Formulier functioneringsgesprek en procedure Vertrouwelijk Naam personeelslid Functie Naam formele gesprekspartner Functie Datum functioneringsgesprek Datum doelstellingengesprek Onderdeel A Gespreksonderwerpen met alle personeelsleden a) Competentieprofiel b) Stand van zaken POP c) Taaktoedeling, -belasting, -vervulling, en eventuele wensen op dit gebied d) Samenwerking met collega s, leidinggevende, ouders, externen e) Omgang en contacten met de leerlingen. * f) Werkomstandigheden (welbevinden) en werksfeer binnen de instelling. g) Aanvullende gespreksonderwerpen * Op bepaalde onderwijsondersteunende functies niet van toepassing
Onderdeel B Belangrijkste aandachtspunten voortkomend uit het gesprek Conclusies Wensen Afspraken Onderdeel C Ondertekening Het beoordelingsgesprek is gepland op datum: Personeelslid voor akkoord handtekening: datum: Formele gesprekspartner voor akkoord handtekening: datum:
Procedure functioneringsgesprek Artikel 1 Begripsbepalingen Deze regeling verstaat onder: a) Het bestuur: het College van Bestuur, bevoegd gezag van De Groeiling; b) personeelslid: een persoon in dienst van De Groeiling; c) formele gesprekspartner: (een lid van) het bestuur of een door het bestuur aangewezen leidinggevende functionaris die het functioneringsgesprek voert; d) functioneringsgesprek: een tweezijdig gesprek, waaraan geen rechtstreekse rechtspositionele consequenties zijn verbonden, tussen een personeelslid en de formele gesprekspartner aan de hand van een verslagformulier functioneringsgesprek over aspecten die van invloed zijn op het functioneren van het personeelslid, van de formele gesprekspartner, van de school en van de Stichting; e) verslagformulier functioneringsgesprek: het formulier, waarop de gespreksonderwerpen zijn vermeld en waarop de tijdens het functioneringsgesprek gemaakte afspraken worden genoteerd. Artikel 2 Doelstellingen 1. Het functioneringsgesprek is gericht op het optimaliseren van zowel het functioneren van het personeelslid, van de omstandigheden waaronder de werkzaamheden worden of zullen worden verricht als van het functioneren van de instelling en de stichting. 2. Het functioneringsgesprek kan leiden tot het maken van afspraken met betrekking tot het functioneren van het individuele personeelslid in relatie tot de formele gesprekspartner en/of de direct leidinggevende, en de werkomstandigheden. 3. Het functioneringsgesprek maakt een onderdeel uit van de gesprekscyclus: doelstellingengesprek (competentieprofiel en persoonlijk ontwikkelingsplan) functioneringsgesprek beoordelingsgesprek. Ze kan nadrukkelijk ook leiden tot afspraken over loopbaan, mobiliteit en ontwikkelingsmogelijkheden binnen De Groeiling. Daarnaast wordt de stand van zaken betreffende het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) besproken. Hierdoor wordt bereikt dat De Groeiling profijt kan gaan hebben van de diverse mogelijkheden (talenten), die onder het personeel aanwezig zijn of door middel van scholing ontwikkeld kunnen worden. Artikel 3 Kenmerken Kenmerken van een functioneringsgesprek zijn: a) evaluatie; b) toekomstgerichtheid; c) een gelijkwaardige inbreng van gesprekspartners en het tweezijdig karakter ervan; d) het ontbreken van rechtstreekse rechtspositionele consequenties.
