GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Vaststelling heffingsmaatstaf voor het rioolrecht vanaf 1 januari 2013

Transcriptie

1 GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 4 september 2012 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Vaststelling heffingsmaatstaf voor het rioolrecht vanaf 1 januari 2013 Samenvatting De Raad heeft besloten om per 1 januari 2013 als heffingssystematiek voor het rioolrecht te kiezen voor een gebruikersdeel op basis van waterverbruik. In dit voorstel leggen wij onze uitwerking van de heffingsmaatstaf hiervoor ter besluitvorming aan u voor. Voorgesteld besluit : De in dit voorstel opgenomen maatstaf van heffing voor het rioolrecht vanaf 1 januari 2013 vast te stellen. Inleiding/probleemstelling: Met het vaststellen van de kadernotitie verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Boekel is door de Raad de wens uitgesproken om het principe De vervuiler betaalt als uitgangspunt te nemen bij de heffingssystematiek van het rioolrecht. De huidige systematiek voldoet maar ten delen aan dit principe. Er is daarom besloten om een heffingssystematiek in te voeren op basis van waterverbruik. Relatie met eerdere besluitvorming: In de raadsvergadering van 17 februari 2011 is de Kadernotitie verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Boekel vastgesteld. In deze kadernotitie is vastgelegd dat het principe De vervuiler betaalt als uitgangspunt genomen moet worden bij de heffingssystematiek van het rioolrecht. In de raadsvergadering van 13 oktober 2011 is het Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Boekel (vgrp Boekel ) vastgesteld. Tegelijk met de vaststelling van het vgrp Boekel is ook besloten om als heffingssystematiek voor het rioolrecht te kiezen voor een gebruikersdeel op basis van waterverbruik. Beoogd resultaat: Het vaststellen van de heffingsmaatstaf voor het rioolrecht op basis van waterverbruik per 1 januari Op basis van deze heffingsmaatstaf zal een verordening rioolrecht opgesteld worden die in de raadsvergadering van 13 december ter besluitvorming aan u voorgelegd wordt.

2 Keuzemogelijkheden: In oktober 2011 is het besluit genomen om als heffingssystematiek voor het rioolrecht te kiezen voor een gebruikersdeel op basis van waterverbruik. In dit voorstel hebben wij dit dan ook als uitgangspunt genomen. Argumenten: Bij de vaststelling van het vgrp Boekel is aangegeven dat de nieuwe heffingssystematiek verder uitgewerkt zou worden en dat deze per 1 januari 2013 ingevoerd zou worden. Middels dit raadsvoorstel worden onderstaande uitgangspunten voor de maatstaf voor de heffing van het rioolrecht ter besluitvorming aan uw Raad voorgelegd: Algemene heffingsmaatstaf; Uitzonderingscategoriën; Niet geloosd afvalwater bij overige percelen In december zullen wij een verordening op basis van de door uw Raad vastgestelde uitgangspunten voor de heffingsmaatstaf ter besluitvorming aan u voorleggen. Algemene heffingsmaatstaf De hoogte van het rioolrecht wordt bepaald op basis van het aantal kubieke meters water dat vanuit een perceel wordt afgevoerd. De hoeveelheid afgevoerd water wordt bepaald door het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in het voorafgaande jaar is afgenomen of opgepompt. Uitzonderingenscategoriën Met name bij bedrijven komt het in de praktijk voor dat veel toegevoerd water niet geloosd wordt op de riolering. Een voorbeeld hiervan is drinkwater voor vee. Wij stellen daarom voor om voor onderstaande categoriën bedrijven een correctie op de algemene heffingsmaatstaf toe te passen: Horecapand; Horeca/sport; Agrarisch bedrijf waar dieren gehouden worden; Melkveehouderij; Champignonkwekerij; Horecapand Bij horecapanden wordt een vaste aftrek van 30% op de hoeveelheid ingenomen water gehanteerd. Dit percentage wordt ook gehanteerd door de gemeente Uden die het baseren op gegevens van Interbrew. Bij niet geloosd water uit de horeca kan gedacht worden aan water ten behoeve van koffie/thee, bereide soep en sauzen. Voor de Boekelse horeca betekent dit percentage een gemiddelde dagelijkse aftrek variërend van 70 liter tot liter. Horeca/sport Bij clubgebouwen van sportverenigingen wordt een vaste aftrek van 15% op de hoeveelheid ingenomen water gehanteerd. Bij deze categorie wordt een lager percentage gehanteerd dan bij horecapanden omdat er in een clubgebouw van een sportvereniging weliswaar een kantine aanwezig is, maar ook kleedlokalen met douches. Bij deze categorie zal dus een hoger percentage van het ingenomen water geloosd worden op de riolering. Voor de Boekelse horeca/sport betekent dit percentage een gemiddelde dagelijkse aftrek variërend van 16 liter tot 485 liter. Agrarisch bedrijf waar dieren gehouden worden Bij agrarische bedrijven waar dieren gehouden worden komt met uitzondering van afvalwater uit een personeelskantine en/of bedrijfsdouches geen bedrijfsafvalwater vrij. Uiteraard komt er wel huishoudelijk afvalwater vrij uit een eventuele (bedrijfs)woning. Het huishoudelijk afvalwater van

