OVER MORGEN. Informatiebijeenkomsten goed bezocht Financiële situatie Hypotheken als belegging

Vergelijkbare documenten
Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Eerstvolgende belangrijke datum: 31 december 2012

Extra informatie pensioenverlaging

Beleggen. voor uw pensioen

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

Beschikbarepremieregeling

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

Tijden veranderen, uw pensioen verandert mee

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan.

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI bpfhibin.nl

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Beschikbarepremieregeling

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Individueel pensioensparen

Pensioenbeleggen. Individueel pensioenbeleggen bij Pensioenfonds UWV

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).*

Beschikbarepremieregeling

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Beschikbarepremieregeling

Pensioen. Waardeoverdracht bij indiensttreding

15 vragen en antwoorden over de veranderingen in de pensioenregeling

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Een nieuwe pensioenregeling

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Pensioen. Beleggen voor uw p ensioen

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

Principeakkoord cao-pensioenregeling Q&A Intern

Vraag-antwoord voor Pensioenfonds ANWB

De pensioenleeftijd zal omhoog gaan

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Uw pensioen in onzekere tijden

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

VERKORT JAARVERSLAG 2015

Nettopensioenregeling

Uw pensioen en Flexioen. Flexibel Individueel Pensioen

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Stichting CRH Pensioenfonds. 20 februari 2013 Utrecht-De Meern

Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen

Uitgangspunten. Nettopensioenregeling

Pensioen Nieuws. Uw pensioenregeling verandert opnieuw. #12 februari 15 P4 P6. Pensioenfonds

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

Individueel pensioensparen

Terugblik 2011 in cijfers

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Pensioen Nieuws. Wat komt er op ons af? #10 januari 14. Pensioenfonds

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan.

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Risico s rond pensioen

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014

Verstandig beleggen voor een goed pensioen

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld?

1.B. Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor pensioengerechtigden mei 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

De dekkingsgraad van het Pensioenfonds is bijna elke maand anders. Dat komt vooral door de rentestand en onze beleggingsopbrengsten.

Uniform Pensioenoverzicht 2019 Stand per: 31 december 2018

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Individueel pensioensparen

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei Waarom een extra nieuwsbrief?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

DNBulletin: Pensioenfondsen gaan in herstelplannen uit van hoge rendementen

Pensioenactualiteiten

Pensioeninformatiebijeenkomst over herstelplan 2009

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor deelnemers in actieve dienst mei 2014

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen?

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Hoe is uw pensioen geregeld?

Het jaarverslag 2014 samengevat

De heer W.I.W. Voorbeeld Straat AB WOONPLAATS 1234ab49. Heerlen, April Beste heer Voorbeeld,

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Hoe bouwt u pensioen op? Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Wat krijgt u in onze pensioenregeling niet?

AMF een goed geregeld pensioen. Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005

Wijziging pensioenregeling

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari Ferry Pereboom Angelique Kansouh

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

PER 1 JANUARI 2015 IS UW PENSIOEN VERANDERD WAT BETEKENT DIT PRECIES VOOR U?

POPULAIR JAARVERSLAG 2013

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Pensioenregeling 2015 en nieuw FTK

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

Individueel pensioensparen

Transcriptie:

OVER MORGEN januari 2013 Het pensioenmagazine over uw inkomen voor vandaag, morgen of later Informatiebijeenkomsten goed bezocht Financiële situatie Hypotheken als belegging

voorwoord Terugblikken en vooruitkijken niet voor ons fonds. Een korting raakt gepensioneerden rechtstreeks in de portemonnee. Indirect raakt het ook de actieve deelnemers, omdat de opgebouwde aanspraken worden verlaagd. Kijken we naar ons eigen fonds, dan breekt ook bij ons een belangrijke periode aan. Hoe ontwikkelt de dekkingsgraad zich in 2013? En is dat voldoende om geen aanvullende maatregelen te hoeven nemen? De dekkingsgraad is de verhouding tussen de huidige pensioenverplichtingen en het vermogen dat het pensioenfonds heeft om deze pensioenverplichtingen te kunnen betalen. Je kunt dus stellen dat de dekkingsgraad een maatstaf is om te zien wat de financiële situatie van een pensioenfonds is. Verderop in dit nummer wordt hier uitgebreider op ingegaan. Rudi Nieuwenhoven Allereerst de beste wensen voor 2013. Een nieuw begint voor mij altijd met terugblikken en vooruitkijken, zowel op persoonlijk als op zakelijk vlak. Dus ook met betrekking tot het onderwerp Pensioen. Wat is er het afgelopen gebeurd en wat kunnen we dit nieuwe verwachten? Hoe heeft de dekkingsgraad zich ontwikkeld? Hoe hebben we het met onze beleggingen gedaan? Geeft dit aanleiding voor het bestuur om noodgedwongen maatregelen te nemen? Welke ontwikkelingen om ons heen vinden er plaats en hebben ze invloed op ons pensioenfonds? In deze editie van de Overmorgen zullen we hier allemaal bij stil staan, zodat u op de hoogte blijft. Laat ik beginnen met kort terug te blikken op de informatiebijeenkomsten die we in de laatste maanden van 2012 hebben gehouden. Gezien de grote opkomst, de vele vragen en opmerkingen vanuit de zaal en het organiseren van extra bijeenkomsten, merk ik dat het onderwerp Pensioen echt leeft onder actieve deelnemers en gepensioneerden. Hoewel er achteraf in een aantal gevallen een paar opmerkingen werden gemaakt over het gebruikte vakjargon, waren de reacties overwegend positief. Reden te meer om ook komend te zorgen voor persoonlijk contact tussen u en het fondsbestuur. Trouwens, wist u dat het mogelijk is om uw persoonlijke situatie te bespreken tijdens de pensioenspreekuren binnen KPN? Meer informatie hierover kunt u vinden op de website www.kpnpensioen.nl. Natuurlijk kunt u ook altijd even bellen met onze pensioendesk, telefoon 050 582 79 00. De dekkingsgraad in de gaten houden Dat de bijeenkomsten goed bezocht werden, heeft hoogstwaarschijnlijk ook te maken met de allerlaatste ontwikkelingen in de pensioenwereld. Diverse pensioenfondsen maakten in 2012 bekend dat ze genoodzaakt zijn om per 1 april 2013 de pensioenen te korten. Dit geldt Tussentijdse evaluatie eind januari Op basis van ons herstelplan dat we maakten omdat de ontwikkelingen achterbleven bij de verwachtingen moeten we eind 2013 op een dekkingsgraad zitten van ongeveer 104,3%. Op basis van deze dekkingsgraad is teruggerekend en we weten dat we eind 2012 een dekkingsgraad moesten hebben van rond de 100%. Hierbij is rekening gehouden met de maatregelen die zijn opgenomen in het herstelplan. Voor 8 februari 2013 moeten we de tussentijdse evaluatie van het herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank. Hierbij baseren wij ons op de stand van 31 december 2012; de zogenoemde peildatum. Met de evaluatie moet het pensioenfonds aantonen of het nog op koers ligt om binnen de wettelijke termijnen te herstellen. Spannende tijden Op grond van een voorlopige vaststelling van de dekkingsgraad liggen we nog op koers om binnen de wettelijke termijnen te herstellen. Daarnaast is de verwachting dat de dekkingsgraad eind 2013 hoger is dan 104,3%. Toch is dit nog geen reden voor een jubelstemming. De wereld om ons heen blijft wispelturig en de economische vooruitzichten zijn nog steeds niet rooskleurig. De rente kan laag blijven en de beleggingsrendementen kunnen tegenvallen. Hiermee wil ik maar zeggen dat er nog steeds een gerede kans is dat de dekkingsgraad eind 2013 lager is dan 104,3%. In dat geval moet het pensioenfonds de pensioenen verlagen. Dit wordt dus zonder twijfel een belangrijk voor ons allemaal. Na 2013 is er namelijk geen uitstel meer mogelijk en wordt er geen verdere mogelijkheid geboden om verder te herstellen. De stand per 31 december 2013 is een harde ijkdatum, die vanuit De Nederlandsche Bank is bepaald en geldt voor alle pensioenfondsen, dus ook voor ons. Ondanks alle economische tegenwind wordt het pensioenstelsel van Nederland toch nog steeds gezien als één van meest stabiele ter wereld. We zouden dat met alle ontwikkelingen haast vergeten. Rudi Nieuwenhoven, voorzitter Pensioenfonds KPN 2

