Vijf jaar Onderwijs Autoriteit Zeeland (OAZ)

Vergelijkbare documenten
Slim samenwerken binnen en tussen vmbo en mbo in Zeeland. Presentatie tbv Bustour Slim Samenwerken VNG 27 maart 2013

Vragen waar deze maar ook de andere Zeeuwse onderwijsinstellingen onder meer voor staan zijn:

In deze brief informeren wij u over de ontstane situatie bij de Stichting Edudelta Onderwijsgroep (hierna: Edudelta).

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg

Campus Zeeland. Regiobijeenkomst Zeeuws Vlaanderen. 22 juni 2017

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Ridderkerk dragen we samen!

Advies Escalatie. 2. Kader geschillencommissie

Nr. 49, aan cie., d.d. 3 december 2012: (ontvangen van M. van Groeningen, E&D):

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Beoogde bestuurlijke fusie tussen de Stichting OPOCK en de Stichting VOCA


Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Campus Zeeland. Regiobijeenkomst Schouwen Duiveland en Tholen. Bruinisse, 20 juni 2017

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017

Werken aan onze toekomst!

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK

Nota inzake Economic Development Board

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Regionaal arbeidsmarktprogramma AgriFood Capital Werkt! en Werkbedrijf Noordoost Brabant

M E M O. We zien de oplossing niet in grote schaalvergroting naar 1 of 2 gemeenten. We zoeken het in de samenwerking vanuit de inhoud.

Toekomstplan. 12 februari Versie 1.1. Retail & Leisure Academy

Advies aan de gemeenteraad

Samenwerkingsversterker. Aandacht voor focus en beleving in ketens en samenwerkingsverbanden

Wat gaan we doen? Colofon. Almeerse Scholen Groep. Koersplan maart 2015

aandeslaginzeeland arbeidsmarktregio zeeland vanuit gemeentelijk perspectief

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

Evaluatie bestuursmodel, eindrapportage.

Inleiding 9 Voor wie is dit boek bedoeld? 10 Opbouw van dit boek 11

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Regio Noordoost-Brabant. Doorgroei Governance

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

1. Onderwerp Beëindiging deelname Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Rijn Gouwe (RPA) 2. Rol van het

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

Instellingen voor auditief en communicatief beperkte leerlingen. Van Vraag naar Ondersteuning. Landelijk kader inrichting passend onderwijs

Actieprogramma Techniekpact Zeeland

Overleg met de Toezichthouder

Tussenevaluatie Onderwijs en kinderopvangvoorzieningen op Noord-Beveland:

Voorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Overname De Pels door Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

Convenant Kindcentra

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

Actieplan Veilige School

Plan 2018 Regio Rijnmond

Geraadpleegd

Ring 1 met de Inspectie van het onderwijs

Met de brief in de bijlage stellen we de raad op de hoogte van de meest actuele stand van zaken.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp

Spoorboekje. Beeldvorming. Oriëntatie op de bestuurlijke toekomst van de gemeente Landsmeer. Oordeelsvorming Besluitvorming

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG..

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid

Willem de Zwijger College

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Eerder en Dichtbij. Projectplan

5. Concept raadsbesluit

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Jaarverslag Basisschool St. Catharina Haastrecht

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Mei Ontwerpbesluit. Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht?

Krimpen met perspec,ef

We willen de Zeeuwse jongeren zo goed mogelijk toerusten voor hun latere rollen als werknemer, ondernemer, ouder, burger et cetera.

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Dienst Stadsontwikkeling In DT Nee. Ambtenaar Bas Kranenborg In college

Profiel. Hoofd P&O (0,6-1 fte) 22 december Opdrachtgever Stichting Proceon

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

We werken al veel samen op het gebied waar het kan en meer geconcentreerd. zodat er meer geld beschikbaar komt opleidingen meer specialistisch zijn

B. Discussie Oud voor nieuw beleid kan gekoppeld worden aan de beleidsevaluatie;

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Leeuwenhartschool

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma

Leergang mbo Programma

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Evaluatie bijdrageregeling Regionale samenwerking -samenvatting-

Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur

Zeeland in stroomversnelling. Op weg naar het Actieprogramma voor duurzame economische groei, regionale inbedding en bestuurlijke daadkracht

Stimulans van Modal Shift door Korting op de Vennootschapsbelasting

7 december Betreft: Reactie op ADR-rapport Het handelen van de Inspectie van het Onderwijs bij het toezicht op het VMBO Maastricht.

Voortgangsmemo. Betreft: Update Banenafspraak sector Overheid & Onderwijs periode juni - Van: Hans Spigt (aanjager banenafspraak)

Evaluatie paragraaf Personeelsbeleid uit Collegeprogramma

Geachte raden, staten, colleges, burgemeesters en commissaris, 1. Het Evaluatierapport Grondbank en ROZ

Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po?

Dialoog veehouderij Venray

Eerste tussentijdse effectevaluatie

VOORTGANGSGESPREK. het Ashram College, vestiging Alphen a/d Rijn HAVO VMBOGT VWO

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht, portefeuille Financiën, Lid Raad van Toezicht, portefeuille Onderwijs (-kwaliteit)

Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij

Kleine scholen en leefbaarheid

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Start HBO Hoogeveen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Aalsmeer

P e r sbe r ± cht. Conclusie evaluatie Politiewet 2012: doorontwikkelen en verbeteren. Ministerie van Justitie en Veiligheid. Datum 16 november 2017

Aansluiting hoger onderwijs. De laatste stap

Jaarplan - jaarverslag

Transcriptie:

Vijf jaar Onderwijs Autoriteit Zeeland (OAZ) Middelburg, juli 2016

Colofon ZB 2016 Samenstelling Esther Spuesens Anneke Polderman ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330 EA Middelburg Telefoon (0118) 654000 www.dezb.nl info@dezb.nl Deze uitgave is tot stand gekomen in opdracht van de Provincie Zeeland.

