Statuut Medezeggenschap. van. Stichting Gewoon Speciaal te Maarssen

Transcriptie

1 van Stichting Gewoon Speciaal te Maarssen waaronder begrepen: De Brug (brinnummer 02GQ) De Driehoek (09OE) Het Klaverblad (brinnummer 01JW) De Stuifheuvel (brinnummer 19RT) De Vijverhof (brinnummer 02WE) De Wissel (brinnummer 23EZ) Versie: mei 2010

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Preambule... 3 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 - Begripsbepalingen... 3 Artikel 2 - Aard en werkingsduur... 3 Hoofdstuk 2 Inrichting van de medezeggenschap... 4 Artikel 3 - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad... 4 Artikel 4 - Medezeggenschapsraad... 4 Hoofdstuk 3 Informatievoorziening... 4 Artikel 5 - Informatie van het bevoegd gezag aan de (G)MR en de geledingen daarvan... 4 Artikel 6 - Wijze waarop het bevoegd gezag informatie verschaft... 5 Artikel 7 - Wijze waarop de (G)MR informatie verstrekt en ontvangt... 5 Artikel 8 - Communicatie binnen de organisatie... 5 Hoofdstuk 4 Faciliteiten... 5 Artikel 9 - Faciliteiten afgesproken in onderling overleg... 5 Artikel 10 - Faciliteiten voor de personeelsleden in de GMR en MR... 6 Artikel 11 - Faciliteiten voor de ouders in de GMR en MR... 6 Hoofdstuk 5 Slotbepalingen... 7 Artikel 12 - Slotbepaling... 7 Verklaring... 8 Stichting Gewoon Speciaal 2

3 Preambule Het bestuur van de Stichting Gewoon Speciaal te Maarssen en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (hierna te noemen GMR) van deze stichting, waaronder de volgende scholen: De Brug (brinnummer 02GQ) De Driehoek (brinnummer 09OE) Het Klaverblad (brinnummer 01JW) De Stuifheuvel (brinnummer 19RT) De Vijverhof (brinnummer 02WE) De Wissel (brinnummer 23EZ) hebben overlegd over de toepassing van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). Het bestuur van de stichting en de GMR hebben daarbij hun verwachtingen uitgesproken over de mogelijkheden die deze wet biedt ter versterking van de onderlinge communicatie en het formele overleg over alle aangelegenheden in en rond de school die van belang zijn voor directie, ouders, leerlingen en personeelsleden. Het bestuur van de stichting en de GMR leggen hierbij hun visie op de medezeggenschap vast en maken concrete afspraken over de communicatie over en weer en de informatieverstrekking aan alle bij de school betrokken personen, zoals hierna vermeld. De leden van de GMR hebben met tenminste tweederde meerderheid ingestemd met dit medezeggenschapsstatuut. Het medezeggenschapsstatuut treedt in werking op 1 augustus Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Op dit statuut zijn de volgende begripsbepalingen van toepassing: a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Staatsblad 2006, 658); b. bevoegd gezag: het bestuur van de Stichting Gewoon Speciaal gevestigd te Maarssen met scholen te Breukelen, Maarssen, Houten en Zeist; c. school: een van het bevoegd gezag uitgaande school voor speciaal basisonderwijs; d. GMR: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad als bedoeld in art. 4 van de wet; e. MR: de medezeggenschapsraad van een school als bedoeld in art. 3 van de wet; f. organisatie: het bevoegd gezag, de onderwijsinstellingen die van het bevoegd gezag uitgaan en het personeel dat bij het bevoegd gezag in dienst is; g. personeel: het personeel dat in dienst is dan wel ten minste 6 maanden te werk gesteld is zonder benoeming bij het bevoegd gezag en dat werkzaam is op een school, en personeel dat is benoemd of ten minste 6 maanden te werk gesteld zonder benoeming dat werkzaamheden verricht ten behoeve van meer dan een school; h. ouders: ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen van een school; i. geleding: de gezamenlijke geledingen in de GMR respectievelijk de MR, behorende tot de personeelsgeleding of tot de oudergeleding; j. personeelsgeleding: de leden van de GMR respectievelijk de MR die tot het personeel behoren; k. oudergeleding: de leden van de GMR respectievelijk de MR die tot de ouders behoren; l. statuut: het medezeggenschapsstatuut van de organisatie. Artikel 2 - Aard en werkingsduur 1. Het statuut treedt in werking op 1 augustus 2009 en heeft een werkingsduur van twee jaar. 2. Drie maanden voordat de in lid 1 genoemde termijn is verstreken treden de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag in overleg over het evalueren, actualiseren en bijstellen van het statuut. 3. Bevoegd gezag en GMR kunnen voorstellen doen tot wijziging van het statuut ongeacht het verloop van genoemde termijn. Stichting Gewoon Speciaal 3

