Voor ieder ongerioleerd pand een oplossing.

Vergelijkbare documenten
Voorstel besluit Samenvatting toelichting

UITVOERINGSPLAN AANSLUITEN NIET-GERIOLEERDE PANDEN

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Nr: Schipluiden: 16 november Aan de Raad

PROGRAMMA VOOR AANLEG EN BEHEER VAN IBA'S

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Verordening Eenmalig Rioolaansluitrecht 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Aansluiting op de riolering. Presentatie voor woonbootbewoners

Gemeenschappelijke Regeling Sanering Buitengebied van Gemeente Sint-Michielsgestel en Waterschap Aa en Maas

Raadscommissievoorstel

Besluit tot wijziging van de criteria voor subsidieverstrekking voor aansluiting van woonschepen op de gemeentelijk riolering. gfedcb.

ALGEMENE VERGADERING. 7 juli 2011 Strategie en Ontwikkeling

afvalwater voor gemeente

Raadsbij lage Voorste1 inzake het saneren van 323 ongerioleerde panden

Wij stellen u voor te besluiten conform bijgaande conceptverordening en begrotingswijziging vast te stellen.

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

Ontheffing. Wet milieubeheer. EMEiEVINEiEiDIENST. ! ;r FUEVOLAND & EOEI EN VECHTSTREEK

Rioolverordening Buitenriolering Leiden 2015 vastgesteld

Aanvraagformulier rioolaansluiting

Rapportage sanering lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Beschikbaar stellen krediet en wijze van financiering IBA-project. 5 maart Status.

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, Wet Milieubeheer, Woningwet, Bouwverordening en het Bouwbesluit;

Aansluitverordening Riolering gemeente Westerwolde

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

GEMEENTEBLAD. Nr Aansluitverordening riolering Edam-Volendam

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Juist (nu) aansluiten

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

De Veranderende Zorgplicht

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Aansluitverordening Riolering Gemeente Heerlen Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen AANSLUITVERORDENING RIOLERING GEMEENTE HEERLEN 2006.

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe Onderwerp: Aansluitverordening riolering gemeente Overbetuwe 2012

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Stimuleringsverordening samenwerking sanering lozingen buitengebied waterschap Aa en Maas

TOELICHTING OP DE AANSLUITVERORDENING RIOLERING gemeente Hillegom.

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 21 september 2010 Nummer voorstel: 2010/93

de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014;

CVDR. Nr. CVDR305377_1

~atwijl{ Overeenkomstig het voorstel besloten. Voorstel. : de heer P. Zegers. : wethouder M.W.Ch. Udo. :Ja

Activiteitenbesluit milieubeheer

Rioleringsbeheerplan Terschelling

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht (2014)

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Onderwerp : Beschikbaar stellen krediet IBAproject

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 23 januari 2008 / 13/2008. Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t.

Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit SANERING LOZINGEN GERIOLEERDE PERCELEN (AANSLUITSTRATEGIE)

Voorstel voor de Raad

F. Buijserd burgemeester

agendanummer afdeling Simpelveld VII- 35 Leefomgeving 7 juni 2013 Riolering Kapelstraat/Wijnstraat, Hennebergstraat e.o.

Aanvraag rioolaansluiting

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater

Verordening rioolaansluitingsrecht 2019 (versie geldig vanaf )

Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Peel en Maas

17 mei Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

RIOOLVERORDENING GEMEENTE BRUMMEN

Lozingen en individuele behandeling afvalwater (IBA)

gelezen het voorstel van het college van 18 september 2018, no. B ; gezien het advies van de raadscommissie van 15 november 2019;

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Water Governance. Organisatie van waterbeheer, drinkwatervoorziening en afvalwaterbehandeling,

VERORDENING RIOOLAANSLUITINGSRECHT 2016 (versie geldig vanaf )

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005

Beleid lozingen buitengebied

Wijziging heffingssystematiek rioolheffing

Informatiesheet deelname collectief AWZI Nieuwe Waterweg

agendapunt 3.b.3 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden VOORTGANG AFRONDING JUIST (NU) AANSLUITEN Datum 7 januari 2014

GerneenteHeerde. Raadsvoorstel. Ae**^ ^u?olueffï^

Verordening op de heffing en de invordering van de "Baatbelasting Riolering Buitengebied 2004, Cluster 26, 1e wijziging"

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

Riolering buitengebied Veelgestelde vragen en antwoorden

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Subsidieregeling Riolering woonboten

Afdeling: Beleid Leiderdorp, Onderwerp:

Aansluitverordening Riolering Leiden BESLUITEN

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

Hardenberg, 5 november 2008 Ons kenmerk: 001/2008. REKENKAMERBRIEF nr. 5: Rioolrechten. Geachte dames en heren,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

Toelichting rioolaansluit- en afkoppelverordening gemeente Oldebroek

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Vaststelling heffingsmaatstaf voor het rioolrecht vanaf 1 januari 2013

Module D1100 Kostenkengetallen rioleringszorg. Inhoud

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Besluit lozing afvalwater huishoudens

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

Beslisdocument college van Peel en Maas

gelezen het voorstel van het college van 10 november 2015, No. B B E S L U I T:

Gemeente Steenwijkerland. Herziening grondexploitatie Bedrijventerrein Boterberg Zuid Oldemarkt

Verordening aansluitvoorwaarden riolering 2016

Transcriptie:

Voor ieder ongerioleerd pand een oplossing. 1

Inhoud Inleiding -------------------------------------------------------blz 3 - probleem - waarom ongezuiverd lozen niet meer kan - doel - afbakening - goedkeuring aansluitverordening Beleid betrokken partijen----------------------------------blz 4 - landelijk beleid - beleid provincie - beleid waterschap Reest en Wieden - beleid waterschap Zuiderzeeland - beleid waterleidingsmaatschappij Overijssel Huidige situatie-----------------------------------------------blz 6 - stand van zaken - voormalig beleid gemeente Toepassingsmogelijkheden---------------------------------blz 8 - riolering - IBA - de afweging klasse IBA - vervoeren per as - gesloten systeem Juridische aspecten------------------------------------------blz 10 - verantwoordelijkheid zorgplicht - eigen bijdrage - eigen bijdrage verplichting - aansluitverplichting - nieuwe aansluitverordening - zakelijk recht - gewasschade tijdens uitvoering - rioolrecht Aanpak --------------------------------------------------------blz 12 - doelen gemeente - voorwaarden - argumenten Bepaling varianten------------------------------------------blz 17 - calculatie aanleg drukriolering - calculatie aanleg IBA - uitwerking verschillende varianten - subsidie mogelijkheden - financiën Werkzaamheden na besluit--------------------------------blz 23 - plan van aanpak - planning - communicatieplan - juridische aspecten - financiën Conclusie------------------------------------------------------blz 24 Advies----------------------------------------------------------blz 26 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 opsomming alle clusters opsomming alle losstaande percelen uitgangspunten totaal overzicht kosten Alt. :eigen bijdrage boven provincie norm Alt :subs waterschap 2

