Overzicht behandelprotocol 1

Vergelijkbare documenten
helemaal niet kenmerkend enigszins kenmerkend erg kenmerkend

Metacognitieve therapie voor de Gegeneraliseerde Angst Stoornis. Colin van der Heiden. Workshop NJC-VGCt Zwolle, 12 april 2013

Colin van der Heiden

Informatie voor patiënten

Metacognitieve therapie voor de Gegeneraliseerde Angst Stoornis: Wat is het en werkt het? Colin van der Heiden PsyQ

Metacognitieve therapie voor Gegeneraliseerde Angst Stoornis. Colin van der Heiden. Workshop VGCt Najaarsconferentie 7 november 2012

1 Metacognities en gegeneraliseerde angst: theorie en behandeling

Metacognitieve therapie bij gegeneraliseerde angst

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Werkblad Situationele triggers voor mijn angstproblemen

WERKWIJZE VOOR HET WERKEN MET EMDR VANUIT KLACHTEN LINKSOM KINDERVERSIE

Dit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ.

CGT bij kinderen/jongeren met angst- en dwangstoornissen

Workshop: (op)weg met angst VVKP Studiedag

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Strategieën. Ik laat los en ik heb vrede met het levensproces. Ik kijk objectief & eerlijk naar mijzelf N 1 5

HOARDING CARE. Hoarding. hoe te herkennen en hoe te behandelen. Ron de Joode Cognitief gedragstherapeutisch werker / verpleegkundig consulent

Beoordeel de twee vas-schalen. Indien niet van toepassing omcirkel: A. In hoeverre waren bovenstaande methoden en technieken op z n plaats?

Een cognitief gedragstherapeutisch behandelprotocol voor jongeren met een selectieve en/of restrictieve voedselinname stoornis (ARFID)

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Figuur 2.1 Registratieformulier Emoties

Hoe het foute denken aanpakken? Een overzicht van gesprekstechnieken

De behandeling van de dwangstoornis. Else de Haan & Lidewij Wolters UvA / AMC / De Bascule Veldhoven, VGCT, november 2013

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

De Taxonomie van Bloom Toelichting

Over de behandeling van angst Doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? Colin van der Heiden in Dth 2017, nummer 1

Handleiding module gegeneraliseerde. angststoornis

Protocol Imaginaire verwerking Woede, Wrok en Wraak

WERKWIJZE VOOR HET WERKEN MET EMDR VANUIT KLACHTEN ( LINKSOM )

6. Project management

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose.

Symposium Angststoornissen en? Den Haag, 10 oktober Chantal Dommanschet Klinisch psycholoog psychotherapeut PsyQ Angststoornissen Den Haag

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Metacognitieve therapie voor GAS vanuit een geïntegreerd cognitief gedragstherapeutisch perspectief: Een gevalsbeschrijving

Minder angstig in sociale situaties

Dwang en autisme. Cognitieve gedragstherapie bij jongeren met een obsessief compulsieve stoornis en een stoornis uit het autistische spectrum.

WERKWIJZE VOOR HET VERANDEREN VAN (KERN)OPVATTINGEN MET EMDR ( RECHTSOM )

E book Cognitieve therapie

De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk Universitair Ziekenhuis Gent

EMDR. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie

INTER- PSY Lente Symposium 2013

Het effect van de FOCUS op exposure bij OCS CGT nonresponders

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips

Laten zitten compensatiegedrag bij eetstoornissen

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose.

prof dr Else de Haan De Bascule/AMC/UvA Amsterdam 7 0tober 2010

Combinatoriek en rekenregels

E-book-Cognitieve therapie.indd :17:27

Sessie 0 Slaapanamnese

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Cliëntbeoordelingen e-health

Flashforward Protocol met Mental Video Check

Wat kan ik wél doen bij angst of dwang in mijn gezin?

EXPOSURE BIJ KINDEREN EN JONGEREN. Eric Heyns

Therapy Adherence Scale (Therapie-trouw schaal) voor Schematherapie bij de Borderline Persoonlijkheidsstoornis.