Inhoudsopgave Vijf jaar Onderwijs Autoriteit Zeeland (OAZ)... 5 1. Bestuurskundige constructie OAZ... 7 2. Waardering door betrokken partijen... 9 3. Documenten en rapporten...13 Bijlage Bijlage 1: Afkortingen...17 Bijlage 2: Overzicht geïnterviewde personen...17 Bijlage 3: Vragen interviews evaluatie OAZ...18 Bijlage 4: Beschrijving waardering opbrengst OAZ...19

4

Vijf jaar Onderwijs Autoriteit Zeeland In opdracht van de Taskforce Zeeland is in 2009 het rapport Kerend Tij uitgebracht. Dit rapport heeft duidelijk gemaakt dat er naast bedreigingen ook kansen zijn voor het Zeeuwse onderwijs. De onderwijsinstellingen moesten dan wel in staat zijn om die kansen te verzilveren. Om op langere termijn een bijdrage te kunnen leveren aan de sociaal - economische ontwikkeling van Zeeland was een stevige hervorming van het Zeeuwse onderwijs nodig. Om de adviezen daadwerkelijk uit te voeren en te implementeren is besloten een pilot in te richten die moest resulteren in: Een duurzame, samenhangende voorzieningenstructuur voor beroeps-en hoger onderwijs. Met een kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod, mede afgestemd op de behoeften van het regionale bedrijfsleven en de regionale non-profit sector. Doorlopende leerlijnen tussen vmbo, mbo en hbo, resulterend in het behoud van Zeeuwse leerlingen voor Zeeland en een optimaal leerrendement. Onderwijsarrangementen gericht op een leven lang leren. De versterking van regionaal toegepast onderzoek. Het Ministerie van OCW heeft de financiering van deze pilot op zich genomen. De pilot is in 2010 van start gegaan en in 2015 beëindigd. De Provincie Zeeland heeft aan ZB gevraagd om de inzet van de OAZ te evalueren door: 1. een beschrijving te maken van de bestuurskundige constructie OAZ; 2. de waardering van de opbrengst door de betrokken partijen (onderwijs, overheid en bedrijfsleven) in beeld te brengen. Hiertoe voert ZB gesprekken met relevante actoren 1 aan de hand van een vooraf vastgestelde vragenlijst (semigestructureerde interviews) 2 ; 3. het verzamelen en digitaal ontsluiten van documenten en rapporten over, van (of in opdracht van) de OAZ. De resultaten van de evaluatie worden besproken in onderstaande notitie. Daar waar gesproken wordt over de OAZ bedoelen we, tenzij nadrukkelijk anders wordt vermeld, steeds het instituut de OAZ, dus de OAZ zelf, de plaatsvervangend OAZ en de secretaris gezamenlijk. Uit Handvest Kerend Tij Voor de sturing van bovenstaande is een Onderwijs Autoriteit Zeeland aangesteld voor een (pilot)periode van 5 jaar, met voldoende bevoegdheden om knopen door te hakken op terreinen als samenwerking, sturing, huisvesting en bekostiging en die bovendien de regie kon voeren. 1 Zie bijlage 2 voor de lijst met geïnterviewde personen 2 Zie bijlage 3 voor de vragenlijst 5

6

1. Bestuurskundige constructie OAZ Het idee om een Onderwijs Autoriteit aan te stellen kwam voort uit het rapport Kerend Tij dat in opdracht van de Taskforce Zeeland is gemaakt. Het was een unieke constructie, een schakel tussen instellingen en overheden. Bestuurlijke verankering positie OAZ Om een effectieve sturing van de pilot OAZ (experimenteel en niet wettelijk verankerd) te bewerkstelligen werd het door de Zeeuwse Partijen 3 wenselijk geacht om de regierol van de Onderwijs Autoriteit Zeeland te voorzien van een bestuurlijkjuridische grondslag. Hiertoe zijn alle partijen die betrokken waren bij de pilot, een bestuursovereenkomst aangegaan. Deze bestuursovereenkomst regelde o.a. de bevoegdheden van de OAZ inzake: huivesting fusie het (adviseren over het) toekennen van pilotmiddelen het uitzetten van onderzoek de voortgangsbewaking van de diverse pilotactiviteiten sancties bij het niet nakomen van pilotafspraken (on)gevraagd advies door OAZ De kaders van de bestuursovereenkomst waren de aanbevelingen van de Taskforce Zeeland (gedragen door relevante partijen in Zeeland en het ministerie van OCW) en het Plan van Aanpak 2010 van de OAZ. Uitgangspunt hierbij was het optimaal inzetten van instellingsmiddelen en instellingsbevoegdheden, waar de pilot dat vroeg, binnen de bestaande wettelijke kaders voor de onderwijssector en de betrokken overheden. Het plan van aanpak diende als onderlegger voor een beschikking van OCW per 1 oktober 2010 waarin de bestuurlijke, juridische en financiële condities geregeld werden die nodig waren voor de uitvoering van de pilot zoals voorgesteld in het rapport Kerend Tij van de Taskforce Zeeland. Het plan van aanpak was enerzijds het sturingskader voor het ministerie van OCW richting OAZ en voor de OAZ richting de uitvoerders die betrokken waren bij de pilot, en anderzijds het verantwoordingskader van deze zelfde partijen richting OAZ en van OAZ richting OCW (zie figuur 1). Positionering en inrichting OAZ Om de bestuurlijke basis en de continuïteit van de OAZ steviger te verankeren, werd de OAZ mr. E. d Hondt versterkt met een plaatsvervangende OAZ in de persoon van ir. J.I.M. de Goeij. Daarnaast werd de OAZ, in overleg met OCW, inhoudelijk en procesmatig ondersteund door dr. J.P.J. Schuit van BMC. Dhr. G.R.J. van Heukelom droeg als gedeputeerde Onderwijs zorg voor de coördinatie van de OAZ binnen Zeeland. Aan de proceskant (financiën, archivering, logistiek, planning & control) werd de OAZ ondersteund door mevr. mr. M.J.H.M. van Groeningen van de afdeling Economie van de Provincie. De Provincie stelde tevens vergader/ kantoorfaciliteiten beschikbaar aan de OAZ. Dhr. mr. E. d Hondt werd in 2011 opgevolgd door dhr. drs. K. van der Steenhoven die op zijn beurt in 2013 werd opgevolgd door dhr. ir. J. de Leeuw. 3 Onder Zeeuwse partijen worden binnen het kader van de voorliggende overeenkomst verstaan: de Provincie Zeeland, de Zeeuwse gemeenten, instellingen die voortgezet middelbaar beroepsonderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs binnen de provincie aanbieden, kennisinstituten gerelateerd aan het hoger 7 onderwijs binnen de provincie en organisaties die de Zeeuwse werkgevers en bedrijven vertegenwoordigen.

