Supra-ventriculaire tachycardie

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Supra-ventriculaire tachycardie"

Quinten Janssens
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Supra-ventriculaire tachycardie (SVT) Dr. Sebastiaan Velthuis Cardioloog, Jeroen Bosch Ziekenhuis

2 Typen SVT s Smal complex tachycardie (Inappropriate) Sinustachycardie AF Atriale flutter Atriale tachycardie AVNRT Orthodrome cirkel tachycardie/avrt Breed complex tachycardie Antidrome cirkel tachycardie/avrt SVT met aberrantie

3 Sinustachycardie Hyperthyroidism Fever Sepsis Anxiety Pheochromocytoma Anemia Hypotension and shock Pulmonary embolism Acute coronary ischemia and myocardial infarction Heart failure Chronic pulmonary disease Malignancy Pregnancy

4 Inappropriate sinustachycardie Zeldzaam Jonge vrouwen HF > 100/min overdag, toename tijdens (geringe) inspanning Oorzaak niet bekend Impuls stoornis sinusknoop Onderscheid tussen sinusknoop re-entry tachycardie Meer plotseling begin en einde Calcium antagonisten, b-blokker, ivabradine of ablatie met pacemaker

5 Inappropriate sinustachycardie

6 AF (epidemiologie) Meest voorkomende SVT Incidentie 2% van de populatie 5-15% bij 80-jr Type AF silent (minimaal 30 sec) Paroxysmaal (48u 7dg) Persistent (7 dg-1jaar of ECV) Permanent (geaccepteerd)

7 AF (oorzaken) Verhoogde intra-atriale druk: Kleplijden, LV dysfunctie, (pulmonale) hypertensie, ASD Cardiale ischemie: Atriaal of secundair aan ventriculaire ischemie Inflammatie: Myocarditis Pulmonaal: Longembolie, pneumonie, COPD, longkanker Alcohol, drugs en koffie Endocrien: Schildklier Post-operatief: hart, long maag Verhoogde (para)sympathische activiteit Neurologisch: Hersenbloeding of stroke Familiair Ouderdom (atriale fibrose) Obesitas OSAS Nierfalen Idiopathisch

8 AF en complicaties Risico op stroke, hartfalen, mortaliteit, hospitalisatie Antistolling met sintrom of NOAC (geen ascal) Vanaf CHADS-VASC 1 te overwegen Altijd in hypertrofische cardiomyopathie

9 Rate versus rhytm controle Geen verschil in mortaliteit of ontwikkelen hartfalen Rhytm controle: <48u of anders na 3 weken antistolling Minstens 4 weken antistolling na cardioversie Niet in geval van permanent AF Afhankelijk van duur, leeftijd, LA grootte, geassocieerde hartziekte Elektrisch met cardioversie (ECV) pads AP effectiever dan AL Bij pacemaker/icd, pads >8cm van device Pace drempel kan oplopen dus controle nadien Chemisch met flecainide, sotalol, amiodaron Voorbehandeling voor ECV Rate controle: Middels metoprolol en/of digoxine en/of verapami/diltiazem Risico op tachy-cardiomyopathie vanaf langdurig >130/min Doel < 110/min

10 Invasieve behandeling AF Persisterende klachten, ondanks medicatie Niet in afwezigheid van klachten Antistolling continueren Kan overwogen worden als eerste behandel optie Effect 6 weken afwachten Succeskans 77% (versus 52% medicaenteus) Tweed ablatie soms noodzakelijk Pulmonaal vene isolatie Anders (mini) MAZE via VATS met eventueel hartoor amputatie His-ablatie en pacemaker tachy-cmp, CRT-D

11 Pulmonaal venen isolatie (PVI)

12 Atriale flutter (1) Macro-reentrant circuit Rechter boezem>linker boezem Flutter golven Regulair of regulair irregulair 300/min, SVT 150/min 2:1 AV geleiding, (75/min 3:1) Typische flutter/counterclockwise caudo-craniale activatie via intra-atriale septum naar boven Atypische flutter/clockwise (10%)

