Basisbeginselen van de pacemaker voor de anesthesist Dr. Laurence Van Gestel Dr. Steve Coppens
Inhoudstafel 1. Basisprincipes 2. Permanente pacemaker 3. Tijdelijke pacemaker 4. Take home messages
1. Basisprincipes
1. Basisprincipes: Functie Pacet het hart = electrische stroom (ma) naar het hart zenden Senset het hart = meten van spanning (mv) gegenereerd door cardiale contractie
1. Basisprincipes: Ventriculaire sensing Detectie van een R-golf: Basislijn bepalen: elke SPANNING hierboven is een R- golf = Ventriculaire SENSITIVITEIT
1. Basisprincipes: Ventriculaire sensing Probleem: PM detecteert géén R-golf..! Oplossing: PM méér sensitief maken -> DUS spanningsniveau verlagen
1. Basisprincipes: Atriale sensing Detectie van een P-golf: Idem: basislijn bepalen = Atriale sensitiviteit Probleem: spanning T-golf komt ook boven dit niveau..! Oplossing: vind een R-golf, stel refractaire periode in (waarin T- golf valt), het volgende dat komt is een P-golf
1. Basisprincipes: Atriale sensing
1. Basisprincipes: Instellingen Twee groepen: Fixed mode (DOO, VOO, AOO) = asynchroon Demandmode (VVI, DDD, ) = synchroon
1. Basisprincipes: Instellingen Lettercode: Pacing locatie Sensing locatie Respons op gesensete signaal Rate-modulation Antitachy-arrythmie functie A A O V V T D D I O D
1. Basisprincipes: Instellingen AAI Pacing locatie Sensing locatie Respons op gesensete signaal Rate-modulation Antitachy-arrythmie functie A A O V V T D D I O D AAI 70 bpm: -> sinusritme > 70 bpm: geen atriale pacing -> sinusritme < 70 bpm: atriale pacing Indicatie: sinusknoopziekte met normale AV-geleiding
1. Basisprincipes: Instellingen VVI Pacing locatie Sensing locatie Respons op gesensete signaal Rate-modulation Antitachy-arrythmie functie A A O V V T D D I O D VVI 70 bpm: -> ventriculair ritme > 70 bpm: geen ventriculaire pacing -> ventriculair ritme < 70 bpm: ventriculaire pacing Indicatie: VKF met trage of ontbrekende voortgeleiding/ AV-knoopablatie -: desynchrone contractiliteit tussen RV en LV Verkl: pacingin RV -> passieve activatie LV vrije wand (-> EF)
1. Basisprincipes: Instellingen DDD Pacing locatie Sensing locatie Respons op gesensete signaal Rate-modulation Antitachy-arrythmie functie A A O V V T D D I O D DDD 70bpm met AV interval 200msec -> sinusritme <70: atriale pacing; ventrikulaire activiteit na 200msec? Ventric pacing -> sinusritme >70: geen atriale pacing ; ventrikulaire activiteit na 200msec? Ventric pacing Indicatie: bradycardie met slechte AV-geleiding + : hemodynamisch efficiënter
1. Basisprincipes: Instellingen Probleem: DDD aan 50 bpm Monitor: Werkt de PM wel goed??
1. Basisprincipes: Instellingen Ja! Senset atriaal ritme van 110bpm, wacht PR interval (200msec) maar er komt geen R-golf (1 ste graad AV-block): PM pacet. => PM kan hart niét trager doen slaan!!