Figuur 1: Schematische weergave Plan van Aanpak i.r.t. sturing en verantwoording 8

2. Waardering door betrokken partijen Om de werking van de OAZ en de opbrengsten ervan te evalueren is met een groot aantal personen, afkomstig van diverse betrokken partijen, een gesprek gevoerd aan de hand van een vooraf opgestelde vragenlijst. Hieronder vindt u een korte weergave van de belangrijkste bevindingen op de onderdelen rol en inzet, proces en resultaat. In bijlage vier vindt u een uitgebreidere beschrijving hiervan. Niet alle geïnterviewde personen zijn bij de start van de pilot betrokken geweest. Aanvankelijk werd met de pilot ingezet op structuurversterking van het beroeps- en hoger onderwijs, maar al snel werden ook andere onderwijssectoren zoals het vo en po onder de regie van de OAZ gebracht en liepen er diverse processen naast elkaar met elk hun eigen actoren. De bevindingen worden steeds gestaafd met enkele relevante (anonieme) citaten die we opgetekend hebben tijdens de interviews. Rol en inzet In het begin waren rollen en bevoegdheden nog niet voor iedereen even duidelijk en werd de OAZ zelfs een beetje als een sta-in-de-weg gezien. Dat veranderde echter vrij snel en uiteindelijk zijn alle geïnterviewde personen positief tot zeer positief over de rol en inzet van de OAZ: een onafhankelijke entiteit met gezag die partijen bij elkaar bracht, de regie voerde in ingewikkelde processen, daadkrachtig was, gebruik kon maken van een breed netwerk en slagkracht kon genereren. De uiteindelijke besluitvorming, de eindverantwoordelijkheid bleef daarbij bij de betrokken partijen liggen. Men is unaniem van mening dat door de inzet van de OAZ veel bereikt is in het onderwijsveld in Zeeland. Positief: onafhankelijk inhoudelijk sterk analytisch gezaghebbend voortvarend daadkrachtig oog voor verschillen prettige samenwerking Bestuurlijk waren we in Zeeland niet in staat om de noodzakelijke veranderingen door te voeren, met behulp van de OAZ is dat wel gelukt Aanstellen OAZ vond ik een originele gedachte Verbeterpunten: andere betiteling in plaats van autoriteit (gaf verkeerd beeld) onduidelijkheid relatie OAZ/Provincie Het was in het begin zoeken naar ieders rol en positie met respect voor elkaars wettelijke taken die iedereen had toebedeeld gekregen Ik denk dat het wel belangrijk is om te beseffen dat een OAZ alleen maar goed kan functioneren als de persoon die daar invulling aan geeft, op een goede manier zijn weg weet te vinden 9

Proces De OAZ maakte jaarlijks een werkplan waarin een uitgebreide planning stond en wat er inmiddels was gerealiseerd. Jaarlijks werd dit plan aangevuld/verder uitgewerkt, wat zorgde voor transparantie van het hele proces van de pilot. De betrokkenen die zijn geïnterviewd zijn gevraagd naar hun bevindingen op dat deel van het proces waar zij direct bij betrokken waren. De positieve bevindingen zijn steeds door meerdere partijen naar voren gebracht, dwars door de verschillende processen heen. Op de meeste punten was men zelfs unaniem. Bij de verbeterpunten lag dit anders. Deze hadden specifiek te maken met het proces waar de geïnterviewde personen bij betrokken waren. Positief: verbinder/bruggenbouwer aanjager regie continuïteit (grote waardering voor inzet Hans de Goeij en Hans Schuit) goede communicatie faciliterend grondige aanpak In het hele proces vind ik de OAZ echt van toegevoegde waarde geweest, ik zie weinig nadelen Kracht van de OAZ was dat hij boven de partijen stond die werelden bij elkaar kon brengen Verbeterpunten: niet gestart bij basis (Kinderopvang, po, vo) sta-in-de-weg bij contacten richting Den Haag neergezette structuur strookte niet altijd met de wet continuïteit in persoon OAZ (3 personen) meer aandacht voor overleg tussen alle onderwijssectoren managen van verwachtingen (onder andere extra financiële middelen po) kennis landelijke context Ik vind als je over krimp praat dan moet je op de plek zijn waar het begint, nl. het po en niet waar het eindigt Managen van de verwachtingen in Zeeuws- Vlaanderen had misschien iets beter gekund Resultaat De doelstellingen, zoals genoemd in Handvest Kerend Tij, zijn voor het grootste deel gehaald. Iedereen is het er over eens dat het aanstellen van de OAZ zeker effectief is geweest. Of alle doelstellingen ook bereikt zouden zijn zonder de inzet van de OAZ is een vraag die lastig te beantwoorden is en ook verschilt per onderwijssector. Diverse betrokkenen geven aan van wel (er waren voor de start van de OAZ ook al dingen in gang gezet), maar dan had het waarschijnlijk allemaal veel langer geduurd en was de uiteindelijke vorm ook anders geweest. Niet alle processen zijn even snel gegaan en niet alles is bereikt. De OAZ had immers geen doorzettingsmacht en was afhankelijk van de bereidheid van andere partijen. Mensen moesten het zelf doen en zelf ook de waarde er van inzien. Daar zijn alle betrokkenen het over eens. Er is een behoorlijk aantal rapporten verschenen in de periode van de OAZ die voor een deel ook al daadwerkelijk tot uitvoering zijn gebracht. Over de borging van de resultaten wordt verschillend gedacht. Sommige zaken zijn afgerond en hebben hun plek gekregen, zoals de regiegroep die verankerd is in het Zeeuws bestuurdersoverleg. Ook de structuur voor het 3O-overleg met de gedeputeerde als voorzitter, is vastgelegd. Andere processen zijn lopend, maar worden geborgd door de inzet van procescoördinatoren, in het geval van po, die het werk van de OAZ voortzetten. Ook in het vo is een beleidsmedewerker aan de slag om de doorlopende leerlijn vo/mbo verder vorm te geven. Diverse partijen spreken hun zorg uit over het wegvallen van de centrale regie. Wie neemt het voortouw en kan de druk er op houden. Veel wordt daarbij verwacht van de Provincie, maar men vraag zich tegelijkertijd af of dit realistisch is. Positief: sterke verbetering samenwerking partijen (bereidheid om van elkaar te leren) extra financiële middelen naar Zeeland fusie MBO Centrum Toptechniek Campus Zeeland (concrete uitvoering) Behoud en versterking onderwijskwaliteit Zeeland Scalda, Zeeland Centraal, Campus Zeeland, ja ze hebben wel wat neergezet Zonder de inzet van OAZ waren de nu behaalde resultaten moeilijker gerealiseerd 10

