Samenwerking Utrecht West. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2010 Gemeente Maarssen

Vergelijkbare documenten
Gemeente Woerden. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011

Companen waar wonen beweegt

1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2

Gemeente Lopik. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2010

Gemeente Lopik. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2011

Gemeente Nunspeet. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2012

Gemeente Rhenen. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo

Gemeente Beuningen. Wmo klanttevredenheidsonderzoek over Concept. 3 april 2014

Gemeente Bergen op Zoom. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over

Gemeente Woerden. Klanttevredenheid Wmo over juli 2014

V A L K E N S W A A R D de Hofnar 15

Wat is de totale omvang van de doelgroep? (u kunt een schatting maken) 880 mensen. Hoeveel mensen heeft u benaderd in het onderzoek?

Gemeente Alphen-Chaam

Companen. Gemeente Steenbergen. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2012

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over juni 2014

Gemeente Bergen op Zoom

Gemeente Montfoort. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over augustus 2015

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over Concept. 11 augustus 2014

Gemeente IJsselstein. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Gemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Gemeente Harenkarspel. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Gemeente Lansingerland. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2012

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

11 Drentse gemeenten. Tevredenheid Hulp bij het huishouden. 3 mei 2011

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Gemeente Steenbergen. Wmo klanttevredenheid over juli 2014

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

1 Inleiding Onderzoeksgroep en dataverzameling Informatie De aanvraag Procedure Wachttijd...

Gemeente Druten. Klanttevredenheidsonderzoek 2010

/2202. gemeente werkendam. werkendam. 12DEC2012. Gemeenteraad Postbus DA Werkendam. clienttevredenheidsonderzoek Wmo

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2

Goeree-Overflakkee. Wmo-klanttevredenheid over maart 2014

Gemeente Bergen. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2012

Tevredenheid Abw-cliënten. Benchmark rapportage gemeente Maassluis. December 2003

Moerd U k RAADSINFORMATIEBRIEF

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Gemeente Castricum mei juni 2008

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014

Gemeente Breda. Onderzoek klanttevredenheid Wmo. Onderzoek en Informatie. Individuele voorzieningen in Breda (2010)

Uitgevoerd door Dimensus Klanttevredenheidsonderzoek /20

Verslag Klanttevredenheidsonderzoek 2007 Gemeente Heusden

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek. over 2009

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

Hll lllllllllllllllllllllllllllllllilllllll /10/2012

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning 2010

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Gemeente Breda. Onderzoek klanttevredenheid Wmo. Onderzoek en Informatie. Individuele voorzieningen in Breda (2011)

Dienstverlening Zwijndrecht KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Te besluiten om:

Huurdersorganisatie WBSG

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Gemeente Breda. Onderzoek klanttevredenheid Wmo. Onderzoek en Informatie. Individuele voorzieningen in Breda (2007)

Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014

Commissie-format. Financiële aspecten en dekking: n.v.t. Met dit verzoek mee te zenden stukken: Klanttevredenheidsonderzoek Werk, Inkomen en Zorg

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGENVERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009

Samenvatting basisbenchmark en cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo

Tevredenheidsonderzoek Dyslexie ONL

Wmo Capelle a/d IJssel Klanttevredenheidsonderzoek meting 2012

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Openingstijden Stadswinkels 2008

1. Algemene gegevens. 1a) Uw geboortejaar :.. 1b) Postcode :... (alleen de cijfers) 1c) Bent u een man of een vrouw? Man Vrouw

Woningstichting De Gemeenschap

Een schoon en leefbaar huis

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Klanttevredenheid WMO vervoer Opsterland 2013

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

GEMEENTE ECHT-SUSTEREN

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN.

Raadsinformatiebrief

Transcriptie:

Samenwerking Utrecht West Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2010 Gemeente Maarssen 21 mei 2010

Projectnr. 2632.101/G Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet info@companen.nl www.companen.nl Samenwerking Utrecht West Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2010 Gemeente Maarssen 21 mei 2010

Inhoud 1. Inleiding 1 1.1. Tevredenheidsmeting in SUW-verband 1 1.2. Methode van onderzoek 1 1.3. Responsverantwoording 2 2. Tevredenheid Wmo-cliënten 3 2.1. Aanvragen van de voorzieningen 3 2.2. (On)tevredenheid PGB 5 2.3. Tevredenheid over procesaspecten 6 2.4. Tevredenheid over kwaliteit van de voorzieningen zelf 8 3. Effect van de voorziening 12 4. Tevredenheid cliënten met een afwijzing (resultaten alleen op regionaal niveau) 13 5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 15 Bijlage 1: Klantenpanel 18

