Praktijk en Loopbaan Koken en keuken

Transcriptie

1 PrOmotie Praktijk en Loopbaan Koken en keuken Werkboek 1

2 Colofon Auteurs Onder redactie van Tekstredactie Vormgeving Illustraties Drukwerk : Frank Kramer, Hanneke Molenaar, Mariëtte Wolff : Els Smulders (IVIO) : Y-Publicaties : Adatodesign, Ugchelen : Hans Meijer, Sluiter Boekproducties, Edu Actief : Giethoorn ten Brink, Meppel Met medewerking van APS, Atlas Onderwijs Adviesgroep, CED/PI, CPS, DGS, OSO/Fontys, IVIO, KPC Groep en SLO. De uitgave is ontwikkeld door KPC Groep in samenwerking met Edu Actief in opdracht van het ministerie van OC&W. De totstandkoming is gerealiseerd op initiatief van de Vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en de Referentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers. Titel: PrOmotie, Praktijk en Loopbaan, Werkboek 1 Koken en Keuken ISBN / ISBN (13) Copyright 2002 Uitgeverij Edu Actief b.v. Postbus KB Meppel Telefoon: Telefax: info@edu-actief.nl Internet: Eerste druk / vijfde oplage 2002 Uitgeverij Edu Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor alle kwesties inzake het kopiëren van één of meer pagina s uit deze uitgave: Stichting Reprorecht, Hoofddorp.

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Tosti maken / 5 2. Vlaflip maken / Thee zetten / Aardappelen koken / Stamppot zuurkool maken / Pepernoten bakken / Warme chocolademelk met slagroom maken / Appelmoes maken / Koffiezetten / Soep maken / Sneetje Hawaï maken / Omelet of roerei maken / Wentelteefjes maken / Appelflappen bakken / Broodje gezond maken en een ei koken / 106 3

4 Koken Pictogram In dit boek zie je bij sommige opdrachten een pictogram. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hieronder lees je wat de verschillende pictogrammen betekenen. 4 Denken Bij dit pictogram moet je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Doen Bij dit pictogram moet je de opdracht uitvoeren. Je moet bijvoorbeeld iets maken. Of je moet iets doen. Portfolio Soms staat dit pictogram bij een opdracht. Je mag dan een bewijs voor je portfolio maken. Je docent kan je meer vertellen over de portfolio. Nakijken Bij dit pictogram ga je de opdracht controleren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Je denkt ook na over wat je de volgende keer anders moet doen. Samenwerken Sommige opdrachten maak je samen. Bij dit pictogram werk je samen met een klasgenoot.

5 Tosti maken Vandaag ga je een tosti maken. Denken Opdracht 1 5 Pak de werkkaart: Tosti maken. Op de werkkaart staat wat je nodig hebt om een tosti te maken. Lees wat je allemaal nodig hebt.

6 Koken Opdracht 2 Zet een cirkel om het goede antwoord. Heb je wel eens een tosti gegeten? Heb je al eerder een tosti gemaakt? Een tosti kun je bakken in een koekenpan. Een tosti kan alleen maar met ham en kaas. Een tosti kun je ook met een tosti-ijzer maken. Bij een tosti hoort ketchup. Een tosti kan ook met alleen kaas. Een tosti is altijd warm. 6 Opdracht 3 Stel, je bakt op een hoog vuur. Weet jij waarom je dan niet mag weglopen? Kijk goed naar de plaatjes. Ik moet dan bij het vuur blijven, want.

7 Tosti maken Opdracht 4 Bekijk de 5 plaatjes. Wat is de goede volgorde om een tosti te maken? Schrijf de goede cijfers onder de plaatjes. Schrijf een 1 onder het eerste plaatje. Nummer zo verder tot plaatje Was je handen. 2. Pak 2 sneetjes brood. 3. Doe er een plakje ham en een plakje kaas tussen. 4. Smelt op een hoge vlam margarine in de koekenpan. 5. Bak iedere kant van de tosti 5 minuten op een laag vuur. 7 Let op! Kook of bak je op een hoge vlam? Loop dan nooit van het vuur weg!

8 Koken Doen Opdracht 5 Je gaat nu een tosti maken. Pak de werkkaart: Tosti maken. Het is nu uur. Vraag aan de leerkracht hoe lang je er over mag doen. Ik mag er minuten over doen. Nakijken Opdracht 6 Hoe lang duurde het om een tosti te maken? 8 Ik ging om Ik ging om uur mijn tosti maken. uur mijn tosti eten. Een tosti maken duurt dus minuten. Opdracht 7 Bekijk de lijst met spullen. Wat heb je zelf afgewassen en opgeruimd? Omcirkel het antwoord dat voor jou geldt. Snijplank. Koekenpan. Ontbijtbord. Vork. Broodmes. Mes.

