TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?
TAALFILOSOFIE Formele seman=ek Bijv. Proposi=elogica Informele seman=ek
TAALWETENSCHAP Syntaxis Semantiek Pragmatiek
Seman=sche categorieën Termen Categorema=sche termen Syncategorema=sche
Seman=sche categorieën Namen Predicaten (eigeschapswoorden) Beweerzinnen
CORRECTE ZINNEN SYNTACTISCH WELGEVORMD SEMANTISCH COHERENT (minimum eis: beweerzinnen moeten waar of onwaar kunnen zijn)
SEMANTISCHE WAARDE Namen objecten Eigenschapswoorden eigenschappen Beweerzinnen standen van zaken (waarheidswaarde)
STAAN VOOR to refer Verwijzen, staan voor, to designate
STAAN VOOR to refer = act van verwijzen m.b.v, woord reference = proces van verwijzen, maar ook wel: dat waar naar verwezen wordt Referent = dat waar naar verwezen wordt (i.h.g.v. namen zijn dat objecten)
USE/MENTION Socrates is een mens Socrates is een mens Socrates hee] acht le^ers Socrates hee] acht le^ers
OBJECTTAAL VERSUS METATAAL Objecttaal = taal waarover gesproken wordt in de meta-taal Metataal essentieel: bevat begrip waarheid-in-de-objecttaal
TYPE/TOKEN Letters, symfonie, stamboekkoe Probleem: Amerikaanse vlag, stars and stripes Occurrences
ACT/INHOUD AMBIGUËITEIT Bewering Act van beweren (taaldaad) = correct of incorrect Dat wat beweerd wordt (inhoud van bewering) = waar/onwaar
PROPOSITIE Dat wat beweerd wordt in een bewering Synoniemen gedachte, content Taalabankelijk?
RODE DRAAD WAT IS BETEKENIS?
MENTALISME John Locke (1632 1704) An Essay concerning Human Understanding (1689)
MENTALISME Words in their primary or immediate Significa=on, stand for nothing, but the Ideas in the Mind of him that uses them, how imperfectly soever, or carelesly those Ideas are collected from the Things, which they are supposed to represent. (III.ii.2)
MENTALISME Betekenis is een idee (gedachte, neurofysiologisch proces, informa=onele toestand, inten=e) in het hoofd van de spreker.
MENTALISME Kri=ek: communica=e wordt giswerk. Iedereen spreekt zijn eigen taal.
De naïeve betekenistheorie De betekenis van een woord is het object waar dat woord voor staat.
De naïeve betekenistheorie Nuanceren: iedere seman=sche categorie hee] haar eigen seman=sche waarde (seman=cal value)
De naïeve betekenistheorie De betekenis van een naam (beschrijving) is het object waar die naam voor staat. De betekenis van een predicaat (eigenschapswoord) is de eigenschap waar dat predicaat voor staat.
De naïeve betekenistheorie De betekenis van een zin is de stand van zaken in de werkelijkheid die de zin representeert.
De naïeve betekenistheorie Kri=ek: De informa=viteit van iden=teitsuitspraken a=a versus a=b
De naïeve betekenistheorie Kri=ek: De informa=viteit van iden=teitsuitspraken a=a versus a=b Uitspraken over niet bestaande (fic=eve) en=teiten (eenhoorns, de Syrenen)
De naïeve betekenistheorie Kri=ek: De informa=viteit van iden=teitsuitspraken a=a versus a=b Uitspraken over niet bestaande (fic=eve) en=teiten (eenhoorns, de Syrenen) Subs=tu=e van synoniemen in intensionele contexten.
INTENSIONELE CONTEXT Extensioneel versus intensioneel Nota bene: intensioneel inten=oneel!
INTENSIONELE CONTEXT Redenering met extensionele zinnen: 1. Trotski is de architect van het Rode Leger. 2. Trotski = Bronstein 3. Bronstein is de architect van het Rode Leger.
INTENSIONELE CONTEXT Redenering met intensionele zinnen: 1. Elsbeth Etty weet dat Trotski de architect van het Rode Leger is. 2. Trotski = Bronstein 3.?Elsbeth Etty weet dat Bronstein de architect van het Rode Leger is?
INTENSIONELE CONTEXT Geen subs=tu=o salva veritate! Woorden lijken in intensionele contexten niet hun gewone betekenis te hebben.
GOTTLOB FREGE (1848 1925) Uitvinder moderne logica Vader van de taalfilosofie
FREGE BEGRIFFSCHRIFT (1879) Bevat moderne proposi=e en predicaten- logica
FREGE Syllogis=ek 1. Alle mensen zijn sterfelijk. 2. Socrates is een mens. 3. Socrates is sterfelijk.
FREGE Problemen: ontoereikend De Stoa: 1. Als de zon aan de hemel staat, is het dag. 2. De zon staat aan de hemel. 3. Het is dag.
FREGE Ontoereikend: Alle jongens houden van alle meisjes.
FREGE ONTOEREIKEND: Gramma=sche vorm correspondeert niet al=jd met logische structuur. Ajax verslaat Feijenoord. Feijenoord wordt door Ajax verslagen.
FREGE Na Venn en Boole Nieuwe analyse van het oordeel Beoordeelbare inhoud (Gedanke) P Waar of onwaar? Oordeels- streep - P
FREGE Beoordeelbare inhoud is op te va^en als een wiskundige func=e. f(x) = x 2 of ( ) 2 Door in de func=e een argument in te voeren krijgt de func=e een waarde.
FREGE Predicaten zijn op te va^en als func=es. Namen zijn argumenten. Waar of onwaar zijn waarden (waarheidswaarden)
FREGE is filosoof (unsaturated) Socrates als argument toevoegen. Socrates is filosoof is saturated, en heeft als waarde waar.
FREGE Grundlagen der Arithmetik (1884) Funktion und Begriff, Über Sinn und Bedeutung, Über Begriff und Gegenstand (1891-2) Grundgesetze der Arithmetik I (1893) Grundgesetze der Arithmetik II (1903) Logische Untersuchungen (1918)
SINN EN BEDEUTUNG Woord (taal) Sinn (Art des Gegebenseins/mode of presentation) (begrippen) Bedeutung (objecten/eigenschappen) Ontologie