1. Inleiding De Wmo verplicht elke gemeente om jaarlijks tevredenheidsmetingen te verrichten onder de gebruikers / klanten van Wmo-voorzieningen. In navolging op het onderzoek van vorige jaren (metingen 2008 en 2009) is ook dit jaar de tevredenheidsmeting onder cliënten van de Wmo in de gemeente Maarssen uitgevoerd. Hiermee heeft de gemeente jaarlijks een tevredenheidstoets die uitwijst of de dienstverlening van de Wmo aansluit bij datgene waaraan burgers behoefte hebben. 1.1. Tevredenheidsmeting in SUW-verband Samenwerking Utrecht-West (SUW) is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen, Loenen, Maarssen, Montfoort, Oudewater en Woerden. Omdat veel Wmo-onderdelen in SUW-verband zijn opgepakt en vorm hebben gekregen, hebben de betrokken gemeenten ervoor gekozen ook de uitvoering van het klanttevredenheidsonderzoek regionaal in te richten. SUW heeft, in navolging op voorgaande jaren, bureau Companen een tevredenheidsonderzoek laten uitvoeren onder klanten van Wmo-voorzieningen. De SUW-gemeenten hebben het onderzoek laten uitvoeren om te voldoen aan de wettelijke verplichting in dit kader, maar vooral om grip te houden op de kwaliteit van de dienstverlening binnen de Wmo. Dit onderzoek naar de klanttevredenheid betreft twee onderdelen: 1. Klanttevredenheidsmeting bij toekenning individuele Wmo-voorzieningen (toegekende aanvragen). 2. Klanttevredenheidsmeting bij afwijzing individuele Wmo-voorzieningen (afgewezen aanvragen). De resultaten van onderdeel één zijn vertaald naar zowel het niveau van het samenwerkingsverband SUW als naar het niveau van elke gemeente afzonderlijk. De resultaten van onderdeel 2 zijn in verband met de geringe doelgroepomvang alleen vertaald naar het regionale niveau. 1.2. Methode van onderzoek Om de tevredenheid van de Wmo-cliënten in beeld te krijgen, is gekozen voor een telefonische enquête. Het veldwerk is uitgevoerd in de weken 9, 10 en 11 (maart) 2010. In overleg met de SUW-gemeenten zijn 2 vragenlijsten opgesteld, voor zowel de gebruikers van voorzieningen als voor de mensen die een afwijzingsbeschikking hebben ontvangen. Deze vragenlijsten zijn afgenomen met ons CATI-systeem (Computer Assisted Telephone Interviewing), waardoor middels routeringen de juiste vragen per doelgroep zijn gesteld. Ter verdieping van het tevredenheidsonderzoek onder Wmo-cliënten wordt in deze gemeente een klantenpanel georganiseerd. De resultaten van het klantenpanel worden toegevoegd in bijlage 1. - 1 -

Vorig jaar maakten we in de rapportage nog een onderscheid tussen Hulp bij het huishouden en de voormalige Wvg-voorzieningen. Dit jaar maken we dit onderscheid wederom, maar nu noemen we deze voormalige Wvg-voorzieningen de WRV-voorzieningen (woonvoorziening, rolstoel / scootmobiel, vervoersvoorziening). 1.3. Responsverantwoording Vooraf is bepaald hoeveel respondenten per gemeente en per voorziening bevraagd zouden worden. In de regio zijn in het totaal ongeveer 750 cliënten bevraagd over de kwaliteit van de Wmo-voorzieningen; in de onderstaande tabel zijn de behaalde aantallen per gemeente weergegeven. Hiermee is de betrouwbaarheid voor zowel het onderdeel HH als het totaal van de woonvoorziening, rolstoel / scootmobiel en vervoersvoorziening voor alle gemeenten 95%. Dit is een gebruikelijk en methodisch uiterst verantwoord percentage. Dit houdt in dat per gemeente, per doelgroep, representatieve uitspraken gedaan kunnen worden over zowel het onderdeel HH als voormalige Wvg waarbij je met 95% zekerheid mag aannemen, dat die kloppen. Over de cliënten die een afwijzingsbeschikking hebben ontvangen van hun gemeente, kunnen we alleen op regionaal niveau uitspraken doen (ook met betrouwbaarheid 95%). Respondenten die meer dan één WRV-voorziening hebben, zijn over alle door hen gebruikte voorzieningen bevraagd naar hun tevredenheid. Het gaat hier om de woon- en vervoersvoorzienig en rolstoel / scootmobiel. Iedere voorziening had een eigen deelvragenlijst binnen de totale vragenlijst en in de onderstaande tabel is het aantal afgenomen deelvragenlijsten weergegeven. Tabel 1.1: Respons per deelvoorziening Aantal vragenlijsten Hulp bij het huishouden WRVvoorziening Woon- voorziening Rolstoel / scootmobiel Vervoer- voorziening Afwijzing Abcoude 88 50 82 32 22 28 Loenen 109 66 96 31 41 24 De Ronde Venen 119 50 86 29 32 25 Montfoort 86 48 93 26 37 30 Oudewater 72 48 67 27 14 26 Woerden 105 59 73 24 22 27 Breukelen 109 55 80 20 30 30 Maarssen 107 72 82 26 26 30 Totaal 795 448 659 215 224 220 47 In de gemeente Maarssen hebben we onder Wmo-cliënten 107 vragenlijsten afgenomen, met in het totaal 154 voorzieningen. Dit is naar evenredigheid van gebruik verdeeld tussen cliënten Hulp bij het huishouden en cliënten met een woonvoorziening, rolstoel / scootmobiel en vervoersvoorziening. - 2 -

