Hogeschool Rotterdam Cluster Media aan de Maas Modulewijzer: MEDMEC08 Media en creativiteit: Engagement 2 CP Media aan de Maas Opleiding: GMT, CMD en CDM Versie 4 19/05/09
A4-Modulebeschrijving Modulecode: Modulenaam: Belasting (CP): Relatie met andere onderwijs Voorkennis: Programmasoort Werkvormen: Looptijd Toetsing: Vrijstelling: Leermiddelen: Competenties: Leerdoelen curriculum: Oftewel: Media & Creativiteit: MEDMEC08 Engagement 56 klokuren (2 CP) Studenten ontwikkelen hun creatieve vermogens en werken aan hun (kritische) onderzoeksvaardigheden. Deze zetten zij in bij de uitvoering van projecten en bij het maken van opdrachten voor andere modules. MEDMEC01 tot en met MEDMEC07 Kennis gestuurd. Werkcollege, werkgroepen, reflectie en (verplichte) hoorcolleges 10 weken, waarvan 8 lesweken. Gezamenlijk project, beoordeling individueel. Geen Modulewijzer MEDMEC08, literatuur (reader, individuele leesmap) MEDMEC08 draagt bij aan de competenties: 2.5 Creatief probleemoplosser. Bij het creatief probleem oplossen gaat het om: Toepassen creatieve technieken Waarnemen en verzamelen van informatie en inspiratiebronnen zodat innovatieve oplossingen worden bedacht voor ontwerpvraagstukken. 2.6 (Kritisch en contextueel) Onderzoeken. Bij onderzoeken gaat het om: Benoemen van technologische en multimediale ontwikkelingen Uitvoeren van bronnenonderzoek zodat de oplossing een innovatief antwoord vormt op het voorliggende vraagstuk. De student: 1. herkent de momenten waarop creatief probleem oplossen (toepassen van creatieve technieken) noodzakelijk is in zijn ontwerpproces. Zet hierbij alle technieken in die behandeld zijn in het eerste jaar. Brainstormt, divergeert, abstraheert, stelt waar nodig het oordeel uit. 2. is in staat om naar aanleiding van een multidisciplinaire vraagstelling op zoek te gaan naar inspiratiebronnen, informatie te selecteren, nieuwe ervaringen op te doen en ontmoetingen en ervaringen te ensceneren. De student is nu in staat los van de veilige weg te denken en gebruikt zijn leeromgeving om een eigen stijl te ontwikkelen 3. verdiept zich in de ontwikkelingen rond het studie thema door het lezen en volgen van relevante literatuur. Herkent de toepasbaarheid van de in kaart gebrachte technologische, multimediale, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. 4. is geïnteresseerd in het actuele debat zoals gevoerd in de wereld van multimedia. 5. kan de waarde en betrouwbaarheid van verschillende bronnen onderbouwd aangeven door deze bronnen te vergelijken met andere (meer dan een) bronnen. 6. is in staat om een heldere vraagstelling te formuleren, onderzoeksdoelstellingen te definiëren en conclusies te trekken als antwoord op de geformuleerde vraag. 7. is in staat om zijn onderzoeksresultaten vast te leggen in een rapportage. A. Verkennen van het domein van engagement en betrokkenheid binnen het nieuwe media vakgebied. B. Op de hoogte zijn en deelnemen aan het actuele debat binnen het thema engagement in het vakgebied.