inhoud 4 Financiële positie Cees Michielse Hans Breuker 14 11 2 Terugblikken en vooruitkijken 4 Hoe gaat het met uw pensioenfonds? 6 Informatiebijeenkomsten goed bezocht 10 Hoeveel rendement is er behaald? 11 Hypotheken als belegging? 12 Actualiteiten 13 Het bestuur over t nieuws 14 Akkoord 15 Roelof weet het 3

financiële positie van het fonds Hoe gaat het met uw pensioenfonds? De dekkingsgraad van Pensioenfonds KPN steeg dit van 100,2% per eind 2011 naar 103,5% per eind december 2012 (voorlopig cijfer). De dekkingsgraad is een goede maatstaf om te zien wat de financiële positie van een pensioenfonds is. Deze geeft namelijk de verhouding aan tussen het vermogen dat het pensioenfonds heeft en de pensioenverplichtingen die nu en in de toekomst betaald moeten worden. Twee belangrijke factoren, die de hoogte van de dekkingsgraad bepalen, zijn de rente en het rendement op de beleggingen. Beide worden sterk beïnvloed door ontwikkelingen op de financiële markten. Financiële markten Het blijft onrustig op de financiële markten in Europa en ook de Verenigde Staten (VS) zijn steeds vaker negatief in het nieuws. In Europa blijft de schuldencrisis het belangrijkste onderwerp en in de VS is men bang voor een verhoging van de belastingen. Door belastingverhogingen blijft er voor consumenten minder geld over om te besteden, wat slecht zou kunnen zijn voor de economie. Een lage verwachte economische groei zorgt bovendien voor een lage rente. Rente en rendement De rente is belangrijk voor de dekkingsgraad omdat deze wordt gebruikt voor de waardering van de pensioenverplichtingen. De waarde van de pensioenfondsverplichtingen daalt als de rente stijgt en andersom. Door een daling van de waarde van de verplichtingen stijgt de dekkingsgraad. De rente die moet worden gebruikt voor het vaststellen van de pensioenverplichtingen, wordt voorgeschreven door De Nederlandsche Bank (DNB). Omdat de gedaalde rente zo n negatief effect heeft op alle pensioenfondsen in Nederland, hanteert DNB per eind september 2012 een nieuwe rentemethode. Deze nieuwe rentemethode is onderdeel van een pakket van maatregelen om het Nederlandse pensioenstelsel te hervormen. Dit pakket heet het septemberpakket. 4

financiële positie van het fonds Overzicht van de dekkingsgraad 125% 120% Dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad Minimum vereiste dekkingsgraad 115% 110% 105% 100% 95% dec-10 mrt-11 jun-11 sep-11 dec-11 mrt-12 jun-12 sep-12 dec-12 De hervormingen vinden plaats omdat de wereld anders is dan toen de financiële spelregels voor pensioenfondsen werden opgesteld. De nieuwe rentemethodiek had een beperkt positief effect op de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Ondanks de onrustige financiële markten, behaalden de beleggingen in 2012 een positief resultaat en dit was positief voor de dekkingsgraad. Het (totale) rendement op de beleggingen over het gehele t/m december bedraagt ruim 12%. Levensverwachting Het pensioenfonds maakt bij de waardering van de pensioenverplichtingen gebruik van de meest actuele gegevens die door het Actuarieel Genootschap (AG) worden gepubliceerd. Recent heeft het AG een nieuwe prognosetafel gepubliceerd, waaruit volgt dat de levensverwachting van Nederlanders opnieuw is toegenomen. Dit heeft tot gevolg dat de pensioenverplichtingen zijn toegenomen en hierdoor is de dekkingsgraad met 1%-punt gedaald. Herstelplan De dekkingsgraad is lager dan de vereiste dekkingsgraad en daarom is een herstelplan van toepassing, zoals ingediend bij de toezichthouder DNB. In het herstelplan staan de maatregelen die erop gericht zijn dat het pensioenfonds uiterlijk eind 2013 weer een dekkingsgraad heeft van tenminste 104,3%. Dit herstelplan houdt onder andere in dat KPN N.V. extra (gemaximeerde) premie zal storten om de dekkingsgraad te laten stijgen. Daarnaast zal, zolang de dekkingsgraad lager is dan de minimum vereiste dekkingsgraad, geen toeslag worden verleend. Wat betekent de lage dekkingsgraad voor uw pensioen? Op dit moment heeft de lage dekkingsgraad nog geen gevolgen voor de pensioenen. Op basis van de huidige dekkingsgraad gaat het bestuur er vooralsnog van uit dat de tot nu toe genomen maatregelen, zoals opgenomen in het herstelplan, voldoende zijn om binnen de wettelijke termijn (31 december 2013) te herstellen. De dekkingsgraad moet eind 2013 tenminste 104,3% zijn. Wel heeft het pensioenfonds door de lage dekkingsgraad de pensioenen de afgelopen jaren niet kunnen verhogen met een toeslag. Eervolle vermelding voor Pensioenfonds KPN bij NPN Awards voor Best Practice Beleggingsbeleid Op 1 november jl. organiseerde NPN, een onafhankelijk Nederlandstalig pensioentijdschrift dat wordt uitgegeven door Financial Times in Londen, de lijkse prijsuitreiking voor pensioenfondsen. Dit doet zij als een blijk van erkenning voor de inspanningen die worden geleverd voor het behoud van het Nederlandse pensioenstelsel. Uit de vele aanmeldingen werd Pensioenfonds KPN, samen met drie andere grote pensioenfondsen, genomineerd voor de categorie Best Practice Beleggingsbeleid. Pensioenfonds KPN dankt de eervolle vermelding aan zijn dynamische beleggingsbeleid dat goed inspeelt op de ontwikkelingen op de financiële markten. Wilt u geïnformeerd blijven over de ontwikkeling van de dekkingsgraad? Kijk dan op www.kpnpensioen.nl, waar iedere maand een update van de dekkingsgraad wordt vermeld met ieder kwartaal een uitgebreide toelichting hierop. 5