2. Tevredenheid Wmo-cliënten In dit hoofdstuk geven we de tevredenheid van de cliënten weer op het niveau van de gemeente Maarssen. We behandelen de resultaten in de volgorde van het proces dat de cliënt doorloopt: Het aanvragen van de voorziening (duidelijkheid, waar en wie). Het proces, gemeten aan de hand van aspecten als procedures, contact en informatievoorziening (tevredenheid). De voorziening zelf (tevredenheid). De resultaten van de voorziening (verbetering algeheel functioneren cliënt). 2.1. Aanvragen van de voorzieningen Het verkrijgen van een Wmo-voorziening begint bij het aanvragen van de voorziening. We hebben gevraagd of voor cliënten duidelijk was: bij welke instantie dat moest gebeuren waar de aanvraag is gedaan wie die heeft gedaan (cliënt zelf of een ander). Duidelijk bij welke instantie aanvraag moet worden gedaan Is het voor de cliënten in de gemeente Maarssen duidelijk bij welke instantie ze de voorziening moeten aanvragen? Figuur 2.1: Duidelijkheid gemeente Maarssen bij welke instantie aanvragen voorziening Hulp bij het huishouden WRV-voorzieningen Woonvoorziening Rolstoel / Scootmobiel Vervoersvoorziening 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zeer duidelijk Duidelijk Neutraal Onduidelijk Zeer onduidelijk De meeste cliënten geven aan dat het duidelijk is bij welke instantie zij de voorziening moesten aanvragen. Opvallend is dat het voor een kwart van de cliënten met een rolstoel of scootmobiel kennelijk niet duidelijk was. - 3 -

Duidelijkheid aanvraag: benchmark met Maarssen vorig jaar Tabel 2.1: Vergelijking vorig jaar: duidelijkheid over instantie voorzieningaanvraag % (zeer) duidelijk Meting 2008 Meting 2009 Meting 2010 Hulp bij het huishouden 100% 100% 100% WRV-voorziening 95% 97% 96% Woonvoorziening 100% 100% 100% Rolstoel / scootmobiel 100% 100% 75% Vervoersvoorziening 89% 89% 100% negatieve afwijking ( 5%) t.o.v. 2009 positieve afwijking ( 5%) t.o.v. 2009 (vrijwel) gelijk aan 2009 * Deze berekening betreft het aandeel mensen dat het duidelijk vindt. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn weggemiddeld. Het beeld van dit jaar komt redelijk overeen met dat van vorig jaar. Alleen voor cliënten met een vervoersvoorziening is het dit jaar in grotere mate duidelijk waar zij de voorziening aan moesten vragen, voor cliënten met een rolstoel / scootmobiel juist (veel!) minder duidelijk. Duidelijkheid aanvraag: benchmark met de regio Op regioniveau was het voor vrijwel alle cliënten in grote mate duidelijk waar zij de voorziening moesten aanvragen. Maarssen scoort duidelijk lager bij de aanvraag van de rolstoel / scootmobiel dan gemiddeld in de regio (in de regio 96% duidelijkheid). Voorzieningen vooral bij gemeente aangevraagd In de onderstaande grafieken hebben we op gemeentelijk niveau weergegeven: waar de voorziening is aangevraagd wie de voorziening heeft aangevraagd In de grafieken is onderscheid gemaakt tussen de Hulp bij het huishouden en de WRVvoorzieningen. Figuur 2.2: Aanvraag voorziening 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Gemeente Wmo-loket gemeente Waar aangevraagd? Zorgkantoor Indicatieorgaan HH Zorgleverancier Huisarts WRV-voorzieningen Anders 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Wie aangevraagd? Zelf Ander Weet niet HH WRV-voorzieningen Cliënten Hulp bij het huishouden en cliënten met een WRV-voorziening geven vooral aan de voorziening aangevraagd te hebben bij de gemeente. Opvallend is dat maar liefst driekwart van de WRV-cliënten spontaan het Wmo-loket als locatie voor de aanvraag noemt. - 4 -

Wanneer we kijken door wie de voorziening is aangevraagd, zien we dat ruim de helft van de cliënten met Hulp bij het huishouden de voorziening niet zelf heeft aangevraagd. Tweederde van de cliënten met een WRV-voorziening heeft de voorziening zelf aangevraagd. Waarschijnlijk noemen zij daarom het Wmo-loket vaker als aanvraaglocatie dan HH-cliënten. Benchmark met vorige jaren Vergelijken we de aanvraag met vorig jaar, dan valt het op dat er dit jaar een verdubbeling heeft plaatsgevonden van het aantal mensen dat de voorziening zelf heeft aangevraagd (2010 21%, 2009 maar liefst 43%). Daarmee liggen dit jaar de uitkomsten op het niveau van 2 jaar geleden. Maarssen is met deze score uniek in de regio! Benchmark met de regio Vergelijken we de gemeente met de regio, dan vragen cliënten in Maarssen met een WRV-voorziening opvallend vaak hun voorziening zelf aan (gemeente 64% zelf, regio 53%). 2.2. (On)tevredenheid PGB In de volgende grafieken hebben we op gemeentelijk niveau weergegeven: het gebruik van PGB per voorziening de tevredenheid daarover In de grafieken is onderscheid gemaakt tussen de Hulp bij het huishouden en de WRVvoorzieningen. Figuur 2.3: PGB, gebruik en tevredenheid cliënten gemeente Maarssen 100% 80% 60% Betalen Gebruik via PGB PGB Tevredenheid mogelijkheid PGB (n=8) 100% 80% 60% 40% 40% 20% 0% 20% 0% Ja Nee Weet niet Hh WRV-voorziening Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Hh WRV-voorziening Gebruik PGB: Ruim 15% van de cliënten Hulp bij het huishouden maakt gebruik van een PGB. Bij de cliënten met een WRV-voorziening maakt niemand van het PGB gebruik. - 5 -

