiveness of Mathematics van R.W. Hamming American Mathematical Monthly 87, vol 2 (February 1980), of op de web-pagina http://www.lecb.ncifcrf.gov/ toms/hamming.unreasonable.html Vorm jezelf een opinie en schrijf een kort betoog waarin je je argumenten uiteenzet.