Inleiding. Probleem In de Wet Milieubeheer is de zorgplicht omschreven, waarin staat dat de gemeente verplicht is al het huishoudelijk afvalwater in haar grondgebied in te zamelen en af te voeren. De gemeente Steenwijk heeft 570 percelen die nog moeten voldoen aan deze zorgplicht. Met ingang van 2005 zijn ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater verboden. Dat betekent dat vanaf die datum alle ongerioleerde percelen in de gemeente Steenwijk op de riolering moeten zijn aangesloten of hun huishoudelijk afvalwater lozen na behandeling door een goedgekeurde zuivering op het perceel zelf. Een dergelijke zuivering wordt een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater) genoemd. Een IBA mag pas worden aangelegd als er een ontheffing is van de zorgplicht. Op bladzijde 7 wordt een uitleg gegeven over het onderwerp IBA. Waarom ongezuiverd lozen niet meer kan Nog maar enkele decennia geleden was het slecht gesteld met het oppervlaktewater. Hierdoor kwam het besef bij burgers en overheden dat schoon en gezond water van vitaal belang is voor het milieu en de volksgezondheid. In 1970 stelde de regering de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) in werking. Een motto van deze wet is de vervuiler betaalt. Na 30 jaar is het water een stuk opgeknapt. Het einddoel is echter nog niet bereikt. De sanering van kleinere bronnen is nu aan bod, om het risico voor de volksgezondheid en diergezondheid zo klein mogelijk te maken en om de overlast van afvalwater op het oppervlaktewater zoveel te voorkomen. Doel De doelstelling is om door alle huidige ongerioleerde percelen na 1 januari 2005 geen ongezuiverde lozingen te laten plaatsvinden van huishoudelijk afvalwater binnen de gemeente Steenwijk. Voor alle nieuwe ongerioleerde percelen die ontstaan na de datum van vaststelling van dit voorstel vallen hier buiten. Deze doelstelling kan worden bereikt door de burger in het buitengebied een gemeentelijk rioolaansluitpunt aan te bieden. Als het aanleggen van riolering geen optie is, zal voor het perceel een andere adequate voorziening (IBA) mo eten worden aangelegd die minimaal voldoet aan de wettelijke verplichting. Afbakening Om deze doelstelling te bewerkstelligen zal er een besluit moeten komen over de volgende onderwerpen; - het bedrag wat zal gelden als maximale riool-aansluitkosten per woning. - de gemeentelijke inspanning bij een ontheffing van de zorgplicht. - de hoogte van de eigen bijdrage voor de bewoners die een aansluitpunt (riool, IBA) worden aangeboden - het gebruik maken van de subsidieregeling van het waterschap, provincie en POP. - de financiering voor het voldoen aan de zorgplicht. Goed keuring aansluitverordening Er kunnen een aantal juridische problemen ontstaan bij het innen van de eigen bijdrage en bij het financieren van IBA s. Deze problemen kunnen financiële risico s met zich meebrengen. Daarom zal eerst een politieke keuze moeten worden gemaakt, hoe met deze risico s moet worden omgegaan. In de aansluitverordening zal dit worden verwoord. Hierdoor zal eerst de nieuwe aansluitverordening moeten worden goedgekeurd, alvorens besloten kan worden over dit voorstel. 3

Beleid betrokken partijen. Landelijk beleid Volgens de Wet milieubeheer (Wm) heeft elke gemeente de zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat een gemeente verplicht is om al het huishoudelijk afvalwater doelmatig in te zamelen en doelmatig te transporten dat vrijkomt binnen haar grondgebied gelegen percelen (Wm art.10.16 lid 1). Voor sommige percelen in het buitengebied kan de aansluiting op riolering dermate kostbaar zijn dat er geen sprake is van doelmatig transport. In dergelijke gevallen kan de gemeente ontheffing van de zorgplicht aanvragen bij de provincie (Wm art.10.16 lid 2). Waar de gemeente ontheven wordt van de zorgplicht om riolering aan te leggen, gaat de verantwoordelijkheid voor het realiseren van zuiveringtechnische voorzieningen over op de particuliere lozer. Op 1 maart 1997 is het lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater van kracht geworden. Volgens dit lozingenbesluit dienen de bestaande lozingen voor 1 januari 2005 te zijn gesaneerd. Ieder perceel moet worden aangesloten op de riolering indien binnen een bepaalde afstand van het gebouw een openbaar riool aanwezig is. Voor een gemiddelde woning geldt een afstand van 40 meter. Buiten deze afstand geldt als algemene regel de aanleg van een septic-tank van tenminste 6 m³ voor een gemiddelde woning, als de gemeente een ontheffing heeft van de zorgplicht. Indien aan het ontvangende oppervlaktewater een hogere waterkwaliteitsdoelstelling is toegekend kan het waterschap nadere eisen stellen. Voor alle duidelijkheid valt het bedrijfsafvalwater (melkspoelwater) niet onder dit lozingenbesluit. Landelijk is nog een discussie gaande over hoe de ontheffing van de zorgplicht kan/moet worden toegepast. De minister van VROM laat een onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden om een nadere invulling te geven aan de particuliere verantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid van de gemeente bij het realiseren van een IBA. In een notitie van Ministerie van VROM d.d. 26-11- 01 wordt aangegeven dat de verwachting van de Kamer is, dat de integrale aanpak voor het hele buitengebied uiteindelijk kan zorgen voor een beperking van de stijging van lokale lasten. Hierbij zou de gemeente het initiatief moeten nemen. Bij het zoeken naar een integrale aanpak worden een aantal voorwaarden in acht genomen. - van iedere lozer wordt een min of meer gelijke inspanning (ook financieel) gevraagd, - er moet sprake zijn van milieuhygiënisch verantwoorde oplossingen, - burgers binnen een gemeente moeten gelijk behandeld worden, - beheer van IBA s moet op een professionele en doelmatige wijze worden uitgevoerd. In de brief van de minister aan de Tweede Kamer d.d. 5-03- 02 zegt de minister voor de langere termijn te streven naar de verbreding van de gemeentelijke zorgplicht met de zuivering via IBA s in de Wm te verankeren. De kosten van deze verbrede zorgplicht zullen verdisconteerd kunnen worden in het rioolrecht, dat naar verwachting hierdoor wel zal stijgen. Beleid provincie Zoals is aangegeven, kan de provincie ontheffing verlenen van de zorgplicht. Met het oog op het invullen van het ontheffingenbeleid in de provincie Overijssel is door Inspectie Milieuhygiëne, de provincie, de Waterleidingmaatschappij Overijssel, de VNG Overijssel en de waterschappen Groot Salland en Regge en Dinkel op 4 juli 1996 het Convenant sanering huishoudelijk afvalwaterlozingen buitengebied gesloten. In dit convenant is vastgelegd dat wanneer een gemeente voor ontheffing in aanmerking komt, een perceel niet hoeft worden aangesloten op het gemeentelijk riool. Deze criteria (prijspeil 2001) geven aan wanneer de gemeente verplicht riolering aanlegt; - in niet-kwetsbare gebieden wanneer de kosten van aanleg riolering niet hoger zijn dan ƒ 15.795,= / perceel ( 7.167,=) - in kwetsbare gebieden wanneer de kosten van aanleg riolering niet hoger zijn dan ƒ 22.565,= / perceel ( 10.240,=) - in zeer kwetsbare gebieden wanneer de kosten van aanleg riolering niet hoger zijn dan ƒ 29.334,= / perceel ( 13.311,=) Deze bedragen zullen jaarlijks worden aangepast aan het huidige prijspeil. De provincie heeft een subsidiemogelijkheid voor percelen die lozen in kwetsbaar gebied van ƒ 1.000,= / perceel ( 454,=) en voor percelen die lozen in zeer kwetsbaar gebied van f 2.000,=/perceel ( 908,=), wanneer deze worden aangesloten op de riolering. De voorwaarden zijn; - de percelen voor 1 januari 2005 aansluiten, - de aansluitgrens ligt boven ƒ 17.000,= ( 7727,=). Beleid waterschap Reest en Wieden Het beleid van het waterschap bestaat uit het streven zoveel mogelijk percelen op de riolering te laten aansluiten. Het waterschap verplicht om het afvalwater van de percelen in kwetsbaar gebied via een IBA klasse II te laten lozen en van percelen in zeer kwetsbaar gebied via een IBA klasse III laten lozen, als blijkt dat riolering geen alternatief is. In IBA op bladzijde 7 wordt een uitleg gegeven over IBA klasse II en III Het waterschap is bereid om mee te betalen in de kosten van de aansluiting op de riolering, als deze hoger zijn dan het bedrag dat door de provincie wordt gehanteerd als grens voor de zorgplicht. Zij zien ook in dat niet alle percelen op de riolering kunnen 4

