Casus Jan Voorbeeld A. Algemene gegevens Leerling Jan Voorbeeld Geboortedatum 1 mei 2004 Groep 5 Betrokkenen Naam leerkracht, Naam IB-er, Namen ouders Orthopedagoog/Onderwijsadviseur Dhr. D.E. KOC Datum OPP Ieder halfjaar evalueren en opnieuw vaststellen. B. Bouwstenen voor ontwikkelingsperspectief B1. Schoolloopbaan 1,1,2,3,4,5 Reden kleuterverlenging Vertraagde ontwikkeling en/of doublure Interne hulp: HP s per groep 1 1 2 3 4 5 Redzaamheid x x x x Sociaal-emotionele x x x ontwikkeling/gedrag Motorische ontwikkeling Taal x x Rekenen x Begrijpend lezen Externe hulp (medisch, jeugdhulp, therapie, logopedie) Vorige en huidige arrangementen Medicatiebegeleiding voor van maart 2011 tot mei epilepsie. 2014 Speltherapie van okt. 2013 tot heden Psycho-educatie van okt. 2012 tot mei 2013 Lgf cluster 3 van dec. 2011 tot juli 2014 van tot x Belemmerende factoren Cognitieve ontwikkeling April 2013 Jan heeft een IQ test gehad. Hij heeft een kloof tussen het PIQ en het verbale IQ ten gunste van het verbale IQ. Hij wordt vlug overschat. Jan wordt steeds meer belemmerd doordat hij geen inzicht heeft. Sociaal-emotionele ontwikkeling Mei 2012 Bij Jan is ADHD vastgesteld. Bevorderende factoren April 2013 Jan heeft een goede woordenschat. Jan praat gemakkelijk. Een spreekbeurt is een uitdaging. Jan krijgt in het cursusjaar 2014-2015 een eigen leerlijn voor rekenen. Okt. 2012 Jan reageert positief op de medicatie. Tegen de tijd dat hij opnieuw medicatie moet, wordt het
lastiger. Motorische ontwikkeling Jan heeft weinig inzicht in soc. situaties waardoor er met name op het plein steeds vaker conflicten zijn. Zien geeft een negatief beeld w.b. betrokkenheid, welbevinden en inlevingsvermogen. Hij wordt alleen negatief gekozen bij het sociogram. Nov. 2011 Door de absences is het schrijven niet altijd netjes. Spraak-/Taalontwikkeling Jan heeft moeite met oorzaak/gevolg. Werkhouding/Motivatie April 2012 Jan heeft een slechte werkhouding. Hij heeft vaak absences en moet dan steeds opnieuw opstarten. Jan heeft weinig overzicht. Hij kan niet goed plannen en is vaak iets kwijt. Onderwijssituatie Jan zit in een groep met 32 kinderen met een startende leerkracht Medische aspecten Maart 2011 In maart is epilepsie vastgesteld. Hij heeft absences en soms een grote aanval. Specifieke talenten of interesses Jan heeft een vast vriendje. Nov. 2010 Jan heeft een goede fijne en grove motoriek. Nov. 2012 Door de medicatie zijn de absences minder en is het schrijven weer netter. Jan heeft een goede woordenschat. April 2012 Jan is van goede wil. In de groep zitten niet veel zorgleerlingen. Door de juiste medicijndosering heeft Jan minder last van zijn absences. Hij mist nog wel dingen. Het laatste half jaar heeft hij geen grote aanval gehad. Jan heeft veel interesse voor vliegtuigen. Thuissituatie en ouderbetrokkenheid Nov. 2012
