Rouw bij nabestaanden
Cijfers
Epidemiologische gegevens Wereld: Elke 3 seconden een zelfmoordpoging Elke 40 seconden een suïcide België: Elke dag 3 à 4 zelfdodingen Vlaanderen: Elke 35 minuten een zelfmoordpoging Elke 8 uur een zelfdoding
Cijfers Vlaanderen In 2010stierven meer dan 1000 Vlamingen door zelfdoding: 3 op de 4 waren mannen (772 mannen t.o.v. 294 vrouwen) In vergelijking met 2009: Daling 3% bij mannen Daling 5% bij vrouwen
Gehanteerde methoden bij suïcide, mannen, Vlaams Gewest, 2010 (bron: agentschap zorg en gezondheid)
Gehanteerde methoden bij suïcide, vrouwen, Vlaams Gewest, 2010 (bron: agentschap zorg en gezondheid)
Risicogroepen volgens leeftijd Suïcide is een van de meest voorkomende doodsoorzaken bij jonge volwassenen tussen 20 en 49 jaar. De gemiddelde leeftijd (mannen) : 50 jaar Gemiddelde leeftijd (vrouwen) : 53 Ouderen, en vooral oudere mannen, lopen het grootste risico op overlijden door zelfdoding.
Leeftijdsspecifieke sterftecijfers voor suïcide (per 100.000 inw.), mannen en vrouwen, Vlaams Gewest, 2010 (bron: agentschap zorg en gezondheid)
Evolutie leeftijdsspecifieke sterftecijfers door suïcide(per 100.000 inw.), mannen en vrouwen, Vlaams Gewest, 2000 versus 2010 (bron: agentschap zorg en gezondheid)
Onderrapportering In Vlaanderen geschat op 13 % bij mannen 20 % bij vrouwen 30% bij jongeren
Het suïcidale proces: concept voor hulpverlening en preventie NABESTAANDEN signaal signaal CRY OF PAIN SIGNAAL UITLOKKER BESCHERMENDE FACTOREN UITLOKKER ONTREMMENDE FACTOREN CATHARSIS STRESS VERNAUWING, TUNNELZICHT, HOPELOOSHEID, AMBIVALENTIE (Retterstol, 1993)
Elke zelfdoding is een verhaal dat te vroeg stopt Wie achterblijft, moet verder
In Vlaanderen elk jaar + 8.000 nabestaanden na zelfdoding Direct betrokkenen (vader, moeder, broer, zus, ) In Vlaanderen elk jaar +???.000 overlevenden na zelfdoding Ruimere omgeving (vrienden, collega s, buren, )
Rouwthema s Zelfdoding = schok = traumatische ervaring Tegelijk Tegenstrijdig Intens
Rouwproces Factoren die het rouwproces bepalen: de leeftijd van de nabestaande de manier waarop de dood heeft plaatsgevonden (plaats, methode, ) het onverwacht karakter van het gebeurde de relatie die de nabestaande had met de overledene de mate waarin er veranderingen plaatsvinden na het overlijden de persoonlijkheid en de ervaringen van de nabestaande (eerdere verlieservaringen, draaglast-draagkracht, ) de reacties van de omgeving op het rouwgedrag van de nabestaande
Rouwthema s Schok, Ongeloof, Agressie Agressie(tegen info, HV, zichzelf, overledene) = normale reactie op frustatie Niet: - persoonlijk opvatten - reageren met contra-agressie -reageren met info die tegen de bewering van de betrokkene ingaat -jezelf verdedigen Wel:- agressie laten uiten - gevoelens helpen verwoorden - begrip tonen
Ontkenning Rouwthema s = normale reactie net na een slecht nieuws: gezond als tijdelijke reactie op nieuws dat men nog niet kan dragen Niet: Wel: -stimuleren - met kracht doorbreken - empathisch inspelen op de reactie -uitnodigen tot het verwoorden van onderliggende gevoelens
Rouwthema s Vraag naar de omstandigheden Hoe Wat ging eraan vooraf? Wie was er eerst bij?
Rouwthema s Waarom de verklaring/ oorzaak wordt gezocht: bij de overledene bvb karakter, moeilijke jeugd, in de omstandigheden bvb verlies van partner, fouten hulpverlening, bij zichzelf bvb gevoel onvoldoende geholpen te hebben, idee dat men het had moeten zien aankomen) Reden: controle, innerlijke rust Reconstrueren van de zelfdoding Cave: niemand was bij de zelfdoding aanwezig -toenemende isolatie (cfr. suïcidaal proces) Informatieronde Naar de plaats van de zelfdoding Bij sterke identificatie: suïcidale gedachten Afscheidsbrieven (1/3): Achterhalen van motieven, oorzaken - Emotionele waarde
Rouwthema s: Waarom?