Cognitief-gedragsmatige groepstraining voor depressieve en/of angstige adolescenten

Word ook cognitief gedragstherapeut VGCt. Volg de postmasteropleiding

Word je gedachten de baas

Zorg voor de zorgenden ofwel: meelopen tot het eind en (zelf) overeind blijven. Maastricht 26 november 2009

Module Veilig Verder. Een psycho-educatieve module over risicotaxatie voor patiënten in een forensische setting

EMDR STANDAARDPROTOCOL

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Nieuwe inzichten in de werking en toepassing van exposure. Marleen Rijkeboer & Erik ten Broeke

Informatie over het wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van psychologische behandeling bij dwangklachten.

Wat is graded exposure in vivo?

Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz

Stoornissen Randomised Controlled Trial (RCT) Implementatie Begeleide zelfhulp inhoudelijk Conclusie

Individuele Cognitieve Gedragstherapie bij Middelengebruik en Gokken. Dagdeel 1 1-1

Test denkprofiel jongeren

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

De moeilijkste verkoop in je leven, is het verkopen van jezelf aan jezelf.

Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën. praktijktoetsen. cognitief gedragstherapeut in opleiding

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2

Begeleide zelfhulp, een nieuwe interventie. Christine van Boeijen

Deeltijdbehandeling groep 2

Stoppen met zelfbeschadiging?

prof. dr. Sako Visser dr. Michel Reinders Cognitieve gedragstherapie bij somatisatie

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal

Lichaam en geest zijn één

Handleiding Perspectief 3 e editie: Introductie

Overzicht sessies ouders Overzicht sessie kinderen Sessie 1 Introductie Sessie 2 Het verhaal en de veiligheid Sessie 3 Veiligheid en tips

Individuele coaching en groepsbijeenkomsten. Volwassenen met AD(H)D

Verzamelstoornis Marjolijn Korteweg, Danielle Cath. Presentatie

HET RAAMWERK VAN DE TRAINING

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Het culturele interview Nederlandse versie Hans Rohlof, Noa Loevy, Lineke Sassen & Stephanie Helmich

EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring

ANGSTEN OVERWINNEN Een mentale, gedragsmatige en lichamelijke aanpak Vlaams Angstcentrum Bart De Saeger

Nieuwe inzichten in de werking en toepassing van exposure, deel 2. Erik ten Broeke & Marleen Rijkeboer

Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt.

Huiswerk op de Sint Josephschool.

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

Paniekstoornis. Angststoornissen

Sportief Coachen 2e Kaderavond. Een$sportbreed$programma$dat$spor/ef$gedrag$s/muleert$en$ongewenst$gedrag$aanpakt$

Faalangst WAT IS HET EN WAT KAN JE ER AAN DOEN?

Doorbreek je depressie

BIJLAGE. met angstgedachten

SWOT - analyse. november 2007 van Dromen naar Scoren 1

COVA 2. Naam: Sanne Terpstra. Studentennummer: Klas: 2B2. Lerares: L. te Hennepe

Transcriptie:

Overzicht behandelprotocol 1 sessie 1: kennismaking, inventarisatie en uitleg rationale z Geef een samenvatting van het intakeverslag en leg het klinisch beeld van GAS uit (DSM-IV-criteria). z Bespreek een recente piekerperiode aan de hand van het metacognitieve model. z Demonstreer de contraproductiviteit van piekeren als copingstrategie ( stel-dat oefening) en gedachteonderdrukking ( wittebeerexperiment ). z Geef uitleg over de behandeling (o.m. het belang van zelfwerkzaamheid, huiswerkafspraken). z Neem de rationale van de behandeling door (m.b.v. figuur 1.3) en geef de informatiefolder mee (bijlage 4). z Introduceer de piekerregistratieopdracht als huiswerkopdracht. Fase 1: Identificeren type-2-gepieker sessie 2 z Bespreek de registratieopdracht. z Spoor type-2-gepieker op door: z te vragen hoe de patiënt zijn (voortdurende) gepieker beoordeelt; z samen met de patiënt een voor- en nadelenlijst van het piekeren op te stellen; z een experiment voor te stellen waarbij de patiënt het piekeren oproept en zich op het piekeren concentreert in plaats van het piekeren te onderdrukken of afleiding te zoeken; z na te vragen of de patiënt pogingen doet het denken/piekeren te stoppen en zo ja, wat daarvan de reden is; 1 Van der Heiden, Methorst, Van der Molen & Muris. Behandelprotocol Metacognitieve therapie GAS: onderzoeksversie