worden aangesloten en dat in die gevallen IBA s moeten worden aangelegd. Het waterschap is onder bepaalde voorwaarden dan bereid de inspectie, het beheer en het onderhoud van deze IBA s op eigen kosten voor haar te nemen. Om in aanmerking te komen voor de subsidieregeling van het waterschap dient de gemeente elke ongerioleerde perceel aan te sluiten op de riolering tot ƒ 5.000,= ( 2.272,=) boven de aansluitgrens van de provincie. Voor de overige ongerioleerde percelen dient de gemeente een IBA aan te leggen, waarbij de gemeente de aanschaf, afschrijving en uitvoering op haar te neemt. Deze IBA s moeten dan minimaal voldoen aan de norm van een IBA klasse II voor percelen in niet kwetsbaar en kwetsbaar gebied of IBA klasse III voor percelen in zeer kwetsbaar gebied. Beleid waterschap Zuiderzeeland Sinds de waterschapsfusie van 1 januari 2000 is het beleid van het waterschap Zuiderzeeland over ongerioleerde percelen nog niet vastgesteld. Het waterschap hoopt dit jaar een vastgesteld beleid hierover te hebben. Het waterschap heeft samen met een aantal gemeenten een verzoek bij ministerie van VROM liggen, om uitstel te krijgen voor het realiseren van een minimale IBA klasse I voor het jaar 2005. In plaats daarvan verzoekt het waterschap om op langere termijn (na 2005) een IBA klasse II te mogen plaatsen. Hierdoor kan de benodigde investering dan meer gespreid worden en kan vanwege het hogere zuiveringsrendement van deze IBA er toch een extra kwaliteitsslag gemaakt worden. Hun huidige insteek is dat percelen die binnen kwetsbaar en zeer kwetsbaar gebied liggen, minimaal lozen via een IBA klasse II (zie IBA) Uiteraard heeft een aansluiting op de riolering wel de voorkeur. Percelen binnen niet-kwetsbaar gebied mogen lozen via minimaal een IBA klasse I. Het waterschap heeft niet het streven om voor 1 januari 2005 de percelen binnen niet-kwestbaar gebied te laten voldoen aan de gestelde eisen. Beleid Waterleiding Maatschappij Overijssel (WMO). In het kader van het convenant sanering huishoudelijk afvalwaterlozingen buitengebied, genoemd in beleid provincie draagt de WMO bij voor aansluitingen in de zogenaamde grondwaterbeschermingsgebieden. Er liggen geen ongerioleerde percelen binnen deze gebieden, waardoor deze mogelijke subsidiebijdrage buiten beschouwing wordt gelaten. 5

Huidige situatie gemeente Stand van zaken Bij de start van de nieuwe gemeente Steenwijk op 1 januari 2001 waren er 19.039 percelen aangesloten op het gemeentelijk riool en 802 percelen die ongezuiverd loosden op oppervlaktewater of in de bodem. Hiervan lagen 781 percelen binnen het beheersgebied van Waterschap Reest en Wieden en 21 percelen (nabij Blokzijl) binnen het beheersgebied van waterschap Zuiderzeeland. Op basis van het besluit van de voormalig gemeente IJsselham ging de gemeente de verplichting aan met het waterschap en de provincie Overijssel om in 2001 232 percelen aan te sluiten op de riolering en voor 37 percelen een IBA klasse II op het perceel zelf aan te leggen. De voormalige gemeente IJsselham heeft in het jaar 2000 hiervoor een krediet gereserveerd. Voor de gemeente Steenwijk liggen nog 5 woonboten en 15 percelen binnen het beheersgebied waterschap Zuiderzeeland. Van deze 15 percelen zijn er 11 percelen die ver boven de verplichte aansluitgrens voor riolering liggen. Voor deze 11 percelen inclusief de 5 woonboten zal gewacht worden tot het IBA-beleid van het betreffende waterschap meer duidelijkheid biedt (zie ook beleid waterschap Zuiderzeeland). Voor de overige 4 percelen zal overwogen worden om deze mee te nemen in de op het riool aan te sluiten percelen. Voor 517 percelen zal door de gemeente een besluit moeten worden genomen, hoe voor 1 januari 2005 met deze ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater zal worden omgegaan. Hiervan zijn er 93 percelen die lozen op een kwetsbaar gebied en 29 percelen die lozen op een zeer kwetsbaar gebied (enkele zijn bodemlozers). Bij beleid provincie wordt verder ingegaan op kwetsbare gebieden en zeer kwetsbare gebieden. Opsomming; Stand 1-1-2001 percelen niet gerioleerd 802 Percelen in Ws Zuiderzeland (wachten op beleid) 16 Percelen in Ws Reest en Wieden (+ 4 st Ws Z land) 786 Percelen aangesloten in 2001-232 Percelen aanleg IBA II in IJsselham - 37 Overige percelen waarvoor beleid vastgesteld moet worden 517 stuks Voormalig beleid gemeente De voormalige gemeente IJsselham heeft haar beleid buitengebied verwoord in het raadbesluit van 25 april 2000. Als gevolg hiervan zijn 232 percelen inmiddels op de riolering aangesloten. Voor de overige 37 percelen wordt in 2002 door de gemeente een IBA-systeem aangelegd, waarvan het waterschap het onderhoud voor haar rekening neemt. De gemeente IJsselham heeft in haar raadsbesluit een eigen bijdrage van f 4000,00 ( 1818,=) vastgesteld voor het maken van een riool aansluitpunt. In het raadsbesluit van 25 april 2000 is men er vanuit gegaan dat de gemeente IJsselham in zijn geheel in het gebied van het waterschap Reest en Wieden ligt. De 7 percelen die in het waterschap Zuiderzeeland liggen, heeft men onterecht meegenomen in de subsidieregeling van het waterschap Reest en Wieden. Hierdoor zijn de aan te leggen IBA s klasse II niet 44 stuks maar 37 stuks. De voormalige gemeente Brederwiede heeft haar beleid buitengebied verwoord in haar GRP van december 1996. Hierin wordt gesproken over een aanname van 250 percelen die op wettelijke basis verplicht zijn om aan te sluiten op de riolering. Volgens dit GRP moeten de perceeleigenaren een eigen bijdrage opbrengen voor een aansluiting op de riolering van ƒ 4000,= ( 1818,=) voor een woning en ƒ 8000,= ( 3636,=) voor een woningaansluiting + bedrijfsaansluiting. Voor elke perceel wat wordt voorzien van een IBA kent de gemeente een eenmalige subsidie toe van ƒ 2000,= ( 909,=). Deze bedragen werden als richtlijnen gehanteerd. De uiteindelijke eigen bijdrage werd per werk vastgesteld. Binnen de gemeente zijn een aantal recreatieschepen en woonschepen (Dwarsgracht, Blokzijl en Blauwe Hand) die een vaste aanlegplaats hebben. Geen van deze schepen hebben een rioolaansluiting. Binnen de voormalige gemeente Brederwiede heeft destijds een discussie plaats gevonden hoe met deze schepen moeten worden omgegaan, omdat een aantal van deze schepen geen legale aanlegplaats bezitten. Er is overwogen om een alternatieve aanlegplaats aan te bieden voor de illegale schepen, maar hierin is tot nu toe geen besluit genomen. De voormalige gemeente Steenwijk sloot alleen percelen aan op verzoek van de perceeleigenaar. Voor de aanleg van drukriolering werd bij de eigenaar een bedrag van f 18.656,00 ( 8480,=) in rekening gebracht. Als een rioolaansluiting rechtstreeks op het vrijvervalriool mogelijk was, werd bij de eigenaar een bedrag van f 750,= ( 340,=) in rekening gebracht (prijspeil 2000). De gemeente Steenwijk heeft haar beleid buitengebied verwoord in haar GRP van november 1999. Volgens dit GRP bevinden alle percelen boven de wettelijke afstandcriteria van 40 meter. Een besluit over het voldoen aan de financieel minimale aansluitgrens van de provincie is niet genomen. Ook een besluit over een verplichte eigen bijdrage is daarom niet genomen. Wel heeft men 6

aangegeven dat de kosten voor de aanleg van een IBA voor de bewoner zijn. De kosten voor de sanering van de niet gerioleerde lozingen zijn dus niet opgenomen in het GRP voormalige gemeente Steenwijk. 7