Benchmark met voorgaande jaren: Dit jaar heeft een groter aandeel HH-cliënten een PGB dan vorig jaar (vorig jaar 5%, nu ruim 15%). Echter twee jaar geleden maakte nog ruim een kwart van de HH-cliënten gebruik van het PGB. Benchmark met de regio: Hoewel het gemiddelde PGB-gebruik in de regio al niet hoog is, ligt het hier nog altijd lager dan gemiddeld in de regio. Wat erg opvalt in vergelijking tot de regio, is dat van de WRV-cliënten niemand een PGB heeft. Tevredenheid PGB: Het merendeel van de cliënten met Hulp bij het huishouden is (zeer) tevreden over het PGB-gebruik. Omdat er geen cliënten zijn met een WRV-voorziening die gebruik maken van een PGB, kunnen we hierbij niets zeggen over de tevredenheid. Benchmark met vorig jaar: De tevredenheid over het PGB-gebruik is onder HH-cliënten vergelijkbaar met voorgaande jaren (toen unaniem tevreden). Benchmark met de regio: Op regionaal niveau geeft 90% van de cliënten Hulp bij het huishouden aan (zeer) tevreden te zijn. De tevredenheid in de gemeente Maarssen is dus vergelijkbaar aan het regionale gemiddelde. (Let op dat het hier wel om kleine aantallen gaat: de steekproef voor heel Maarssen is al klein, daarvan heeft maar een klein deel een PGB, en daarvan heeft maar weer een deel een mening over het PGB, en over dat deel doen we nu uitspraken. De kans op afwijkingen is dus groot.) 2.3. Tevredenheid over procesaspecten De cliënten is gevraagd naar hun tevredenheid over procesaspecten tijdens aanvraag en afhandeling van de voorziening. Het gaat om aspecten als verloop van procedures, contacten met de gemeente en informatievoorziening. Tevredenheid procesaspecten groot in de gemeente Maarssen Onderstaande grafiek geeft per aspect het aandeel (zeer) tevreden, neutrale en (zeer) ontevreden cliënten weer. In deze grafiek is nog geen onderscheid gemaakt naar voorziening; we willen eerst de algemene tevredenheid weergeven. In tabel 2.2. laten we het verschil zien tussen de tevredenheid over 2007, 2008 en 2009. In tabel 2.3. laten we het verschil in tevredenheid zien tussen Hulp bij het huishouden en de WRV-voorzieningen, en vergelijken we deze tevredenheid met de regio. - 6 -

Figuur 2.4: Tevredenheid procedures, contact en informatievoorziening Informatie afhandeling aanvraag Informatie voorziening Contact met de gemeente Hulp bij het kiezen voorziening Uitleg mogelijkheid bezwaar Tijd tussen aanvraag en goedkeuring Tijd tussen goedkeuring en levering 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Over het algemeen zijn cliënten in grote mate tevreden over de aspecten die betrekking hebben op het procesverloop. De grootste tevredenheid zien we terug bij het contact met de gemeente, de hulp bij het kiezen van de voorziening en de informatie over de afhandeling van de aanvraag. Het meest ontevreden zijn cliënten over uitleg mogelijkheid bezwaar. Opvallend is hierbij ook het grote aandeel zeer ontevreden. Tevredenheid aanvraagprocedure: benchmark met voorgaande jaren In de onderstaande tabel hebben we de mate van tevredenheid van de meting 2010 afgezet tegen die van voorgaande jaren. Tabel 2.2: Vergelijking met meting vorig jaar gemeente Maarssen, tevredenheid procesaspecten meting 2008 meting 2009 meting 2010 Informatie afhandeling aanvraag 98% 93% 100% Informatie voorziening 93% 93% Contact met de gemeente 100% 90% 98% Hulp bij kiezen voorziening 97% 98% Uitleg mogelijkheid bezwaar 96% 94% 72% Tijd tussen aanvraag en goedkeuring 94% 82% 90% Tijd tussen goedkeuring en levering 92% 81% 85% negatieve afwijking ( 5%)t.o.v. 2009 positieve afwijking ( 5%) t.o.v. 2009 (vrijwel) gelijk aan 2009 In de vergelijking tussen het onderzoek van vorig jaar en het onderzoek van dit jaar, vallen vooral de groene vlakken op; de vooruitgang ten opzichte van vorig jaar. De tevredenheid over contact met de gemeente en de tijd tussen de aanvraag en de goedkeuring namen beide toe met 8% en liggen nu op het niveau van 2008. De grootste verandering die we in de bovenstaande tabel zien is echter een negatieve: de verminderde tevredenheid over de uitleg over de mogelijkheid om in bezwaar te gaan (-22%!). Tevredenheid aanvraagprocedure: benchmark met de regio Naast het maken van een vergelijking met vorig jaar, is het ook interessant de gemeente af te zetten tegen de prestaties van de regio. - 7 -