z z z en/of neem de MCV door met de patiënt. Introduceer het eerste deel van het piekergedachteschema (bijlage 2). Huiswerk: piekerregistratie en twee piekergedachteschema s invullen. sessie 3 z Bespreek de registratieopdracht en het ingevulde piekergedachteschema. z Spoor type-2-gepieker op (zie sessie 2). z Leg uit dat de volgende sessies gericht zijn op het onderzoeken van negatieve metacognities met als thema onbeheersbaarheid. z Huiswerk: piekerregistratie en twee piekergedachteschema s invullen. Fase 2: Onderzoeken en wijzigen van negatieve metacognities sessie 4 z Bespreek de registratieopdracht en de twee piekergedachteschema s. z Onderzoek een negatieve metacognitie omtrent onbeheersbaarheid van het piekeren met behulp van de volgende verbale technieken: z Vraag de bewijzen na die deze metacognitie ondersteunen. Vraag vervolgens de bewijzen/ervaringen na die deze metacognitie niet ondersteunen of ermee in tegenspraak zijn. Formuleer op basis van de bewijzen een evenwichtige, nieuwe gedachte en vraag de geloofwaardigheid na. Vraag naar het effect van de nieuwe gedachte op het gevoel. z Vraag naar ervaringen waarin het wel lukte de aandacht van het piekeren af te leiden. Vraag vervolgens na wat de betekenis van die ervaringen is voor de metacognitie omtrent onbeheersbaarheid van het piekeren. z Huiswerk: piekerregistratie en minstens twee piekergedachteschema s volledig invullen. sessie 5 z Bespreek de registratieopdracht en de piekergedachteschema s. z Onderzoek een negatieve metacognitie omtrent onbeheersbaarheid van het piekeren (zie sessie 4). z Introduceer een gedragsexperiment om de onbeheersbaarheid van piekeren te toetsen: piekeren uitstellen tot een vast moment (gecontroleerde piekerperiode).

z Huiswerk: piekerregistratie, twee piekergedachteschema s invullen, gedragsexperiment uitvoeren. sessie 6 en het gedragsexperiment (m.n. de betekenis voor de onbeheersbaarheid van piekeren). z Introduceer een vervolg op het uitgevoerde experiment: vraag de patiënt tijdens de gecontroleerde piekerperiode juist te proberen de controle te verliezen. z Leg uit dat de volgende drie sessies gericht zijn op het onderzoeken van negatieve metacognities met als thema gevaar. gedragsexperiment uitvoeren. sessie 7 en het gedragsexperiment (m.n. de betekenis voor de onbeheersbaarheid van piekeren). z Onderzoek een negatieve metacognitie omtrent veronderstelde gevaren van het piekeren met behulp van de volgende verbale technieken: z Vraag de bewijzen na die deze metacognitie ondersteunen. Vraag vervolgens de bewijzen/ervaringen na die deze metacognitie niet ondersteunen of ermee in tegenspraak zijn. Formuleer op basis van de bewijzen een evenwichtige, nieuwe gedachte en vraag de geloofwaardigheid na. Vraag naar het effect van de nieuwe gedachte op het gevoel. z Bespreek met de patiënt dat hij zowel positieve als negatieve gedachten over het piekeren heeft. Vraag na hoe de patiënt dit verklaart. Vraag vervolgens naar de betekenis voor de metacognities naar aanleiding van de verklaring die de patiënt geeft. z Vraag uitleg over de wijze waarop piekeren tot de gevreesde catastrofe kan leiden. z Introduceer een gedragsexperiment gericht op het toetsen van het veronderstelde gevaar: vraag de patiënt bij spontane piekerperioden erger te gaan piekeren om na te gaan of de gevreesde gebeurtenissen daadwerkelijk optreden. gedragsexperiment uitvoeren.