OAZ stopt eigenlijk te vroeg. In sommige regio s had OAZ nog een rol kunnen vervullen in het vlot trekken van diverse fusie/samenwerkingstrajecten Verbeterpunten: samenwerking met Vlaanderen niet van de grond gekomen aandacht voor relatie tussen alle onderwijssectoren onderling borging Er zal goed nagedacht moeten worden over hoe je die financiering rond krijgt en dat is dan het antwoord op de borging 11

12

3. Documenten en rapporten In de periode dat de OAZ actief is geweest in Zeeland zijn veel rapporten en documenten verschenen. De belangrijkste hiervan zullen digitaal worden ontsloten via de site van ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland (www.dezb.nl/planbureau/economie/onderwijs). Op deze manier blijven de ervaringen en opgedane kennis toegankelijk voor de Zeeuwse samenleving. Handvest Kerend Tij Plan van aanpak OAZ 2010 2011 (een van vijf) Plan van aanpak OAZ 2011 2012 (twee van vijf) Plan van aanpak OAZ 2013 2014 (vier van vijf) Plan van aanpak OAZ 2014-2015 Rapport de Zeeuwse Uitdaging Rapport Samen sterk Sterker samen Fusie effect rapportage mbo s Rapport OAZ meerkosten Scalda De handschoen opgepakt Ontwerp hoofdstructuur doorlopende leerlijn vmbo-mbo VMBO Walcheren startnotitie Rapport Goed Voortgezet Regiovisie Zeeland Toptechniek in Bedrijf Bijlage regiovisie Toptechniek in Bedrijf Toptechniek Zeeuws-Vlaanderen Plan van Aanpak kenniscirculatie 2.0 Plan van Aanpak ZC onderwijs 2.0 Rapport Een nieuwe realiteit Plan van aanpak Op Weg Kernopgaven arbeidsmarktbeleid Zeeland 2014 Campus Zeeland OAZ slotakkoord 2015 13

14

Bijlagen 15

16

Bijlage 1: Afkortingen OAZ Onderwijs Autoriteit Zeeland ROC Regionaal Opleiding Centrum PO Primair Onderwijs VO Voortgezet Onderwijs MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs HZ Hogeschool Zeeland UCR University College Roosevelt WRZ Wetenschappelijke Raad Zeeland BZW Brabants Zeeuwse Werkgeverskring OVERIGE Gemeenten, Kinderopvang, WRZ, BZW, RPCZ 3 O s Onderwijs, Overheid, Ondernemers Bijlage 2: Overzicht geïnterviewde personen Dhr. C. Liefting Mevr. S. Goossen Mevr. R. Vons Dhr. P. de Jong Dhr. L. Hamelinck Dhr. P. de Witte Dhr. A. van Hoepen Dhr. A. de Buck Dhr. B. Vogel Dhr. A. Thomas Dhr. J. de Bat Dhr. J. Snijder Dhr. R. Boone Dhr. T. Brandenbarg Dhr. M. Neelen Dhr. J. Ennik Dhr. H.J. van Arenthals Dhr. J. Zinkstok Dhr. B. van Zaanen Dhr E. de Goey Dhr. H. Schuit wethouder gemeente Terneuzen ambtenaar gemeente Terneuzen bestuurder Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen bestuurder onderwijskoepel Perspecto bestuurder onderwijskoepel Probaz bestuurder Reynaertcollege Hulst bestuurder onderwijskoepel Archipel bestuurder HZ bestuurder Calvijn College directeur Dow Chemical Benelux in hoedanigheid van wethouder gemeente Goes UCR ambtenaar gemeente Goes voorzitter Wetenschappelijke Raad Zeeland CvB Scalda procescoördinator RPCZ schoolleider Mondia Scholengroep (voorheen) voorzitter CvB Scalda (heden) beleidsmedewerker/accountmanager leerlingendaling (OCW) directie hoger onderwijs en studiefinanciering (OCW) plaatsvervangend voorzitter OAZ inhoudelijk ondersteuner OAZ 17

Bijlage 3: Vragen interviews evaluatie OAZ Onderstaande vragen dienen als richtlijn voor het gesprek met de sleutelfiguren. Niet alle vragen zijn voor alle te interviewen personen even evident. Dat hangt onder meer af van de rol van de bevraagde en de fase in de pilot. Rol en inzet OAZ Was het doel van het instellen van een OAZ duidelijk? Was de rol van de OAZ voldoende duidelijk? Wat is in uw ogen de rol van de OAZ geweest in het bereiken van de doelen? Hoe heeft u de inzet van de OAZ ervaren? Wat deze slagvaardig genoeg? Hoe heeft u de samenwerking met de OAZ ervaren? Wat zijn in uw ogen de succes en faalfactoren van een bestuurskundige constructie als de OAZ? Proces Hoe kijkt u in het algemeen aan tegen het verloop van het proces? Was het duidelijk wat de verschillende taken en bevoegdheden waren van de verschillende partijen? Hoe is de samenwerking tussen betrokken partijen verlopen? Wat is goed gegaan, wat had beter gekund in de samenwerking? Was er voldoende communicatie tussen de diverse partijen? Was er sprake van een gelijkwaardige input? Voelde alle partijen zich voldoende betrokken? Resultaat In welke mate zijn de doelstellingen bereikt? Is het aanstellen van een OAZ effectief geweest? Zouden dezelfde resultaten bereikt zijn zonder de inzet van de OAZ? Waarom wel, waarom niet? Heeft het project geleid tot samenwerking op andere terreinen? Hoe ziet u de toekomst voor het onderwijs in Zeeland? Zijn de opbrengsten van de OAZ ook voldoende geborgd? Zo ja, op welke manier? Zo nee, wat zou er nog moeten gebeuren om dit voor elkaar te krijgen? 18