1. Basisprincipes: Instellingen DOO = asynchroon Pacing locatie Sensing locatie Respons op gesensete signaal Rate-modulation Antitachy-arrythmie functie A A O V V T D D I O D DOO 70 bpm: -> A & V 70x/min pacen, onafhankelijk van onderliggend ritme/frequentie Indicatie: peroperatief tijdens coagulatie
1. Basisprincipes: CRT = Cardiale resynchronisatie therapie Indicatie: HF (EF<35%) met LBTB Extra lead via sinus coronarius om ook LV vrije wand te pacen: delay verkleinen tussen contractie RV en LV vrije wand => synchronisatie ventriculaire contracties CRT-P CRT-D = biventriculaire PM in combinatie met ICD
1. Basisprincipes: ICD = implantable cardioverter-defibrillator ritmes onderscheiden -> atriaal: synchroon shocken = cardioversie -> ventrikulair: asynchroon shocken = defibrillatie
2. De permanente pacemaker
2. De permanente pacemaker: Peroperatief: interferentie Electromagnetische interferentie: 1) Electrocauterisatie 2) Radiofrequente ablatie 3) MRI
2. De permanente pacemaker: Peroperatief: interferentie 1) Electrocauterisatie: * ICD: VF DC-shock * PM: cardiale activiteit geen pacing Voorzorgsmaatregelen: - Bipolaire cauterisatie - Zo unipolair: grondplaat zo ver mogelijk van device -Magneet - Asynchroon pacen zo PM-dependent
2. De permanente pacemaker: Peroperatief: interferentie 2) Radiofrequente ablatie Gevaar: conductie langsheen de leads: arrythmie, myocard schade 3) MRI Opwarming leads en electroden: falen ICD, myocard schade
2. De permanente pacemaker: Peroperatief: magneet Magneet schakelaar: activeert een gepredetermineerdeinstelling (bijvdoo), MAAR is afh van de batterijstatus, type device, firma => onvoorspelbaar!
2. De permanente pacemaker: Peroperatief: magneet Standaard: Magneet + ICD: inhibitie arrythmie detectie magneet weg: terug normaal gedrag (<-> lang contact: ICD evt permant uitgeschakeld!) Magneet + PM: DOO aan 99bpm (<-> DOO aan 50bpm)
2. De permanente pacemaker: Peroperatief: magneet Probleem: end-of-life: DOO aan 50 ipv 99bpm (= batterijsparende modus) => verhoogd risico R op T met VF!
2. De permanente pacemaker: Peroperatief: magneet Probleem: Pt met ICD en magneet: plots VF Oplossing: Verwijderen magneet => spontane heractivatie antitachycardiefunctie na 10sec (tijd voor ICD om te kunnen opaden)? ja: geen probleem nee: externe defib (pads thv beide axillae: 10cm van ICD)
3. De tijdelijke pacemaker
3. De tijdelijke pacemaker Leads vastgehecht aan epicardvan RV ± RA
3. De tijdelijke pacemaker
3. De tijdelijke pacemaker Probleem: Pt op ITE, PM in VOO R op T VF REANIMATIE Oplossing: PM NOOIT asynchroon laten staan als er geen electro-cauterisatiemeer is (PAZA/ ITE)
3. De tijdelijke pacemaker Drempelen = bepalen vd minimale hoeveelheid energie nodig om het hart te laten contraheren 1: Zet PM-detectie aan op monitor 2: Stel de frequentie in op 10 slagen hoger dan de eigen frequentie, en stel atriale en ventriculaire output in op 20-25mA: Atriale pacing: een spike met direct opvolgend een P-top Ventriculaire pacing: een spike met direct opvolgend een QRS-complex 2: Verlaag nu langzaam de atriale/ventriculaire output totdat spikes niét meer gevolgd worden door een P-top of QRS-complex = stimulatiedrempel 3: Stel de output in op een waarde 2-3 maal hoger dan de stimulatiedrempel (min 3mA)
4. Take home messages
4. Take home messages - PM kan hart sneller doen slaan, niet trager - Magneet magisch - DOO/VOO enkel in OKA wanneer er cauterisatie wordt gebruikt
Referenties Pacemakers for Anesthesiologists Made Incredibly Simple By Arthur Wallace, M.D., Ph. D., April 2008 Core Topics in Cardiac Anesthesia By Jonathan H. Mackay, Dr Joseph E. Arrowsmith, 2012 Yao and Artusio's Anesthesiology. Problem-Oriented Patient Management. (Section II chapter 9)
Bedankt voor jullie aandacht (en voor het vroege opstaan)!