sessie 8 en het gedragsexperiment (m.n. de betekenis voor de gevaarlijke gevolgen van piekeren). z Onderzoek een negatieve metacognitie omtrent veronderstelde gevaren van het piekeren met behulp van verbale technieken (zie sessie 7). z Introduceer gedragstechnieken om de metacognities omtrent gevaar te toetsen: z laat de patiënt belangrijke anderen interviewen over (hun visie op) piekeren; z vraag de patiënt pogingen het piekeren te stoppen te staken (verwijs naar het wittebeerexperiment uit sessie 1). z Huiswerk: piekerregistratie, twee piekergedachteschema s invullen en gedragstechnieken uitvoeren. Fase 3: Onderzoeken en wijzigen van positieve metacognities sessie 9 en de uitgevoerde gedragstechnieken (m.n. de betekenis van de uitkomsten voor de metacognities omtrent gevaar ). z Evalueer fase twee: onderzoeken van negatieve metacognities. z Leg uit dat de volgende drie sessies (ook deze) gericht zijn op het onderzoeken van positieve metacognities. z Onderzoek op socratische wijze een positieve metacognitie door de bewijzen voor en tegen de metacognitie te bespreken en op basis van de bewijzen een alternatieve gedachte over de helpendheid van piekeren te formuleren. z Vraag de patiënt naar zijn beangstigende voorspelling van een gebeurtenis waarover hij zich zorgen maakt. Vraag de patiënt de bewuste situatie op te zoeken om na te gaan of de voorspelling al dan niet uitkomt. Bespreek de volgende sessie of de voorspelling overeenkwam met de feitelijke uitkomst. Bespreek de betekenis hiervan voor de positieve metacognitie (wordt die ondersteund of juist niet?). de besproken toekomstige situatie opzoeken om de positieve metacognitie te toetsen.

sessie 10 en de uitkomst van de opgezochte situatie om de positieve metacognitie te toetsen. z Onderzoek een positieve metacognitie met behulp van de volgende verbale technieken: z Vraag naar situaties waarin niet gepiekerd werd, maar de afloop wel positief was. Vraag vervolgens naar de betekenis van het besprokene voor de positieve metacognitie. z Bespreek een recente piekerperiode gedetailleerd. Vraag met name de beangstigende voorspelling na (= inhoud van het piekeren). Vraag vervolgens naar de uiteindelijke uitkomst van de gebeurtenis waarover gepiekerd werd. Kwam de voorspelling overeen met de feitelijke uitkomst? Wat betekent dit voor de positieve metacognitie (bijv. dat piekeren helpt om negatieve gebeurtenissen te voorkomen)? z Huiswerk: gedragsexperimenten gericht op het onderzoeken van positieve metacognities: z stoppen-met-piekeren experiment: instrueer de patiënt te stoppen met piekeren om te toetsen of de gevreesde negatieve gevolgen van niet-piekeren optreden; z instrueer de patiënt juist meer te gaan piekeren om te onderzoeken of de prestaties inderdaad beter worden door te piekeren. gedragsexperimenten uitvoeren. sessie 11 en de uitgevoerde gedragsexperimenten (m.n. de betekenis voor de positieve metacognities). z Evalueer fase drie: onderzoek van positieve metacognities. z Leg uit dat de laatste drie sessies gericht zijn op: z opheffen van bestaand vermijdingsgedrag; z leren anders om te gaan met (bedreigende) informatie dan door erover te piekeren. z Inventariseer welk vermijdings- en veiligheidsgedrag nog toegepast wordt en zet dit in een angsthiërarchie. z Introduceer exposure met responspreventie: spreek af dat de patiënt de eerste vermeden situaties uit de hiërarchie opzoekt of veiligheidsgedragingen achterwege laat, met als doel aan de angst te wennen en te ervaren dat de gevreesde ramp niet optreedt.