informatiebijeenkomst Informatiebijeenkomsten goed bezocht Deelnemers en gepensioneerden konden zich de afgelopen maanden tijdens diverse informatiebijeenkomsten van het pensioenfonds laten bijpraten over de laatste pensioenontwikkelingen. Onder andere in Amersfoort, Amsterdam, Groningen, Heerlen, Den Haag en Rotterdam was er een mooie opkomst. In Den Haag was de animo zo groot dat er een derde sessie werd ingepland. Naast de onderwerpen vanuit het bestuur was er veel ruimte voor vragen vanuit het publiek. Wat kwam er ter sprake? Een gedegen organisatie Wat duidelijk naar voren kwam, is dat het pensioenfonds een gedegen organisatie is. Het bestuur bestaat uit zowel vertegenwoordigers vanuit de werkgever, de deelnemers als vanuit de groep pensioengerechtigden. Hierdoor worden beslissingen genomen waarbij de belangen van de deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever in ogenschouw worden genomen en worden afgewogen. Het bestuur heeft een aantal commissies ingesteld, waaronder de beleggingscommissie en de communicatie & compliance commissie, die met betrekking tot de betreffende onderwerpen extra kennis en ervaring met zich meebrengen en besluiten voorbereiden. Minstens net zo belangrijk zijn de partijen om het bestuur heen. Zij zorgen ervoor dat er goed toezicht gehouden wordt op alles wat er vanuit het pensioenfonds wordt geregeld. Hierbij kunt u denken aan het verantwoordingsorgaan, een externe, onafhankelijke accountant en actuaris (controleert de waardering van de pensioenverplichtingen), en externe toezichthouders als de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. Pensioenverplichtingen zijn hard gestegen Het aantal actieve deelnemers aan het Pensioenfonds KPN neemt steeds verder af, het aantal pensioengerechtigden en ex-werknemers neemt daarentegen toe. Uit analyses die het bestuur heeft uitgevoerd, volgt dat deze trend niet per definitie nadelig is voor het pensioenfonds. Daarnaast heeft het pensioenfonds te maken met een stijgende levensverwachting en een marktrente die zich niet in ons voordeel ontwikkelt. Concreet komt het er op neer dat het vermogen van het pensioenfonds is gestegen van 4,2 miljard in 2007, via 4,6 miljard in 2010 naar 5,1 miljard in 2011. We zien echter dat de verplichtingen nog harder zijn gestegen 6

informatiebijeenkomst dan het vermogen: van 3 miljard in 2007, via 4,4 miljard in 2010 naar 5,1 miljard in 2011. Dat sneller stijgen van de verplichtingen heeft een negatief effect op de dekkingsgraad; de maatstaf waaraan de financiële positie van het pensioenfonds wordt gemeten. Kerncijfers 2011 Aantal verzekerden Werknemers/voortzetters 14.149 ex-werknemers (slapers) 22.657 Pensioengerechtigden 14.403 Vermogen 5,1 miljard (2011) 4,6 miljard 2010 Betalingsverplichtingen 5,1 miljard (2011) 4,4 miljard 2010 Premie 133 miljoen (inclusief bijstorting) Uitkeringen Rendement Dekkingsgraad 121 miljoen 11,0 % (2011) 10,2 % (2010) 100,2 % (2011) 104,3 % (2010) Toeslagverlening 0 % Afdekking renterisico ongeveer 70 % heeft de afgelopen jaren positief bijgedragen en heeft er tevens voor gezorgd dat de dekkingsgraad niet verder is gedaald. Het afdekken van risico s - zoals het bestuur heeft gedaan - betekent wel dat er niet volledig wordt geprofiteerd van bepaalde marktontwikkelingen. Risicomanagement Het bestuur heeft veel oog voor risico s. De basis hiervoor is het uitgangspunt dat we externe risico s willen beperken, waarbij we wel vinden dat tegelijkertijd de dekkingsgraad moet kunnen stijgen. Aangezien de rente in 2011 op een laag niveau zat, heeft het bestuur besloten om de renteafdekking in de eerste helft van 2012 te verlagen. Hierdoor profiteert de dekkingsgraad meer dan voorheen van een stijging van de rente. Daarnaast is er in de afgelopen periode veel aandacht geweest voor het landenrisico binnen het Eurogebied. We beleggen momenteel vooral in stabiele landen. Daarbij is er minder belegd in staatsobligaties die uitgegeven werden door Europese landen en meer in obligaties die door bedrijven zijn uitgegeven. Uiteraard zal het fonds de risico s continu blijven volgen. In 2013 geen toeslag (indexatie) Of er in een bepaald al dan niet wordt geïndexeerd, hangt af van de dekkingsgraad. Hiervoor heeft het bestuur richtlijnen vastgesteld (zie kader op bladzijde 9). Kijken we terug op de afgelopen jaren, dan is er voor het laatst een toeslag verleend in 2008. De huidige financiële positie laat het niet toe om de pensioenen in 2013 te indexeren. Rendement op beleggingen is goed Door de extra bijdrage van de werkgever en het behaalde positieve rendement op onze beleggingen (11,0% in 2011) kwamen we eind 2011 op een dekkingsgraad van 100,2%. In 2012 is de financiële positie verder hersteld tot 103,5% eind december (voorlopig cijfer). Hierbij is het van belang om te weten dat het beleggingsbeleid dynamisch is en dat het pensioenfonds op basis daarvan een groot deel van het renterisico heeft afgedekt. Ook heeft het pensioenfonds het risico van een dalende aandelenmarkt deels beperkt. Het dynamische beleggingsbeleid Wat is dynamisch beleggen? Het dynamische beleggingsbeleid van het pensioenfonds gaat uit van de visie dat het bestuur niet reageert op ontwikkelingen, maar anticipeert op actuele marktontwikkelingen. Dit maakt het mogelijk het beleggingsbeleid bij te sturen als dat nodig is. Zo kunnen onder andere extreme risico s voor de dekkingsgraad beperkt worden. 7

