Een LOI-opleiding is méér dan leerstof alleen

Vergelijkbare documenten
Stap voor stap door je studie

Een LOI-opleiding is méér dan leerstof alleen

Oefeningen voor pols en hand

Het hele verhaal in Gebarentaal

Oefeningen voor reumapatiënten

Een LOI-opleiding is méér dan leerstof alleen

november 2014 vanaf 9 jaar Zeuren tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

Bij bovenstaande voorbeeld moet u de oefening 6 keer achtereen uitvoeren. Dit dient u twee maal per dag te herhalen.

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Rollenspel. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Schouderoefeningen

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

PeerEducatie Handboek voor Peers

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

Yogales december 2018!

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint:

Waar gaan we het over hebben?

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I

Les 1. Bij de huisarts

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Beoordeling power-point groep 5

Yoga & Astrologie. Aardetekens: Stier, Maagd & Steenbok.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Standaardisatie van gebaren

Een LOI-opleiding is méér dan leerstof alleen

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 2 Het lichaam

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Leren (kan je ) leren!

Thema Op zoek naar werk

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

mei 2014 vanaf 9 jaar Doe normaal tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

Arm- en schouderoefeningen na een borstoperatie en/of het verwijderen van okselklieren

Themales: met handen en voeten taalvrijwilliger/docent werkblad: Geef me de vijf. werkblad: Een handje helpen.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

In het selectie scherm heeft u verschillende opties:

Gipskamer OEFENTHERAPIE VOOR UW ARMEN

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren

Stenose- en/of herniaoperatie Oefeningen voor herstel

Kernvraag: Hoe verplaatst geluid zich en hoe horen we dit?

Gebarentaal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

In 5 stappen naar een Goede planning

Communiceren met een zorgvrager met afasie

léñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç léñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç

Oefenprogramma revalidatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Oefeningen bij nekklachten

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

VRAGENLIJST STUDIEKRING Competentie Studievaardigheden en vak inhoudelijke kennis

Ik wil ergens over praten, bij wie moet ik zijn?

Bal in de hoepel gooien

HOOFDSTUK Introductie video. 2.Houding gitaarspelen linker hand

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Tekst: Lucia Marthas en Tjeerd P. Oosterhuis Productie & muziek: Tjeerd P. Oosterhuis Choreografie en lesopzet: Lucia Marthas Institute for

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Handleiding Babymassage. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambities

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE

7 fijne yogahoudingen

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

Pal Dan Gum oefeningen

Het houden van een spreekbeurt

Tegeltjeswijsheden. Gebaren.nl Vlaggeschip CN Oosterhout

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Ook dit jaar heeft Kinderen voor Kinderen in samenwerking met de Kinderboekenweek een nieuwe titelsong genaamd Gruwelijk eng.

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 6

Thema 1 Concentratie. Waarom? Wanneer? Hoe? Kringgesprek

Wat kun je doen als je baby huilt? Kijk mee hoe de vader en moeder van Sam dat doen...

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

Waar gaan we het over hebben?

Het hele verhaal in Gebarentaal

Core stability training

In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Lesbrief. Een echte man Yvonne Kroonenberg

Gebroken pols bij volwassenen

Na afloop van het oefenen mag u geen pijn hebben. Is dit wel het geval, oefen dan de volgende keer minder intensief.

Leesboekje het lichaam

Baby-lichaamstaal. Albert Schweitzer ziekenhuis kinderafdeling december 2003 pavo 0301

Oefenboekje Arm-hand functie. Algemeen

Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven.

Lesbrief les 1 groep 1 en 2 Fit zijn is fijn

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E

Een LOI-opleiding is méér dan leerstof alleen

Nederlands in Uitvoering

HOOFDSTUK Introductie video

Sa Ta Na Ma Snatam Kaur Feeling Good Today Nr. 7

Voorbeeldexamen Alfa-toetsen

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Waar gaan we het over hebben?

