Onderwerp Beëindiging activiteiten Kunstencentrum Jerusalem Datum 13 januari 2017 Naam steller Roel Reijnders Kenmerk nvt Teammanager Hans Killaars Team Concern 1. Het college een budget van 2.540.000 toekennen voor de afbouw van de stichting kunstencentrum Jerusalem. 2. De raad via de commissie leven in de periode 1 september 2017 tot 1 september 2019 halfjaarlijks informeren over het sociaal plan en de financiële gevolgen ervan. 3. De subsidie voor het seizoen 2016/2017 aanvullen met het geraamde tekort van 320.000. 4. De extra kosten 2.860.000 te dekken uit de algemene reserve. 5. Het restant van het in de meerjarenbegroting geraamde risico ad 714.000 handhaven. Aanleiding Op 18 mei 2016 heeft uw raad het voorstel Cultura Venray vastgesteld. Daarin heeft u ook een aantal besluiten over de beëindiging van de activiteiten van Kunstencentrum Jerusalem (KCJ) genomen. Het raadsbesluit Cultura Venray/KCJ van 18 mei 2016 is als bijlage toegevoegd. De beëindiging van de subsidie per 1 september 2017 houdt in dat de organisatie KCJ dient te worden afgebouwd. Voor de medewerkers dient een regeling getroffen te worden binnen de kaders van de op hen van toepassing zijnde rechtspositieregeling CAR/UWO, en binnen de door uw raad gestelde kaders. Daarnaast dienen afspraken te worden gemaakt over het gebouw, de inventaris en alle overige zaken die nodig zijn om de activiteiten van KCJ te beëindigen. Ons college is sinds juni 2016 intensief in gesprek geweest met bestuur en directie van KCJ om te komen tot een afbouwplan voor (de medewerkers van) KCJ. In januari 2017 zijn wij met het bestuur van KCJ tot een gezamenlijke basis gekomen. Er ligt nu een concept sociaal plan waarmee ons college samen met het bestuur van KCJ het gesprek met de vakbonden aan gaat. In dit voorstel informeren wij u over de inhoud van dit plan en de daarbij behorende vervolgstappen. Aan uw raad wordt gevraagd te besluiten over de financiële dekking ervan. Beoogd resultaat Beëindiging van KCJ overeenkomstig de uitgangspunten van het raadsbesluit van 18 mei inclusief een plan voor afbouw van personeel en overige verplichtingen van de organisatie. Een belangrijk onderdeel daarbij vormt het werk naar werktraject voor het huidige personeel van KCJ wat de basis vormt voor het concept sociaal plan. En dat met respect voor de opgebouwde rechten van de medewerkers en voor de Venrayse maatschappij opgesteld is. Pagina 1 van 6
Argumenten Uitgangspunten bij de besprekingen Om tot afbouw van personeel te komen is een sociaal plan noodzakelijk. In de gesprekken met KCJ hierover hebben wij de volgende uitgangspunten gehanteerd: De afspraken moeten voldoen aan de kaders van CAR/UWO. Daarmee verzekeren we ons van een rechtvaardige regeling voor de medewerkers van KCJ. Uw raad heeft gevraagd een regeling te treffen: Waarin lopende contracten zo snel mogelijk kunnen worden opgezegd. Waarin medewerkers de mogelijkheid wordt geboden te starten als zelfstandige. Waarin medewerkers met een afkoopsom/startsubsidie worden gestimuleerd en geprikkeld om zelfstandig aan de slag te gaan. Daarnaast heeft ons college samen met het bestuur van KCJ nadrukkelijk gezocht naar een goede balans tussen de (individuele) belangen van de medewerkers en het (algemene) maatschappelijke belang. De maatschappelijke kosten van de regeling dienen verantwoord te zijn. Door mensen zo snel mogelijk weer aan werk te helpen, ofwel als zelfstandige, ofwel elders in loondienst, worden beide belangen het beste gediend. Dat is de reden dat ons college een sociaal plan nastreeft