Inhoud: Je bent geengageerd of je bent het niet. Belangrijke vraag is; geengageerd ten opzichte van wat? Je vakgebied? Je studie? Je geloof? Of is het het milieu? Een omroep? Je familie? Engagement kan over alles gaan, maar aan de basis blijft; Engagement komt voort uit passie, betrokkenheid. Dit kwartaal ga je je verdiepen in actuele vraagstukken over engagement, deze kunnen voortkomen uit jezelf of je groep, of je kan kiezen uit een van De opdracht: de volgede actuele thema s: - Privacy - Digitale criminaliteit - Big brother vs Big sister - Green technology & cradle to cradle - Politieke groeperingen op het internet Opmerkingen: De student heeft een zelfstandige, proactieve en enthousiaste werkhouding. Auteur(s): Justien Marseille en Belinda Mulder Versiedatum: Versie 4 19/05/09 Module beheerder: Media opleidingen
1. Inleiding Betrokkenheid (engagement) en verdieping gaan hand in hand. Betrokkenheid zonder verdieping is meelopen. Met andere woorden: Dig in or veg out. Juist de ontwikkeling in de nieuwe media verandert nu een heleboel op het gebied van engagement. Ten eerste omdat het makkelijker is om samen te spannen om een bepaald doel te bereiken. Ten tweede omdat je kennis en ervaring makkelijker met elkaar kunt delen. Ten derde betreft de combinatie van nieuwe media en betrokkenheid onbewandelde paden, hierdoor is het essentieel dat je tijdens je opleiding je eigen grenzen onderzoekt, verwoordt en beargumenteert. Opdracht 1. (individueel) Schrijf een betoog van 750 tot 1000 woorden over jouw passie, jouw betrokkenheid bij de wereld, je omgeving. Wat zou jij, als je de baas van de wereld was, veranderen, en waarom vindt je het belangrijk dat dit anders wordt? (Ga hierbij echt uit van je eigen betrokkenheid, als jij gelooft dat de wereld beter af is met gratis Hummers voor iedereen, dan is dat prima, maar je moet het wel goed kunnen beargumenteren). Opdracht 2 (groep) De klas wordt in groepen verdeeld. Per groep lezen jullie elkaars betoog. Kom via discussie tot 1 onderwerp waarin jullie je, als groep, gaan verdiepen. Bereid met je groep een debat voor, onderzoek het thema door minstens 10 hoogwaardige artikelen over het onderwerp te verzamelen, verzamel deze in een bronnenmap. Kies een debatvorm die bij het onderwerp past. (Ga dus ook na welke debatvormen er zijn, en welke past bij jullie onderwerp.) Ben je heel erg GMT-er, denk dan ook aan hoe je zo n debat zou kunnen laten werken, gebruik je stemkastjes of kies je voor on-line discussie en visualisatie? De helft van de groep is voor, de andere is tegen. Bereid voor beide kanten een betoog van tussen de 5 en de 7 minuten voor waarin jullie je standpunten uiteenzetten. Zie ook informatie over debatvormen op http://www.utwente.nl/vop/nieuwsbrief%209/debat_als_onderwijsvorm.doc/ over debatvormen: http://www.utrechtdebatingsociety.nl/debatteren.php#np en voorbeelden http://www.leidendebating.nl/node/33 bijvoorbeeld een lagerhuis vorm http://taalkr8.kennisnet.nl/workshops/lagerhuisdebat meer vormen: http://stuwww.uvt.nl/cicero/?q=node/1#algemeen Opdracht 3 (groep) visueel statement. Verwerk het debat van een andere groep (zie weekschema) in een visueel statement. Dit kan een strip, film of animatie zijn, dat is aan jullie. Denk hierbij aan satire, scherts of dagblad of actualiteitenprogramma. Opdracht 4 (Reflectie - individueel) Beschrijf je uitgangspositie aan het begin van het debat, verwoord of en hoe deze uitgangspositie is veranderd in de loop van het kwartaal.
2. Weekoverzicht Week Werkvorm (hoorcollege/werkgroep) 1 Verplicht gezamenlijk startcollege Te behandelen onderwerpen Noor Bongers (Great Place to Life) over passie, engagement Introductie module 2 Werkgroep 4 groepen per klas, in elke groep elkaar verhaal lezen en komen tot een onderwerp waarover jullie een debat gaan organiseren. Opdrachten Opdracht 1. Schrijf een betoog over waar jou passie, jouw betrokkenheid ligt. Wat zou jij, was je baas van de wereld, veranderen en waarom vind je dat dit anders moet? (tussen de 750 en de duizend woorden, meenemen in 6-voud) Bestudeer de stof opgegeven linken over debatteren. Groep 1 bereidt het debat voor de week 4 week voor. 3 Werkgroep/Hemelvaart Debatteren, argumenteren en discussie leiden 4 Werkgroep Debat 1 Groep 1 houdt debat, groep 4 notuleert het debat. 5 Werkgroep Debat 2 Groep 2 houdt debat, groep 1 notuleert het debat. Participeer in het klassikale debat. 6 Werkgroep Debat 3 Groep 3 houdt debat, groep 2 notuleert het debat. 7 Werkgroep Debat 4 Groep 4 houdt debat, groep 3 notuleert het debat. 8 Werkgroep (Politieke groeperingen op het internet)? 9 vakbeoordeling en Inleveren bronnenmap + herkansing herfstkwartaal reflectie + 3 statements 10 Presenteren notulen, reflectie op de module