informatiebijeenkomst Er kwamen veel vragen uit de zaal. De huidige regeling Bij de bijeenkomsten van de deelnemers is ook de huidige pensioenregeling behandeld. De pensioenregeling van KPN is een zogenoemde combinatieregeling. Tot het salarisniveau van 45.378,- wordt pensioen opgebouwd in een middelloonregeling met voorwaardelijke toeslagverlening. In de middelloonregeling wordt ouderdomspensioen opgebouwd, waarbij het opbouwpercentage is gesteld op het maximale toegestane percentage, namelijk 2,25%. Omdat u in de toekomst ook een AOW-uitkering ontvangt, bouwt u over een deel van uw salaris geen pensioen op. Dit deel wordt in vakjargon de (AOW-) franchise genoemd. De franchise is bij KPN gebaseerd op de AOW voor één persoon en bedraagt in 2013 13.227,-. Dit is de laagste franchise die fiscaal mag worden gebruikt, waardoor de pensioenopbouw maximaal is. Voor het salaris boven de 45.378,- geldt een beschikbare premieregeling. Bij deze regeling stort KPN maandelijks een pensioenpremie die bij het pensioenfonds wordt belegd. De hoogte van de premie is afhankelijk van de leeftijd en het salaris. Op de pensioendatum worden de ingelegde premies en de behaalde rendementen omgezet in een pensioenuitkering. Voor deze omzetting wordt gebruikgemaakt van inkooptarieven die lijks door het bestuur worden vastgesteld. Het grootste verschil tussen beide regelingen is dat bij de middelloonregeling de pensioenuitkomsten relatief zeker zijn en dat bij de beschikbare premieregeling wél de beschikbaar gestelde premie vast staat, maar dat de uiteindelijke pensioenuitkering afhankelijk is van de behaalde beleggingsrendementen en de inkooptarieven op de pensioendatum. Ongeacht het salaris en de regeling, is het partnerpensioen tijdens het dienstverband verzekerd op risicobasis. Daarnaast is ook het wezenpensioen verzekerd op risicobasis. Dit betekent dat bij uitdiensttreding en pensioneren er geen partner- en wezenpensioen is verzekerd. Tenzij u ervoor kiest een deel van het ouderdomspensioen om te zetten in partnerpensioen. Dekking bij arbeidsongeschiktheid Ook wanneer u arbeidsongeschikt zou worden, is er dekking bij het pensioenfonds van KPN: bij arbeidsongeschiktheid die tijdens het dienstverband bij KPN is ontstaan, is er recht op voortzetting van de pensioenopbouw. Deze opbouw stopt op de pensioendatum of op het moment dat u weer arbeidsgeschikt bent; daarnaast is voor deelnemers met een salaris dat hoger is dan het maximale WIA-loon ( 50.856) een dekking voor arbeidsongeschiktheidspensioen. Voor medewerkers met een salaris dat lager is dan 50.856, heeft de werkgever aanvullende regelingen getroffen die niet door het pensioenfonds worden uitgevoerd. Belangrijkste ontwikkelingen in 2012 Regeerakkoord Tijdens de kabinetsformatie hebben de onderhandelaars van VVD en PvdA begin oktober 2012 een akkoord bereikt over een snellere verhoging van de AOW-leeftijd. Volgens het akkoord gaat de AOW-leeftijd stapsgewijs omhoog naar 66 in 2018 en 67 in 2021. De verwachting is dat de AOW-leeftijd na 2021 8

informatiebijeenkomst verder doorstijgt naar 68/69. Bent u nu nog geen 65, dan krijgt u hier zeker mee te maken. Als voorbeeld: bereikt u in 2013 de pensioengerechtigde leeftijd van 65, dan geldt als leeftijd waarop u AOW krijgt 65 + 1 maand. Stand van zaken Pensioenakkoord Wat betreft het pensioen heeft het vorige kabinet al in 2011 overeenstemming bereikt met de sociale partners; het zogenaamde Pensioenakkoord. Het voornaamste doel is om het huidige pensioenstelsel in stand en betaalbaar te houden. In mei 2012 heeft Minister Kamp de Hoofdlijnennotitie gepubliceerd waarin de uitgangspunten nader zijn uitgewerkt. Onlangs werd bekend dat er toch meer tijd nodig is om de nieuwe pensioenregels helemaal uit te werken. Vandaar dat die in tegenstelling tot eerdere berichten pas ingaan in 2015. Uitgangspunt van het akkoord is premieneutraliteit. De huidige kosten voor pensioen mogen niet meer stijgen. Het gevolg kan zijn dat de ambitie van het pensioen in de toekomst lager wordt. Vervolgens moeten de sociale partners overeenstemming bereiken over de ambitie van de regeling en de zekerheid waarmee de ambitie wordt gehaald. Dit leidt tot het maken van een keuze tussen het Nominale Contract (meer zekerheid, maar een lagere ambitie) of een Reëel Contract (meer ambitie maar een lagere zekerheid). De consequenties van het Pensioenakkoord voor het Pensioenfonds KPN zijn nog niet bekend. Vooral de sociale partners (werkgever en vakorganisaties) spelen hier een rol, omdat zij de inhoud van de pensioenregeling bepalen. Wat houdt het bestuur bezig? Op vaste momenten in het komt het bestuur samen. Daarnaast wordt afhankelijk van de actualiteiten een extra vergadering belegd. Om u een beeld te geven wat er tijdens deze vergadering speelt, publiceert het bestuur na afloop van de vergadering de hoofdpunten op de website van het fonds. De hoofdpunten van de vergadering van 10 december 2012 kunt u lezen op www.kpnpensioen.nl. Presentaties en videoverslag De presentaties van de bijeenkomsten zijn te vinden op de website van het pensioenfonds. Hier staat ook het videoverslag dat we gemaakt hebben van de laatste bijeenkomst in Den Haag. Ook staat op de website een uitwerking van alle gestelde vragen. Evaluatie herstelplan 2012 In de tweede week van februari moet het pensioenfonds de evaluatie van het herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank. DNB toetst of het herstel van het fonds verloopt via het uitgestippelde herstelplan. Op grond van de voorlopig vastgestelde dekkingsgraad van eind 2012 (103,5%) is de verwachting dat het pensioenfonds binnen de wettelijke termijnen (die op 31 december 2013 afloopt) kan herstellen. Dit betekent dat de pensioenen niet verlaagd hoeven te worden. Een belangrijk moment hiervoor is de dekkingsgraad van eind 2013, het moment waarop de hersteltermijn eindigt. Mocht de situatie van het pensioenfonds in de loop van het verslechteren, dan is een pensioenverlaging toch mogelijk. Uiteraard informeren we u in de loop van het over de financiële situatie van het pensioenfonds. Spelregels voorwaardelijke toeslagverlening De toeslagverlening (indexatie) voor (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden is gebaseerd op de consumentenprijsindex voor alle huishoudens (afgeleid). Als dit percentage lager is dan 2%, dan zal voor de pensioengerechtigden en de (gewezen) deelnemers de toeslagverlening worden verhoogd met maximaal 0,25%-punt, waarbij de totale toeslag het percentage van 2% niet zal overschrijden. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Dit betekent dat er geen recht op toeslagverlening is. Voor de langere termijn is het niet zeker of én in hoeverre een toeslag wordt verleend. Het bestuur besluit lijks of de pensioenen kunnen worden verhoogd. Het bestuur hanteert bij besluitvorming in principe de beleidslijn hiernaast. Het bestuur mag van de lijn afwijken en kan deze beleidslijn in de toekomst aanpassen. Dekkingsgraad Dekkingsgraad lager dan het minimaal vereist eigen vermogen (dekkingsgraad lager dan ca. 104,3%*) Dekkingsgraad hoger dan het minimaal vereist eigen vermogen maar lager dan het vereist eigen vermogen Dekkingsgraad hoger dan het vereist eigen vermogen (hoger dan ca. 114%*) Wel of geen toeslagverlening Geen toeslagverlening Gedeeltelijke toeslagverlening Volledige toeslagverlening en eventuele toeslagachterstand inlopen over de voorgaande periode van vijf * Deze percentages kunnen wijzigingen (als gevolg van het risicobeleid en marktomstandigheden) 9

