PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Gezond eten

Transcriptie

1 PrOmotie Cultuur en maatschappij Werkboek Gezond eten

2 Colofon Auteur: Adviezen: Onder redactie van: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Gerda Verheij Aveline Dijkman (Sociale Competentie) Ina Berlet (SLO / Atlas Onderwijs Adviesgroep) en Edu Actief b.v. Sluiter boekproductie, Lelystad; Y-Publicaties, Amsterdam Adatodesign, Wijhe Marco Bakker, Hans Meijer en Edu Actief b.v. Giethoorn ten Brink, Meppel Met medewerking van APS, Atlas Onderwijs Adviesgroep, CED/PI, DGS, OSO/Fontys, IVIO, KPC Groep en SLO. De uitgave is ontwikkeld in samenwerking met KPC Groep en de Vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en de Referentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers. Titel: PrOmotie, Cultuur en Maatschappij, Werkboek Gezond eten ISBN ISBN Copyright 2006 Uitgeverij Edu Actief b.v. Postbus KB Meppel telefoon: telefax: info@edu-actief.nl internet: Eerste druk / eerste oplage 2006 Uitgeverij Edu Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

3 Inhoud Thema 2 / Gezond eten 1. Gezond eten / 7 2. Kiezen voor eten / Kijk op de verpakking / De prijs van een maaltijd / Voedselbederf / 54 Uitdagingen / 65 3

4 4

5 Voorwoord Dit werkboek gaat over eten. Je leert hoe je gezond kunt eten. En hoe je voedselbederf kunt voorkomen. Het werkboek hoort bij thema 2 Gezond eten van Infoboek 2. Pictogram In dit boek zie je bij sommige opdrachten een pictogram. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hieronder lees je wat de pictogrammen betekenen. Denken Bij dit pictogram moet je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. 5 Doen Bij dit pictogram moet je de opdracht uitvoeren. Je moet bijvoorbeeld iets maken. Of je moet iets doen. Nakijken Bij dit pictogram ga je de opdracht controleren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Je denkt ook na over wat je de volgende keer anders moet doen. Lezen Bij dit pictogram moet je iets lezen. Dat is altijd een stukje uit het Infoboek.

6 Schrijven Bij dit pictogram ga je zelf iets schrijven. Bijvoorbeeld een verhaal of een verslag. Samenwerken Sommige opdrachten maak je samen. Bij dit pictogram werk je samen met een klasgenoot. Portfolio Soms staat dit pictogram bij een opdracht. Je mag dan een bewijs voor je portfolio maken. Je docent kan je meer vertellen over de portfolio. 6 Ik en de Ander Om de opdracht na te bespreken gebruik je de Ik & de Ander kaarten.

7 H o o f d s t u k 1 Gezond eten Opdracht 1 Wat heb je gisterochtend gegeten? 7 Wat heb je gistermiddag gegeten? Wat heb je gisteravond gegeten?

8 Thema 2 Wat heb je gisteren tussendoor gegeten? 8 Opdracht 2 Bij opdracht 1 staat wat je gisteren hebt gegeten. Zet nu al het eten in het goede vak van de Schijf van vijf. De schijf van vijf vind je op bladzijde 73 Hoort een voedingsmiddel bijvoorbeeld in vak 1? Schrijf het dan in vak 1, enzovoort. Heb je gisteren uit iedere groep iets gegeten? Ja. Nee, ik heb niets uit vak gegeten.

9 Hoofdstuk 1 Opdracht 3 Pak Infoboek 2. Lees: De Schijf van Vijf op bladzijde 49. De vakken op bladzijde 50. De grote vakken op bladzijde 52. Elke dag op bladzijde 53. Afwisseling op bladzijde 54. Opdracht 4 Pak knipvel 1. Het knipvel zit achter in dit werkboek op bladzijde 69. Knip de voedingsmiddelen uit het knipvel. Sommige voedingsmiddelen zijn plantaardig. Sommige voedingsmiddelen zijn dierlijk. Bedenk bij elk plaatje of het plantaardig is. Of dierlijk. Plak de plaatjes in het goede vak. 9 Plantaardig

10 Thema 2 Dierlijk 10 Opdracht 5 Pak Infoboek 2. Zoek op bladzijde 55 de maaltijden op die Roxanne en Denise gaan maken. Schrijf de maaltijden in de tabel. Kijk goed naar de voedingsmiddelen. Zet de voedingsmiddelen in het goede vak. Maaltijd Vak 1 Vak 2 Vak 3 Vak 4 Vak 5

11 Hoofdstuk 1 Kijk nog eens naar de maaltijden. Voldoen alle maaltijden aan de Schijf van Vijf? Ja. Nee, want Opdracht 6 In vak 3 zitten dierlijke voedingsmiddelen met vet. Je kunt vaak kiezen uit een vet en een minder vet voedingsmiddel. In de tabel staat al 1 voorbeeld. Vet voedingsmiddel Volle melk. Minder vet voedingsmiddel Halfvolle melk. Vet vlees. 11 Volle yoghurt. Volvette kaas.