Tabel 2.3: Vergelijking met de regio: tevredenheid procesaspecten Hulp bij huishouden WRV-voorziening Gemeente Regio Gemeente Regio Informatieafhandeling aanvraag 100% 96% 100% 92% Informatie voorziening 95% 93% 93% 97% Contact met de gemeente 93% 97% 100% 97% Hulp bij kiezen voorziening 100% 97% 96% 95% Uitleg mogelijkheid bezwaar 100% 99% 55% 56% Tijd tussen aanvraag en goedkeuring 87% 91% 92% 87% Tijd tussen goedkeuring en levering 91% 89% 81% 89% negatieve afwijking ( 5%)t.o.v. regio positieve afwijking ( 5%) t.o.v. regio (vrijwel) gelijk aan regio Wanneer we de gemeentelijke tevredenheid vergelijken met de regiototalen, zien we een overwegend geel patroon in de bovenstaande tabel: Maarssen scoort op de meeste aspecten gelijk aan de regio. De grootste positieve afwijking zien we terug bij de tevredenheid van WRV-cliënten over informatie afhandeling aanvraag. De meest negatieve afwijking zien we bij de tijd tussen de goedkeuring en de levering bij de WRV-cliënten. Opvallend is dat de uitleg over de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen in de hele regio verbazend slecht scoort onder de WRV-cliënten, en verbazend goed onder de HH-cliënten. (Een score onder de 70% tevredenheid noemen wij een signaalscore : een reden om even goed te kijken naar wat er aan de hand zou kunnen zijn bij de WRV.) 2.4. Tevredenheid over kwaliteit van de voorzieningen zelf Uiteraard willen we ook weten of cliënten tevreden zijn over de voorziening zelf. Hoe beoordeelt men de kwaliteit van de geleverde hulp of voorziening? We hebben de tevredenheid over de voorziening in deze paragraaf gesplitst in de tevredenheid over de Hulp bij het huishouden en de WRV-voorziening. 2.4.1. Kwaliteit Hulp bij het huishouden De onderstaande grafiek geeft op gemeenteniveau de tevredenheid weer van de cliënten over de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden. Figuur 2.5: Tevredenheid Hulp bij het huishouden Het aantal uren dat is toegewezen Het contact met de hulp bij het schoonmaken Kwaliteit van het schoonmaken 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden - 8 -

De tevredenheid over de aspecten van de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden is groot. Het meest tevreden zijn de cliënten over het contact met de hulp. We zien hier geen ontevreden cliënten. 11% van de cliënten is ontevreden over de kwaliteit van het schoonmaken. 13% van de cliënten geeft aan ontevreden te zijn over het aantal toegewezen uren. Oftewel: men vindt dat men meer uren hulp had moeten krijgen. Tevredenheid kwaliteit Hulp bij het huishouden: benchmark met voorgaande jaren De tevredenheid over de voorziening hebben we voorgaande jaren ook in het onderzoek meegenomen. In de onderstaande tabel staat de vergelijking met de resultaten uit dat onderzoek. Tabel 2.4: Tevredenheid Hulp bij het huishouden, vergelijking met vorig jaar Meting 2008 Meting 2009 Meting 2010 Kwaliteit van het schoonmaken 98% 86% 89% Het contact met de hulp bij het huishouden 100% 91% 100% Het aantal uren dat is toegewezen 100% 85% 87% negatieve afwijking ( 5%)t.o.v. 2009 positieve afwijking ( 5%) t.o.v. 2009 (vrijwel) gelijk aan 2009 Vorig jaar zagen we, net als dit jaar, weinig ontevredenheid over de inhoudelijke aspecten van de voorziening. Wat opvalt in de bovenstaande tabel is de positieve afwijking over het contact met de hulp. Dit jaar zijn er geen cliënten die aangeven ontevreden te zijn over dit aspect. Tevredenheid over de kwaliteit van aspecten van de Hulp bij het huishouden: benchmark met de regio De tevredenheid over de verschillende aspecten van Hulp bij het huishouden verschilt in de regio nauwelijks ten opzichte van het gemeentelijk beeld. Cliënten in Maarssen zijn positiever (maar wat wil je ook met een optimale score) over het contact met de hulp dan in de regio, en wat minder positief over het aantal toegewezen uren en de kwaliteit van het schoonmaken dan in de regio (verschil deze aspecten niet significant). Wisselen van hulp Een klacht die bij de gemeente bekend is, en waarover zij ook afspraken probeert te maken met zorgaanbieders, is dat er nog al eens gewisseld wordt van hulp. Hiermee wordt bedoeld dat steeds verschillende personen ( gezichten ) de Hulp bij het huishouden verrichten. In de volgende grafiek is de mening van de cliënten weergegeven over de wisseling van hulp. - 9 -

Figuur 2.6: Wisselen van hulp 100% 80% 60% 40% 20% 0% Ja Nee Ja Nee Ja Nee Vaak gewisseld van hulp Nieuwe gezichten Vindt het vervelend Bijna 90% van de cliënten is van mening dat er niet vaak gewisseld wordt van hulp. Wordt er wel gewisseld, dan zien mensen vrijwel altijd nieuwe gezichten. Vrijwel alle (ruim vier van de vijf) cliënten die van mening zijn dat er vaak wordt gewisseld, vindt dat overigens niet prettig. Benchmark met voorgaande jaren: Het bovenstaande komt ongeveer overeen met vorige jaren. We zien wel een lichte verbetering; minder cliënten zijn van mening dat er vaak gewisseld wordt van hulp. Benchmark met de regio: Maarssen scoort wat positiever dan het regionale gemiddelde. Cliënten vinden in mindere mate dat er vaak gewisseld wordt van hulp (in de regio is 17% van de cliënten van mening dat er vaak gewisseld wordt, in Maarssen 10%). 2.4.2. Kwaliteit WRV-voorzieningen Ook aan de cliënten van de woon- en vervoersvoorziening en rolstoel / scootmobiel is gevraagd naar de tevredenheid over de voorziening zelf. Figuur 2.7: Tevredenheid WRV-voorziening Woonvoorziening Rolstoel/scootmobiel Vervoervoorziening 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Het meest tevreden zijn de cliënten over de woonvoorziening en over de rolstoel / scootmobiel. Bij beide voorzieningen geeft bijna een kwart van de cliënten zelfs aan zeer tevreden te zijn. 12% van de gebruikers van de rolstoel / scootmobiel is niet tevreden over de voorziening. De ontevredenheid komt vooral voor bij mensen met een scootmobiel. Zij ervaren de scootmobiel als onpraktisch. Het minst tevreden (hier wordt ook relatief vaak het antwoord zeer ontevreden gescoord) zijn de cliënten met een vervoersvoorziening. Wanneer we kijken naar de ritcomponenten rijtijd en wachttijd, dan zien we waar deze ontevredenheid onder - 10 -