Bijlage 4: Beschrijving waardering opbrengst OAZ Om de werking van de OAZ en de opbrengsten ervan te evalueren is met een groot aantal personen, afkomstig van diverse betrokken partijen, gesprekken gevoerd aan de hand van een vooraf opgestelde vragenlijst. Hieronder vindt u een korte weergave van de belangrijkste bevindingen op de onderdelen rol en inzet, proces en resultaat. Hierbij moet opgemerkt worden dat niet allen (partijen dan wel personen) er vanaf het begin bij betrokken zijn geweest. Rol en inzet De start van het aanstellen van de OAZ naar aanleiding van het rapport Kerend Tij verliep niet zonder slag of stoot. In het begin was er argwaan, wat is een OAZ, wat wordt zijn rol, wat gaat het betekenen enz. Het duurde even voordat overeenstemming was bereikt over wie de OAZ moest worden en daarnaast waren er partijen (met name de HZ)die zelf al regie hadden genomen en dingen in gang hadden gezet, inclusief goede contacten in Den Haag. De OAZ werd aanvankelijk een beetje als een sta-in-de-weg gezien door hen, rollen en bevoegdheden waren niet heel duidelijk. Uiteindelijk is het aanstellen van de OAZ door alle geïnterviewde personen als positief tot zeer positief ervaren : een onafhankelijk persoon die boven de partijen staat, goede contacten in Den Haag heeft en vooral ook partijen bij elkaar kan brengen/de regie kan voeren werd gezien als dé oplossing voor de uitwerking van Kerend Tij. Belangrijk hierbij was dat de OAZ geen macht had maar dat het veld, de betrokken partijen, zelf verantwoordelijk bleven en uiteindelijk zelf de beslissingen namen. In principe lag de focus bij de start op de UCR (toen nog Roosevelt Academy), de HZ en het mbo. De meeste partners uit andere onderwijssectoren (vo en po) vonden dit een tekortkoming en vonden dat de aandacht voor hun sector ook van uitermate belang was voor de toekomst van het onderwijs in Zeeland. Door zelf aan de bel te trekken is de focus van de OAZ uiteindelijk ook verbreed. De rol van de OAZ was niet voor iedereen meteen duidelijk, ondanks dat er convenanten zijn opgesteld om de rol helder te maken. Met name het woord autoriteit wekte in het begin verwarring en kon gezien worden alsof de OAZ de baas was van het onderwijs die bepaalde wat er moest gebeuren. Daarnaast was het in het begin aftasten wat de precieze status was van de inzet van de OAZ, wat mogen we nu precies verwachten en wie neemt de besluiten? Deze rol heeft zich moeten ontwikkelingen. Echter, vrij snel werd duidelijk dat de OAZ eerder een autoriteit was op het gebied van netwerken, hij had overal ingangen en kreeg die ook door zijn positie. Hij werd serieus genomen en had gezag. De OAZ had geen doorzettingsmacht had, maar een regiefunctie. De uiteindelijke besluitvorming, de eindverantwoordelijkheid bleef bij de betrokken partijen liggen. De rol van de OAZ was het bijeen brengen van partijen, het onder de aandacht brengen van de feitelijke problematiek, het genereren van slagkracht, te zorgen voor voortgang, het op gang brengen en houden van processen, het bevorderen van samenwerking, drempels slechten en het behalen van resultaten. Alle partijen zijn daar lovend over. Diverse partijen gebruikten woorden als katalysator, aanjager, mediator, analist. In de samenwerking met de HZ was het in het begin zoeken naar ieders rol met respect voor elkaars verantwoordelijkheden en bevoegdheden die bij wet waren toebedeeld. De werkwijze van een constructie als de OAZ paste hier volgens de HZ niet goed in. De OAZ was niet voldoende op de hoogte van wat er in de landelijke context speelde en welke inhoudelijke visie daar achter zat. Voor de HZ waren de rechtstreekse goede lijnen die ze zelf bij het ministerie hadden heel belangrijk en ze hadden het idee dat de OAZ daar op een bepaald moment dwars door heen ging. Op inhoud konden ze elkaar goed vinden, op de wijze waarop dingen georganiseerd werden niet. In een overleg zijn die zaken toen wel uitgesproken en verder afgestemd. Door verschillende partners werd wel benoemd dat de OAZ, in elk geval in de beeldvorming, iets te veel gekoppeld was aan de Provincie, wat door een aantal partijen als bedreiging gezien. Wellicht had de OAZ zich nog iets onafhankelijker moeten neerzetten in het hele proces. Tegelijkertijd werd juist de onafhankelijkheid van de OAZ geroemd die geen enkel ander belang had dan te zorgen dat de doelen werden bereikt. 19