Jan heeft betrokken ouders. Ze zijn altijd aanwezig bij de LGF gesprekken. Jan heeft een PGB en gaat iedere woensdag naar een zorgboerderij. B2. Diagnosegegevens (DSM) Instelling Karakter Datum Mei 2012 As I As II As III As IV Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, overwegend onoplettende type As V Opmerking De ouders krijgen ouderbegeleiding; Jan krijgt psycho-educatie en er wordt een medicijnproef gestart. B3. IQ-onderzoek 1 IQ-onderzoek 2 Instrument Wisc 111 Instrument Datum April 2013 Datum (T)IQ Verbaal begrip 89 (T)IQ Verbaal begrip VIQ 94 Perceptuele org. 71 VIQ Perceptuele org. PIQ 69 Verwerkingssnelheid 72 PIQ Verwerkingssnelheid Opmerking Er is een significant verschil tussen Opmerking VIQ en PIQ. C. Toetsresultaten, leerrendementsverwachting (LRV), uitstroomniveau en verantwoording bij wijziging van de LRV. De grijze cellen hoeven niet ingevuld te worden als de overzichten met niet methodegebonden toetsen uit ParnasSys als bijlagen toegevoegd wordt. Dus: Bijlage 1: Overzichten / Leerlingvolgsysteem / Niet-methodetoetsen leerling / Niet-methodetoetsen leerlingen Resultaten per leerling. Bijlage 2: Overzichten / Leerlingvolgsysteem / Niet-methodetoetsen leerling / Ontwikkelingsperspectief Grafieken volgens leerrendementprognose per leerling (via DLE-berekening) Huidig niveau en LRV Uitstroomniveau in DLE Vakgebied Datum DL DLE LR LRV Minimumdoel Streefdoel AVI/DMT Nov. 13 Nov. 13 25 108 33 114 110 60 60 22 96 26 90 95 50 55 Begrijpend lezen Nov. 13 15 65 19 66 70 40 45 Rekenen Nov. 12 13 10 77
Mei 13 Nov. 13 19 14 74 75 43 45 12 52 16 55 60 36 40 Verantwoording bij wijziging van de leerrendementsverwachting Datum Begrijpend lezen Rekenen In groep 5 wordt er steeds meer inzicht gevraagd. Op grond van zijn IQ en toetsgegevens is een LRV van 75 % niet reëel. Verwacht uitstroomperspectief ( uitstroomniveau voortgezet onderwijs en vorm van ondersteuning ) Basisberoepsgerichte leerweg met LWOO E. E1. Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften (zie evt. in bijlage 1 de bijgevoegde voorbeeldzinnen, blijf wel kindspecifiek denken!) Deze leerling heeft nodig : Relatie leerling-leerkracht - Een leerkracht die weet wat hij moet doen bij een grote aanval en er op let dat Jan niet in de klimtoestellen klimt. die veel positieve feedback geeft. -> vul aan met minstens nog 2 ondersteuningsbehoeften.. Relatie leerling-school Relatie leerling-leerstof Fysiotherapie Ergotherapie Logopedie groepsgenoten die Jan waarderen in zijn eigenheid en bereid zijn uitleg te geven. -> vul aan met minstens nog 2 ondersteuningsbehoeften... Instructie die verlengd en vooral talig is; eerst het praatje en daarna het plaatje -> vul aan met minstens nog 2 ondersteuningsbehoeften... Okt. 2012 Jan heeft 10 keer ergotherapie gekregen om te leren zich beter te concentreren. Hij gebruikt een wiebelkussen. E2 Extra ondersteuningsbehoefte leerkracht
Handelingsverlegenheid leerkracht / IB'er Formuleer de handelingsverlegenheid van de leerkracht/ de hulpvraag Wat heb je nodig? Met welk doel? Gebruik het groeimodel voor het bepalen van je keuze voor een arrangement. Aanvraag arrangement(en) ( type en zwaarte): Gebruik voor het invullen van onderstaande vragen bijlage 3 (Overzicht van aan te leveren documenten + in te vullen onderdelen van het OPP per type arrangement) 1. Welke titel gebruik je voor je hulpvra(a)gen in Kindkans? 2. Welke onderdelen moet je invullen van het OPP? 3. Welke documenten moet je aanleveren voor het/de arrangement(en) die je aangevraagd hebt?