Het hele verhaal in Gebarentaal

Transcriptie

1 Het hele verhaal in Gebarentaal Nederlandse gebarentaal voor iedereen Werkboek niveau 3 Iris Wijnen en Tom Uittenbogert Broek in Waterland, 2015

2 Het hele verhaal in Gebarentaal Werkboek niveau 3 Auteurs: Iris Wijnen en Tom Uittenbogert ( Redactie en illustraties: Kirstin Plante Vormgeving omslag: Carolien Verkerk Copyright 2016 Arcos Publishers v.o.f. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, digitalisering of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN:

3 Inhoudsopgave Voorwoord Praktische informatie 7 9 Hoofdstuk 1. Het huis op zijn kop 11 Les 1 Weet je het nog? 11 Les 2 Van boven naar beneden 12 Les 3 Schoonmaken hoort erbij Les 4 Weekendplannen? 15 Les 5 Poetsen maar! 17 Hoofdstuk 2. Boodschappen 19 Les 6 Gebarenrestaurant 19 Les 7 De chocoladedief 21 Les 8 Dat verkopen wij hier niet 23 Les 9 Speciale aanbieding 25 Les 10 Trouw met me Lena! 27 Hoofdstuk 3: Gezondheid 29 Les 11 Alles is op! 29 Les 12 Een kikker in mijn keel 31 Les 13 Lange tenen 33 Les 14 Zeg eens Aaa 35 Les 15 Die verdraaide kat! 37 BIJLAGE A Het handalfabet 39 BIJLAGE B Transcript 41 3

4 Voorwoord Met de cursus Het hele verhaal in Gebarentaal niveau 3 leer je Nederlandse Gebarentaal door middel van verhalen en gesprekken. De methode die hiervoor gebruikt wordt heet TPR Storytelling, en maakt een taal leren leuker en effectiever dan ooit. Samen met de docent bedenk je verhalen, en alle gebaren die je leert pas je meteen toe om zelf gesprekken te voeren en verhaaltjes te vertellen. Met andere woorden: je gebruikt gebarentaal waarvoor het bedoeld is: om te communiceren. In deze cursus wordt veel aandacht besteed aan alle aspecten van de Nederlandse dovencultuur, zodat je niet alleen een taal leert, maar ook kennis maakt met de mensen die deze taal hanteren. Wij wensen je veel plezier met deze cursus! Iris Wijnen en Tom Uittenbogert 4

5 Praktische informatie Materialen Bij dit werkboek horen video-opnames, die online te bekijken zijn. Hiervoor dien je te beschikken over een account. Mocht je deze nog niet hebben, neem dan contact op met: Daarnaast wordt aanbevolen een abonnement te nemen op de Online cursus Gebarentaal. Meer informatie over deze cursus vind je op: Huisregels Neem elke les je werkboek mee, want dit gebruik je tijdens de lessen. Als je niet kunt komen, meld je je af bij de docent. Kom op tijd voor de les: vóór aanvang van de les moet iedereen aanwezig zijn. Laat tijdens de les je mobiele telefoon uit. Eet niet tijdens de les en kauw geen kauwgum. Communicatie in de klas Gebarentaal betekent: kijken en gebaren. Tijdens de les wordt er daarom geen stem gebruikt, ook niet om even iets te zeggen tegen medecursisten. Als de docent een vraag stelt aan de hele klas, geeft de hele klas tegelijk antwoord. Als de docent een vraag stelt aan één cursist, geeft alleen díe cursist antwoord. (Een vraag herken je aan de opgetrokken wenkbrauwen of een vraagwoord-gebaar. Illustraties van deze gebaren hangen aan de muur.) Soms zal de docent woorden met jullie oefenen door zogenaamde commando s te geven. Dit zijn opdrachten die je moet uitvoeren. Je doet dus niet de gebaren van de docent na, maar voert uit wat de docent je vraagt. Als de docent gebaart: sta op, dan sta je dus op. Als je iets niet begrijpt, vraag het dan gewoon. Je kunt het opschrijven als je niet weet hoe je het moet gebaren. Tekenopdrachten Doven zijn zeer visueel ingesteld, en denken meer in beelden dan in (geschreven) woorden. Als huiswerk krijg je daarom vaak de opdracht (strip-)verhaaltjes te tekenen in plaats van te schrijven. Hiervoor hoef je absoluut geen tekentalent te hebben! Het gaat er namelijk niet om dat je mooi tekent, maar dat de inhoud van de tekeningen voor jezelf duidelijk is. 5

6

7 Hoofdstuk 1: Het huis op zijn kop Les 1. Weet je het nog.? Opdracht 1: Bekijk de opname die de docent heeft opgestuurd en probeer te ontdekken of er fouten in de gebaren zijn gemaakt. Denk na over hoe het anders moet en teken of schrijf dit hieronder op. Gebaar de verbeterde versie van het verhaal voor jezelf net zo vaak tot je het soepel kunt vertellen. Opdracht 2: Verzamel 20 woorden uit Niveau 1 en 2 van deze cursus. Bekijk de gebaren in de online leeromgeving en oefen hiermee. Schrijf de woorden die je hebt uitgekozen op in het werkboek en oefen hier elke dag even mee Opdracht 3: Zoek op internet naar informatie over Wonen voor doven en slechthorenden bij jou in de buurt. Noteer je bevindingen, en bedenk hoe je deze in de klas kunt vertellen in gebaren.

8 Les 2. Van boven naar beneden Opdracht 1 : Bekijk de gebaren van Woordenschat les 2 in de online leeromgeving. Oefen steeds drie gebaren tot je ze soepel kunt maken, en ga daarna pas door met de volgende drie gebaren. Doe dit net zo lang tot je alle gebaren soepel en in wisselende volgorde kunt maken. 1. keuken 7. schone was 13. slaapkamer 2. dol op 8. wasmand 14. 1e verdieping 3. eten 9. nieuw 15. kelder 4. koken 10. gekocht 16. wasmachine 5. de was ophangen 11. zolder 17. skeelers 6. de was afhalen 12. badkamer 18. jeugdjournaal Opdracht 2: Bekijk het verhaaltje 2 Paul de Schreeuw valt naar beneden in de online leeromgeving net zo vaak tot je het zonder veel moeite begrijpt. Teken het verhaal hieronder. Probeer daarna voor jezelf het verhaal in gebaren na te vertellen. Opdracht 3: Bekijk de vragen over Paul de Schreeuw valt naar beneden in de online leeromgeving. Schrijf de vragen hieronder op en beantwoord ze. Vraag 1: Vraag 2: Vraag 3: Vraag 4: Vraag 5: 8