Oefeningen terwijl u zit. UMC Utrecht oefengids

Clicker Training. Train uw pup met de clicker training. Uw pup leren wat zijn naam is:

Transcriptie:

Een LOI-opleiding is méér dan leerstof alleen Bedankt voor het aanvragen van deze proefles. Hierin laten we een stukje van de leerstof zien, om een indruk te geven van de opzet en het niveau. Maar een opleiding van de LOI is veel meer dan leerstof alleen. Je persoonlijke docent, examentrainingen, de online leeromgeving met onder meer de innovatieve kennistrainer en online hoorcollege s; het zijn allemaal belangrijke voordelen van de LOI. Voordelen waarmee je sneller en gemakkelijker je uiteindelijke doel bereikt: een erkend diploma. Voordat je bij de leerstof aankomt, vertellen we nog iets meer over deze belangrijke onderdelen. En heb je nog vragen, aarzel dan niet om de afdeling studievoorlichting te bellen. Zij kunnen je ook van dienst zijn bij het bepalen van het juiste niveau, vakgebied of opleiding. Bel 071-545 1234. Flexibel studeren, thuis of klassikaal Thuis studeren; zelfstandig maar zeker niet alleen Wil je zelf bepalen waar, wanneer en hoe snel je studeert? En alle ruimte omde opleiding te combineren met een baan en druk privéleven? Het kan met een thuisstudie van de LOI. De studiemethode is ontwikkeld om flexibel én doel gericht te studeren. Maar zeker niet alleen, want je krijgt alle docentenbege leiding en kunt online contactleggen met medestudenten. Klassikaal studeren op een manier die past bij deze tijd De klassikale opleidingen van de LOI bieden structuur én voldoende flexibiliteitom ze te combineren met een baan en druk privéleven. Je neemt elke 2 tot 3 weken deel aan een klassikale bijeenkomst waarbij je kiest uit dag, avond- en zaterdagprogramma s. Je werkt in kleine groepen onder leiding van topdocenten uit de praktijk. En studeert daarnaast flexibel via de online leeromgeving.

Professionele begeleiding tijdens je opleiding Bij de LOI krijg je tijdens je gehele opleiding begeleiding van professionals met ruime ervaring in het vakgebied. Topdocenten, die via de online leeromgeving bereikbaar zijn voor extra uitleg en vragen en bij klassikale opleidingen de bijeenkomsten verzorgen. Je kunt dus altijd rekenen op de kennis en ervaring van een vakspecialist. Bij de volledige MBO- en HBO-opleidingen heb je bovendien een persoonlijke coach en/of loopbaanbegeleider, die je begeleidt van start tot diploma. Online leeromgeving met effectieve studietools De online leeromgeving, LOI Campus, geeft op elk moment inzicht in je opleiding en vorderingen. Met onder andere een agenda, examengegevens, cijferoverzicht en contactmogelijkheden met docenten en medestudenten. Daarnaast is de leeromgeving hét platform om effectief te leren met online studietools. Unieke opbouw van de lesstof Alleen bij de LOI ontvang je speciaal ontwikkeld lesmateriaal, waardoor het bijzonder geschikt is om zelfstandig te bestuderen. Het lesmateriaal is toegankelijk geschreven, overzichtelijk en zo opgebouwd dat je je kennis steeds verder verdiept. Bovendien bevat het verschillende elementen die studeren makkelijker maken. Opbouw van het lesmateriaal Inleiding De inleiding vertelt je wat je in het komende hoofdstuk kunt verwachten. Trefwoorden In de kantlijn staan trefwoorden. Hiermee kun je een bepaald onderwerp makkelijk en snel terugvinden. Oefenopgaven In de leerstof kom je regelmatig oefenopgaven tegen. Met deze opgaven test je of je de opgedane kennis kunt toepassen. Aan het eind van het hoofdstuk zijn de antwoorden opgenomen. Kun je de oefenopgaven niet goed uitwerken, dan betekent dit dat je het bijbehorende deel van de leerstof nog eens moet doornemen. Parate-kennisvragen Aan het einde van het hoofdstuk vind je de parate-kennisvragen. Hiermee kun je testen of je de leerstof voldoende kent. De vragen zijn genummerd. Het antwoord kun je snel terugvinden dankzij de genummerde verwijsrondjes in de kantlijn. Inzendopgaven Als je de antwoorden op de parate-kennisvragen weet en de oefenopgaven goed kunt uitwerken, ga je verder met de inzendopgaven. Deze stuur je via de online leeromgeving ter beoordeling naar je docent. Binnen enkele dagen heb je een uitgebreid antwoord terug. Neem nú een kijkje in de opleiding van je keuze, scroll snel door!