Artikel 4 Frequentie 1. Met personeelsleden die benoemd zijn in vaste dienst, wordt tenminste eenmaal per drie jaar een functioneringsgesprek gevoerd. 2. Met personeelsleden die benoemd zijn in tijdelijke dienst al of niet met uitzicht op een benoeming in vaste dienst en met medewerkers die benoemd zijn als vervangers, wordt in het eerste dienstjaar tenminste een voortgangs- en een functioneringsgesprek gevoerd. 3. De formele gesprekspartner stelt jaarlijks een planning vast van de perioden waarbinnen de functioneringsgesprekken plaatsvinden. Artikel 5 Werkwijze 1. Tenminste twee weken voorafgaand aan het functioneringsgesprek stelt de formele gesprekspartner in overleg met het betrokken personeelslid de datum en het tijdstip van het gesprek vast. 2. De formele gesprekspartner maakt de gespreksonderwerpen tijdig aan het personeelslid kenbaar en stelt hem/haar in de gelegenheid andere onderwerpen toe te voegen. 3. Alle gespreksonderwerpen worden op het verslagformulier functioneringsgesprek vermeld. 4. Binnen twee weken na afloop van het gesprek worden de afspraken door de formele gesprekspartner op het verslagformulier vastgelegd. Het formulier wordt gedateerd en zowel door het personeelslid als door de formele gesprekspartner voor akkoord ondertekend. 5. Indien het personeelslid niet voor akkoord tekent, wordt de reden door betrokkene of de formele gesprekspartner op schrift gesteld en aan het formulier gehecht. 6. Het personeelslid ontvangt een kopie van het gedateerde en (in ieder geval door de formele gesprekspartner, zie vorig lid) ondertekende verslagformulier. 7. Het verslagformulier wordt vertrouwelijk behandeld en de inhoud blijft onder beide gesprekspartners. Slechts voor het bestuur relevante conclusies kunnen ter kennis van hem worden gebracht. 8. De formele gesprekspartner deelt aan het eind van het gesprek aan het personeelslid mee of en zo ja welke conclusies aan het bestuur bekend worden gemaakt. De formele gesprekspartner meldt eventuele conclusies schriftelijk aan het bestuur. Indien het personeelslid zich onvoldoende herkent in de te melden conclusies, worden deze conclusies door de formele gesprekspartner schriftelijk aan het bestuur gemeld. Het betrokken personeelslid ontvangt een afschrift van deze rapportage, dat als bijlage bij het verslagformulier wordt gevoegd. In dit geval dient het personeelslid zijn visie eveneens schriftelijk aan het bestuur kenbaar te maken. 9. Zodra het bestuur kennis heeft genomen van de schriftelijke rapportages bedoeld in het vorige lid worden deze vernietigd. 10. De verslagformulieren, die door de formele gesprekspartner worden beheerd, worden opgenomen in het personeelsdossier van betrokken personeelslid. Artikel 6 Gespreksonderwerpen 1. Tijdens het gesprek met een personeelslid komen in beginsel de volgende onderwerpen aan de orde:
a) Competentieprofiel ; b) Stand van zaken POP; c) Taaktoedeling, -belasting en vervulling; d) Samenwerking met collega s, leidinggevende, ouders, externen; e) Omgang en contacten met de leerlingen; f) Werkomstandigheden (welbevinden) en werksfeer in de instelling; g) Aanvullende gespreksonderwerpen. Artikel 7 De formele gesprekspartner 1. De formele gesprekspartner bij het gesprek met een personeelslid is de direct leidinggevende (directielid van de betreffende school), tenzij door het bestuur een andere persoon als formele gesprekspartner wordt aangewezen. 2. De formele gesprekspartners bij het gesprek met de directeur van de school en de stafmedewerkers zijn de leden van het bestuur; bij hun afwezigheid wordt door hen een andere persoon als formele gesprekspartner aangewezen. Artikel 8 Bescherming persoonsgegevens Met inachtneming van de voorschriften in de Wet bescherming persoonsgegevens (Stb. 2000, 302) en de daarop gebaseerde op de (school)organisatie van toepassing zijnde regelingen zal het bestuur gegevens met betrekking tot het personeelslid met zorg behandelen. Artikel 9 Niet voorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur, beide gesprekspartners gehoord hebbend. Artikel 10 Slotbepaling 1. Deze regeling kan worden aangehaald als procedure functioneringsgesprek van De Groeiling. Deze regeling treedt in werking op 1 februari 2010 en is aangepast op 1 februari 2011. 2. Een exemplaar van deze regeling met de daarbij behorende bijlage wordt op alle scholen bewaard en is ter inzage voor alle personeelsleden.