3 een bedrijfswoning wordt berekend op basis van 50 m3 per bewoner per jaar. Voor het aantal bewoners geldt als peildatum 1 januari van het belastingjaar. Bij rioolberekeningen wordt voor het berekenen van de hoeveelheid huishoudelijk afvalwater gerekend met een gemiddeld dagelijks drinkwaterverbruik van 120 liter per persoon. Per jaar is dat 43,8 m3. Door een hoeveelheid van 50 m3 per bewoner per jaar te hanteren wordt de beperkte hoeveelheid afvalwater uit een personeelskantine en/of bedrijfsdouches verrekend. Bij de bepaling of een agrarisch bedrijf dieren houdt wordt gebruik gemaakt van het Bestand Veehouderij Bedrijven (web bvb-bestand) van de provincie Noord Brabant. Het web-bvb-bestand is een via internet te raadplegen database waarin per gemeente de agrarische vergunninggegevens of meldingen van veehouderijbedrijven staan. De database is voor iedereen toegankelijk. De provincie heeft in samenwerking met gemeenten deze database gevuld. Melkveehouderij Bij melkveehouderijen wordt naast huishoudelijk afvalwater uit een (bedrijfs)woning en een beperkte hoeveelheid bedrijfsafvalwater uit een personeelskantine en bedrijfsdouches ook bedrijfsafvalwater van de melkinstallatie op de riolering geloosd. Het huishoudelijk afvalwater van een (bedrijfs)woning wordt ook hier berekend op basis van 50 m3 afvalwater per bewoner. Het bedrijfsafvalwater van de melkinstallatie wordt berekend op basis van 3,50 m3 afvalwater per melkkoe per jaar. Het aantal melkkoeien wordt bepaald aan de hand van de rundveestaten (de zogenaamde mei-telling ) van het voorafgaande jaar. Deze gegevens worden bij de belastingplichtige opgevraagd. Bepaling of een bedrijf een melkveehouderij is gebeurt ook op basis van het web bvb-bestand. Champignonkwekerij Bij champignonkwekerijen wordt de hoeveelheid afgevoerd afvalwater bepaald aan de hand van een opgave door de belastingplichtige. Er zijn voor deze categorie geen algemeen geldende kengetallen beschikbaar. De meeste champignonkwekerijen moeten voor de zuiveringsheffing van het Waterschap ook al een aangifte invullen van het op de riolering (zuivering) geloosde afvalwater. Deze kunnen ook gebruikt worden voor de bepaling van de hoeveelheid naar de riolering afgevoerd afvalwater. Vrijstelling niet afgevoerd afvalwater bij overige bedrijven/woningen Het is natuurlijk mogelijk dat er naast bovenstaande uitzonderingscategoriën percelen zijn waar niet al het drinkwater en opgepompt grondwater afgevoerd wordt naar de riolering. Wij gaan ervan uit dat de hoeveelheid drinkwater die niet geloosd wordt bij woningen te verwaarlozen is en stellen dan ook voor om bij woningen geen verrekening toe te passen. Bij bedrijven is dit anders. Wij stellen voor om bij bedrijven wel een verrekening toe te passen van de hoeveelheid afvalwater die aantoonbaar niet is afgevoerd naar de riolering. Omdat dit specifieke gevallen betreft zijn hier geen kengetallen voor beschikbaar. We ontkomen er dan ook niet aan om bij deze gevallen de bewijslast bij de belastingplichtige te leggen. In veel gevallen zal een bedrijf, net als bij de uitzonderingscategorie champignonkwekerijen, in het kader van de zuiveringsheffing al een aangifte moeten doen van de hoeveelheid naar de riolering afgevoerd water. Deze gegevens kunnen door de belastingplichtige ook gebruikt worden voor de opgave ten behoeve van het rioolrecht. Bovenstaande uitgangspunten voor de maatstaf voor de heffing van het rioolrecht zijn besproken met het ZLTO Boekel/Venhorst en de Belastingsamenwerking Oost Brabant (BSOB). Beide organisaties kunnen instemmen met deze uitgangspunten. Financiële gevolgen en dekking: De opbrengst van het rioolrecht ligt vast in de kostendekkingsberekening van het vgrp Boekel Volgens de kostendekkingsberekening moet de opbrengst van het rioolrecht in ,- bedragen.

