7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt? 7.1. Wat is het? Als u aan vermogens- en successieplanning doet, wilt u ervoor zorgen dat uw vermogen bij uw eigen familie (met name uw kinderen) terechtkomt. U wilt daarbij wellicht niet het risico lopen dat uw vermogen op de een of andere manier naar uw schoonfamilie zou gaan. Stel dat u een bepaald bedrag schenkt aan uw dochter, die pas gehuwd is. Zij zal dit bedrag investeren in de woning die zij aan het bouwen is samen met haar man, maar wat als het scheefloopt in haar relatie? Zal haar man dan niet de helft van de woning (of wie weet zelfs meer) opeisen en zo ook met een stuk van de door u geschonken centen gaan lopen? Stel dat u de aandelen van de familieonderneming aan uw dochter schenkt. Zal de schoonfamilie dan niet met een stuk van de koek gaan lopen? Kunt u dit op de een of andere manier voorkomen? Over dergelijke problemen handelt dit hoofdstuk. 7.2. Hoe doet u het correct? 7.2.1. Door niets te doen, kan het probleem al opgelost zijn Als u uw vermogen laat overgaan op uw kinderen via vererving (zij erven en verdelen uw nalatenschap), kan het probleem al opgelost zijn. Alles wat uw kinderen erven, komt immers automatisch in hun eigen vermogen terecht, zowel wanneer zij volgens het wettelijke stelsel gehuwd zijn als wanneer zij een huwelijks contract hebben met scheiding van goederen. Hetzelfde geldt eigenlijk als u een schenking doet aan uw kinderen. In de praktijk zien we echter weleens dat de situatie toch anders uitdraait. Denken we maar aan een kind dat gehuwd is met algehele gemeenschap van goederen. Daarbij valt alles, ook schenkingen en erfenissen, in het gemeenschappelijke vermogen. Stel dat uw kind beslist om datgene wat het geërfd of geschonken gekregen heeft in te brengen in de huwelijksgemeenschap of dat uw kind overlijdt vóór u en dat zijn of haar partner het goed erft dat u geschonken heeft. Wie meer zekerheid wil, zal dus toch iets moeten ondernemen. 85
7.2.2. Beding om iets te doen Als uw kind gehuwd is met algehele gemeenschap van goederen, kunt u als essentiële voorwaarde opleggen (alvorens u overgaat tot een schenking) dat het zijn of haar huwelijkscontract aanpast zodat de schenking niet in de huwelijksgemeenschap valt. De partner moet het daarmee wel eens zijn (zie Deel, 36.). 7.2.3. Uitsluitingsclausule Om er 100% zeker van te zijn dat een bepaald goed in het eigen vermogen van uw kind blijft, kunt u als essentiële voorwaarde bepalen dat uw kind een geschonken of een geërfd goed nooit mag inbrengen in een bestaande of een toekomstige huwelijksgemeenschap of betrokken mag worden in een zgn. verrekenings beding (zie Deel, 39.). U kunt dit voorzien in een schenkingsakte, maar ook in uw testament. U kunt dit verbod niet alleen opnemen voor de goederen zelf (bv. een bepaald bedrag), maar ook voor de goederen die in de plaats zouden komen. U schenkt bv. geld aan uw kind voor de aankoop van een huis of voor een eigen zaak. Die kunnen dan ook niet ingebracht worden in de huwelijksgemeenschap. 7.2.4. Beding van terugkeer We besteden ook aandacht aan de (toch eerder uitzonderlijke) situatie waarin uw kind vóór u zou overlijden. Is uw kind op dat moment gehuwd, dan zal de echtgeno(o)t(e) normaal gezien het vruchtgebruik erven op het eigen vermogen van uw kind (waaronder bv. een schenking die u gedaan heeft). Vroegere schenkingen (bv. de aandelen van uw familiebedrijf) tijdens het leven van uw schoon dochter of uw schoonzoon zullen onverkoopbaar zijn en het wordt nog erger als uw kind zelf ook kinderen had. In dat geval gaat de blote eigendom van de nalatenschap naar uw kleinkinderen en het vruchtgebruik naar uw schoondochter of uw schoonzoon. Zolang uw kleinkinderen dan minderjarig zijn, zal uw schoondochter of uw schoonzoon de feitelijke controle (het zgn. vruchtgenot) hebben over uw schenking. Het valt dan ook niet uit te sluiten dat minstens een deel van uw vermogen verloren zal gaan. U kunt dit vermijden door in uw schenkingsakte een zgn. beding van terugkeer op te nemen (art. 951 BW). Dat betekent dat men bij het overlijden van uw kind doet alsof de schenking nooit gebeurd is. Dit beding van terugkeer kunt u trouwens ook optioneel maken (een zgn. keuzerecht). De geschonken goederen keren dus terug naar u. U zal daar bovendien geen enkele belasting op hoeven te betalen (zie Deel, 20.). 86