Over de inzet van de OAZ is men unaniem van mening dat deze goed tot zeer goed is geweest en dat dankzij de OAZ veel bereikt is in het onderwijsveld in Zeeland. Door de inzet van de OAZ heeft de onderlinge samenwerking tussen de diverse partners een enorme boost gekregen. Door verschillende mensen werd genoemd dat het jammer was dat er drie verschillende personen Onderwijs Autoriteit zijn geweest. Alle drie werkten ze anders, maar alle drie waren ze zeer daadkrachtig. Het probleem zat meer in het feit dat het, met name in Zeeland lijkt het, toch even duurt voor je iedereen kent, weet en ervaart hoe iedereen er in zit en hoe de hazen lopen. Je moet met elkaar een relatie opbouwen en dat kost tijd. Tegelijkertijd werd de continuïteit wel gewaarborgd door de plaatsvervangende OAZ en de inhoudelijk ondersteuner, zij werden gezien als de stabiele factoren met grote deskundigheid. De OAZ had een zeer goede kennis van wat er speelde, de bijeenkomsten werden goed voorbereid en verliepen gestructureerd volgens diverse betrokkenen. De verbindingen die noodzakelijk waren zijn op een goede manier tot stand gebracht. De OAZ heeft steeds een bemiddelende rol gespeeld naar OCW om knelpunten op te lossen en heeft er ook voor gezorgd dat er extra financiële middelen beschikbaar kwamen. Een aantal partijen hebben daar heel goed van kunnen profiteren (HZ, mbo en vmbo/mbo), anderen (vo en po) waren daarover juist teleurgesteld, zij hadden er meer van verwacht. De inzet van de OAZ wordt beoordeeld als voortvarend en daadkrachtig met oog voor verschillen maar waarbij het voor iedereen helder was dat zij uiteindelijk ook afhankelijk waren van anderen en moesten roeien met de riemen die ze hadden. Ook de OAZ liep aan tegen culturen en regioverschillen. Eén van de partners is van mening dat de OAZ nog wat meer aandacht had kunnen besteden aan het overleg tussen alle onderwijssectoren in Zeeland omdat het op deze kleine schaal van cruciaal belang is dat je met elkaar zaken bespreekt. Daar wordt hard aan gewerkt maar het gebeurt in zijn visie nog te weinig. Proces De OAZ maakte jaarlijks een werkplan waarin uitgebreid beschreven stond wat er op de planning stond en wat er inmiddels was gerealiseerd. Jaarlijks werd dit plan aangevuld / verder uitgewerkt. Op deze wijze is het hele proces dat de OAZ heeft doorlopen te volgen. De betrokkenen die zijn geïnterviewd zijn gevraagd naar hun bevindingen op dat deel van het proces waar zij direct bij betrokken waren. UCR / HZ / Wetenschappelijke Raad Zeeland / 3O s Een aantal zaken had de instellingen voor hoger en wetenschappelijk onderwijs, zelf al opgepakt en dat liep goed, dus daar bemoeide de OAZ zich dan ook niet mee. Ze waren in de lopende plannen en processen, vooral faciliterend, niet leidend. Deze ondersteunende rol is door de instellingen als positief en stimulerend ervaren. De HZ zat al volop in het proces van een duurzaam toekomstperspectief en had een businessplan gemaakt. Een aantal van de projecten uit het businessplan kwamen terug in Kerend Tij, wat de HZ prima vond. Echter, de structuur die neergezet zou worden strookte naar de mening van de HZ niet met de verantwoordelijkheden die ze zelf toebedeeld hadden gekregen bij wet. Het leek er op dat de OAZ een laag zou worden tussen de instellingen en het ministerie in en daar had de HZ grote moeite mee en ook last van. Dat was een moeilijk punt in het proces, op inhoud konden ze elkaar vinden, op de manier waarop niet. Uiteindelijk zijn ze hier samen uitgekomen en werd het duidelijk dat als je met elkaar het spel slim speelt, je veel kunt bereiken. Ook zagen ze dat dingen ging stromen omdat zowel de provincie als het ministerie het rapport Kerend Tij omarmden, dat opende deuren. Extra middelen kwamen beschikbaar waardoor de HZ enorme vooruitgang heeft kunnen boeken. De instellingen spelen een belangrijke rol in Campus Zeeland en daar is de OAZ op een goede constructieve wijze actief geweest, hetzelfde geldt voor Zeeland Centraal. De samenwerking met de OAZ is door betrokkenen als plezierig ervaren en de communicatie was goed. Ook het overleg met betrokken in het kader van de 3 O s verloopt prima en naar tevredenheid met de andere partners. Zonder de steun van de OAZ was Zeeland Centraal volgens betrokkenen niet van de grond gekomen. 20

VO / MBO De eerste klus van de OAZ was het rapport over de fusie van de ROC s. De uitwerking ervan hebben de instellingen zelf opgepakt waarbij de OAZ steeds werd geïnformeerd over het proces maar geen directe sturing had hierop. De afspraak was dat de OAZ erbij geroepen zou worden als dat nodig was. Op kritische momenten speelde de OAZ dus een belangrijke rol in het proces, en kwam ze in actie om plooien glad te strijken, maar ook bijvoorbeeld om fusiegelden vanuit het Rijk beschikbaar te krijgen. Binnen het mbo is er veel waardering voor het OAZ als verbinder; de OAZ zette onderwerpen op de agenda en liet de feiten zien wat het gevoel van urgentie bevorderde. Op bijna alle terreinen die met onderwijs te maken hebben zijn de contacten aangehaald en heeft de samenwerking een enorme stimulans gekregen. Zoals eerder aangegeven is de OAZ niet meteen bij de start aan de slag gegaan bij het vo. Uit het traject met het mbo, hbo en UCR (waar de OAZ in eerste instantie op inzette) is de discussie met de OAZ ontstaan over het belang van de doorlopende leerlijn vo en mbo. Volgens één van de betrokken bestuurders is dat overigens redelijk organisch verlopen, de OAZ was meteen bereid zich ook voor deze sector in te zetten. De sector vo heeft overigens zelf ook in een aantal zaken het voortouw genomen waarbij de OAZ niet de regie voerde maar ondersteuning bood. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van vmbo- Walcheren. Het initiatief was er al, maar de OAZ heeft het gestimuleerd en ondersteund. Zo zijn er door de inzet van de OAZ financiële middelen vanuit het Rijk vrijgemaakt om de interne processen van vmbo- Walcheren te ondersteunen (Bleekveld en Terpstra). Daarnaast heeft de OAZ haar invloed uitgeoefend om het ministerie OCW zo ver te krijgen dat ze mee ging denken hoe om te gaan met de complexiteit van de vorming van vmbo-walcheren (geen fusie van drie scholen maar intensieve samenwerking). De vorming van vmbo-walcheren uiteindelijk niet doorgegaan. De intentieverklaringen binnen het vo waren snel ondertekend maar processen verliepen stroperig, hoewel dit per regio verschilde. De OAZ pakte het grondig aan en keek behalve naar de doorlopende leerlijn, ook naar de financiële situatie van de vo-scholen. De aanleiding hiervoor lag in het teruglopende aantal leerlingen. Onder leiding van de OAZ die de discussie hierover aanzwengelde is de krimp uiteindelijk een inhoudelijke discussie geworden, waar bestuurders erg blij mee waren. De inzet van het proces binnen de vo-sector, was in eerste instantie een Zeeuwse beweging, maar dit is uiteindelijk meer regionaal geworden met eigen tempo s en dynamieken. Het proces is dan ook niet in alle regio s op dezelfde wijze verlopen. Zo was de bereidheid tot samenwerking op Walcheren al groot. De OAZ heeft hen in dit proces gewezen op het belang van het betrekken van het mbo hierbij. In Zeeuws-Vlaanderen stond samenwerking nog in de kinderschoenen, het proces verliep er moeizaam en stroperig. Geen van de partijen rekende de OAZ dit aan, het was voor alle partijen duidelijk dat verschil in cultuur (tussen de scholen en tussen de regio s ) hieraan ten grondslag lag. De OAZ heeft een belangrijke rol gespeeld in het vlot trekken van dit proces. Een aantal Zeeuws-Vlaamse partijen is van mening dat de OAZ hier wellicht nog iets meer had kunnen sturen want nog niet alle voscholen zitten op één lijn op het gebied van samenwerking. Ook in de Oosterschelde-regio kwam het proces van samenwerking op gang, ook met het reformatorisch onderwijs. De samenwerking met de OAZ is als zeer plezierig ervaren, ze waren goed bereikbaar en de communicatie verliep prima. Door één van de bestuurders is als puntje van aandacht de communicatie naar buiten toe, naar raadsleden, ambtenaren, leerkrachten enz., genoemd. Zij hadden maar een beperkt beeld van de inzet van de OAZ. Het was goed geweest als zij ook beter waren geïnformeerd, al was het maar door een krantenartikel bij de wisseling van de Onderwijs Autoriteit. Diverse keren is door gesprekspartners de dynamiek genoemd die voor een belangrijk deel door de inzet van de OAZ is ontstaan in de Zeeuwse onderwijssector. De OAZ heeft volgens diverse betrokkenen ook een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand komen van het Centrum voor Toptechniek. In het nauwe samenspel tussen vo, bedrijfsleven en gemeenten kon de OAZ deuren openen. 21