z Huiswerk: piekerregistratie, zo nodig piekergedachteschema invullen en exposure- en responspreventieopdrachten uitvoeren. Fase 4: opheffen vermijdingsgedrag en oefenen met alternatieve manieren van informatieverwerking sessie 12 z Bespreek de registratieopdracht en de uitgevoerde exposure- en responspreventieopdrachten. z Introduceer overgevoeligheid voor cognitiebevestigende informatie: leg uit dat de lang bestaande angst ertoe heeft geleid dat de patiënt veel gevoeliger is dan andere mensen voor informatie die zijn zorgen bevestigt. Het kan gaan om externe informatie (berichten in de krant over inbrekers, kritiek van anderen), maar ook om interne informatie (hartkloppingen, duizeligheid). Leg vervolgens uit dat informatie die laat zien dat de zorgen niet of niet helemaal kloppen vaak niet opgemerkt of vervormd wordt door het als toeval, geluk of uitzondering op de regel te zien (bijv.: een compliment van de baas wordt geïnterpreteerd als dat kwam alleen maar doordat hij een goede bui had, het zegt verder niets over mij ). z Introductie huiswerk: technieken gericht op vergroten van gevoeligheid voor informatie die strijdig is met de inhoud van het piekeren: z Taartpunttechniek: brainstormen over mogelijke alternatieve verklaringen voor de gebeurtenis die onderwerp van vermijding of veiligheidsgedrag was. Laat de patiënt elk alternatief visualiseren in een taarttekening, waarin de grootte van elke taartpunt de mate van verklarende waarde weergeeft. Bespreek de gevolgen voor de geloofwaardigheid van de oorspronkelijke interpretatie. z Een logboek van positieve gebeurtenissen of feiten bijhouden over situaties die onderwerp zijn van vermijding of veiligheidsgedrag (bijv. bij vermijding van nieuwsberichten in de plaatselijke media over inbraken: dat de kans op inbraken in de eigen buurt klein is, dat er nog nooit ingebroken is, dat er voldoende sloten aangebracht zijn enz.). Rationale voor de patiënt: doel is de aandacht en gevoeligheid voor positieve (en met de gedachten strijdige) informatie te vergroten. z Huiswerk: registratieopdracht, exposure- en responspreventieopdrachten uitvoeren, taartpunttechniek toepassen en logboek van positieve gebeurtenissen bijhouden.

sessie 13 z Bespreek de registratieopdracht, de uitgevoerde exposure- en responspreventieopdrachten, de taartpunttechniek en het logboek van positieve gebeurtenissen. z Maak afspraken over exposure en responspreventie aan de hand van de angsthiërarchie. z Leg (nogmaals) uit dat piekeren als strategie vervangen moet worden door andere denkstrategieën om te voorkomen dat de patiënt later bij confrontatie met problemen toch weer gaat piekeren (omdat hij niet beschikt over alternatieve copingstrategieën). Introduceer en oefen de volgende alternatieve strategieën: z brainstormsessie waarin positieve uitkomsten worden bedacht voor (voorheen) zorgelijke situaties; z het laten gaan van gedachten in plaats van ze te onderdrukken. z Huiswerk: piekerregistratie, piekerdagboek, exposure- en responspreventieopdrachten uitvoeren, taartpunttechniek toepassen, logboek van positieve gebeurtenissen bijhouden, brainstormsessies en oefenen met laten gaan van gedachten. sessie 14 z Bespreek het huiswerk. z Evalueer het behandelprogramma en stel een terugvalpreventieprogramma op.