Maak je handen soepel Doel van deze oefeningen is om de spieren in de handen te versterken en de coördinatie van de fijne motoriek te vergroten. Wanneer deze handoefeningen goed en consequent worden gedaan zal er meer controle op de handbewegingen zijn bij het maken van gebaren. Doe deze oefeningen ter versoepeling van de handen een aantal maal per week. Echter voorkom overbelasting en stop onmiddellijk wanneer de vingers pijn gaan doen. 1. De vuist Open de hand tot een 5- hand en maak dan een vuist. Doe deze oefening een minuut achter elkaar. 3. De vingerval I Plaats de hand voor je in de ruimte met de palm naar voren, de vingers gestrekt. Buig nu de vingers, vanaf de knokkel, één voor één zodat ze naar voren wijzen. Doe deze oefening vijf maal. 2. De vingerlift Leg de hand plat op tafel met de palm naar beneden. Doe de vingers één voor één omhoog en laat deze even omhoog staan, terwijl de andere vingers plat op de tafel blijven liggen. Doe deze oefening vijf maal. 4. De vingerdans Leg de hand plat op tafel met de palm naar boven. Til de duim en pink tegelijk op terwijl de andere vingers plat op tafel blijven liggen. Til dan de duim en de ringvinger tegelijk op, de duim en de middelvinger en tot slot de duim en de wijsvinger. Doe deze oefening vijf maal. 12 Nederlands Gebarencentrum

5. De vingerval II Plaats de hand voor je in de ruimte met de palm naar voren, de vingers gestrekt. Buig de ringvinger en de pink tegelijk zodat ze naar voren wijzen. De andere vingers blijven gestrekt. Doe deze oefening tien maal. 7. De vingerval III Plaats de hand voor je in de ruimte met de palm naar voren, de vingers gestrekt. Buig de pink, ring- en middelvinger zodat ze naar voren wijzen. De andere vingers blijven gestrekt. 6. De piano Plaats de vingertoppen op de tafel. Doe afwisselend de wijs- en ringvinger en de duim, middelvinger en pink omhoog. Doe deze oefening tien keer. 8. De Y-strek Maak een vuist. Strek de duim en de pink tegelijk en maak dan weer een vuist. Doe deze oefening tien keer. Nederlands Gebarencentrum 13