PO Het po is in 2012 binnen het aandachtsveld van de OAZ gekomen, op verzoek van de sector zelf die zich verenigd hebben in de coöperatie primair onderwijs Zeeland. De OAZ heeft een belangrijke rol gespeeld in het beschikbaar krijgen van middelen om een onafhankelijk onderzoek naar het po in Zeeland op te laten stellen. Het rapport heeft de ogen geopend van veel betrokkenen, maar het is een proces van lange adem waarbij er in de diverse regio s verschillend gehandeld wordt, met verschillende snelheden. Zo liep er in Zeeuws-Vlaanderen een ander proces, specifiek vanuit de krimpproblematiek, en was men al bezig met dalende leerlingaantallen o.a. door weglek naar België. Men was bang dat de inzet van OAZ op dit punt vertraging met zich mee zou brengen. In de praktijk bleek het best lastig te zijn om dat proces mee te nemen in het totaalonderzoek over Zeeland en de dingen op Zeeuws niveau bij elkaar te brengen. De OAZ zette mede het proces in gang om over de eigen grenzen te kijken. Het politieke tij zat aanvankelijk mee, de kleine scholentoeslag zou verdwijnen, waardoor het besef van de noodzaak tot verandering steeds groter werd. Dat veranderde echter toen politiek Den Haag uiteindelijk besloot om de toeslag in stand te houden. De urgentie (financiële noodzaak) was hierdoor weg en het proces werd traag en stroperig. De OAZ heeft er hard aan getrokken om de ingezette ontwikkeling toch door te laten gaan maar moest roeien met de riemen die ze had. De OAZ heeft verbindingen gelegd tussen besturen en ook tussen besturen en gemeenten en het proces is in alle regio s nog gaande. De communicatie tussen verschillende partijen verliep goed, maar was wel een voortdurend punt van aandacht waar de OAZ ook weer een positieve rol in heeft gespeeld. Het managen van verwachtingen in Zeeuws-Vlaanderen had misschien iets beter gekund (de verwachtingen waren hoger dan uiteindelijk kon worden waargemaakt). Dat berokkende soms wat schade aan de status van de OAZ: die lukt het ook niet. De samenwerking met andere partijen had volgens één van de geïnterviewde personen ook wat meer aandacht kunnen krijgen, met name richting kinderopvang. Sector-overstijgend De OAZ heeft voor elkaar gekregen dat samenwerkingen zijn geïntensiveerd, ook met andere partijen buiten het onderwijs zoals gemeenten en ondernemers). De OAZ heeft een belangrijke bijdrage geleverd bij de invoering en uitwerking van een overlegstructuur tussen deze drie partijen op het snijvlak van onderwijs, arbeidsmarkt en economische ontwikkeling (3O s). Alle betrokken partners stelden zich zeer constructief op. Ook in de ontwikkeling van een Centrum voor Toptechniek speelde de OAZ een goede rol in het proces en heeft hij, op het moment dat het bijna fout liep, alle partijen weer een keer bij elkaar geroepen om met elkaar in gesprek te gaan. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de onderwijsarbeidsmarkt-monitor. Door één van de partijen wordt aangegeven dat de OAZ wat minder sterk was in het uitvoeren van zaken. Het zou fijn geweest zijn als er nog iemand deel had uitgemaakt van de OAZ die dit onderdeel voor zijn of haar rekening had kunnen nemen. Wellicht was het dan allemaal wat sneller gegaan. Bij het proces van het po in Zeeuws-Vlaanderen, en de inzet van de OAZ in deze, was ook de kinderopvang betrokken. Alle betrokkenen (gemeenten / po/ kinderopvang) zaten aan tafel om te kijken of men dezelfde probleemstelling zag en wat men daar mee zou kunnen. De OAZ begeleidde dit proces en begon met aftasten: hoe gaat het hier, wat is er aan de hand, hoe ligt het politieke krachtenveld, wat is het gezamenlijk doel? Deze aanpak is door betrokkenen als zeer prettig ervaren. Als zwak punt in de processen wordt door één van de partijen genoemd de coördinatie op wie doet wat: wat doet de OAZ, wat gebeurt er in Den Haag en wie is op welk moment aan zet. Ook bij Zeeland Centraal (digitaal kennis-en informatieplatform voor onderwijsdoeleinden) en Campus Zeeland heeft de OAZ een cruciale rol in het proces gespeeld. Resultaat De doelstellingen, zoals genoemd in Handvest Kerend Tij, zijn uiteindelijk voor het grootste deel gehaald. De samenwerking tussen betrokken partijen is veel verbeterd, mede door inzet van de OAZ. Hij werd serieus genomen en geaccepteerd en kreeg partijen makkelijker bij elkaar. Ook had hij oog voor de processen waar hij mee te maken kreeg (belangenverschillen, dubbele agenda s etc.). Achter de schermen 22