3. Toetsing en beoordeling 3.1 Procedure Leerdoelen De student wordt getoetst op een aantal aspecten, te weten: Opdrachten (toetsvorm; bijvoorbeeld reflectieverslag, peer assessment, product) 1. Contextuele Bronnenmap + reflectie Zie 1. onderzoeksvaardigheden 2. Argumentatie Debat Zie 2. 3. Creatieve vertaling 3 visuele/tekstuele statements Zie 3. Toetscriteria (wanneer wordt de opdracht beoordeeld met een voldoende of voldoende) De beoordeling gebeurt op basis van een beoordeling de bronnenmap, het debat en je statements. De beoordelingscriteria van de drie onderdelen worden als volgt omschreven: 1. Kwaliteit van de bronnenmap (individuele beoordeling; 25 % van het eindcijfer). a. Bestaat uit 10 eigen gemaakte samenvattingen van relevante artikelen. Hierbij geef je aan wat de essentie van het artikel is en waarom het artikel relevant is. Gebruik +/- 50 woorden. b. Bestaat uit een inleiding met een goed inhoudelijk argument waarin je duidelijk maakt waarom je tot deze selectie van 10 artikelen bent gekomen. Kortom de eerste 10 artikelen is geen goed argument. Docent beoordeelt dit onderdeel. 2. Kwaliteit van het georganiseerde debat (peer-to-peer in de groep en van de klas naar de groep; 25 % van het eindcijfer). a. Heeft het debat een heldere opbouw? b. Wordt het discussie onderwerp helder uiteengezet? c. Worden medestudenten actief betrokken tijdens het debat? d. Wordt het debat goed geleid? Beoordeling vindt plaatst op basis van peerassessment (groepsleden beoordelen elkaar) en het oordeel van de klas. Aan het einde van het debat worden de formulieren ingevuld. 3. Drie visuele / tekstuele statements (individuele beoordeling, 25% van het eindcijfer) a. Je hebt een eigen statement over 3 thema s (van de 4 ander dan je eigen) weten vast te stellen b. Deze statements heb je op een eigen wijze verwoord of verbeeld. Docent beoordeelt dit onderdeel 4. Reflectie met daarin opgenomen je uitgangspositie aan het begin van het debat, verwoord of en hoe deze uitgangspositie is veranderd in de loop van het kwartaal. (Individueel; 25 % van het eindcijfer).
Om voor een beoordeling van de module MEDMEC08 in aanmerking te komen, moet je aan een aantal criteria hebben voldaan. Hieronder wordt beschreven wat deze criteria zijn: Inleveren (deel-)producten: Er geldt een verplichting aan op tijd inleveren van materialen. In het weekschema is beschreven wanneer welke producten moeten worden ingeleverd. Ook kan de docent aanvullend aangeven wanneer een deelproduct moet worden ingeleverd. Hierop wordt geen uitzondering gemaakt. In de praktijk noemen we dit deadlines, die nodig zijn om het project / de opdracht op tijd te kunnen afronden. Het te laat inleveren van (deel-) producten zorgt ervoor dat je geen feedback krijgt op je vorderingen. Tevens wordt bij te laat inleveren punten in mindering gebracht op het resultaat. Elke (deel van de) week te laat is een punt aftrek. 3.2 Toetsmatrijs De module wordt beoordeeld aan de hand van de volgende 3 onderdelen: Contextuele onderzoeksvaardigheden: Bronnenmap (inclusief reflectie) Argumentatie: Debat Creatieve vertaling: 3 visuele/tekstuele statements. Elk onderdeel moet aanwezig zijn. Bij het ontbreken van een van de onderdelen vindt geen beoordeling plaats. De uitkomst van de 3 onderdelen gezamenlijk levert één eindcijfer op variërend van 2, 4 tot 6. Daar bovenop kunnen extra punten verdiend worden, zoals beschreven in onderstaand overzicht. Beoordelingsmodel MEDMEC07 Het cijfer voor de onderdelen 1, 2 en 3 gezamenlijk is een 2 of 4 of 6. Voor het schriftelijke tentamen van de lesstof dient minstens een 6 gehaald te worden. Cijfer Toelichting 2: De onderdelen zijn incompleet opgeleverd en voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) overdoen 4: De onderdelen zijn compleet opgeleverd en voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) reparatie 6: De onderdelen zijn compleet opgeleverd en voldoen aan de eisen (voldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) behaald M E D M E C 0 8, 2 3 / 0 4 / 0 9 7