4 Conform de algemene heffingsmaatstaf wordt de hoeveelheid afgevoerd water bepaald door het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in het voorafgaande jaar is afgenomen of opgepompt. Wij hebben een indicatieve berekening gemaakt op basis van de gegevens van Brabant Water van Opgepompt grondwater is nog niet opgenomen in deze berekening. In de komende maanden wordt samen met de BelastingSamenwerking Oost Brabant (BSOB) bekeken op welke wijze de gegevens hiervan geïnventariseerd kunnen worden. Op basis van het drinkwaterverbruik van 2011 en de hierboven vermelde uitzonderingscategoriën is een berekening gemaakt van de hoeveelheid naar de riolering afgevoerd afvalwater. Van het totale drinkwaterverbruik van m3 wordt m3 afgevoerd naar de riolering. Wij stellen onderstaande indeling en indicatieve tarieven voor: INDICATIEVE TARIEVEN RIOOLHEFFING OP BASIS VAN WATERVERBRUIK Tarief Verbruik (m3) Vast bedrag Extra per m3 Opbrengst , , , , , , , , ,00 1, , ,00 0, ,55 Meer dan ,00 0, ,20 Totale opbrengst ,65 Wij hebben er voor gekozen om bij de eerste vier categorieën een vast bedrag te hanteren. Dit is gedaan om de opbrengsten van het rioolrecht niet te veel te laten fluctueren. De tarieven zijn gebaseerd op prijspeil Het huidige rioolrecht is als volgt opgebouwd (prijspeil 2012): 779,94 Horecabedrijf/melkveebedrijf/auto-wasserette/Andusta-fabriek 1.267,78 Viskwekerij 1.909,39 Champignonbedrijf 4.611,69 Bejaardencentrum, camping ,96 Psychiatrisch ziekenhuis/pluimvee-slachterij/vleesverwerkingsbedrijf 177,37 Alle overige percelen Bijgevoegd treft u een verschilanalyse aan tussen het huidige rioolrecht en het rioolrecht conform de nieuwe systematiek. Globaal blijkt hieruit dat de opbrengst bij woningen en bedrijven nagenoeg hetzelfde blijft. Bij woningen variëren de absolute verschillen tussen tot + 72,73. Bij bedrijven zijn de verschillen groter, maar bij circa 90% blijven de verschillen beperkt tot 500 euro. Op basis van de verschilanalyse concluderen wij dat door ons voorgestelde uitgangspunten voor de maatstaf voor de heffing van het rioolrecht per 2013 meer recht doen aan het principe de vervuiler betaalt dan de huidige systematiek. In onderstaande tabel is voor een woning met een waterverbruik van 150 m3 een vergelijking gemaakt met het rioolrecht in de omringende gemeenten. VERGELIJKING RIOOLRECHT OMRINGENDE GEMEENTEN (gemiddelde woning) Gemeente Rioolrecht Heffingsmaatstaf Boekel 179,00 Gebruiker: waterverbruik Uden 189,00 Eigenaar: vast bedrag+ gebruiker: waterverbruik Gemert 195,74 Gebruiker: waterverbruik Sint Anthonis 220,50 Eigenaar: vast bedrag + gebruiker: waterverbruik Veghel 274,60 Eigenaar: vast bedrag + gebruiker: waterverbruik

5 Risico s: Verandering van de heffingssystematiek voor het rioolrecht betekent verschuivingen in de hoogte van het rioolrecht voor belastingplichtigen. Bij woningen zijn de verschillen beperkt, maar bij bedrijven kunnen forse verschillen ontstaan. Met name bedrijven die bij de nieuwe heffingssystematiek fors meer rioolrecht betalen zouden hiertegen bezwaar kunnen aantekenen. Communicatie: Na vaststelling van de nieuwe verordening in december zal de nieuwe heffingssystematiek op de gemeentepagina nader toegelicht worden. Bij de eerste aanslag van het rioolrecht door het BSOB zal een informatiefolder bijgevoegd worden over de wijziging van de heffingssystematiek. Uitvoering en Evaluatie: Bij het vaststellen van de verordening rioolheffing 2014 zal een evaluatie plaatsvinden van de invoering van de nieuwe heffingssystematiek. Voorstel: De in dit voorstel opgenomen maatstaf van heffing voor het rioolrecht vanaf 1 januari 2013 vast te stellen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel De secretaris de burgemeester J.G. Marcic P.M.J.H. Bos Bijlagen die zijn bijgevoegd: Verschilanalyse huidige rioolrecht nieuw rioolrecht