1 De Nederlandse Gebarentaal Wereldwijd zijn er meer dan 6000 talen. De meeste talen worden gesproken en kunnen beluisterd worden maar dat geldt niet voor gebarentalen. Gebarentalen worden visuele talen genoemd omdat alles in die taal zichtbaar is. Je 'luistert' naar de taal met de ogen in plaats van met de oren. En je 'praat' niet met de stem, maar met de handen en de gezichtsexpressie. Voor ongeveer 70 miljoen dove mensen in de wereld is gebarentaal de moedertaal. Leeromgeving Oefening 1. De Nederlandse Gebarentaal Aan de hand van een aantal stellingen wordt informatie gegeven over gebarentalen. Rico, de dove presentator, geeft deze informatie in de Nederlandse Gebarentaal en je hoort de stem van een tolk. Bedenk bij iedere stelling of het waar of niet waar is en kijk dan vervolgens naar de uitleg. Doe dan de volgende opdrachten: 1. Lees eerst de gebruiksaanwijzing voor het on-line Basiswoordenboek NGT voorin dit werkboek. Kijk in het online Basiswoordenboek NGT bij het begrip BLOEM. Bekijk het standaardgebaar en doe dit gebaar na. Is dit ook het gebaar voor tarwebloem? Bekijk nu het gebaar BLOEM in ASL en DSG. Waarin lijken deze gebaren op elkaar? 2. Kijk in het online Basiswoordenboek NGT bij het begrip FAMILIE. Bekijk de 3 gebaren: standaard NGT, ASL en DSG. Lijken deze gebaren op elkaar? Doe het standaard NGT gebaar na. 3. Kijk in het online Basiswoordenboek NGT bij het begrip ROOD. Bekijk de 3 gebaren: standaard NGT, ASL en DSG. Waarin verschillen deze gebaren van elkaar? Doe het standaard NGT gebaar na. 4. Kijk in het online Basiswoordenboek NGT bij het gebaar VRIEND en bekijk nog een keer de regionale variaties van dit gebaar. Het begrip vriend heeft twee gestandaardiseerde gebaren. Deze gebaren zijn synoniemen. Gebaren die synoniem zijn betekenen dus precies hetzelfde en kunnen beiden gebruikt worden. Je kunt dat zien doordat achter het begrip 3 puntjes staan. Dus: VRIEND en VRIEND... Kijk naar de standaardgebaren VRIENDIN en VRIENDIN... Wat is het verschil tussen VRIEND en VRIENDIN, en tussen VRIEND... en VRIENDIN...? 5. GOED en LEKKER zijn makkelijk herkenbare gebaren. Beide gebaren hebben ook een synoniem. Zoek in het online Basiswoordenboek NGT de synoniemen GOED... en LEKKER op en beschrijf deze. Gebaren-oefenprogramma Oefen met de gebaren in het Gebaren-oefenprogramma. Ga naar het overzicht en klik op het handje met de 33 gebaren. Je komt nu in het oefenprogramma. Kies de manier waarop je wilt oefenen. Doe in elk geval een keer 'meerkeuze' en 'open vragen'. Oefen net zo lang tot je boven de 60% goed hebt. De gebruiksaanwijzing van het oefenprogramma staat voorin dit werkboek. Een overzicht van de begrippen vind je achter in dit werkboek bij Gebarenschat. 14 Nederlands Gebarencentrum

2 Het maken van een gebaar Gebaren worden gemaakt met de handen. Wordt elk gebaar gemaakt met beide handen? Of alleen met de linker- of rechterhand? Leeromgeving Oefening 2. Het maken van een gebaar Bekijk eerst de informatie die gegeven wordt in het filmpje. Beantwoord dan de volgende vragen. 1. Rico vertelt hoe je een gebaar maakt, namelijk met a. dit wordt het manuele deel van het gebaar genoemd b. dit wordt het non-manueel deel van het gebaar genoemd. 2. Schrijf drie gebaren op die je geleerd hebt in de eerste les die je met beide handen moet maken: 3. Maak het gebaar SCHRIJVEN eerst met je rechterhand en daarna met je linkerhand. Wat valt je op? 4. Noteer drie gebaren die je in de eerste les geleerd hebt met een orale component. Nederlands Gebarencentrum 15