13 Typische flutter met negatieve flutter golven inferior en positief in V1

14 Atypische flutter met positieve flutter golven inferior

15 Atypische flutter vanuit mitralisklep annulus

16 Atriale flutter (2) Indicatie antistolling gelijk aan AF Rate control vaak lastig Ibutilide/corvert voor chemische conversie Cavo-tricuspid isthmus als trage pathway Lijn tussen VCI, sinus coronarius en TV Goed te ableren

18 Atriale tachycardie (AT) Oorzaak: Re-entry in klein atriaal gebied Abnormale automaticiteit Triggered activity (cel vuurt 2x terwijl 1x gestimuleerd) Configuratie ectopische P-toppen voorspelt oorsprong Paroxysmale AT, plots begin en eind Incessant/permanente AT, >50% van de dag aanwezig Rate control lastig Frequentie neemt verder toe bij inspanning Risico op tachy-cardiomyopathie Catheter ablatie noodzakelijk

19 Paroxysme van AT, plots begin met andere P-top configuratie

20 AT met negatieve P-top I, positief II, III, avf. Hoogste voltage III. Brede P-top.

21 AT met negatieve P-top in II, III, avf; Origine laag in atrium. Smalle P-top; origine dicht bij inter-atriaal septum.

22 AV-nodale re-entry tachycardie (AVNRT) AV-knoop: 2 paden met verschillende refractaire periode en geleidings snelheid

23 AVNRT - subtypes (Common) Slow-fast AVNRT Begint met PAC Retrograad via snelle pad P-top in of net na QRS complex

24 Begin van common type slow-fast AVNRT door PAC en dan verlengde PQ tijd

25 Het nut van het vergelijken van QRS complex met dat in siniusritme

26 Links: AVNRT met 2:1 voortgeleiding, meestal blok in His-bundel Rechts: AVNRT met 1:1 voortgeleiding (Midden: fase 3 blok in linker bundel; aberrantie)

27 AVNRT - subtypes (Uncommon) Fast-slow AVNRT Begint met een PVC Retrograad via trage pad (Negatieve) P-top duidelijk achter QRS complex Soms RP zelfs langer dan PR

28 Uncommon AVNRT, negatieve P top inferior en RP > PR

29 Cirkel/ AV-re-entry tachycardie (AVRT) Accessoire verbinding tussen atrium en ventrikel Pre-excitatie Wolff-Parkinson-White syndroom

30 Orthodrome cirkel tachycardie b a Variatie in geleidings snelheid accessoire bundel Orthodrome cirkel tachycardie met langzamere (a) en snellere (b) accessoire bundel

31 DD van SVT met negatieve P-top voor QRS

32 SVT en sinus carotis massage of adenosine Ontmaskert een atriale flutter Stopt een AVNRT

33 Adenosine ontmaskert een atriale tachycardie

34 Antidrome cirkel tachycardie Origine supraventriculair, echter breed QRS complex Anterograde geleiding over accessoire verbinding, retrograad via AV-knoop Antidrome cirkel tachycardie met accessoire bundel rechts lateraal gelegen (LBTB-vorm)

35 Om het makkelijk te maken: aberrantie Welke vorm van SVT dan ook met b.v. LBTB of RBTB

36 Samenvatting types SVT s Smal complex tachycardie (Inappropriate) Sinustachycardie AF Atriale flutter Atriale tachycardie AVNRT Orthodrome cirkel tachycardie/ AVRT Breed complex tachycardie Antidrome cirkel tachycardie/avrt SVT met aberrantie

37 Oefen ECG s

38 Atrium fibrilleren /min

39 Atriale flutter met 1:1 voortgeleiding

40 AVNRT

41 (Typische, counter-clockwise) atriale flutter met 3:1 voortgeleiding Tevens linker anterior hemi-blok (anticus blok)

42 Orthodrome cirkel tachycardie met snelle accessoire bundel (niet te onderscheiden van AVNRT)

43 Belhassen ventrikel tachycardie/ fasciculaire tachycardie Licht verbreed QRS complex, RBTB en linker hartas

44 Vragen?

Vergelijkbare documenten

THEMA-AVOND ELEKTROCARDIOGRAFIE

THEMA-AVOND ELEKTROCARDIOGRAFIE Drs. E. Göbel; J. Rademakers Differentiaaldiagnose in tachy-aritmieën AV nodale reentry tachycardie (AVNRT) Twee gescheiden geleidingsbanen in AV knoop Snel geleidend,