Toepassingsmogelijkheden De Gemeente Steenwijk zal naast de wettelijke verplichting moeten overwegen, welke inspanning geleverd zal worden voor de overige ongerioleerde percelen. Hierbij mag geen blinde voorkeur zijn voor riolering of voor een IBA. De kosten en de baten moeten wel overwogen worden. Het opheffen van ongezuiverde lozingen kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Hierbij kan gedacht worden aan; - aanleg riolering, - aanleg IBA, - vervoeren per as, - gesloten systeem. Riolering Er kunnen op twee manieren een aansluiting op het gemeentelijk riool worden gerealiseerd. Via vrijverval of door drukriolering. Vrijverval Het gemeentelijk riool ligt vaak tussen 1 à 2 meter onder het maaiveld. Als de afstand van de woning naar het gemeentelijk riool niet te groot is, kan via vrijverval het afvalwater naar het gemeentelijk riool aflopen. (Het water loopt van hoog naar laag). Een rioolaansluiting wordt betiteld als aansluiting op vrijvervalriool wanneer het afvalwater van een perceel via vrijverval kan worden afgevoerd naar bestaande gemeentelijke riolering. Drukriolering Bij drukriolering wordt het afvalwater van een woning verzameld in een pompput. Vanuit de pompput wordt met hoge druk het afvalwater door een persleiding gepompt naar de dichtstbijzijnde bestaande riolering, die het afvalwater vervolgens verder naar de zuivering transporteert. Regenwater mag niet worden geloosd op het drukrioolstelsel. Dit moet direct worden afgevoerd naar het oppervlaktewater of in de bodem worden geïnfiltreerd, om overbelasting van de drukriolering te voorkomen. Als het mogerlijk is, kan uit kostenoverweging besloten worden om het afvalwater van meerdere woningen op één pompput te laten lozen. De kosten voor beheer en onderhoud van drukriolering (exclusief afschrijving ) is per pompput ± 150/jaar. Een rioolaansluiting wordt betiteld als aansluiting op drukriolering wanneer het afvalwater van een perceel direct of indirect loost op een nieuw aan te leggen pompput waarop uitsluitend de droogweerafvoer (dwa) mag worden geloosd. De voordelen voor riolering zijn; - volledige opheffing lozing vuilwater, - goed beheersbaar systeem, - kosten beheer en onderhoud is goedkoper t.o.v. IBA klasse II en III - betrouwbaar, - de bewoners worden niet belast met de zuivering van afvalwater - weinig ruimte nodig. IBA De mogelijkheid bestaat om het afvalwater via een kleine zuivering, op het perceel zelf te verwerken. Een dergelijke zuivering wordt een IBA genoemd (Individuele Behandeling Afvalwater). Na de behandeling wordt het gezuiverde afvalwater geloosd op het oppervlaktewater of geïnfiltreerd in de bodem. Een IBA moet zorg dragen voor een goede zuivering van afvalwater. Er zijn vele IBA s op de markt met verschillende manieren van zuivering en zuiveringsrendementen. Om landelijke duidelijkheid te scheppen in de vele soorten en typen IBA s heeft men een indeling gemaakt in klasse IBA s. De volgende indeling is gemaakt; Klasse I = een mechanische zuivering (6 m³ septic-tank met een zuiveringsrendement van ± 30%). Klasse II = een biologische zuivering (zuiveringsrendement van ± 85%). Klasse III = een b iologische zuivering met verdere fosfaatverwijdering of een verdere stikstofverwijdering. (een IBA klasse II en een IBA klasse III worden ook wel aangeduid met IBA+, vanwege het hogere zuiveringsrendement). Momenteel vindt de certificering van IBA s plaats. In 2002 verwacht men de eerste IBA s gecertificeerd te hebben. De keuze IBA-systeem kan gemaakt worden op basis van functietoekenning of streefbeelden van het ontvangend oppervlaktewater en ambitie van de gemeente. Een aansluiting op een IBA wordt betiteld als aansluiting op een IBA wanneer het afvalwater van een perceel direct loost op een IBA klasse I, II of III. Voordelen van een IBA zijn; - kosten aanleg niet afhankelijk van de afstand naar bestaande riolering, - hogere betrokkenheid particulier. 8

De afweging klasse IBA Nadat de provincie ontheffing heeft verleend voor een gemiddelde woning in niet-kwetsbaar, zal een 6 m³ septic-tank voldoende zijn. Echter in het algemeen wordt gesteld dat een IBA klasse I geen duurzame oplossing is gezien het zuiveringsrendement. Lozingen vanuit een IBA klasse I hebben nog steeds een grote negatieve invloed op de waterwaterkwaliteit. Daarbij blijft de overlast van stank en vervuild slib bestaan plus het gevaar voor volksgezondheid en diergezondheid. Van de totale vuilbelasting op het oppervlaktewater nemen de lozingen vanuit de ongerioleerde panden 5 % voor hun rekening. De overige 95% vuilbelasting op het oppervlaktewater bestaat uit af- en uitspoeling van landbouwgronden, illegale lozingen en riooloverstorten uit het stedelijk gebied. Het is de vraag of met vergaand saneren van de ongerioleerde panden, door middel van IBA klasse I, de waterkwaliteit aanmerkelijk wordt verbeterd, vanwege de grote invloed van de andere bovengenoemde factoren. Hierdoor ontstaat de behoefte om de afweging te maken van maatschappelijke kosten in verhouding tot het gewenste milieurendement. Bij deze afweging moet worden meegenomen wat de kosten zijn voor het alternatief en het daarbij behorende milieurendement. Als riolering geen alternatief meer is, pleit het waterschap Reest en Wieden er sterk voor om het huishoudelijk afvalwater niet te lozen via een IBA klasse I, maar via een IBA+. De wens om te kiezen voor een IBA+ wordt met name ingegeven door het veel hogere zuiveringsrendement (± 85%), in vergelijking tot de (verplichte) 6 m³ septic-tank (± 30 %). Door de aanmerkelijk hogere zuiveringsrendementen van een IBA+ is het lozen van melkspoelwater via een IBA+ acceptabel. Daarbij kan een IBA klasse II ten opzichte van IBA klasse I tegen een meerkosten van (± 5000,=) worden aangeschaft. Bij een IBA III zijn de meerkosten 6500,= ten opzichte van IBA klasse I. De verwachting is dat bij grootschalige aankoop van de IBA+ de kosten lager zullen uitvallen. De kosten voor het beheer en onderhoud (exclusief afschrijving) van de IBA+ zijn ± 250,= / jaar. Omdat het verboden is stroom door te verkopen, zal elke IBA een rechtstreekse aansluiting moeten krijgen op het elektriciteitsnet van Essent. Dit drijft de kosten voor de aanleg IBA klasse II en III op. Een IBA kan wel een elektrische voeding krijgen vanuit de woning, als een meter wordt geplaatst tussen de woning en de IBA. Wel dient te worden uitgezocht hoe de verrekening plaats kan vinden voor het leveren van de stroom. Vervoeren per as Het afvalwater kan ook worden opgevangen in een verzamelput. Deze put kan met behulp van een vacuümtank of tankauto op geregelde tijden worden geledigd. Het afvalwater kan dan naar een rioolput worden gebracht die daarvoor speciaal is gemaakt en is aangesloten op het gemeentelijk riool. Over de locatie en de uitvoering van zo n put zal overleg moeten zijn tussen gemeente en waterschap. Voor vakantiehuizen die alleen in het hoogseizoen worden gebruikt kan dit een mogelijkheid zijn. Vaak is dit vrij kostbaar ten opzichte van andere oplossingen. Gesloten systeem Ook bestaat de mogelijkheid om het afvalwater te verzamelen in een mestkelder voor vee. Het afvalwater kan dan gezamenlijk met het dierlijk mest worden uitgereden. Hierbij wordt het afvalwater dus niet geloosd op oppervlaktewater, maar wordt het gebruik als bemesting van het land. Als het afvalwater van de woning wordt afgevoerd naar de mestkelder zal dit afvalwater onder de wetgeving van dierlijk mest vallen. 9