andere vandaan komt: de wachttijden en in mindere mate het omrijden van de regiotaxi. (In de regiorapportage maken we een onderscheid tussen de ontevredenheid van cliënten die de Regiotaxi gebruiken en cliënten met een andere vervoersvoorziening.) Tevredenheid kwaliteit WRV-voorzieningen: benchmark met voorgaande jaren De tevredenheid over de voorziening hebben we voorgaande jaren ook in het onderzoek meegenomen. In de onderstaande tabel staat de vergelijking met de resultaten uit dat onderzoek. Tabel 2.5: Tevredenheid WRV-voorziening, vergelijking met vorig jaar Meting 2008 Meting 2009 Meting 2010 Woonvoorziening 90% 91% 92% Rolstoel / scootmobiel 93% 80% 88% Vervoersvoorziening 71% 69% 73% negatieve afwijking ( 5%)t.o.v. 2009 positieve afwijking ( 5%) t.o.v. 2009 (vrijwel) gelijk aan 2009 We zien bij twee voorzieningen (woon en vervoer) dat de cliënten in gelijke mate tevreden zijn ten opzichte van vorig jaar. Cliënten met een rolstoel / scootmobiel zijn dit jaar echter beduidend positiever over de voorziening. Tevredenheid kwaliteit WRV-voorzieningen: benchmark met de regio De tevredenheid over de WRV-voorzieningen in de regio verschilt maar op één aspect significant van het gemeentelijke beeld. In tabel 2.6 is de mate van tevredenheid in de gemeente per voorziening afgezet tegen het regiototaal. Tabel 2.6: Tevredenheid voormalige WRV-voorziening ten opzichte van de regio Gemeente Regio Woonvoorziening 92% 95% Rolstoel / scootmobiel 88% 87% Vervoersvoorziening 73% 60% negatieve afwijking ( 5%)t.o.v. regio positieve afwijking ( 5%) t.o.v. regio (vrijwel) gelijk aan regio De tevredenheid over de woonvoorziening en rolstoel / scootmobiel ligt in Maarssen een fractie hoger dan gemiddeld in de regio. En hoewel 73% tevredenheid nog steeds geen geweldige score is, zijn de cliënten in Maarssen dit jaar toch beduidend positiever over de vervoersvoorziening dan gemiddeld in de regio. - 11 -

3. Effect van de voorziening Naast de diverse tevredenheidsaspecten is het natuurlijk van belang te weten of cliënten het gevoel hebben dat de voorzieningen het effect sorteren waarvoor zij zijn aangevraagd. Aan de cliënten is de vraag gesteld of zij door de voorziening langer zelfstandig kunnen blijven wonen, aan meer activiteiten buitenshuis deelnemen en/of hierdoor beter kunnen functioneren in de samenleving. Tabel 2.6: Effect van de voorziening Hulp bij het huishouden WRVvoorzieningen Woonvoorziening Rolstoel / scootmobiel Vervoervoorziening Heeft positief effect 96% 92% 100% 88% 86% Heeft geen effect 4% 8% 0% 12% 14% Ruim 90% van de cliënten met Hulp bij het huishouden geeft aan dat de voorziening een positief effect heeft op het langer zelfstandig blijven wonen. Bij de WRV-voorzieningen ligt dit percentage een fractie lager. Negen van de tien cliënten geven aan door de voorziening langer zelfstandig te kunnen blijven wonen / beter te kunnen participeren in de samenleving. Dit ligt het hoogst bij cliënten met een woonvoorziening en het laagst bij cliënten met een vervoersvoorziening. Benchmark met de regio: Regionaal geeft 91% van de HH-cliënten aan dat de voorziening een positief effect heeft, van de WRV-cliënten geeft 87% aan dat dit het geval is. Deze gemeente scoort zowel bij HH als bij WRV hoger dan het regionale gemiddelde. - 12 -