beleggingsrendementen Hoeveel rendement is er behaald? Als u meedoet aan de Beschikbare premieregeling of Individueel Pensioensparen, dan wordt de premie voor u belegd via de Life Cycle of via Vrij Beleggen. Afhankelijk van uw keuze, wordt voor u belegd in aandelen, obligaties en in de geldmarkt. Hoeveel pensioen u hiermee opbouwt, hangt af van het rendement op uw beleggingen. Dit rendement hangt onder andere af van de economische ontwikkelingen in de wereld. Zo bleef in Europa de schuldencrisis het nieuws domineren en in de Verenigde Staten nam de angst voor bezuinigingen toe. Deze bezorgdheid werd begin 2013 weggenomen door een voorlopig akkoord in de V.S. Life Cycle met pensioenleeftijd 62 tot 40 40-46 47-54 55-57 58-61 Augustus 1,18% 1,04% 0,81% 0,45% 0,13% September 1,93% 1,63% 1,12% 0,57% 0,21% Oktober -0,52% -0,38% -0,14% -0,02% -0,06% November 1,58% 1,47% 1,29% 0,78% 0,16% December 1,86% 1,71% 1,44% 0,86% 0,20% Jaarrendement 16,95% 15,83% 13,92% 8,45% 2,02% Life Cycle met pensioenleeftijd 65 tot 43 43-49 50-57 58-60 61-64 Augustus 1,18% 1,04% 0,81% 0,45% 0,13% September 1,93% 1,63% 1,12% 0,57% 0,21% Oktober -0,52% -0,38% -0,14% -0,02% -0,06% November 1,58% 1,47% 1,29% 0,78% 0,16% December 1,86% 1,71% 1,44% 0,86% 0,20% Jaarrendement 16,95% 15,83% 13,92% 8,45% 2,02% Vrij Beleggen (beleggingsmix A t/m G) A B C D E F G Augustus 1,27% 1,04% 0,81% 0,57% 0,34% 0,25% 0,00% September 2,14% 1,63% 1,12% 0,61% 0,09% 0,33% 0,00% Oktober -0,61% -0,38% -0,14% 0,09% 0,33% -0,48% 0,01% November 1,65% 1,47% 1,29% 1,11% 0,93% 0,88% 0,00% December 1,97% 1,71% 1,44% 1,18% 0,92% 0,83% 0,00% Jaarrendement 17,68% 15,83% 13,92% 11,95% 9,92% 11,73% 0,35% Beleggingsmix A: Beleggingsmix B: Beleggingsmix C: Beleggingsmix D: Beleggingsmix F: Beleggingsmix G: 100% aandelen 75% aandelen en 25% obligaties 50% aandelen en 50% obligaties 25% aandelen en 75% obligaties 50% duurzame aandelen en 50% obligaties 100% geldmarkt Life Cycle De Life Cycle is zo samengesteld dat er automatisch minder in aandelen wordt belegd naarmate u ouder wordt. Op die manier wordt het beleggingsrisico lager als de pensioendatum dichterbij komt. Vrij Beleggen Bij Vrij Beleggen kunt u kiezen uit zeven verschillende beleggingsmixen (A tot en met G) met ieder een eigen risicoprofiel. Zo bestaat beleggingsmix A uit 100% aandelen en beleggingsmix G uit geldmarktbeleggingen. Maakt u geen keuze, dan belegt u automatisch in de Life Cycle. Meer informatie over de (samenstelling van) beleggingsmogelijkheden vindt u op www.kpnpensioen.nl. Uw persoonlijk saldo Wilt u weten hoeveel uw persoonlijk saldo is? Ook dat vindt u op www.kpnpensioen.nl, achter het inlogdeel. U vindt daar ook de profielwijzer, die u kan helpen bij het het maken van een beleggingskeuze. Belegt u niet in de Life Cycle, dan bent u verplicht om deze profielwijzer in te vullen. 10