met een focus op het Van Werk Naar Werk traject (VWNW). Verloop van de besprekingen Bij aanvang van de besprekingen was de primaire insteek van ons college om met KCJ tot overeenstemming te komen over het bedrag waarmee KCJ de beëindiging van de stichting inclusief de te treffen regeling voor het personeel eigenstandig kan realiseren. In een dergelijke overeenkomsten zit een aantal onzekerheden. Zo kunnen de kosten van een overeen te komen sociaal plan sterk fluctueren. Deze zijn afhankelijk van de met de vakbonden te sluiten overeenkomst en vervolgens van het aantal medewerkers dat gebruik maakt van een afkoopregeling en het aantal medewerkers dat succesvol bemiddeld kan worden naar nieuw werk (zie ook paragraaf kosten sociaal plan ). Voor KCJ was het geen optie om met een vooraf overeengekomen en gefixeerd budget te werken. Ons college is daarom met KCJ overeengekomen dat alle financiële risico s die horen bij de beëindiging van het Kunstencentrum Jerusalem voor rekening van de gemeente Venray komen onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat dan ook het gehele proces van beëindiging/afbouw KCJ onder regie van de gemeente komt. We willen de regie niet alleen omdat we de betalende partij zijn, maar vooral ook omdat we binnen de eigen organisatie veel ervaring hebben opgebouwd met VWNW-trajecten. We hebben er het volste vertrouwen in dat we voor medewerkers een passende oplossing zullen vinden en dat we daarmee de personele afbouw van KCJ tegen voor de samenleving aanvaardbare kosten kunnen realiseren. Deze voorwaarde houdt in dat het huidig bestuur van de stichting KCJ per 1 september 2017 terugtreedt en dat de gemeente Venray een nieuw bestuur aanstelt. Dit is de kern van het concept sociaal plan dat de gezamenlijke inzet vormt voor overleg met bonden en OR. Pagina 2 van 6
Er is omwille van de zorgvuldigheid veel tijd geïnvesteerd om te komen tot een concept sociaal plan waarmee het gesprek met de bonden kan worden aangegaan. Vanwege de financiële risico s moest daarbij aan de voorkant ook geïnvesteerd worden in helderheid rond regie en uitvoering van het sociaal plan. Dit zijn immers bepalende factoren in het succesvol begeleiden van medewerkers van werk naar werk en daarmee het beperken van de kosten. Maximale kosten: Als vertrekpunt voor de te treffen regeling hebben we uitgerekend wat de maximale kosten zijn voor de gemeente. Wat kost het ons als we geen adequate begeleiding en regie organiseren en medewerkers hun volledige aanspraak uiteindelijk claimen? Dit bedrag is becijferd op 6 miljoen. Onze inzet is geweest om te komen tot een sociaal plan inclusief begeleiding waarin deze kosten zoveel mogelijk worden beperkt. Het sociaal plan is er dus op gericht om mensen zo snel mogelijk weer aan werk te helpen. In hoofdlijnen kan het concept sociaal plan, dat tevens als gezamenlijke inzet dient om aan de vakbonden en ondernemingsraad voor te leggen, als volgt worden weergegeven: We onderscheiden 2 sporen of lijnen in het sociaal plan. In het eerste spoor worden medewerkers die als zelfstandige verder willen gaan en die verwachten op eigen kracht weer een volwaardig inkomen te verwerven met een afkoopsom cq startsubsidie gestimuleerd om deze stap te zetten. Zij zien daarmee af van alle uitkeringsrechten en begeleidingskosten. Met KCJ is overeengekomen dat deze afkoopsom 25 % bedraagt van alle opgebouwde rechten van de betreffende medewerker. In het tweede spoor kiezen medewerkers ervoor om onder regie van de gemeente een Van Werk Naar Werk traject aan te gaan. Dit is een intensief traject van 2 jaar waarin medewerkers onder deskundige begeleiding naar een nieuwe baan zoeken. Gedurende deze periode blijven medewerkers formeel in dienst van KCJ tot zij nieuw werk hebben gevonden. Na deze periode van 2 jaar volgt eervol ontslag Pagina 3 van 6
wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Voor de uitkeringsrechten die daarop volgen is de gemeente (financieel) verantwoordelijk. Medewerkers wordt de mogelijkheid geboden om met een afkoopsom af te zien van de resterende uitkeringsrechten. In het concept sociaal plan is opgenomen dat deze afkoopsom 30 % bedraagt van de resterende uitkeringsrechten van de betreffende medewerker. Ons college heeft er bewust voor gekozen om zelf de regie te voeren in dit proces. We hebben de kennis en ervaring in huis om dit te doen en we geloven erin dat we een groot aantal medewerkers kunnen begeleiden naar werk. Hoe succesvoller we daarin zijn, zoveel lager zullen uiteindelijk de kosten voor de gemeente zijn. Kosten sociaal plan Zoals reeds aangegeven zijn de kosten van dit concept sociaal plan afhankelijk van een aantal factoren: 1. De definitief overeengekomen percentages voor afkoop. 2. Het aantal mensen dat per direct kiest voor een afkoopregeling. 3. Het aantal mensen dat vervolgens in het 2-jarig VWNW-traject succesvol wordt bemiddeld naar nieuw werk. 4. Het aantal mensen dat kiest voor een afkoopregeling na afloop van het VWNW-traject. Op voorhand kunnen wij hierover enkel aannames maken. De minimale kosten bedragen: 1.500.000. In dit geval maakt iedereen gebruik van de afkoopregeling per direct. De maximale kosten bedragen: 6.000.000. In dit geval maakt niemand gebruik van een afkoopregeling per direct, wordt niemand bemiddeld naar werk, en maakt niemand gebruik van een afkoopregeling na afloop van het VWNW traject. Een reële schatting: Zowel de berekende minimale als de berekende maximale kosten zijn naar verwachting in de praktijk niet realistisch. Voor het benodigde budget gaan we uit van een reële schatting. Gesteld dat 50 % van de medewerkers kiest voor een afkoop per direct en dus 50 % voor het VWNWtraject. Dat vervolgens 50% succesvol bemiddeld wordt naar werk en tenslotte 50 % van de overgebleven medewerkers kiest voor een afkoopsom na afloop van het VWNW-traject. In dat geval bedragen de kosten naar schatting 2.510.000. Aan uw raad wordt gevraagd dit budget van 2,51 miljoen ter beschikking te stellen. In deze nota hebben wij reeds gewezen op de (financiële) onzekerheden in dit proces. We vinden het dan ook logisch en wenselijk dat uw raad gedurende de looptijd van het VWNW-traject op de hoogte gehouden wordt over het verloop ervan en daarmee ook over de realisatie van het budget. We stellen dan ook voor dat wij uw raad via de commissie Leven in de periode 1 september 2017 tot 1 september 2019 halfjaarlijks informeren over het sociaal plan en de financiële gevolgen ervan. Voor het komen tot een gedragen sociaal plan zijn kosten voor externe ondersteuning noodzakelijk geweest en ook de komende tijd nog noodzakelijk (zoals advocaatkosten). Deze kosten worden geraamd op 30.000. Het totaal benodigde bedrag voor de afbouw worden geraamd op 2.540.000. Gebouw, inventaris en overige zaken Pagina 4 van 6