4. Tevredenheid cliënten met een afwijzing (resultaten alleen op regionaal niveau) Tijdens het onderzoek zijn naast mensen met een toegekende Wmo-voorziening ook mensen ondervraagd wier aanvraag voor een voorziening is afgewezen. Gezien de geringe aantallen per gemeente kunnen we alleen op regionaal niveau representatieve uitspraken doen over deze groep. We zijn vooral ingegaan op de tevredenheid betreffende de bejegening van de cliënten aan de balie en de procesaspecten tijdens de aanvraag. Vanzelfsprekend maakt de tevredenheid over de voorziening zelf geen deel uit van dit onderzoek. Tevredenheid procedure en contact De onderstaande tabel geeft de tevredenheid weer over de doorlopen procedures van de mensen wier aanvraag is afgewezen. Benchmark met vorig jaar en 2008 (regionaal niveau) Figuur 4.1: Tevredenheid procedures, contact en informatievoorziening Meting 2008 Meting 2009 Meting 2010 Informatie afhandeling aanvraag 49% 47% 76% Informatie voorziening 48% 76% Contact met de gemeente 54% 62% 84% Helpen medewerker bij kiezen voorziening 51% 67% Uitleg mogelijkheid bezwaar 45% 52% 88% Tijd tussen aanvraag en afwijzing 40% 43% 67% negatieve afwijking ( 5%)t.o.v. 2009 positieve afwijking ( 5%) t.o.v. 2009 (vrijwel) gelijk aan 2009 In z n algemeenheid is er enorme vooruitgang geboekt ten opzichte van vorig jaar en ook ten opzichte van 2008. Deze vooruitgang zien we terug bij alle aspecten. De meeste vooruitgang is geboekt bij de uitleg over de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen (+36%), de informatie over de afhandeling van de aanvraag (+29%) en de informatie over de voorziening (+28%). Het is heel opvallend dat juist de uitleg over de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen zo veel beter scoort dan vorig jaar, omdat bij de toegewezen voorzieningen dit aspect althans onder de WRV-cliënten juist opvallend slecht scoort. Bezwaren en klachten Mensen hebben bij een afwijzing de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de beslissing. Tabel 4.1: Bezwaar gemaakt tegen de beslissing Aantal Percentage Bezwaar gemaakt 6 12% Geen bezwaar gemaakt 44 88% Totaal 50 100% Uit het onderzoek blijkt dat slechts zes van de vijftig mensen met een afwijzing gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om bezwaar te maken. Wanneer we in de onderstaande tabel kijken naar de redenen waarom geen bezwaar is gemaakt tegen de - 13 -

beslissing, komt vooral naar voren dat mensen het teveel gedoe vinden. Een deel is het ook wel eens met de motivering vanuit de gemeente en maakt daarom geen bezwaar. Slechts enkele cliënten wisten niet dat het überhaupt mogelijk was om bezwaar te maken. Tabel 4.2: Waarom geen bezwaar gemaakt Aantal Percentage Vond het teveel gedoe allemaal 22 50% Was het toch wel eens met de motivering 7 16% Wist niet dat het mogelijk was 2 5% Anders 1 2% Weet niet 12 27% Totaal 44 100% Wel in bezwaar Van de zes cliënten die wel tegen hun afwijzing in bewaar zijn gegaan, heeft één cliënt de voorziening alsnog ontvangen. Bij de andere cliënten heeft het bezwaar er niet toe geleid dat zij de gewenste voorziening toegewezen kregen. Van één van deze cliënten is het bezwaar tijdens een hoorzitting afgewezen. Benchmark met vorig jaar (regionaal niveau) Twee jaar geleden (15%) maakten meer mensen bezwaar dan vorig jaar (9%) en dit jaar ligt het exact in het midden van de vorige onderzoeken (12%). Steeds meer mensen noemen als reden om geen bezwaar te maken dat ze het teveel gedoe vinden om bezwaar te maken (in 2008 32%, in 2009 38% en in 2010 51%). - 14 -

5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen In z n algemeenheid is de meerderheid van de cliënten tevreden over z n Wmo-voorziening, dat geldt zowel voor Hulp bij het huishouden als voor de WRV-voorzieningen. De tevredenheid betreft zowel het proces van aanvraag en afhandeling, als de kwaliteit van de voorziening zelf. Wat opvalt, is dat cliënten dit jaar op een aantal onderdelen in ruimere mate tevreden zijn dan vorig jaar, maar op een enkel front ook duidelijk (zeer) ontevreden zijn. Aanvraag (welke instantie, waar, door wie) duidelijk Vrijwel alle cliënten geven aan dat het duidelijk is bij welke instantie zij de voorziening moesten aanvragen. Echter, voor een kwart van de cliënten met een rolstoel of scootmobiel was het niet duidelijk. Cliënten HH en WRV-voorzieningen geven vooral aan de voorziening aangevraagd te hebben bij de gemeente. Ruim de helft van de cliënten HH en driekwart van de cliënten met een WRV-voorziening noemt spontaan het Wmo-loket als locatie voor de aanvraag. In vergelijking met de regio vragen WRV-cliënten in Maarssen opvallend vaak zelf de voorziening aan. Cliënten Hulp bij het huishouden juist minder vaak. Conclusie: Op dit onderdeel lijken geen nadere aandachtspunten te liggen, hooguit verdient de toegenomen onduidelijkheid over waar de rolstoel / scootmobiel aangevraagd kan worden, enige aandacht. Gebruik PGB Ongeveer 15% van de cliënten Hulp bij het huishouden maakt gebruik van een PGB; bij de WRV-voorzieningen heeft niemand een PGB. Voor HH is dit ongeveer gelijk aan twee jaar geleden, vorig jaar lag het aandeel lager. Daarbij valt op, dat ook de tevredenheid over het PGB onder cliënten HH ongeveer gelijk is gebleven: bijna 90% van de cliënten is tevreden. Hiermee scoort Maarssen conform het gemiddelde in de regio. Conclusie: Het regionale beeld van sterk teruglopend PGB-gebruik zien we niet terug in Maarssen. We hebben dan ook geen aanbevelingen op dit vlak. Procesaspecten Over het algemeen zijn cliënten in grote mate tevreden over de aspecten die betrekking hebben op het procesverloop. Vergelijken we het beeld met vorig jaar, dan zien we op maar liefst drie van de zeven aspecten een verbetering De tevredenheid is toegenomen bij het contact met de gemeente (+8%), de tijd tussen de aanvraag en goedkeuring (+8%) en de informatie over de afhandeling van de aanvraag (+7%). De meest opvallende ontwikkeling is de terugval in de tevredenheid over de informatie over de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen. De tevredenheid hierover is met maar liefst 22% afgenomen, en komt geheel op het conto van de WRVcliënten (slechts 55% tevreden, terwijl HH op dit onderdeel 100% tevreden is). Een signaalscore, waarbij ook het grote aantal zeer ontevreden opvalt (rode balk). Dit is een regionale ontwikkeling. - 15 -