7.2.5. Onvervreemdbaarheidsclausule Het is ook aan te raden om te bepalen dat het geschonken goed niet vervreemd mag worden, anders riskeert u dat het goed bv. intussen al verkocht werd door uw kind. Dat betekent dat bv. uw zoon aan wie u geschonken heeft het goed ook niet aan zijn vrouw mag geven. Opdat een dergelijke clausule geldig zou zijn, moet die beantwoorden aan een wettig belang en beperkt zijn in de tijd (zie Deel, 20.). 7.2.6. Inbreng in een maatschap Door uw kinderen eerst iets te schenken en uw kinderen die goederen nadien te laten inbrengen in een maatschap, kunt u perfect de schoonfamilie erbuiten houden. In de statuten kunt u immers allerlei bepalingen opnemen om dit te bereiken (zie Deel, 64.). 7.2.7. Specifiek voor familiebedrijven Stel dat u een belangrijk deel van uw aandelen in het familiebedrijf wilt schenken aan uw twee dochters. U wilt echter te allen prijze vermijden dat als een van uw dochters zou overlijden, uw schoonzoon die normaal gezien het vruchtgebruik erft zich met de zaken binnen het familiebedrijf bemoeit. Heeft u een bvba, dan kunt u de statuten bv. strenger maken dan de wettelijke overdrachtsbeperkingen, zodat geen enkel aandeel kan overgaan naar de partner van de aandeelhouder (uw dochter) zonder toestemming van de andere aandeel houders. Voor een statutenwijziging is er 3/4 van de stemmen nodig, u past ze dus het best aan vooraleer u de aandelen schenkt. Bij een nv voorziet de wet niet in een overdrachtsbeperking, maar daar kunt u de overdracht wel beperken in uw statuten als u dat wenst, zoals bij een bvba. U kunt bv. in de statuten bepalen dat de aandelen niet kunnen overgaan naar iemand anders ook niet naar de erfgenamen zonder goedkeuring van de andere aandeelhouders of de raad van bestuur. Juridisch gezien spreekt men in dergelijke gevallen over een zgn. goedkeuringsclausule. Daaraan koppelt u dan ook een clausule die voorziet in een zgn. voorkooprecht. Ook hier kunt u vooraf bepalen hoe de aandelen gewaardeerd moeten worden en ook hier is er voor een statuten wijziging 3/4 van de stemmen nodig zodat u de statuten uiteraard het best vooraf aanpast (zie Deel, 5.). 7.2.8. Vermijd vermenging Bij de meeste koppels zien we dat het zgn. eigen vermogen (bv. het geld uit een schenking) na verloop van tijd helemaal vermengd geraakt met het gemeenschappelijke vermogen. 87
Een belangrijke oorzaak is onder andere dat alles vroeg of laat op gezamenlijke rekeningen staat en men na een tijd niet meer weet (laat staan kan bewijzen) wat er precies eigen was en wat niet. Het is dus belangrijk om bv. het geld van een schenking op een aparte rekening te laten storten en het later ook niet te vermengen via een gemeenschappelijke rekening, via gemeen schappelijke aankopen, enz. 7.2.9. Specifiek voor bouwgronden Stel dat uw dochter bv. met haar echtgenoot een villa wil bouwen op haar eigen grond die zij van u geschonken kreeg. Als ze niets doen, zal de villa door het zgn. recht van natrekking in principe ook eigendom worden van uw dochter. Haar partner wenst echter dat die eigendom (het gebouw en de grond) aan hen allebei toebehoort. Beiden zullen immers geld investeren en lenen om de villa te bouwen op die grond. Klassiek wordt dit