4 4. Elk voorstel tot wijziging van dit statuut behoeft de instemming van tweederde van de leden van de GMR. Hoofdstuk 2 Inrichting van de medezeggenschap Artikel 3 - Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 1. Bij het bevoegd gezag is een GMR ingesteld. 2. De GMR bestaat uit tweemaal zoveel leden als er Brinnummers binnen de organisatie zijn, waarbij per Brinnummer: a. 1 lid gekozen wordt door de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad of raden van de daaronder ressorterende school of scholen b. 1 lid gekozen wordt door de oudergeleding van de medezeggenschapsraad of raden van de daaronder ressorterende school of scholen. 3. Namens het bevoegd gezag voert een door het bevoegd gezag aan te wijzen directeur van een school de besprekingen met de GMR of met leden van de GMR. 4. Indien er sprake is van een situatie waarin, naar het oordeel van de GMR, van de directeur of van het bevoegd gezag, sprake is van een vermenging van belangen, of in een andere situatie die daartoe, naar het oordeel van het bevoegd gezag, of de GMR, aanleiding geeft, kan de directeur van de taak, bedoeld in het vorige lid, worden ontheven. 5. Indien zich een situatie voordoet als bedoeld in het vorige lid, maakt de persoon of het orgaan dat deze ontheffing wenst dit schriftelijk kenbaar aan de GMR en het bevoegd gezag, waarbij laatstgenoemde onverwijld de directeur hiervan in kennis stelt. 6. Het bevoegd gezag zal ten behoeve van de uitvoering van de medezeggenschap een reglement gemeenschappelijke medezeggenschap vaststellen als bedoeld in art. 23 van de wet. Artikel 4 Medezeggenschapsraad 1. Op iedere school is een medezeggenschapsraad ingesteld. 2. Deze raad wordt rechtstreeks uit en door de geledingen van de desbetreffende school gekozen. 3. Een medezeggenschapsraad bestaat uit ten minste vier leden waarvan: a. ten minste 2 leden worden gekozen uit en door het personeel van de school en b. een aantal leden gelijk aan het aantal leden bedoeld in onderdeel a van dit lid, wordt gekozen uit en door de ouders van de leerlingen van die school. 4. Namens het bevoegd gezag voert de directeur van de school besprekingen met de MR of een geleding ervan. 5. Indien er sprake is van een situatie waarin, naar het oordeel van de MR, van de directeur of van het bevoegd gezag, sprake is van een vermenging van belangen, of in een andere situatie die daartoe, naar het oordeel van het bevoegd gezag, of de MR, aanleiding geeft, kan de directeur van de taak, bedoeld in het vorige lid, worden ontheven. 6. Indien zich een situatie voordoet als bedoeld in het vorige lid, maakt de persoon of het orgaan dat deze ontheffing wenst dit schriftelijk kenbaar aan de MR en het bevoegd gezag, waarbij laatstgenoemde onverwijld de directeur hiervan in kennis stelt. 7. Het bevoegd gezag zal ten behoeve van de uitvoering van de medezeggenschap een reglement medezeggenschap vaststellen als bedoeld in art. 23 van de wet. Hoofdstuk 3 Informatievoorziening Artikel 5 - Informatie van het bevoegd gezag aan de (G)MR en de geledingen daarvan 1. Jaarlijks verschaft het bevoegd gezag schriftelijk tenminste de volgende informatie aan de (G)MR: a. de begroting van de organisatie en bijbehorende beleidsvoornemens op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied; b. aan het begin van het schooljaar de gegevens met betrekking tot - de samenstelling van het bevoegd gezag Stichting Gewoon Speciaal 4