Conclusie: De gemeente wordt wat beter beoordeeld dan vorig jaar. Aandachtspunten zitten vooral bij WRV-voorzieningen: informatie over de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen en de tijd tussen goedkeuring en levering. Kwaliteit Hulp bij het huishouden De tevredenheid over de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden is met name op de inhoudelijke onderdelen heel groot. Dit strookt met het regionale beeld. Het meest tevreden zijn de cliënten over het contact met de hulp. Er zijn geen cliënten die aangeven hier ontevreden over te zijn. Dit is dan ook een verbetering ten opzichte van vorig jaar. Minder tevreden zijn cliënten over het aantal toegewezen uren (19% ontevredenheid). Oftewel: men vindt dat men meer uren hulp had moeten krijgen. Deze ontevredenheid is gelijk aan vorig jaar, maar een stuk slechter dan tijdens het onderzoek in 2008. Ongeveer 10% van de cliënten is van mening dat er vaak gewisseld wordt van hulp, en vindt dat niet prettig. In vergelijking met vorig jaar is Maarssen licht verbeterd; minder cliënten vinden dat er vaak gewisseld wordt. Maarssen scoort hiermee goed in vergelijking met de regio. Conclusie: Aandachtspunt is mogelijk de (in vergelijking met onderzoek 2008) wederom lage tevredenheid over de toekenning van het aantal uren toegewezen hulp. Kwaliteit WRV-voorziening De tevredenheid van cliënten over de kwaliteit van de WRV-voorzieningen ligt lager dan die over HH. Alleen de woonvoorziening scoort heel goed (92% tevreden), maar daar staat tegenover dat de vervoersvoorziening op een score van slechts 73% zit. Ten opzichte van de regio levert dit echter nog steeds een positief beeld op: de tevredenheid over de vervoersvoorziening scoort gemeentelijk significant beter dan regionaal. Conclusie: Ondanks de relatief goede score ten opzichte van de regio, blijft de vervoersvoorziening een aandachtspunt (geldt voor vrijwel de hele regio, en voor de meeste gemeenten nog in veel zwaardere mate). Regionaal: cliënten met een afwijzing in ruimere mate tevreden Net als vorige jaren zijn de cliënten wier verzoek om een voorziening is afgewezen, minder tevreden over de procesgang dan de groep die wel een voorziening heeft toegewezen gekregen. Toch is er een enorme vooruitgang geboekt ten opzichte van voorgaande jaren. Dit jaar zijn veel meer mensen tevreden over alle aspecten. De meeste vooruitgang is geboekt bij de uitleg over de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen (+36%, des te opvallender omdat dit onderdeel bij bestaande cliënten juist heel slecht scoort), de informatie over de afhandeling van de aanvraag (+29%) en de informatie over de voorziening (+28%). Conclusie: Cliënten wier voorziening wordt afgewezen kijken weliswaar nog steeds met wat minder tevredenheid terug op het hele proces van aanvragen dan cliënten die wel een voorziening kregen, maar de tevredenheid is sterk toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. - 16 -

Aanbevelingen Onderstaande aanbevelingen zijn voor een deel gelijk aan vorig jaar: PGB: Beoordelen of op de een of andere manier PGB-gebruik (waarschijnlijk onbewust) wordt ontmoedigd en / of de informatieverschaffing daarover niet adequaat wordt verzorgd. Indicatie: Eventueel instellen intern onderzoek naar de indicering en de mogelijkheid van (onbewuste) verzwaring van de indicatiestelling in het laatste jaren. Dit zou mogelijk de toename van ontevredenheid over het aantal toegewezen uren hulp in de laatste twee jaar kunnen verklaren. Vervoersvoorziening: Hoewel de score in Maarssen (in vergelijking met de regio) niet direct aanleiding geeft tot actie, zal toch in regionaal verband gekeken moeten worden naar het functioneren van de vervoersvoorziening. De ontevredenheid kunnen we vooral herleiden aan de te lange wachttijden. De ontevredenheid zien we vooral terug onder cliënten die gebruik maken van de Regiotaxi. Het gaat dan vooral om wachttijden. Er is momenteel een andere vervoerder actief. Advies: monitoren of de tevredenheid in de verschillende onderzoeken over deze onderdelen verbeterd Procesaspecten: We zien een verbetering in de tevredenheid over het proces, met name bij de WRV-voorzieningen. Het onderdeel uitleg over mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen bij WRV-cliënten vraagt echter wel aandacht (ook regionaal), lijkt ook een punt om intern met de eigen baliemedewerk(st)ers op te pakken. - 17 -

Bijlage 1: Klantenpanel P.M. - 18 -