Schuldgevoelens Had ik maar De nabestaande verwijt zichzelf: dat hij de zelfdoding niet voorkomen heeft dat hij iets heeft gedaan wat de zelfdoding mee heeft veroorzaakt dat hij te weinig gedaan heeft dat hij niets heeft gemerkt -de opgemerkte signalen niet voldoende te hebben onderkend dat hij/zij wel leeft Rouwthema s Ik wil niemand tot last zijn, zei de zelfmoordenaar, en bezorgde iedereen een schuldgevoel (Fons Jansen)
Opluchting 1/10 nabestaanden De dood kan een einde betekenen aan de zorgen en angst over wat kan gaan gebeuren Het gevoel dat de overledene nu eindelijk vrij is van zijn of haar lijden. Het einde van een ondraaglijke / hopeloze situatie Verdriet Rouwthema s
Rouwthema s Kwaadheid Op de overledene Op zichzelf Op anderen in de omgeving Op hulpverleners Op de media Op god
Rouwthema s Angst Voor herhaling (anderen in de omgeving) Om nieuwe relaties aan te gaan Om zelf suïcidaal te worden
Rouwthema s De Omgeving Taboe
De Omgeving Vermijdingsgedrag Onzekerheid Confrontatie met dood zelfdoding Schrik voor heftige emoties Nabestaanden krijgen de impliciete taak hun omgeving op te voeden, te leren over hoe ze met hen kunnen omgaan. Zelfstigmatisatie Rouwthema s Eerdere negatieve reacties uit omgeving Anderen niet willen belasten met hun verhaal. Isolatie Isolatie Nabestaanden geloven dat alleen andere nabestaanden hen volledig kunnen begrijpen (belang van gespreksgroep)
Pathologischerouw = chronische, vastgelopen rouw Het dynamische karakter van het rouwproces ontbreekt Vermijden van de realiteit Gepreoccupeerd blijven met de overledene ( mummificatie ) Situaties vermijden die herinneren aan het verlies Hevige en langdurige kwaadheid Mate van depressiviteit & suïcidale ideaties
Lopen nabestaanden na zelfdoding risico een gecompliceerd rouwproces te doorlopen? Type Doodsoorzaak Rouwthema s Ernst van de problemen Risicofactoren Ja m.b.t. de overledene hechte / conflictuele relaties onverwacht overlijden vrij goed toekomstperspectief jonge leeftijd m.b.t. de familiale context grote prevalentie van psychiatrische problemen meerdere verlieservaringen verstoorde gezinsdynamieken m.b.t. de omgeving onvoldoende steun, onbegrip, contact vermijden Niet of niet alléén omwille van het ervaren van de zelfdoding zelf, maar wel omdat het een al vaak kwetsbare groep treft.
Kinderen & jongeren als nabestaande Factoren die het rouwproces bij kinderen bepalen De leeftijd van het kind De manier waarop de dood heeft plaatsgevonden De relatie die het kind had met de overledene De mate waarin er veranderingen plaatsvinden na het overlijden De persoonlijkheid en de ervaringen van het kind De uitleg die aan het kind wordt gegeven over de dood De reacties van de omgeving op het rouwgedrag van het kind.
Kinderen & jongeren als nabestaande Rouwthema s bij kinderen Identiek als bij volwassenen Doch leeftijdstypische verschillen: (gefragmenteerd 100x100, afhankelijk van overblijvende volwassene,...) Slechtnieuwsmelding De waarheid Op niveau van het kind (taalgebruik!) Op tempo van het kind
Hulpverlener als nabestaande Impact afhankelijk van Duur en intensiteit van HVrelatie Mate van kwaadheid / vijandigheid Onverwacht karakter Persoonlijke draagkracht van de hulpverlener Werkomgeving: ambulant / residentieel / privé Plaats van de zelfdoding en methode Mate van eigen machteloosheid / schuldgevoel
Hulpverlener als nabestaande Persoonlijke impact Rouwthema s cfr familie en vrienden Professionele impact Gevoel van falen Twijfels over eigen competenties Angst voor goede naam van organisatie Angst voor reacties van collega s Realiteit: niet iedereen is te behandelen!
Hulpverlener als nabestaande voorzichrgheid Verslaggeving en communicatie Doorvragen rond suicidaliteit Opnames van risicocliënten Onder toezicht plaatsen Doorverwijzen van depressieve/suicidale patiënten TherapeuRsch werk 15% denkt eraan te stoppen
Opvang nabestaanden: handvatten Informatie geven Suïcide kent niet één oorzaak Info over suïcidaal proces, ziektebeelden Schuld en verantwoordelijkheid liggen dicht bij elkaar De overledene heeft nu rust Normaliseren (bvb. Hallucinatoire belevingen) NMBS
Rouwverwerking: handvatten Opvang nabestaanden: handvatten Durven ondergaan van emoties en het uiten daarvan Gevoelens toelaten / erkennen, herkennen, benoemen Uiten van emoties, pijn = enorme opluchting Herdenkingsdagen Niet doodzwijgen Stabiel levensritme Structuur Tijd om alleen te zijn, om alles te overdenken
Rouwverwerking: handvatten Opvang nabestaanden: handvatten Rituelen Voor tijdens na de begrafenis Doel? Wat? Waar? Op welk moment? Met wie? Schrijven ( therapeutische werking) Gedachten en gevoelens verwoorden en ordenen Een manier om contact te leggen met de overledene Een uitdrukking van verdriet positieve stemmingen ernstige depressieve stemming gezondheidsproblemen op lange termijn
Opvang Opvang nabestaanden: van hulpverlener handvatten Question: What helped me the most was Female Male Total Answer N (%) Answer N (%) Answer N (%) To talk To discover reasons To work To ruminate To rationalize 27 (75) 3 (8) 1 (3) 1 (3) 1 (3) To work To talk Time To think about To study literature 8 (30) 8 (30) 3 (11) 3 (11) 2 (7) To talk To work To discover reasons To think about Time 35 (56) 9 (14) 3 (5) 3 (5) 3 (5)
www.werkgroepverder.be Lotgenotencontact Gespreksgroepen / internetfora / Dag Nabestaanden / Sensibiliseren Folders / radiospot / Media-award / Rechten voor nabestaanden / Informeren Website / boeken /
www.werkgroepverder.be
Vragen? Carla Cobbaut Freelance Medewerker Werkgroep Verder www.werkgroepverder.be www.passant.be www.werkgroepverder.be