column Hypotheken als belegging? Een discussie die de pensioenwereld al enige tijd bezighoudt, is die van investeringen van pensioenfondsen in Nederland. Pensioenfondsen investeren steeds vaker in projecten die voorheen door de overheid gefinancierd werden. Voorbeelden hiervan zijn windmolens, wegen en schoolgebouwen. De financiële crisis zorgt ervoor dat de overheid minder geld kan besteden aan dergelijke projecten en pensioenfondsen nemen dit in sommige gevallen over. Daarnaast roept VNO-NCW-voorman Bernard Wientjes pensioenfondsen nu ook op om als redder in nood op te treden voor de stagnerende hypotheekmarkt. Banken hebben het zwaar in de financiële crisis en door verscherpte eisen voor het verstrekken van bijvoorbeeld hypotheken wordt het steeds moeilijker om geld uit te lenen aan particulieren en bedrijven. Dit is slecht voor de economie. De spaarpot van pensioenfondsen biedt uitkomst volgens Wientjes. Pensioenfondsen kunnen helpen door hypotheken op te kopen zodat banken weer geld kunnen uitlenen. Dit is goed voor de economie en ook voor pensioenfondsen omdat deze hypotheekpakketten een beter rendement bieden dan Nederlandse staatsobligaties. Kortom, een win-winsituatie volgens voorstanders. Maar ligt het ook daadwerkelijk zo simpel? Als pensioenfondsbestuur zien we het als onze taak om vraagtekens te plaatsen. Want waar loopt de scheidslijn tussen spaarpot en grabbelton? Pensioenfondsen zijn er om pensioengelden te beheren en uit te keren aan hun deelnemers en hebben toch niet als primaire taak de problemen van bijvoorbeeld Nederlandse banken op te lossen? Ons beleggingsbeleid wordt uiteraard niet gevormd door oproepen vanuit de overheid om bepaalde investeringen te doen. Wel is het interessant om de beleggingsmogelijkheden in Nederlandse hypotheken te bestuderen. Historisch gezien, zijn de verliezen op portefeuilles van Nederlandse hypotheken gemiddeld zeer laag. Bovendien verwacht de markt dat vraag- en aanbodverhoudingen op de woningmarkt in de nabije toekomst herstellen en dat duidelijk wordt wat de concrete impact is van alle wijzigingen in regelgeving. Vooral dit laatste punt is belangrijk omdat politieke verhoudingen de financiële markten beïnvloeden. Daarnaast treedt met een belegging in Nederlandse hypotheken mogelijk een serieus concentratierisico op. De beleggingsportefeuille zou hiermee immers meer afhankelijk worden van Nederland. Zeker voor eigen woningbezitters kan dit een extra risico zijn omdat zij dubbel worden getroffen als het slecht gaat op de woningmarkt. Tot slot blijft het nog steeds onduidelijk hoe een dergelijke belegging in zijn werk gaat. De expertise voor de bepaling van het specifieke kredietrisico ligt immers bij de banken en niet bij de vermogensbeheerders van pensioenfondsen als het om woninghypotheken gaat. Pensioenfonds KPN belegt momenteel voor ruim acht procent in Nederland, gespreid over verschillende soorten beleggingen. Dit is relatief meer dan Nederland vertegenwoordigd is in verschillende wereldwijde indices. Hiervoor is bewust gekozen vanwege de verhoogde risico s van andere Europese landen, maar dit kent ook zijn grenzen. Zo is van de beleggingen in onroerend goed bijna dertig procent belegd in Nederlands onroerend goed. Tot nu toe hebben wij niet geïnvesteerd in Nederlandse hypotheken, maar als pensioenfondsbestuur vinden we het altijd belangrijk om open te staan voor nieuwe beleggingsmogelijkheden, zonder dat we daarbij ons hoofddoel uit het oog verliezen. Dit is namelijk het bieden van een welvaartsvast pensioen aan onze deelnemers. Om dit te kunnen doen, is het belangrijk dat het vermogen zorgvuldig wordt beheerd en dat een goed rendement wordt behaald tegen een aanvaardbaar risico. Pas als we hiervan een goede inschatting kunnen maken, kunnen we besluiten om te investeren in een nieuw type belegging. Het staat bij het pensioenfonds hoe dan ook voorop dat wij in control zijn bij het nemen van een dergelijke beslissing. Cees Michielse, Voorzitter Beleggingsbestuurscommissie 11

actualiteiten Onderzoek naar risicohouding Actieve deelnemers en een geselecteerde groep gepensioneerden hebben in december deel kunnen nemen aan een online onderzoek over risicohouding. Veel van u hebben dat ook gedaan. Inmiddels is het zogenoemde veldwerk achter de rug en worden al uw opvattingen geanalyseerd. De uitkomsten worden in februari verwacht. Voorafgaand aan het online onderzoek vonden in Den Haag en Amersfoort drie sessies plaats met kleine, representatieve groepen deelnemers en gepensioneerden. Hierdoor was het mogelijk om dieper op sommige onderwerpen in te gaan en door te kunnen vragen als dat nodig was. Daarnaast waren de sessies bedoeld om de vragenlijst voor het vervolgonderzoek aan te scherpen. Wat is nu de reden voor dit onderzoek? Bestuurslid Ron Harmsen: Het is voor het bestuur belangrijk om te weten wat er echt bij de deelnemers leeft. Dan gaat het onder andere om de manier waarop wij informatie verstrekken, maar bijvoorbeeld ook om ons beleggingsbeleid. Daarnaast willen we ook graag weten hoe deelnemers en gepensioneerden hun pensioenfonds ervaren en waar het volgens hen beter kan. Het belangrijkste onderdeel in het onderzoek is het inzicht verkrijgen in de risicohouding. Hoe ver willen deelnemers ten aanzien van beleggingen gaan in het nemen van risico s? Gaan ze voor de kans op een hoger rendement, en zijn ze daarvoor bereid meer risico s te nemen? Of is het de wens om vooral geen risico s te nemen, wetende dat daardoor de opbrengsten lager zullen uitvallen? De online vragenlijst is zo opgebouwd dat we daar duidelijk inzicht in krijgen. We zetten de uitkomsten van het onderzoek vervolgens af tegen het huidige beleggingsbeleid van het fonds en daaruit kunnen we conclusies trekken. Dat geldt ook voor andere aandachtsgebieden, zoals communicatie. Het zorgt dus voor een borging bij het nemen van beslissingen en de gekozen c.q. te kiezen koers voor de toekomst. AOW-compensatie ook mogelijk via uw pensioenfonds De AOW-leeftijd wordt vanaf 1 januari 2013 stapsgewijs verhoogd. Als u in 2013 65 wordt, gaat uw AOW-uitkering één of twee maanden na uw verdag in. De pensioenleeftijd blijft vooralsnog 65. Dit betekent dat u vanaf uw pensionering tot het moment dat u AOW ontvangt, minder inkomen heeft (AOW-gat). Pensioenfonds KPN biedt u de mogelijkheid om dit tijdelijke verschil in inkomen te overbruggen. Overigens kunnen mensen die per 1 januari 2013 deelnemen aan een Vutof prepensioenregeling onder voorwaarden gebruik maken van een overbruggingsregeling van de overheid. Voor meer informatie kijkt u op www.svb.nl. Hoe werkt de AOW-compensatie? U kunt met een deel van uw levenslange ouderdomspensioen extra tijdelijk pensioen inkopen voor de periode dat u nog geen AOW ontvangt. Als u kiest voor AOW-compensatie, wordt uw levenslange ouderdomspensioen lager. Voorbeeld Stel dat u op 15 maart 2013 65 wordt. U krijgt dan pensioen vanaf 1 maart 2013, uw AOW begint op 15 april 2013. U heeft dus een AOW-gat. Om deze periode te overbruggen, kunt u een AOWcompensatie krijgen van twee maanden. Houd er wel rekening mee dat u dan levenslang ongeveer 106 bruto per minder ouderdomspensioen krijgt. In 2013 is de overbruggingsperiode standaard twee maanden. Daarna, als de AOW-leeftijd verder omhoog gaat, kunt u een langere periode overbruggen. Wilt u meer weten? Wilt u meer weten over de AOW-compensatie? Neem dan contact met ons op via (050) 582 79 00 of stuur een e-mail naar pensioendesk@kpnpensioen.nl. 12