Juridische zaken. Verantwoor delijkheid zorgplicht Formeel bestaat na een ontheffing van de zorgplicht voor de gemeente geen inspanningsverplichting meer. De verantwoordelijkheid komt dan bij de bewoner te liggen. Echter landelijk gezien vindt er een verschuiving plaats over de gedachte tot hoever de zorgplicht van de gemeente zou moeten reiken. (zie landelijk beleid blz. 4). Eigen bijdrage In de praktijk blijkt veel discussie te ontstaan over de eigen bijdrage. Dit is begrijpelijk gezien de hoogte van het bedrag dat dient te worden te betaald voor een aansluiting. Met name de afgelopen jaren is gebleken dat advocatenbureaus juridische onvolkomenheden zoeken om de burger geen eigen bijdrage te laten betalen. Om zeker te zijn dat iedereen de eigen bijdrage betaalt, zal de gemeente één en ander juridisch dicht moeten timmeren. Om voor een perceel in het buitengebied een aansluitpunt van het gemeentelijk riool aan te kunnen bieden, moeten met behulp van pompen en persleiding grote afstanden worden overbrugd. Voor deze kosten kan een bijdrage gevraagd worden van de perceeleigenaar. Deze eigen bijdrage is vaak een klein gedeelte van de te maken kosten. Binnen de provincie Overijssel wordt door de meeste gemeenten een eigen bijdrage gevraagd voor het aansluiten op riolering, waarbij de gemiddelde eigen bijdrage circa 2.700,= per perceel bedraagt. De gemeenten gaan verschillend om met de inspanning die zij leveren. Binnen de nieuwe gemeente Steenwijk zijn de afgelopen jaren een groot aantal percelen (± 300 stuks) aangesloten op de riolering, waarbij een eigen bijdrage van ƒ 4.000,= is gevraagd. Als de gemeente ervoor kiest om in de toekomst geen eigen bijdrage te verlangen voor een rioolaansluiting, zullen de burgers die voorheen een eigen bijdrage hebben afgedragen, deze zeer waarschijnlijk terug verlangen. Eigen bijdrage verplichting De gemeente kan een eigen bijdrage vragen van degenen die direct profijt hebben van voorzieningen van openbaar nut. Ook riolering is een voorziening van openbaar nut. De eigen bijdrage kan op basis van vrijwillige overeenstemming worden geïnd. Dit kan d.m.v. een exploitatieovereenkomst. Indien geen overeenstemming bereikt kan worden, kan in het uiterste geval de betaling worden afgedwongen middels de heffing van een baatbelasting. Een voorwaarde is dat de afstand van de woning naar het rioolaansluitpunt minder moet zijn dan 40 meter, waardoor er een aansluitplicht ontstaat (zie landelijk beleid blz. 4). In de exploitatieovereenkomst wordt ten laste van de burger de komende bijdrage opgenomen en een betalingsregeling. Hierin wordt ook opgenomen, dat de baatbelasting zal worden geheven indien het sluiten van een exploitatieovereenkomst niet mogelijk is. Om de voorziening via de belastingheffing te verhalen dient wel een bekostigingsbesluit (art. 222 lid 2 Gemw.) te worden genomen, voordat het aansluitpunt is gerealiseerd. Aansluitverplichting Tegenover de plicht voor de gemeente om te zorgen voor de aanleg van riolering staat de plicht van de burger om aan te sluiten op de riolering. In het bouwbesluit en de bouw-verordening van de gemeente Steenwijk is voor verschillende situaties de verplichting vastgelegd aan te sluiten op riolering. Wanneer een woning meer dan 40 meter van het gemeentelijk riool ligt, hoeft de bewoner voor zijn perceel geen gebruik maakt van de geboden rioolaansluiting. Tot die tijd mag de eigenaar zelf weten wat hij met zijn afvalwater doet, alleen het waterschap verbiedt hem te lozen op het oppervlaktewater en de gemeente verbiedt hem te lozen in de bodem. Wanneer een riool-aansluitpunt wordt aangeboden, is een IBA geen alternatief meer. Immers bij een IBA vindt er ook een lozing plaats, die zonder ontheffing verboden is. Een alternatief is dan een gesloten systeem of het afvalwater vervoeren per as. De bewoner die hiervoor kiest, zal dan kenbaar worden gemaakt dat deze keuze voor zijn woning geldt en de gemeente afstand doet van haar aansluitverplichting. Nieuwe aansluitverordening De aansluitverordening is een zeer geschikt instrument om de aansluiting op de riolering, het beheer en onderhoud van de riolering alsmede de financiering ervan te regelen. Alleen de voormalige gemeente Steenwijk heeft bij besluit van 14 mei 1992 een aansluitverordening vastgesteld. Deze dient te worden aangepast om te voldoen aan de nieuwe financierings-eisen en de huidige toegepaste rioleringstechnieken. Indien een nieuw pand wordt aangelegd, van waaruit een lozing van afvalwater plaats vindt, betaalt de perceeleigenaar op basis van een bij de verordening vastgestelde tarievenlijst. Voor de huidige ongerioleerde panden geldt niet de tarievenlijst genoemd in de nieuwe aansluitverordening, maar gelden de eigen bijdragen genoemd in voorwaarden blz. 13. De aansluitverordening is bedoeld voor aansluiting op het gemeentelijk riool. Om via het rioolrecht een IBA te bekostigen (afschrijving, onderhoud en beheer), zal de aansluitverordening van de gemeente aangepast moeten worden. Hiervoor is niet gekozen. Om een IBA te realiseren, moet een exploitatieovereenkomst met de perceeleigenaar worden gesloten, waarin de 10

voorwaarden (finacieel en beheeraspecten) worden vermeld. Als de eigenaar ervoor kiest om de exploitatieovereenkomst niet te tekenen, zal de verplichting om een IBA aan te leggen bij de eigenaar komen te liggen. Zakelijk recht In principe zal de aanleg van de riolering zoveel mogelijk in gemeentelijke grond plaatsvinden. Het aansluitpunt zal zoveel mogelijk op de erfscheiding tussen het perceel van de gemeente en perceeleigenaar plaats vinden. Het kan voorkomen dat voor derden de riolering in particuliere grond moet worden aangelegd. Hiervoor dient een overeenkomst met de eigenaar te worden opgesteld (zakelijk recht). Wanneer de gemeente kiest om de riolering in particuliere grond te leggen tbv een ander perceel of tbv meerdere percelen, zal een za kelijk recht gevestigd moeten worden. Wanneer de gemeente kiest om de riolering in particuliere grond te leggen tbv één perceel, zal de gemeente het eigendom van deze leiding overdragen aan de belanghebbende. Overigens zal een gemaal met persleiding ten allen tijde in het bezit blijven van de gemeente. Gewasschade tijdens uitvoering Tijdens de uitvoering kan er gewasschade op particuliere grond ontstaan. Aan de hand van de door de N.V. Nederlandse Gasunie toegepaste formulier gewassenschade (tarieven per m²), dat in overleg met het LTO is vastgelegd, kan een schadebedrag worden bepaald. Het tarief voor behandelvergoeding per contract en het tarief voor een eenmalige recognitie zal niet in het schadebedrag worden opgenomen. Deze systematiek werd voorheen door de voormalige gemeente IJsselham ook toegepast. De LTO normen worden elk jaar geïndexeerd. Rioolrecht De bevoegdheid tot het invoeren van rioolrecht is geregeld in de Gemeentewet. Op basis van deze wet kan rioolrecht worden ingevoerd voor het genot en/of het gebruik van de riolering. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om vast te tellen welke kosten van de gemeentelijke rioleringszorg met rioolrecht worden bekostigd. Hierdoor is het mogelijk middels het rioolrecht de kosten voor aanleg van riolering te verhalen. De hoogte van het rioolrecht zal in de toekomst moeten worden herzien. Naar verwachting zal dit een verhoging van het rioolrecht tot gevolg hebben. Er zal een herziening plaats moeten vinden inzake; - de beheerkosten van de bestaande riolering, - de financiële gevolgen om de bestaande riolering te laten voldoen aan de nieuwe waterschapsnorm (basisinspanning). Bij het vaststellen van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) zullen deze financiële gevolgen aan de gemeenteraad worden voorgelegd. 11