gerealiseerd door een zgn. inbreng van die bouw grond in het gemeenschappelijke vermogen. Dat kan bij het sluiten van het huwelijks contract, maar ook nog via een wijziging tijdens het huwelijk, wat relatief eenvoudig en snel gaat. In beide gevallen moet er een notariële akte verleden worden. Wat echter dikwijls vergeten wordt, is om in die akte ook duidelijke regels vast te leggen m.b.t. wat er gebeurt als het huwelijk ontbonden zou worden door echtscheiding. Zo kunt u bv. in de akte opnemen dat in dat geval uw dochter zij bracht de bouwgrond in de onroerende eigendom (zowel de grond als het gebouw) zal terugnemen in volle eigendom. Het is uiteraard aangewezen dat er ook dan al bepaald wordt hoe de vergoeding voor het gebouw berekend zal worden. Dat kan bv. een bepaald afgesproken bedrag zijn of bv. het totaalbedrag van de bouwfacturen. Wij vinden het in dergelijke gevallen ook verstandig om deze bedragen te koppelen aan de index. U mag er immers van uitgaan dat de inflatie ongeveer 2% per jaar is (stel immers dat ze pas twintig jaar later scheiden...). Bij een gecumuleerde inflatie van 2% zal de afgesproken som van 200.000 intussen 298.000 bedragen. 7.3. Wat zijn de voordelen? 7.3.1. Alles blijft in de familie Dat was uiteraard van in het begin de bedoeling: ervoor zorgen dat uw ver mogen binnen de familie blijft. 88
7.3.2. Het familiale vermogen kent een grotere continuïteit Aangezien het vermogen binnen de familie blijft, zal het normaal gezien ook tussen minder partijen verdeeld hoeven te worden. De kans op discussies is dan ook minder groot. Als het aantal zgn. onverdeelde eigenaars groter wordt, is het niet altijd zo evident om met iedereen overeen te komen. Denk bv. maar aan een familieonderneming. In de eerste en de tweede generatie stellen er zich meestal niet zoveel problemen. Bij de derde generatie daarentegen is het aandeelhouderschap dikwijls al zo verspreid over neven en nichten dat het al veel moeilijker, zo niet onmogelijk wordt om nog eensgezindheid te vinden onder de aandeelhouders. In dergelijke gevallen is een verkoop van de zaak soms nog de enige oplossing om uit de impasse te raken. 7.4. Wat zijn de nadelen? 7.4.1. Hogere successierechten Het belangrijkste nadeel is dat de successierechten hier hoger kunnen uitvallen. Door het feit dat uw vermogen enkel toebehoort aan uw zoon of uw dochter en niet in de gemeenschap valt, zullen de successierechten bij het overlijden van uw kind hoger uitvallen voor de erfgenamen van uw kind. Door de concentratie van het vermogen bij één erflater (uw kind) valt dit vermogen immers sneller in een hogere schijf. Als uw kleinkinderen bv. de helft geërfd hadden van uw kind en nog eens de helft van uw schoonzoon of uw schoondochter, dan zouden de successie rechten in totaal een stuk lager geweest zijn voor hen. 7.4.2. Het vermogen kan onbestuurbaar worden Door het vermogen te concentreren bij uw eigen kinderen, loopt u het risico dat uw vermogen op een gegeven ogenblik onbestuurbaar of moeilijk bestuurbaar wordt. Dit zal meer bepaald zo zijn als uw kind zou overlijden op het moment waarop zijn of haar eigen kinderen nog minderjarig zijn. In dat geval zal het vermogen in blote eigendom toebehoren aan uw kleinkinderen en in vruchtgebruik aan uw schoonkind. Deze laatste zal als langstlevende normaal gezien ook het vermogen van de kinderen beheren en daarin schuilt de moeilijk heid. In bepaalde gevallen zal de goedkeuring van de vrederechter nodig zijn en dat maakt alles in de praktijk nogal omslachtig. Dikwijls vergt een goed beheer snelle beslissingen, maar dat wordt hier net heel moeilijk. Deze maatregel is eigenlijk in het leven geroepen om de belangen van het minderjarige kind te beschermen, maar men stelt in de praktijk vast dat het vaak een averechts effect heeft. 89