12 Thema 2 Opdracht 7 Pak Infoboek 2. Lees De spijsvertering op bladzijde 58. Opdracht 8 In de maag worden eiwitten verteerd. waar / niet waar In de dikke darm wordt het voedsel een tijdje opgeslagen. waar / niet waar In de slokdarm wordt zetmeel verteerd. waar / niet waar Maagsap kan bacteriën doden. waar / niet waar De wand van de dunne darm maakt maagsap. waar / niet waar In de dunne darm worden de voedingsstoffen opgenomen in het bloed. waar / niet waar 12 Opdracht 9 Hoe goed zijn jouw maaltijden? Welke warme maaltijden heb jij deze week gegeten? Schrijf de maaltijden in de tabel. Kijk goed naar de voedingsmiddelen. Zet de voedingsmiddelen in het goede vak. Maaltijd Vak 1 Vak 2 Vak 3 Vak 4 Vak 5

13 Hoofdstuk 1 Kijk nog eens naar de maaltijden. Voldoen alle maaltijden aan de Schijf van Vijf? Ja, want Nee, want Opdracht 10 Hoe gezond eet jij? Doe de test. Ik eet veel producten uit vak 1 en 2. Ik eet minder producten uit vak 3 en 4. Ik eet 200 gram groente per dag. Ik eet iedere dag 2 stuks fruit. Ik eet niet iedere dag vlees. Ik kies uit vak 3 producten met minder vet. Ik zorg voor afwisseling in mijn eten. ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee 13 Voor alle JA-antwoorden krijg je 2 punten. Voor alle NEE-antwoorden krijg je 0 punten. Tel je punten op en bekijk de uitslag. De uitslag 0-5 punten Nou, jij eet niet echt gezond zeg. Let beter op vet. Eet voldoende groente en fruit. En zorg voor afwisseling. 6-9 punten Jij eet niet slecht, maar het kan nog beter. Eet voldoende groente en fruit. Eet veel producten uit vak 1 en 2. En let op vet punten Geweldig, jij eet echt gezond! Ga vooral zo door.

14 Thema 2 Kies maar! Kies zelf welke opdracht jij doet. Of praat erover met je docent. Je kunt ze ook allemaal doen. Vind je het leuk om meer over voedingsstoffen te weten? Kies opdracht 11. Houd je van fotograferen? Kies opdracht 12. Houd je van schrijven? Kies opdracht 13. Vind je het leuk om een Schijf van Vijf te maken? Kies opdracht 14. Opdracht 11 Maak een poster over voedingsstoffen. Neem een groot vel papier. Verdeel het papier in 6 vakken. 14 Denken Welke voedingsstoffen zijn er? Welke taak heeft elke voedingsstof in je lichaam? Welke voedingstof zit veel in welk voedingsmiddel? Plak je er plaatjes bij? Of maak je foto s of tekeningen? Doen Schrijf boven elk vak de naam van 1 voedingsstof. Schrijf in dat vak welke taak die voedingsstof heeft. Zoek plaatjes van voedingsmiddelen waarin de voedingsstof zit. Plak de plaatjes in het goede vak. Hang de poster in de klas.

15 Hoofdstuk 1 Nakijken Vond je de opdracht leuk om te doen? Ja, want Nee, want Hoe ging het samenwerken met je klasgenoot? Goed, want Niet goed, want Opdracht 12 Maak foto s van voedingsmiddelen met veel vet. En van voedingsmiddelen met weinig vet. Plak deze foto s op een vel papier. Denken In welke voedingsmiddelen zit veel vet? In welke voedingsmiddelen zit weinig vet? 15 Doen Ga naar de supermarkt. Maak foto s van de voedingsmiddelen. Zorg dat de etiketten goed te zien zijn. Neem een groot vel papier. Trek een streep in het midden van boven naar beneden. Schrijf links: Voedingsmiddelen met veel vet. Schrijf rechts: Voedingsmiddelen met weinig vet. Plak de foto s aan de goede kant op het papier. Hang de foto s in de klas.