Aanpak Doelen gemeente Er zal eerst een keuze moeten worden gemaakt tussen de percelen die een rioolaansluitpunt krijgen en percelen waarvoor een ontheffing wordt aangevraagd bij de provincie. Daarna zal moeten worden bepaald hoe met de ontheffing van de zorgplicht wordt omgegaan. Deze beide keuzes zullen worden gemaakt op basis van maatschappelijke kosten, milieurendement, gemeentelijke verplichting en gelijke aanpak voor de burger. Om als gemeente de juiste keuze te bepalen, worden er doelen gesteld om zo de keuzes te onderbouwen. Doel 1 Doel 2 Doel 3 Doel 4 Binnen de gemeente zal vrijkomend afvalwater door middel van een duurzaam systeem worden ingezameld, getransporteerd en gezuiverd. De zorgplicht wordt gezien als een morele plicht van de gemeente. Ook bij een ontheffing van de zorgplicht zullen de betreffende burgers worden geholpen met het voldoen aan de norm van het lozingenbesluit huishoudelijk afvalwater. De kosten voor de burger voor het verkrijgen van een rioolaansluitpunt in zowel stedelijke gebied als in het buitengebied en voor het verkrijgen van een IBA moeten gelijk zin. Voor 2005 hebben alle percelen binnen de gemeente een aansluiting op de riolering of zijn voorzien van een adequate zuivering die voldoet aan de gestelde eisen. 12

n De gestelde doelen kunnen verder worden uitgewerkt door voorwaarden op te stellen. Door deze verdere uitwerking van doelen kan een financiële vertaling plaats vinden, om de gevolgen te kunnen te bepalen voor de burger en de gemeente Steenwijk. De genoemde voorwaarden geven het standpunt van de gemeente Steenwijk aan. Doel 1; 1a 1b Doel 2; 2a Voorwarde 2b Doel 3 3a Binnen de gemeente zal vrijkomend huishoudelijk afvalwater door middel van een duurzaam systeem worden ingezameld, getransporteerd en gezuiverd. Het streven is om zoveel mogelijk percelen aan te sluiten op de riolering. Indien er sprake is van ondoelmatig transport van afvalwater, zal door de gemeente een ontheffing van de zorgplicht bij de provincie worden aangevraagd. De zorgplicht wordt gezien als een morele plicht van de gemeente. Ook bij een ontheffing van de zorgplicht zullen de betreffende burgers worden geholpen met het voldoen aan de norm van het lozingenbesluit huishoudelijk afvalwater. Voor alle percelen die geen rioolaansluiting krijgen aangeboden, zal de gemeente een IBA-aansluitpunt aanbieden die minimaal voldoet aan de wettelijke verplichting. Indien de bewoner te kennen geeft voorkeur te hebben voor een IBA + boven een IBA klasse I, zal de bewoner de totale aanlegkosten voor een IBA klasse II moeten dragen. De gemeente zal een dergelijk initiatief wel stimuleren door een bijdrage van 1500,=. De kosten voor de burger voor het verkrijgen van een rioolaansluitpunt in zowel stedelijke gebied als in het buitengebied en voor het verkrijgen van een IBA moeten gelijk zin. De eigen bijdrage van de perceeleigenaar vaststellen op 2000,= indien er sprake is van een aanleg voor aansluiting op drukriolering of als er sprake is van een aanleg voor aansluiting op een IBA (klasse I, II of III) door of namens de gemeente. De eigen bijdrage van de perceeleigenaar vaststellen op 400,= indien er sprake van een aanleg voor aansluiting op vrijvervalriool door of namens de gemeente. 3b 3c 3d Doel 4 4a 4b De eigen bijdrage moet gezien worden als redelijk ten opzichte van wat geboden wordt en mag niet hoger liggen dan de aanlegkosten voor de gemeente. De burger moet de mogelijkheid krijgen om de lasten te spreiden. De gemeente zal een aansluitpunt aanbieden tot 20 meter vanaf de gevel van de woning. De eigenaar dient zelf de riolering vanaf de woning naar het aansluitpunt te leggen. Voor aanleg van riolering op particuliere grond ten behoeve van meerdere percelen wordt een zakelijk recht gevestigd. Voor 2005 hebben alle percelen binnen de gemeente een aansluiting op de riolering of zijn voorzien van een adequate zuivering die voldoet aan de gestelde eisen. De gemeente stelt een planning op zodanig dat alle ongerioleerde percelen in de gemeente Steenwijk voor 1 januari 2005 voldoen aan de gestelde eisen. Met uitzondering van percelen binnen waterschap Zuiderzeeland. Alle betrokken bewoners worden zo spoedig mogelijk na het raadsbesluit op de hoogte gebracht van de oplossing die geboden wordt voor hun perceel. 13

Argumenten Na deze voorwaarden volgt een uitleg waarom een bepaalde standpunt is ingenomen. 1a Het streven om zoveel mogelijk percelen aan te sluiten op riolering ontstaat vanuit het oogpunt de burger een duurzaam en goed beheersbaar systeem aan te bieden. De lozing op oppervlaktewater wordt in zijn geheel gesaneerd, waardoor het gevaar voor volksgezondheid en diergezondheid plus de negatieve invloed op het waterkwaliteit in zijn geheel wordt opgeheven. De gemeente bezit al enkele honderden gemalen in het buitengebied en is daarom al goed ingespeeld in het beheren van drukriolering. Daarbij kunnen de investering en het onderhoud voor een rioolaansluiting terug worden geïnd door middel van rioolrecht. Een IBA+ verdient niet de voorkeur boven riolering vanwege het feit dat er nog een lozing plaats vindt en een IBA+ meer aandacht vraagt van de gebruiker, doordat deze kwetsbaarder is in het gebruik. Het beheer van een IBA+ vergt hogere financiële inspanning, door hogere onderhoudskosten (± 250/jaar) ten opzichte van riolering (± 150/jaar). 1b De afweging van wel of geen doelmatig transport van afvalwater naar de zuivering is afhankelijk van het milieurendement, de aanlegkosten van riolering, het gewenste waterkwaliteit en het alternatief. Er wordt heel verschilllend gedacht over doelmatig transport van afvalwater. Dit uit zich in de verschillende gestelde minimale aanlegkosten voor riolering bij meerdere provincies en waterschappen. Onze provincie en waterschap denken ook verschillend over de vraag tot welke financiële grens een woning op de riolering aangesloten moet worden. (zie beleid Provincie en Beleid Waterschap blz. 4) Zoals gesteld geeft de aanleg van riolering een vuilreductie van 100%, omdat de lozing in zijn geheel wordt opgeheven. De vuilreductie voor een IBA + is nabij 85%. Omdat een IBA+ de vuilreductie benadert van 100%, wordt deze beschouwd als een alternatief. De aanlegkosten voor een IBA+ liggen tussen 8.200,= en 9.000,=. Als het beste alternatief voor riolering ongeveer 9000,=gaat kosten, kan bij aanleg van riolering voor tenminste het zelfde bedrag nog gesproken van een doelmatig transport van afvalwater. 2a Volgens het lozingenbesluit huishoudelijk afvalwater kan een perceel ontheffing krijgen van de zorgplicht. Na een ontheffing is de minimale inspanning voor een gemiddelde woning een 6 m³ septic tank, waarvan de kosten voor aanschaf en aanleg nabij 3200,= zijn. Als de gemeente tegen hoge kosten voor de ene burger een rioolaansluitpunt maakt van bijv. 7000,= en zijn buurman op eigen kosten een investering moet plegen van minimaal 3200,=, kan er een gevoel van rechtsongelijkheid ontstaan. Om dit te voorkomen kan de gemeente voor die percelen, die geen rioolaansluitpunt krijgen, een IBA leveren en aanbrengen. Zoals eerder is aangegeven laat de minister van VROM een onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden om een nadere invulling te geven aan de verantwoordelijkheden van gemeenten bij het realiseren van IBA s. (zie landelijk beleid blz. 4) De gemeente kan een IBA klasse I leveren en aanbrengen. Vanuit het oogpunt van effectiviteit zal van de particulier verwacht worden zelf het onderhoud en de vervanging van de IBA klasse I uit te voeren. Daarentegen zal geen rioolrecht van de particulier worden verlangd. De hoogte van het rioolrecht zal namelijk niet in verhouding staan tot de benodigde financiële inspanning om een IBA klasse I te onderhouden (1x per 1 à 2jaar ledigen van tank) en af te schrijven (50 jaar). Het leveren, aanbrengen, onderhouden en afschrijven van een IBA klasse II en III kan een taak van de gemeente zijn, zodat een goede werking gewaarborgd blijft. Door in bezit te blijven van de IBA kan, via een exploitatieovereenkomst, deze taak worden bekostigd. Het daadwerkelijk uitvoeren van inspectie en onderhoud kan eventueel worden uitbesteed aan derden. De bestaande IBA s binnen de gemeente worden meegenomen in het beheerplan voor nieuwe IBA s. 2b Indien een particulier aangeeft zelf een IBA+ te willen aanleggen, in plaats van een IBA klasse I, vanwege een hoger milieurendement, zal de gemeente dit initiatief steunen met een bijdrage van de gemeente aan de bewoner van 1500,=. Hierbij zal de verplichting van de gemeente om een IBA klasse I aan te leggen, komen te vervallen. De eigen bijdrage van de bewoner aan de gemeente komt hierbij ook te vervallen, waardoor de bewoner 3500,= ter beschikking krijgt om de IBA+ te realiseren. De gemeente zal onder voorwaarden de afschrijving, inspectie en het onderhoud van de IBA voor de bewoner kunnen overnemen, in ruil voor een jaarlijkse bijdrage van de bewoner, ter hoogte van het rioolrecht. De gemeente dient dan wel de eigenaar te worden van de nieuwe IBA. Indien de bewoner deze taak overneemt, zal de verantwoordelijkheid van de IBA geheel bij de eigenaar van het perceel liggen. 14