Per 1 september 2017 stoppen de activiteiten van KCJ en vervalt het gebouw (beheer en inventaris) aan de gemeente. Het is onze bedoeling om het gebouw beschikbaar te houden voor maatschappelijke activiteiten, waaronder kunst en cultuur. De stichting Cultura Venray kan een rol spelen in de bemiddeling tussen potentiële huurders en de gemeente als eigenaar/exploitant van het pand. In de komende maanden zal een plan van aanpak voor de exploitatie van het pand aan de Heuvelstraat worden opgesteld. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid ook nog financiële consequenties hebben. Daarnaast zal de stichting Kunstencentrum Jerusalem de komende twee jaar in beperkte vorm en onder bestuur van de gemeente Venray nog operationeel blijven: De stichting blijft werkgever voor de medewerkers die gekozen hebben voor het tweejarig VWNW-traject en zal dus nog een salarisadministratie moeten blijven voeren. Er zijn ook nog overige kosten zoals ICT, kantoor- en administratiekosten en accountantskosten. Directievoering in deze periode zal worden uitbesteed. Wij gaan ervan uit dat een interim manager voor een beperkt aantal uren in de week dient te worden aangesteld om deze regierol uit voeren. Exploitatie en liquiditeit van de stichting tot aan 1 september 2017 Uitvloeisel van eerdere besluitvorming door uw raad omtrent de toekomstplannen van KCJ is dat de huidige stichting KCJ tot aan 1 september 2017 nog in bedrijf is. Ook in het vorige seizoen (2015/2016) bleek dat de subsidie aan de stichting KCJ niet toereikend was voor de exploitatie. Er is door uw raad over dat seizoen een aanvullende budget toegekend van totaal 338.000. Voor het seizoen 2016/2017 wordt het tekort op de exploitatie geraamd op 320.000 Wij stellen voor de subsidie van KCJ voor het seizoen 2016/2017 met dit bedrag op te hogen. Integraliteit/Relatie met andere beleidsvelden Deze nota heeft betrekking op Kunst en Cultuur. Kanttekeningen/risico's Gewijzigde en onvoorziene (economische) omstandigheden, afwijkingen van het verwachte aantal medewerkers dat kiest voor afkoop (voor en achteraf) en of succesvol begeleid wordt naar werk kunnen leiden tot afwijkingen in het gerealiseerde budget. Wij zullen de raad 2 keer per jaar via de commissie leven informeren over de stand van zaken. Communicatie Medewerkers van KCJ zijn geïnformeerd over het concept sociaal plan na besluitvorming van het college, daarna is er een persbericht uitgegaan. Financiële gevolgen Het geraamde budget van 2.540.000 en het geraamde exploitatietekort tot 1 september 2017 van 320.000 (totaal 2.860.000) kunnen worden gedekt uit de algemene reserve. In de meerjarenbegroting is als risico rekening gehouden met een bedrag van 3.574.000. Vooralsnog stellen we voor om het surplus van 714.000 te blijven reserveren als risico. In de halfjaarlijkse update naar de gemeenteraad zal ook het restrisico bijgesteld worden indien aan de orde. Personele/organisatorische gevolgen Zie nota Pagina 5 van 6
Juridische gevolgen/rechtmatigheid Indien op basis van voornoemde uitgangspunten een definitief akkoord met KCJ en de bonden kan worden bereikt en het sociaal plan wordt uitgevoerd zoals overeengekomen, betekent dit dat lopende en aangekondigde juridische procedures tussen KCJ en de gemeente kunnen worden beëindigd en een minnelijke oplossing is bereikt. Kan een akkoord alsnog niet worden bereikt, dan blijft vooralsnog het risico bestaan op een juridische procedure bij de rechter. Fatale termijnen N.v.t. Vervolgtraject besluitvorming Met betrekking tot het op te stellen plan van aanpak met betrekking tot de exploitatie van het gebouw Jerusalem wordt u op een later tijdstip geïnformeerd. Evaluatie We informeren uw raad de komende periode twee keer per jaar over de voortgang van het proces. Bijlagen Raadsbesluit van 18 mei 2016 m.b.t. Cultura Venray Naslagwerk N.v.t. Pagina 6 van 6