reactie op nieuws Het bestuur over t nieuws Wij als bestuur willen graag reageren Fondsen moeten greep in kas uitleg gen op een artikel dat u in het nieuws heeft kunnen lezen. Dit keer een artikel met de kop Fondsen moeten greep in kas uitleggen. Reactie van het bestuur Aanleiding voor dit artikel is de motie van Kamerlid Omtzigt c.s. om een onderzoek te doen naar terugstorting van pensioenpremies aan werkgevers. Het gaat om de greep van werkgevers in de kas van de pensioenfondsen middels het terugstorten van pensioenpremies, premieholidays of premieverlagingen in de vette jaren. In overleg met DNB en de Pensioenfederatie is een vijftal pensioenfondsen geselecteerd om aan bovenstaand onderzoek mee te doen. Dit onderzoek spitst zich in eerste instantie voornamelijk toe op daadwerkelijke terugstortingen en premieholidays. Naar aanleiding hiervan hebben wij als bestuur, voor de jaren 1989 (oprichting Pensioenfonds) tot en met 2011, een overzicht gemaakt van de betaalde premies, de terugstortingen, als ook de aanvullende stortingen die zich in de betreffende jaren hebben voorgedaan. De conclusie is dat over de gehele periode de ontvangen premies en bijstortingen circa 170 miljoen hoger zijn dan de benodigde premies en terugstortingen aan de werkgever. Hoewel wij merken dat het beeld bij een aantal deelnemers en pensioengerechtigden anders is, heeft het pensioenfonds maar één keer een bedrag teruggestort aan de werkgever, namelijk in het 2000 ter grootte van 45,4 miljoen. De daarop volgende jaren is overigens een veelvoud van dit bedrag weer door de werkgever als extra bijstorting betaald aan het fonds. ANP. Tweede Kamerlid Pieter Omtz igt (CDA) ECONOMIE Pensioenfondsen moeten hun deelnemers precies uitle ggen wat er is gebeurd met de miljarden die in de jaren negentig vanuit de fondsen werden teruggestort naar de werkgevers. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt heeft staatssecretaris Klijnsma gisteren gevraagd om een convenant op te stellen met de pensioensector om meer duidelijkheid te in de kas die veel bedrijven in de rijke krijgen over de greep jaren deden bij hun fantastisch renderende pensioenfond sen. terugstortingen tot stand kwamen, om Omtzigt wil weten hoe die hoeveel geld het ging en bij welke pensioenfondsen het is gebeurd. Want de fondsen weigeren tot nu toe openheid van zaken te geve n. Beperkte buffers Zo gek leek zo n terugstorting in de jaren negentig niet. De dekkingsgraden van de fondsen steg en snel. Vanuit Den Haag dreigde wetgeving (die er uiteindelijk niet kwam) om al te rijke pensioenfondsen af te romen. De buff ers moesten beperkt worden. Werkgevers konden ondertussen wel geld personeel, hogere lonen, meer vakantie gebruiken voor extra dagen of een nieuw kantoorpand. Vakbonden, die met werk gevers in de besturen van de pensioenfondsen zitten, stemden in met de terugstorting omdat er goede cao-afspraken tegenover ston den ABN Amro en Unisys is algemeen beke. Van Philips, Unilever, nd werd. Omtzigt: Het geld werd ook gebr dat er teruggestort uikt voor dividend voor de aandeelhouders en bonussen. Jaren is er weinig over gesproken, maar nu de pensioenfondsen in noo d verkeren, telt iedere cent. Gepensioneerden willen weten of zij alsnog recht hebben op dat geld. Het ministerie van sociale zake n liet op verzoek van de Tweede Kamer een pilot-onderzoek uitvoere n. Bij vijf grote pensioenfondsen, die anoniem willen blijven, werd uitg ezocht of er tussen 1985 en 2011 terugstortingen hebben plaatsgevond en. Al met al werd alleen al bij deze fondsen meer dan een miljard ontt rokken, blijkt uit het rapport van adviesbureau PWC. Het bestuur is: drs. R.A. Nieuwenhoven (voorzitter), F.H.K. Ooms (plaatsvervangend secretaris), mw. A.J.H Zwaagstra, drs. C.J. Boogaerdt, mw. drs. A.J.M. Belilos, R.H. Harmsen, W. Wallet*, A.J. van Schelven*, mw. A.J.H., C.A.M. Michielse (secretaris), mr. J.P.O.M. van Herpen (plaatsvervangend voorzitter), drs. R.P.F. Blomsma RA * toehoorders in afwachting van de benoemingsprocedure bij De Nederlandsche Bank (DNB). 13