Daarnaast kan elke student maximaal 4 extra punten verdienen met onderstaande criteria. Het zijn criteria waarmee de student demonstreert de mate waarin de lesstof eigen is gemaakt en als parate kennis en vaardigheid beschikbaar is. Deze criteria gaan over het hebben van de gewenste attitude en begrip en inzicht in en het kunnen toepassen van de geleerde vaardigheden. Het verwerven van extra punten vraagt onder andere inzet, inzicht, het vermogen om verbanden te kunnen leggen en creativiteit. De wijze waarop dit wordt aangetoond bepaalt de student zelf. Criteria Punt Student heeft op een opvallende, inspirerende, duidelijke en tot de verbeelding sprekende manier de recensie van het gastcollege (en de geraadpleegde en onderzochte informatiebronnen en bedrijven uit het beroepenveld)weergegeven Student heeft zakelijk ogend werk op het gebied van inhoud en structuur ingeleverd 1 1 Student heeft zich onderscheiden met de uitwerking van de statements 1 Student heeft zich onderscheiden door 1 3.3 Herkansingen Het herstellen van ingeleverd werk en de herkansing zijn als volgt geregeld: - Bij een cijfer 2 aan het einde van de lesperiode, dient de student de module te herkansen. Dit houdt in dat de student, direct na het bekend worden van het cijfer, afspraken maakt met de begeleidende docenten over het te volgen traject en de inhoud en criteria van de herkansing. De herkansing van deze module betreft een essay over één van de vijf thema s. Let op! Kies hierbij een thema dat je nog niet onderzocht hebt tijdens het zomerkwartaal. Voordat je je essay schrijft, formuleer je een onderzoeksvraag. Je verricht bronnenonderzoek om je onderzoeksvraag te beantwoorden. Omvang essay: minimaal 1500 woorden; maximaal 2000 woorden Doelgroep: lezers van NRC Next Vermeld in al je correspondentie altijd duidelijk je naam, studentnummer, klas, en het kwartaal. Enkele tips bij het schrijven van het essay: 1. Let op de structuur van je essay Begin je tekst met de vraagstelling (opening) Geef vervolgens je argumentatie (middendeel) Sluit af met een conclusie (einde) 2. Raadpleeg de mediatheek. Maak hier gebruik van Picarta voor het vinden van interessante artikelen en boekpublicaties. Lexis Nexis (artikelen uit kranten; raadpleeg de mediatheek) biedt een goede manier om je in te lezen in het onderwerp. 3. Gebruik verschillende bronnen (niet alleen Internet; ook boekpublicaties en artikelen) 4. Vermeld je bronnen in een lijst van geraadpleegde literatuur. Zorg ervoor dat je literatuurverwijzingen opneemt in je tekst. Gebruik hiervoor voetnoten. 5. Illustreer je essay aan de hand van voorbeelden; voeg afbeeldingen bij. Geef minimaal drie voorbeelden. Hoe verwerk je geraadpleegde literatuur? Neem geen lange delen tekst over van andere schrijvers. Dus geen copy-paste. Het gaat erom dat je je eigen mening formuleert en belangrijke concepten in je eigen woorden vervat. Korte citaten uit de literatuur overnemen om je standpunt te verduidelijken kan wel, maar dan moet je altijd de naam van de auteur erbij vermelden. Tevens moet je alle literatuur die je hebt gebruikt in een literatuurlijst toevoegen. Gebruik hiervoor bijgevoegd document Instructies literatuurverwijzingen. M E D M E C 0 8, 2 3 / 0 4 / 0 9 8
Beoordelingscriteria 1. Kwaliteit van het essay 1. Heeft de student de juiste bronnen geraadpleegd en hier volgens internationale standaarden naar verwezen? 2. Heeft de student een heldere onderzoeksvraag geformuleerd? 3. Formuleert de student in de conclusie een antwoord op de onderzoeksvraag? 4. Is de conclusie onderbouwd door argumenten/bronnen uit het middendeel van het essay? 5. Heeft het essay een minimale omvang van 1500 woorden en een maximale omvang van 2000 woorden? 6. Is de schrijfstijl van het essay in orde? 1. Kwaliteit van de bronnenmap 1. Bestaat uit 10 eigen gemaakte samenvattingen van relevante artikelen. Hierbij geef je aan wat de essentie van het artikel is en waarom het artikel relevant is. Gebruik +/- 50 woorden. 2. Bestaat uit een inleiding met een goed inhoudelijk argument waarin je duidelijk maakt waarom je tot deze selectie van 10 artikelen bent gekomen. Kortom de eerste 10 artikelen is geen goed argument. De herkansing wordt in de 10de lesweek afgenomen. Indien dit resultaat weer onvoldoende is, dient de student de module opnieuw te volgen. - Bij een cijfer 4 aan het eind van de lesperiode, volgt een herstelmogelijkheid in de direct daaropvolgende lesperiode. Dit houdt in dat de student, direct na het bekend worden van het cijfer, individuele afspraken maakt met de begeleidende docenten over het te volgen traject. De herstelde onderdelen worden uiterlijk in de 5de lesweek van de volgende periode ingeleverd. Indien dit resultaat onvoldoende is, dient de student de module te herkansen. Maak je geen gebruik van de herkansingsmogelijkheid, dan vervalt het recht op herkansing. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken, echter uitsluitend in overleg met SLC (Studieloopbaancoach) en begeleidende docenten. M E D M E C 0 8, 2 3 / 0 4 / 0 9 9