gebeurde er veel; plooien werden glad gestreken en gesprekken werden gevoerd. De onderwijssector is een dynamische omgeving geworden volgens een betrokkene, waarin de bereidheid om met elkaar te leren alleen maar is toegenomen. Niet alle processen zijn even snel gegaan en niet alles is bereikt, de OAZ had immers geen doorzettingsmacht en was afhankelijk van de bereidheid van andere partijen. Mensen moesten het zelf doen en zelf ook de waarde er van zien. Iedereen is het er over eens dat het aanstellen van de OAZ zeker effectief is geweest. Diverse partijen noemen expliciet dat men bestuurlijk niet in staat was om de noodzakelijke veranderingen door te voeren, met de onafhankelijke inzet van de OAZ lukte dat wel. Of alle doelstellingen ook bereikt zouden zijn zonder de inzet van de OAZ is een vraag die lastig te beantwoorden is en ook verschillend per onderwijssector. Diverse betrokkenen geven aan van wel (er waren voor de start van de OAZ ook al dingen in gang gezet), maar dan het waarschijnlijk allemaal langer geduurd. Campus Zeeland wordt door diverse gesprekspartners genoemd als een goed samenhangend rapport met een duidelijke uitvoeringsparagraaf en begroting. Er staan heel concrete, tastbare zaken in waarvan een aantal zaken nu al wordt uitgevoerd. Zonder inzet van de OAZ was dit veel moeilijker geweest en misschien zelfs niet in deze vorm. Zonder de OAZ zou er geen fusie hebben plaatsgevonden tussen de roc s en zou er een heel ander onderwijslandschap bestaan dan nu, zo luidt de mening vanuit het mbo. Hetzelfde probleem geldt ook voor vo-scholen, als men blijft concurreren zullen opleidingen moeten sluiten. Dit wordt nu, mede door de inzet van de OAZ, intensief met elkaar besproken in de regio s. In het po in Zeeuws-Vlaanderen is het uiteindelijk niet gelukt om de plannen regionaal op te pakken, maar zijn er afspraken in kleinere verbanden gemaakt. Betrokkenen vinden dit spijtig, maar vinden dat het doorlopen proces zeker nuttig is geweest; het is nu duidelijk hoe iedereen er over denkt en het urgentiebesef is toegenomen, hoewel de mate waarin per gemeente nog wel verschilt. Men is wel teleurgesteld over het feit dat er vanuit Den Haag niet meer oog is geweest voor de specifieke krimpsituatie van Zeeuws-Vlaanderen waardoor ook geen extra financiële middelen beschikbaar zijn gesteld, terwijl die verwachting in de ogen van een aantal betrokkenen wel was gewekt door de OAZ. Het po in Zeeuws-Vlaanderen had graag een transitiebudget ontvangen om de fusies in de regio te bewerkstelligen en een inhoudelijke doorontwikkeling te maken naar IKC s (Integrale Kind Centra). Het maximale resultaat is niet behaald maar dat is niet vanwege de OAZ, maar vanwege de politieke verhoudingen op landelijk niveau. Mede dankzij de OAZ zijn de fusiefaciliteiten in po nu wel voor alle scholen in Nederland op vijf jaar gezet. Door diverse partijen wordt ook het Centrum voor Toptechniek genoemd als belangrijk resultaat. De OAZ is hier niet heel erg nauw bij betrokken geweest, maar heeft wel gezorgd voor subsidie. Wat de OAZ niet is gelukt is de samenwerking met Vlaanderen (België), vereenvoudiging wet- en regelgeving, te verbeteren. Daarin liepen ze tegen dezelfde dingen aan waar iedereen tegen aan loopt en daarin hebben ze niet zo veel kunnen betekenen. Over de borging van de behaalde resultaten wordt door betrokken partijen hun zorg geuit. Zo is een voorstel gedaan voor een governance-structuur voor het 3O-overleg (afgesproken is dat de gedeputeerde voorzitter wordt van het 3O-overleg) maar of er voldoende draagvlak is zoals dit gold voor de OAZ is nog maar de vraag. Met het beëindigen van inzet van de OAZ valt de centrale regie weg waardoor het volgens diverse partijen nog een hele uitdaging wordt om iedereen er bij te houden. Versnippering dreigt, ook door alle drukte en de waan van alle dag waardoor het lastig zal worden om de spanning erop te houden in hetzelfde tempo als voorheen. Genoemd wordt dat de agenda (tijd) de grootste vijand is. Van de Provincie wordt ook een belangrijke rol verwacht in het borgen van de resultaten. Diverse partijen verwachten dat zij de regie neemt, in elk geval in het Campus Zeelandverhaal. Zij zouden dit nu moeten inbedden en onderdeel laten uitmaken van hun (strategisch) beleid én voldoende financiële middelen beschikbaar stellen. 23

Door het aanstellen van procescoördinatoren kan het werk van de OAZ in het po worden voortgezet, zij het op een iets andere manier. Bestuurders hebben hierin uiteraard ook een eigen verantwoordelijkheid. Ook in het vo is voor de komende drie jaar een gezamenlijke beleidsmedewerker aangesteld om de doorlopende leerlijn vo/mbo verder vorm te geven en gaat het ingezette proces gewoon door. Borging wordt ook gerealiseerd door de afspraak in het Zeeuws Bestuurdersoverleg dat de regiegroep (die de aansturing met OAZ verzorgde) stopt, maar verankerd wordt in het bestuurdersoverleg. Borging zit ook in het feit dat er samengewerkt wordt, waarvoor een paar mensen binnen het bestuurdersoverleg verantwoordelijk zijn. Wat nu, na het vertrek van de OAZ gemist wordt is de relatie tussen alle onderwijssectoren, het onderlinge gesprek, de verbinding. Dat is nu weggevallen en daar had in de adviezen wel wat meer aandacht aan besteed mogen worden. De toekomst van het vo is afhankelijk van de onderlinge samenwerking. Het mbo krimpt verder, de uitdaging wordt om het aanbod zo breed mogelijk te houden, met een zo hoog mogelijke kwaliteit en aansluiting bij de behoefte van de werkgevers. Harde keuzes zijn hierin noodzakelijk, de OAZ had hier nog een belangrijke rol in kunnen spelen, nu ligt de bal, volgens diverse partijen, bij de Provincie. De vraag is volgens hen of de Provincie een dergelijke rol kan spelen. 24

www.dezb.nl Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330 EA Middelburg T 0118 654000 info@dezb.nl