5 - de organisatie binnen de school - het managementstatuut - de hoofdpunten van het reeds vastgestelde beleid c. vóór 1 mei: de berekening die ten grondslag ligt aan de overheidssubsidie; d. vóór 1 juli: het jaarverslag van de organisatie, daaronder begrepen de jaarrekening en het bestuursverslag. 2. Tijdig ontvangt de (G)MR, al dan niet gevraagd, alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft. Daartoe behoren in ieder geval: a. de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. b. elk oordeel van de klachtencommissie waarbij de commissie een klacht gegrond heeft bevonden, en de eventuele maatregelen die het bevoegd gezag naar aanleiding van dat oordeel zal nemen. 3. De informatie wordt op een zodanig tijdstip verstrekt, dat alle leden van de (G)MR een redelijke tijd voor de vergadering kennis kunnen nemen van de stukken, en zonodig deskundigen kunnen raadplegen. 4. Indien het bevoegd gezag een voorstel voor advies of instemming voorlegt aan één geleding van de (G)MR, wordt dat voorstel gelijktijdig ter kennisneming aan de andere geleding van de (G)MR aangeboden. Artikel 6 - Wijze waarop het bevoegd gezag informatie verschaft 1. Het bevoegd gezag stelt de in het voorgaande artikel bedoelde informatie in ieder geval schriftelijk, en zo mogelijk eveneens langs digitale weg, ter beschikking aan de (G)MR. 2. De door het bevoegd gezag beschikbaar gestelde informatie is openbaar, tenzij nadrukkelijk, schriftelijk en onder opgave van redenen ánders is aangegeven. Artikel 7 - Wijze waarop de (G)MR informatie verstrekt en ontvangt 1. De wijze waarop de (G)MR en zijn geledingen hun achterban informeren is vastgelegd in het huishoudelijk reglement. 2. De vergaderingen van de (G)MR zijn openbaar, tenzij de voorzitter, gehoord de mening van de overige leden van de (G)MR, anders besluit. Artikel 8 - Communicatie binnen de organisatie 1. De medezeggenschapsraad en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad informeren elkaar ongevraagd volledig en helder over hun standpunten, werkwijzen en procedures, en afspraken met het bevoegd gezag. Verslagen van bijeenkomsten worden, zonodig onder voorbehoud van goedkeuring, direct verspreid. 2. Op verzoek van een van de raden als bedoeld in het eerste lid verstrekt een raad direct alle en volledige informatie over bepaalde aangelegenheden, voor zover deze niet onderhevig zijn aan afspraken over geheimhouding. 3. De informatie wordt waar mogelijk schriftelijk verstrekt. Het is wenselijk maximaal gebruik te maken van Informatie wordt in principe verstrekt aan de secretaris van de raad en bij diens ontstentenis aan de voorzitter van de raad. Aan de leden van de raad wordt een overzicht gegeven van de verstrekte informatie. Een ieder heeft de mogelijkheid de informatie in te zien en bespreking ervan te vragen in de raad. Hoofdstuk 4 Faciliteiten Artikel 9 - Faciliteiten afgesproken in onderling overleg 1. De GMR en de MR zijn bevoegd gebruik te maken van voorzieningen waarover het bevoegd gezag beschikt, mits ter uitvoering van hun taak, en voor zover deze redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. De kosten voor de medezeggenschapsactiviteiten met inbegrip van bijwonen van vergaderingen van de GMR en de MR zelf, worden gedragen door het bevoegd gezag, Stichting Gewoon Speciaal 5