column Akkoord? Er zijn nogal wat akkoorden geweest de laatste tijd. In veel van die akkoorden wordt het nodige gezegd over pensioenen. In de eerste plaats natuurlijk het Pensioenakkoord met zijn meeademende pensioenen (meeademen met financiële schokken en meeademen met de stijging van de levensverwachting). Daarna het Kunduz-akkoord, ook het 5-partijen- of Lenteakkoord genoemd, waarbij het ging om de stijging van de AOW-leeftijd, stapsgewijs naar 67. En dan het meest recente akkoord, het Regeerakkoord van het nieuwe kabinet. In het Regeerakkoord zijn slechts enkele passages gewijd aan de plannen voor pensioenen. Maar de impact ervan is groot. Uiteraard moet alles nog in wetsvoorstellen gegoten worden en die moeten nog door de Tweede en de Eerste Kamer beoordeeld worden, maar niettemin. De AOW-leeftijd gaat de eerste drie met een maand omhoog, daarna vier lang met 3 maanden en vervolgens drie lang met 4 maanden. In 2018 is de AOW-leeftijd dus 66 en in 2021 is deze 67. Die voorstellen waren al min of meer bekend. Als het gaat om de aanvullende pensioenen, was al bekend dat de maximaal toegestane opbouwpercentages vanaf 2014 verlaagd worden. Voor middelloonregelingen met pensioenleeftijd van 65 was dat 2,25% en dat gaat naar 2,05% bij een pensioenleeftijd van 67. In het Regeerakkoord worden de maximale opbouwpercentages echter nog verder beperkt. Voor middelloonregelingen naar 1,75% op leeftijd 67. Vanaf welk moment dat gaat gelden, is nog niet bekend (2014, 2015?). Zeker is wel dat dit alleen geldt voor toekomstige pensioenopbouw. Het verlagen van de maxima heeft een fiscale achtergrond. Over het loon dat u ontvangt moet u loonheffing betalen. Onder loon wordt verstaan alles wat u uit hoofde van de dienstbetrekking, zoals dat heet, ontvangt. Dat zou betekenen dat u ook belasting zou moeten betalen over de premies die voor u gestort worden voor uw pensioenopbouw. Omdat het een beetje raar is om belasting te betalen over iets dat je nu nog niet betaald hebt gekregen (u ontvangt immers pas pensioen vanaf de pensioendatum) geldt voor pensioenen dat er niet in de opbouwfase, maar pas in de uitkeringsfase belasting wordt geheven. De zogenaamde omkeerregel. Voor de overheid betekent dat echter wel uitstel van belastinginkomsten. Daarom zijn er grenzen aan de opbouw gesteld. Met het verlagen van de maximale opbouw wordt dit uitstel van belastingheffing dus beperkt en dat is, zo is de redenering, goed voor de schatkist. Op de korte termijn welteverstaan. Maar de voorstellen gaan nog verder. De omkeerregel wordt in het Regeerakkoord beperkt tot pensioenopbouw over een salaris van maximaal 100.000,-. Daarboven geldt de omkeerregel niet meer. Eenzelfde voorstel is een aantal jaren geleden gedaan (toen lag de grens op 185.000,-), maar haalde het toen niet. Vooral vanwege de administratieve gevolgen daarvan. Want het betekent dat bijgehouden moet worden welk deel van de uitkering belast is en welk deel niet. Immers over dit laatste deel is in de opbouwfase al belasting betaald en over dat deel van de uitkering kan niet nog een keer belasting verschuldigd zijn. In de parlementaire behandeling van het plan werd destijds over deze fiscale aftopping van de pensioenopbouw door een politieke partij gezegd dat hier een principiële wending in onze pensioengeschiedenis wordt gemaakt: de omkeerregel met een grote verantwoordelijkheid bij het maken van pensioenafspraken door sociale partners wordt op de tocht gezet. Een andere partij kon zich wel vinden in het voorstel. Dat kan dus nog spannend worden Hans Breuker - Hoofd Pensioenadvies, TKP Pensioen 14

vraag & antwoord Heeft u nou ook een vraag aan Roelof? Mail het ons op: pensioendesk@kpnpensioen.nl. Of bel naar 050 582 79 00. De pensioendeskundigen helpen u graag verder! Stel uw vraag aan een pensioendeskundige. Roelof helpt u graag verder met al uw pensioenvragen. Roelof weet het Beste Roelof, Ik hoor om me heen dat er bij diverse pensioenfondsen gekort gaat worden. Nu heb ik ook gehoord dat er bij KPN Pensioen een garantieregeling kent. Werkt dit als een soort verzekering? En kan ik die dan afsluiten om me in te dekken tegen financiële tegenvallers? Kortom: wat houdt die garantieregeling precies is, zodat ik weet of ik er iets aan heb. Groet, Frits Beste Frits, Mooi dat je me hierover schrijft. We krijgen overigens meer vragen over dit onderwerp. De garantieregeling heeft niks te maken met het verzekeren tegen eventueel korten op je pensioen. Het is wel een verzekering tegen achterblijvende beleggingsopbrengsten. Hoe zit het precies? Je bouwt bij KPN een pensioen op in de middelloonregeling tot een fulltime salaris van 45.378. Vanaf dit salaris is de beschikbare premieregeling van toepassing. Dit wordt ook wel aangeduid met het begrip premieovereenkomst. In die beschikbare premieregeling wordt jouw pensioenpremie voor je belegd, waarbij het beleggingsrisico dat gelopen wordt wel bij jou ligt. Dat beleggen gebeurt standaard in de Life Cycle. In deze Life Cycle wordt de premie wanneer je jong bent belegd met een hoger beleggingsrisico. Naarmate je ouder wordt, wordt dit risico automatisch afgebouwd. Daarnaast heb je de mogelijkheid om vrij te beleggen. Hiermee creëer je zelf meer speelruimte. Bij Vrij Beleggen kies je uit één van de zeven beleggingsdepots. Deze depots variëren van een depot met 100% aandelen tot een depot met 100% obligaties en een depot dat 100% in de geldmarkt belegt. De Beschikbare Premieregeling kent - onder voorwaarden - een zogenoemde garantieregeling: de 0%-garantie. Daar ging je vraag feitelijk over. Deze garantie houdt in dat het saldo als je met pensioen gaat, in ieder geval net zo hoog is als het totaal aan door jou ingelegde premies. Deze 0%-garantie geldt alleen als jij vanaf 1 januari 2009 altijd in de Life Cycle hebt belegd. Met de garantieregeling ben je dus verzekerd van een minimaal uitgekeerd pensioenbedrag. Op de pensioendatum wordt ten minste op basis van dit bedrag pensioen ingekocht bij het pensioenfonds. De hoogte van het pensioen is daarnaast afhankelijk van de inkooptarieven die op het moment van pensioneren gelden. De garantieregeling geldt overigens ook als je deelneemt aan Individueel pensioensparen. Vriendelijke groet, Roelof de Wal 15

Colofon Stichting Pensioenfonds KPN Postbus 501 9700 AM GRONINGEN [T] (050) 582 79 00 [I] www.kpnpensioen.nl [E] pensioendesk@kpnpensioen.nl Oplage: 26.832 Vormgeving: Het Bladmanagement Druk: Van Gorcum