9 Tosti maken Bakspaan. Kookwekker. Schaaltje met ketchup. Placemat. Opdracht 8 Nu ga je de tosti testen. Bekijk de tosti van alle kanten. En proef de tosti. Wat vind jij van de tosti? Zet een rode cirkel om het antwoord dat voor jou geldt. De tosti was warm / heet / lauw / koud. De tosti had een lichte / donkere kleur. De tosti smaakte niet / wel / erg lekker. De kaas in de tosti was voldoende / niet voldoende / te veel gesmolten. 9 Tip Heb je zin in een zoete tosti? Besmeer 2 sneetjes brood dun met honing en leg daarop plakjes banaan. Bakken maar! Tip Heb je zin in een gezonde tosti? Beleg 2 sneetjes brood met kaas en ham. Leg daarop dunne plakjes tomaat en dunne reepjes prei. Bakken maar!

10 Vlaflip maken Hoofdstuk 2 Vandaag ga je een vlaflip maken. Vlaflip is een lekker tussendoortje. Je eet het ook als nagerecht. 10 Denken Opdracht 1 Je gaat vandaag een vlaflip maken. Wat heb je daarvoor nodig? Zet een kruisje voor de dingen die je in ieder geval nodig hebt. Melk. Suiker. Vla. Slagroom.

11 PrOmotie Praktijk en Loopbaan Koken en keuken Werkboek 1

12 Inhoudsopgave 1. Afwassen met de hand / 3 2. Aanrecht en gootsteen schoonmaken / Kookplaat schoonmaken / Koelkast schoonmaken / Vriezer schoonmaken / Oven schoonmaken / Magnetron schoonmaken / 46 2

13 Afwassen met de hand Na het eten of koken heb je vuile vaat. De vuile vaat moet je afwassen. Vandaag ga je dat met de hand doen. Denken Opdracht 1 Was jij wel eens af? 3 Hoe was jij af?

14 Keuken Opdracht 2 Bekijk de plaatjes en lees de woorden. Deze dingen heb je nodig om af te wassen. Trek een lijn tussen de plaatjes en de woorden die bij elkaar horen. Afwasbak Afdruiprek Afwasborstel Theedoek 4 Vaatdoek Afwasmiddel Vuile vaat

15 Afwassen met de hand Afwasmiddel Gebruik niet te veel afwasmiddel. Anders krijg je veel schuim. Dat is alleen maar lastig tijdens het afwassen. Een klein beetje afwasmiddel is voldoende. En de vaat wordt evengoed schoon. Onthoud Is de vaat erg vuil? Spoel de vaat dan eerst af! 5 De volgorde Zet de vuile vaat op het aanrecht. Zet alles soort bij soort. Was dan alles af. Houd deze volgorde aan: 1. Glazen 2. Kopjes en bekers 3. Schoteltjes, borden en schalen 4. Bestek 5. Pannen

16 Keuken Opdracht 3 6 Bekijk de 5 plaatjes. In welke volgorde was jij deze vaat af? Zet een 1 onder het plaatje waarmee je gaat beginnen. Het laatste plaatje krijgt een 5. Afdruiprek Het is handig om een afdruiprek te gebruiken. Waarom?

17 Afwassen met de hand Opdracht 4 Na het afwassen droog je de vaat af. De schone vaat zet je op de keukentafel. Kijk naar de 2 plaatjes. Op welk plaatje staat de schone vaat goed? Zet bij dat plaatje een kruisje. 7 Onthoud Zet de schone vaat soort bij soort. Dat ruimt gemakkelijk op. Opdracht 5 Bekijk de 8 plaatjes op de volgende bladzijde. Lees de zinnen onder de plaatjes. De plaatjes staan niet in de goede volgorde. Weet jij de goede volgorde? Zet het goede nummer onder het plaatje.

18 Keuken 8 1. Spoel de vuile vaat af en zet de vaat op het aanrecht. 2. Zet de vaat soort bij soort. 3. Vul de afwasbak met warm water. 4. Zet het afdruiprek naast de afwasbak. 5. Doe een beetje afwasmiddel in de bak. 6. Was alles netjes af. 7. Droog de vaat goed af. 8. Zet de schone vaat soort bij soort op een tafel.

19 Afwassen met de hand Doen Opdracht 6 Je gaat nu afwassen Pak de werkkaart: Afwassen met de hand. Overleg met de docent wat je gaat afwassen. Nakijken Opruimen Zet een afwasbak nooit nat weg. Anders gaat de bak schimmelen. Hang de theedoek uit. Dan kan de theedoek drogen. Hang de vaatdoek ook uit. Bijvoorbeeld over de kraan. 9 Opdracht 7 Heb je alles schoongemaakt en opgeruimd? Zet een cirkel om jouw antwoord. Afwasbak Afdruiprek Afwasborstel Theedoek Afwasmiddel

20 Keuken Opdracht 8 Bekijk de schone vaat. Laat er ook een klasgenoot naar kijken. Zet een cirkel om jouw antwoord. Is alles schoon en droog? De schone vaat ruim je op. Zet alles steeds op dezelfde plek. 10