6 met inachtneming van het bepaalde in de leden 3 tot en met 5 van dit artikel. Onder deze activiteiten worden in elk geval begrepen: i) scholing van de leden van de GMR en de MR ii) het inhuren van deskundigen iii) het voeren van rechtsgedingen iv) het informeren en raadplegen van de achterban 2. De kosten, bedoeld in het vorige lid worden niet door het bevoegd gezag gedragen indien: a. voor wat betreft onder i): die scholing niet is opgenomen in het vastgesteld activiteitenplan van de GMR resp. een MR en de hoogte van de hiermee gemoeide kosten niet in redelijke verhouding staat tot de totale noodzakelijke uitgaven ten behoeve van medezeggenschap. b. voor wat betreft onder ii): de kosten en hiervoor tevoren door het bevoegd gezag beschikbaar gesteld bedrag overschrijden. Dit bedrag wordt opgenomen in de begroting van het bevoegd gezag. c. voor wat betreft onder iii): de kosten van deze rechtsgedingen, juridische bijstand van de GMR resp. de MR daaronder begrepen, niet redelijkerwijs noodzakelijk zijn. d. voor wat betreft onder iv): de kosten van deze activiteiten van de GMR resp. de MR niet in redelijke verhouding staan tot de totale noodzakelijke uitgaven ten behoeve van medezeggenschap. 3. De GMR resp. een MR zal, indien het uitgaven wenst te doen zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, het bevoegd gezag hierover informeren vóórdat de verplichting tot het doen van die uitgave of uitgaven wordt aangegaan. Het niet in acht nemen van het bepaalde in de vorige volzin door de GMR resp. een MR, kan voor het bevoegd gezag reden vormen om de kosten van die uitgaven niet te dragen. 4. Het bevoegd gezag en de GMR, resp. een MR, kunnen overeenkomen dat voor alle kosten bedoeld in het tweede lid een bedrag wordt opgenomen in de begroting van het bevoegd gezag, waarbij het de GMR resp. de MR vrijstaat om dit, ter uitvoering van de taak te besteden. In dat geval worden kosten die deze begroting te boven gaan slechts door het bevoegd gezag gedragen indien daar tevoren schriftelijk en onder opgave van redenen door de GMR resp. goedkeuring is gevraagd aan het bevoegd gezag en die goedkeuring ook schriftelijk is verleend. Artikel 10 - Faciliteiten voor de personeelsleden in de GMR en MR 1. Aan de personeelsleden in de GMR resp. een MR wordt, voor de uitvoering van de taak, per schooljaar een aantal uur ter beschikking gesteld, vastgesteld volgens het in het tweede lid opgenomen schema. De uren genoemd in de vorige volzin maken deel uit van de normjaartaak die voor die personeelsleden geldt. 2. Het aantal uren, bedoeld in het eerste lid bedraagt: a. 100 uur voor een personeelslid dat lid is van zowel de personeelsgeleding van de GMR als van de personeelsgeleding van een MR; b. 60 uur voor een personeelslid dat uitsluitend lid is van de personeelsgeleding van de GMR; c. 60 uur voor een personeelslid dat uitsluitend lid is van de personeelsgeleding van de MR; Artikel 11 - Faciliteiten voor de ouders in de GMR en MR 1. Aan de ouders in de GMR resp. in een MR wordt, voor de uitvoering van de taak per schooljaar een geldbedrag ter beschikking gesteld, vastgesteld volgens het in het tweede lid opgenomen schema; 2. Het geldbedrag bedoeld in het eerste lid bedraagt: a. 300,-- (driehonderd euro) voor een ouder die lid is van zowel de oudergeleding van de GMR als van de oudergeleding van een MR; b. 150,-- (éénhonderdvijftig euro) voor een ouder die uitsluitend lid is van de oudergeleding van de GMR; c. 150,-- (éénhonderdvijftig euro) voor een ouder die uitsluitend lid is van de oudergeleding van een MR. 3. Personen bedoeld in het eerste lid kunnen afzien van acceptatie van het bedrag genoemd in het tweede lid. In dat geval maken zij dit schriftelijk kenbaar bij het bevoegd gezag. Stichting Gewoon Speciaal 6

7 Hoofdstuk 5 Slotbepalingen Artikel 12 Slotbepaling In situaties waarin dit statuut niet of niet naar redelijkheid voorziet, overleggen het bevoegd gezag en de GMR resp. de MR met elkaar over de ontstane situatie, waarna het bevoegd gezag een besluit neemt. Stichting Gewoon Speciaal 7

8 Verklaring Het bevoegd gezag en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de scholen van de Stichting Gewoon Speciaal te Maarssen verklaren hierbij 1) dat zowel het bevoegd gezag als de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad hebben ingestemd met het statuut medezeggenschap; 2) dat dit statuut in werking treedt op 1 augustus 2009; Getekend te d.d. Getekend te d.d. namens het bevoegd gezag: namens de GMR: voorzitter voorzitter secretaris secretaris Stichting Gewoon Speciaal 8