3 Gebarenoefening Om gebaren goed te kunnen onthouden is het belangrijk om ze vaak te herhalen. Oefen hier met het herkennen van gebaren die gebruikt zijn in de les. Als deze oefening te moeilijk is, ga dan eerst in de leeromgeving naar oefening 5. Wijzen in NGT. Oefen daar de gebaren in het oefen-programma. Leeromgeving Oefening 3. Gebarenoefening In het filmpje wordt tien maal een gebaar gemaakt. Wat betekent elk gebaar? Hieronder staat een lijst met begrippen. Kies uit deze lijst de juiste betekenis van elk gebaar. Kijk dus naar fimpje 1 en kies uit de lijst het begrip dat de betekenis van het gebaar aangeeft, zet achter dat begrip het cijfer 1. Let op er zijn 10 gebarenfilmpjes en hieronder staan 15 begrippen. Vijf begrippen hebben dus niets met deze gebaren te maken. GOED WETEN VERGISSEN NAAM WIJ allemaal WIE JULLIE twee SNAPPEN/BEGRIJPEN GEBAAR SCHRIJVEN WETEN: IK-WEET-HET-WEL WETEN: IK-WEET-HET-NIET NADOEN van mij VERGETEN ONTHOUDEN 16 Nederlands Gebarencentrum

4 Aandacht trekken Wanneer je iets tegen iemand of een groep personen wilt zeggen, moet je eerst de aandacht hebben. Aandacht trekken kan op verschillende manieren gebeuren. Die manieren zijn afhankelijk van waar de gesprekspartners zich bevinden. Naar elkaar kijken, oogcontact hebben, is een voorwaarde om met elkaar te kunnen communiceren in NGT. Ook tijdens de communicatie kijk je elkaar aan. Horende mensen kunnen met elkaar praten terwijl ze naar iets anders kijken. Maar bij doven betekent luisteren kijken. Lees de informatie over aandacht trekken en doe daarna de oefening. Manieren van aandacht trekken 1. aantikken Als je dichtbij een doof persoon staat of zit, kun je hem/haar aantikken op de schouder of de arm. Nooit op de rug of op het hoofd. Een dove hoort niet dat er iemand komt aanlopen en kan dus behoorlijk schrikken als er plotseling op de schouder wordt getikt. Zorg er dus voor dat iemand je ziet aankomen door van voren of vanaf de zijkant te komen aanlopen. Als je zelf wat verder weg staat en iemand anders dichterbij, kun je die persoon vragen om de dove even aan te tikken en vervolgens te wijzen naar jou. Hierbij kun je het gebaar ROEPEN gebruiken. Bij het werkwoord ROEPEN wijzen de richting van de palm en vingers naar de persoon die geroepen wordt en de rug van de hand wijst naar de persoon die roept. Nederlands Gebarencentrum 17

2. zwaaien in het gezichtsveld Als je dichtbij zit of staat, kun je kleine zwaaibewegingen maken in het gezichtsveld van de dove persoon. Als je wat verder af zit kun je de bewegingen wat groter maken, om zo de aandacht te vragen. Bij een grote groep mensen kunnen zelfs twee handen gebruikt worden en nog grotere bewegingen gemaakt worden. 3. stampen op de grond en slaan op de tafel Twee andere manieren van aandacht trekken als je wat verder van elkaar staat, zijn stampen op de grond of slaan op tafel. Dit veroorzaakt trillingen op de grond en de tafel, die dove mensen kunnen voelen. Gewoon aandacht vragen kun je door rustig te stampen of te slaan. 4. knipperen met het licht Knipperen met het licht kan gebruikt worden om de aandacht van een groep mensen in een grote ruimte te krijgen. Dit wordt ook gedaan als iemand bijvoorbeeld op een andere verdieping in huis is, dan knipper je met het licht in de gang om iemand te roepen. 18 Nederlands Gebarencentrum