3a Met het bouwrijp maken van een uitbreidingsplan blijken de kosten voor aanleg van riolering gemiddeld 2.500,00 per kavel te zijn. De gemeente Steenwijk kan het doel hanteren van gelijke behandeling burgers voor het aanbieden van een rioolaansluiting. Hierdoor is het redelijk om van de perceeleigenaar in het buitengebied dezelfde inspanning van 2.500,= te verlangen. Over het algemeen liggen de woningen in het buitengebied verder van de erfscheidingsgrens dan woningen in het stedelijk gebied. Daarbij zal in stedelijk gebied aan de voorzijde van de woning een aansluitpunt worden aangeboden, terwijl in het buitengebied in de meeste gevallen het afvalwater al naar de achterkant van het perceel wordt afgevoerd. Hierdoor dient de eigenaar zijn riolering aan te passen, richting de voorkant van het perceel. Deze kosten voor de bewoner wordt geschat op gemiddeld 500,00. Als de kosten voor de perceeleigenaar 2.500,= mogen zijn, zal de bijdrage van de perceeleigenaar ( 2.500-500) 2000,= mogen zijn voor het realiseren van een gemeentelijk aansluitpunt. Deze eigen bijdrage is dan nagenoeg gelijk aan de destijds gevraagde eigen bijdrage in voormalige gemeenten IJsselham en Brederwiede. Als je uitgaat van een gelijke behandeling voor de burger, betekent dit een eigen bijdrage van 2000,= voor het mogelijk maken van een rioolaansluitpunt als er sprake is van een aansluiting op drukriolering. Het te bieden aansluitpunt heeft betrekking op een bepaald huisnummer. Voor elk aangeboden aansluitpunt zal een eigen bijdrage worden gevraagd. In principe wordt voor elk huisnummer (incl. bedrijfsgedeelte) één aansluitpunt aangeboden. Indien een tweede aansluitpunt gewenst is, zal de eigen bijdrage worden verdubbeld. Wanneer voor de ene burger een rioolaansluitpunt wordt aangeboden, zal onder dezelfde omstandigheden voor de andere burger een goed alternatief aangeboden moeten worden, teneinde elke burger zoveel mogelijk een gelijkwaardige oplossing te bieden. De gemeente zal tegen dezelfde condities als een rioolaansluiting een IBA aanschaffen, aanleggen en onderhouden.. Zoals in voorwaarde 1b is aangehaald liggen de kosten voor een IBA klasse II en III op een vergelijkbaar niveau als de maximale aansluitkosten voor aansluiting op riolering. Hierdoor is het reëel om de eigen bijdrage voor een IBA klasse II en III ook op 2.000,= te stellen, voor het mogelijk maken van een aansluitpunt op een IBA als er sprake is van een aansluiting op een IBA. In overleg met de provincie en het waterschap zal worden bepaald waar de minimale inspanning, in de vorm van een 6 m³ septic tank, mag worden aangelegd. De investeringskosten voor een 6 m³ septic tank bedragen ongeveer 3200,=. Voor een eigen bijdrage van 2000,= kan de gemeente deze tank leveren en aanbrengen. Na aanleg van een IBA klasse I zal geen rioolrecht worden gevraagd (zie voorwaarde 2a). In de aansluitverordening gemeente Steenwijk (14-05-1992) wordt dan ook onderscheid gemaakt in aansluitkosten op een vrij verval-riool en in aansluitkosten op een drukriool. Voor een vrijvervalriool-aansluiting waren deze kosten in 2000 vastgesteld op ƒ 750,= ( 340,=). Een aantal ongerioleerde percelen blijken rechtstreeks te kunnen worden aangesloten op het vrijverval riool, waardoor een pompinstallatie en een persleiding niet nodig is. De aanlegkosten riolering komen dan aanmerkelijk lager uit. Hiervoor kan een andere eigen bijdrage worden gevraagd. Door rekening te houden met de stijging van de uitvoeringskosten en inflatie kan de eigen bijdrage voor het realiseren van een aansluiting op vrijvervalriool op 400,= worden gesteld, als er sprake is van een aansluiting op vrijvervalriool. Dit bedrag geldt dan voor één aansluiting op het gemengde rioolstelsel of een dubbele aansluiting op het (verbeterd) gescheiden rioolstelsel (dwa-riool en rwa-riool). 3b Zoals is aangehaald, moet de gemeente een financiële inspanning leveren en wordt de perceeleigenaar indirect verplicht hieraan mee te werken. De gemeente beschouwt het als redelijk om voor de inspanning een vergoeding te vragen in de vorm van een eigen bijdrage, als de gemeentelijke inspanning hoger ligt dan de eigen bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage is vergelijkbaar met de verplichte eigen bijdrage die gehanteerd is in voormalige gemeenten IJsselham en Brederwiede. De eigen bijdrage dient te worden gezien als een verplichting voor de burger (zie eigen bijdrage blz. 9). 3c Om de lasten van deze verplichte eigen bijdrage zoveel mogelijk te verlichten, kan het College in bijzondere gevallen de mogelijkheid bieden om de financiële lasten van de eigen bijdrage te spreiden. Dit moet wel op uitdrukkelijk verzoek van de perceeleigenaar worden aangevraagd. Vanwege de extra kosten en extra tijd voor de gemeente zal deze mogelijkheid niet worden gepromoot. 3d De werkzaamheden op particulier terrein zullen zoveel mogelijk moeten worden beperkt. Daarom zal het aansluitpunt dat door de gemeente wordt aangeboden zoveel mogelijk op de erfscheiding met de gemeente liggen. De bewoner dient op zijn terrein de riolering zodanig aan te passen, dat al het afvalwater wordt afgevoerd naar het aansluitpunt. Dit dient binnen een half jaar na de aanleg van het gemeentelijk riool te zijn gerealiseerd. 15

Wanneer het gemeentelijke riool ten behoeve van meerdere percelen in particuliere grond wordt gelegd, dient een zakelijk recht te worden gevestigd en een vergoeding te worden gegeven voor geleden schade. Ook bij aanleg van een IBA+ op particuliere grond zal een zakelijk recht moeten worden gevestigd. Alleen als de gemeente eigenaar is van het IBA systeem kan het rioolrecht worden geïnd. De landelijke milieuwetgeving schrijft voor dat ook woonschepen, die binnen veertig meter van de riolering liggen, moeten worden aangesloten op de riolering. Woonboten en recreatieschepen kunnen niet rechtstreeks via het vrijverval-riool worden aangesloten op het gemeentelijk riool, omdat tussen het schip en de kade een flexibel tussenstuk geplaatst moet worden. Het afvalwater vanuit het schip zal afgevoerd moeten worden naar het aansluitpunt via een speciale slang. De mogelijkheid bestaat dat na verloop van tijd schepen vertrekken en nieuwe schepen weer aanleggen. Door deze onzekerheid van een vaste verblijfplaats zal een speciale afkoppelbaar aansluitpunt moeten worden aangeboden. De bewoner zal zelf een voorziening (een pompje) in de boot moeten plaatsen om het afvalwater naar het aansluitpunt te brengen. De gemeente gaat immers op particulier terrein zo min mogelijk werkzaamheden uitvoeren. Deze kosten zullen sterk verschillen per boot, omdat in de ene boot meer ruimte is voor aanleg riolering dan in de andere. De gemiddelde kosten voor aanleg van een binnenriolering inclusief een pompje bij een woonboot zijn vergelijkbaar met die van een gemiddelde woning. Hiervoor is een bedrag van 500,= aangenomen. Door de onduidelijkheid of de schepen in de toekomst kunnen blijven liggen (zie voormalig beleid gemeente, blz. 6) zal de aanwezigheid van het schip eerst gelegaliseerd moeten worden, voordat een rioolaansluitpunt wordt aangeboden. Wel zal in de kredietaanvraag rekening worden gehouden met een rioolaansluiting of aanleg van een IBA voor alle schepen die genoemd zijn in de opsomming alle clusters (bijlage 1). 4a Voor het realiseren van de gewenste oplossing van de 517 ongerioleerde percelen genoemd in stand van zaken zal een planning worden opgesteld. De jaren 2002 en 2003 zullen worden ingepland voor de uitvoering van aanleg riolering, met een mogelijk uitloop naar 2004. Pas het jaar 2004 wordt ingepland voor aanleg van IBA s om; - zo de mogelijkheid voor aansluiting op riolering zo lang mogelijk open te houden, - gebruik maken van de ervaringen die dan landelijk dan zijn opgedaan, - de conclusies van de huidige discussies over IBA mee te kunnen nemen. 4b Vele burgers in het buitengebied vragen hoe zal worden omgegaan met hun perceel inzake het Lozingenbesluit huishoudelijk afvalwater. Men wil weten welke maatregelen de bewoner moet treffen, om in 2005 te voldoen aan de gestelde eisen. De betrokken burger zal daarom zo spoedig mogelijk op de hoogte moeten worden gebracht van het raadsbesluit. Dit gebeurt via het communicatieplan (zie blz. 23) 16

Bepaling varianten. Calculatie aanleg drukriolering Om te toetsen welke percelen in aanmerking kunnen komen voor de aansluiting op het riool dienen eerst de aanlegkosten voor riolering per perceel per logisch aansluitcluster te worden bepaald. De indeling in clusters is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - relatie met gebied en bestaande rioolstelsel, - natuurlijke barrières (spoorlijnen, watergangen, snelwegen, hoogteligging), - kwetsbaarheid van het gebied, - beleid van derden (provinciaal ontheffingen beleid en bijdragen derden), Daarnaast zijn een aantal percelen, die beter niet in een cluster kunnen worden opgenomen. Dit zijn op zich staande percelen die in of zeer nabij de kern liggen, of percelen die de gemiddelde kosten van een mogelijke cluster sterk nadelig beïnvloeden. Deze percelen worden apart meegenomen in de kostenbepaling als losstaande percelen. Van de 517 percelen die niet zijn aangesloten, worden binnen de clusters 461 percelen aangegeven als ongerioleerde panden. Als losstaande panden worden er 56 percelen vermeld. Voor een opsomming van clusters en losstaande panden wordt verwezen naar de bijlage 1 en 2. Op de toegevoegde tekening zijn de clusters en losstaande percelen aangegeven Op basis van oude gegevens, gebiedsverkenning en directe kennis van medewerkers is de lijst van ongerioleerde percelen opgesteld. De ervaring is, dat tijdens de uitvoering er meer ongerioleerde percelen blijken te zijn, dan werd aangenomen. Helaas moeten wij onderkennen dat deze gegevens over het aantal niet gerioleerde percelen niet 100% betrouwbaar zijn. Om deze onvoorziene woningen ook aan te kunnen sluiten, zal een post onvoorzien worden meegenomen in de kredietaanvraag. Bij het bepalen van de aanlegkosten per woning is geen rekening gehouden met gehouden met het vestigen van zakelijk recht en het vergoeden van gewasschade. Tijdens de uitvoering zal blijken voor welke percelen dit nodig is. Daarom wordt een aanname gemaakt, welke bedrag vrijgemaakt moet worden voor het hele project. De hoogte van het zakelijk recht, gewasschade en notariskosten kan sterk verschillen per woning. Daarnaast zal voor zo min mogelijk percelen een dergelijke vergoeding worden betaald. Uitgaande van een gemiddeld bedrag van 1.000,= voor zakelijk recht en gewasschade, waarbij wordt opgeteld een notariskosten van 500,= ontstaat een totaal voor zakelijk recht vestigen van 1.500,=/ woning. Als voor 10% van alle aan te sluiten woningen dit van toepassing is, kan het totale bedrag worden bepaald. Voor het aanleggen van leidingen onder provincie wegen en vaarwegen moeten leges betaald worden aan de provincie. Hiervoor is bij elke variant een bedrag meegenomen. Calculatie aanleg IBA Voor leveren en aanbrengen van een IBA klasse I in de vorm van een 6 m³ septic tank is gerekend met 3200,=. Deze kosten zijn incl. aankoop, leveren, plaatsen, gewasschade en btw. De bewoner krijgt een aansluitpunt aangeboden nabij de IBA waar al het zwarte en grijze water op geloosd moet worden. Voor het leveren en aanbrengen van een IBA klasse II is gerekend met 8200,=. Er zijn vele mogelijkheden maar alle systemen werken met een biomassa die de vervuiling als het ware opeet. De berekende kosten zijn incl. aankoop, leveren, plaatsen, aansluiting op elektra net, gewasschade, zakelijk recht en btw. Voor het leveren van een IBA klasse III is gerekend met 9000,=. Het systeem is gelijk aan IBA klasse II, maar heeft de mogelijkheid om extra fosfaat of extra stikstof te verwijderen. Uitwerking verschillende varianten Eerst zijn voor alle niet-gerioleerde percelen de kosten voor aanleg van riolering berekend (zie bijlage 1 en 2). Aan de hand van deze opsomming zijn een aantal varianten uitgewerkt. De varianten zijn; - voldoen aan de minimale verplichting (provincie norm), - de maximale aansluitgrens voor riolering verhogen door het bedrag van de eigen bijdrage op te tellen bij de provincie norm (eigen bijdrage boven provincie norm) - gebruik maken van de subsidieregeling van het waterschap (met subsidie waterschap), waarbij POP gelden voor aanleg IBA klasse II mogelijk is. Bij het opstellen van de varianten is rekening gehouden met de hiervoor genoemde doelen en voorwaarden. Er zijn een aantal uitgangspunten opgesteld voor het berekenen van de afschrijving van de riolering en de IBA. (zie bijlage 3).In bijlage 4 is een financieel overzicht gemaakt, waarbij verschillende varianten zijn doorgerekend. Hierin zijn de inkomsten door de eigen bijdrage en de mogelijke subsidie in verwerkt De gevolgen van een verbrede zorgplicht en de eigen bijdrage worden hierin zichtbaar gemaakt. Zo ook de gevolgen als gebruik wordt gemaakt van de verschillende subsidiestromen Hieronder volgt een uitleg over het de hoogte van de subsidiebedragen. 17