4 Aandacht trekken - oefening Beoordeel verschillende manieren van aandacht trekken. Is het de goede manier of moet het anders? Leeromgeving Oefening 4. Aandacht trekken In het filmpje zie je 10 situaties waarin de aandacht van iemand wordt getrokken. In een aantal situaties wordt dat op de juiste manier gedaan en in een aantal andere situaties wordt dat op een verkeerde manier gedaan. Bekijk de situaties 1 voor 1 en kruis aan of dat op een juiste of verkeerde manier gedaan is. Als de manier van aandacht trekken niet correct is, schrijf er dan bij waarom deze manier niet goed is en hoe dat beter zou kunnen. Situatie Juiste manier Verkeerde manier van aandacht trekken van aandacht trekken, waarom? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Nederlands Gebarencentrum 19

5 Wijzen in de Nederlandse Gebarentaal In tegenstelling tot de algemene norm dat het niet netjes is om te wijzen naar personen, wordt dat in de Nederlandse Gebarentaal juist heel veel gedaan om daarmee duidelijk te maken over wie of wat je spreekt. Een belangrijke regel bij het wijzen is dat men altijd even kijkt in de richting waar men naar wijst. We noemen dat wijsgebaar een INDEX. De INDEX wordt ook gebruikt voor persoonlijke voornaamwoorden: ik, jij, h/zij, wij, jullie en zij. Leeromgeving Oefening 5. Wijzen in de Nederlandse Gebarentaal Bekijk het eerste filmpje 'Informatie over wijzen in NGT' en doe daarna de oefening. Oefening A In dit filmpje zie je 6 zinnen in NGT. Bekijk deze zinnen een aantal maal en beantwoord de volgende vragen: zin 1 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie bedoelt ze dan? zin 2 Wat betekent deze zin? Welk wijsgebaar zie je in deze zin? zin 3 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie/wat bedoelt ze dan? 20 Nederlands Gebarencentrum

zin 4 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie/wat bedoelt ze dan? zin 5 Wat betekent deze zin? Wat valt je op bij het wijzen? zin 6 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie/wat bedoelt ze dan? Gebaren-oefenprogramma Oefen met de gebaren in het Gebaren-oefenprogramma. Ga naar het overzicht en klik op het handje voor de gebaren. Je komt nu in het oefenprogramma. Kies de manier waarop je wilt oefenen. Doe in elk geval een keer 'meerkeuze' en 'open vragen'. Oefen net zo lang tot je boven de 60% goed hebt. Oefen ook met 'zelf gebaren'. De gebruiksaanwijzing van het oefenprogramma staat voorin dit werkboek. Het overzicht van de begrippen staat achterin dit werkboek bij Gebarenschat. Nederlands Gebarencentrum 21

Oefening B In het derde filmpje zie je nog 5 zinnen. Bekijk deze zinnen een aantal maal en beantwoord de volgende vragen: zin 1 Het eerste gebaar is een nieuw gebaar: MORGEN. Het tweede gebaar is het gebaar WERKEN. Het derde gebaar is een wijsgebaar. Wat betekent dit? Kun je nu begrijpen wat deze zin betekent? zin 2 In deze zin zie je een nieuw gebaar: PRECIES. Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie bedoelt ze dan? zin 3 In deze zin zie je een nieuw gebaar: gedaan. Dat is het gebaar DOEN. Wat betekent deze zin? Wat valt je op bij het wijzen? zin 4 Een nieuw gebaar: FEEST! Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie bedoelt ze dan? zin 5 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie/wat bedoelt ze dan? 22 Nederlands Gebarencentrum

Overtuigd? Ben jij ook overtuigd van de voordelen van een LOI-opleiding? Wacht dan niet langer en schrijf je in voor de opleiding van je keuze. Doe het vandaag nog! Dan heb je je lesmateriaal al binnen een paar dagen in huis. Vragen? Heb je nog vragen over de opleiding van je keuze of over studeren bij de LOI? Bel dan even. Ons telefoonnummer is (071) 545 1234. Een heel team professionele adviseurs zit voor je klaar. We zijn bereikbaar op maandag t/m donderdag van 09.00 tot 20.00 uur en op vrijdag van 09.00 uur tot 18.00 uur.