Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen ill'l: l :líl!ll:l:!l;lľlll':ii!iľnii Nummer : R2016.122 Onderwerp : Belasting en tarievenmaatregelen 2017 Aan de raad Samenvatting Op grond van de in de financiële kaderstelling 2017 en de programmabegroting 2017 opgenomen uitgangspunten van belastingbeleid wordt de gemeenteraad voorgesteld de tarieven 2017 voor de gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten vast te stellen. Voorgesteld besluit De voorgestelde belasting en tarievenmaatregelen zijn verwerkt in bijgaande nieuwe ontwerpverordeningen met de daarbij behorende tarieventabellen. Wij stellen uw raad voor in te stemmen met het voorstel belasting en tarievenmaatregelen 2017 en de volgende verordeningen een tarieventabellen vast te stellen: a) Verordening onroerende zaakbelastingen 2017 (R2016.122a); b) Verordening afvalstoffenheffing 2017 met bijbehorende tarieventabel (R2016.122b); c) Verordening rioolheffing 2017 (R2016.122c); d) Legesverordening 2017 met bijbehorende tarieventabel (R2016.122d); e) Verordening toeristenbelasting 2017 (R2016.122e); f) Eerste wijziging Verordening BI Zone Centrum Bladel 2015 voor eigenaren (R2016.122f) g) Eerste wijziging Verordening BI Zone Centrum Bladel 2015 voor gebruikers (R2016.122g) 1. Inleiding In de Financiële Kaderstelling 2017, paragraaf III Lokale Heffingen, zijn de meerjarige uitgangspunten van het voorgenomen tarievenbeleid geformuleerd. De tarieven worden met een nagecalculeerd inflatiepercentage van 0,85 0 7o verhoogd. 2. Relevante (wettelijke) beleidskader Artikel 216 tot en met 229c van de Gemeentewet. In het raadsprogramma 2010 2014, Thema "Mens en maatschappij" wordt onder de kop "Gemeentelijke financiën" het volgende beleidsuitgangspunt genoemd: "voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht blijft het principe van 100 0 Zo kostendekking gehandhaafd, maar als bijkomend uitgangspunt wordt gehanteerd dat de totale lasten van de inwoners (afvalstoffenheffing, rioolrecht en OZB) per saldo niet meer wordt verhoogd dan met een inflatiecorrectie". 3. Relatie toekomstvisie, klimaatvisie en dorpsontwikkeling De verschillende belasting en tarievenmaatregelen leiden tot een zo gezond mogelijke financiële huishouding van de gemeente, waardoor de toekomstige ambities uit financieel oogpunt beter haalbaar zijn. 4. Doelstelling/effecten Het doel van dit advies is te komen tot belasting en tarievenmaatregelen voor 2017 die ook voor de toekomst voor een evenwichtige begroting kunnen zorgen. 5. Argumentatie ambtelijk advies A. Onroerende zaakbelastingen In de Gemeentewet wordt onder de artikelen 220 tot en met 220h beschreven dat een onroerendezaakbelasting (OZB) kan worden geheven en aan welke regels we ons moeten houden bij de heffing ervan. Team: KCC Behandelend ambtenaar: Joep van den Beuken Telefoonnummer: 0497-361636
Alle eigenaren van woningen en niet-woningen en de gebruikers van niet-woningen krijgen jaarlijks een aanslag OZB. De hoogte van deze aanslag wordt bepaald op basis van de WOZ-waarde. De waardepeildatum ten behoeve van het bepalen van de WOZ-waarde ligt één jaar voor de aanvang van het tijdvak. Hiermee volgt de WOZ-waarde jaarlijks de marktontwikkelingen. Dit levert een actuelere waarde op met kleinere waardesprongen. De belastingverschuivingen zijn daardoor ook veel gelijkmatiger. Wij hebben, op basis van informatie die de Waarderingskamer (wettelijke toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ) heeft verzameld, rekening gehouden met een gemiddelde waardeontwikkeling van 3 0 Zo voor woningen en -/- V/o voor niet-woningen. Eigenaar woning (taakveld 0.61) In 2016 was het tarief voor woningen 0,0994 o 7o van de waarde. De eigenarenaanslag OZB voor een woning met een waarde van C 300.000,- bedroeg dus 6 298,-. Met een waardeontwikkeling van 3,0 0 Zo wordt de nieuwe waarde ca. ë 309.000,-, Rekening houdend met de waardestijging en het inflatiepercentage komt het tarief voor 2017 uit 0,0973 0 /). Dit vermenigvuldigd met de nieuwe waarde van ë 309.000,- leidt tot een OZB aanslag van C 300,-. Dit is een stijging van ca. 0,67 0 /!). Eigenaar niet-woning (taakveld 0.62) In 2016 was het tarief voor eigenaren van niet-woningen 0,1561 0 ĥ van de waarde. De eigenarenaanslag OZB voor een niet woning met een waarde van C 300.000, bedroeg daarmee C 468,. Gezien de marktontwikkeling van niet woningen zullen de Woz waardes voor 2017 met 1,0 0 7o dalen. Rekening houdend met de waardedaling en het inflatiepercentage komt het tarief voor 2017 uit op 0,1590 o zó. Dit vermenigvuldigd met de nieuwe waarde van C 297.000, leidt tot een OZB aanslag van C 472,. Dit is een stijging van ca. 0,85 0 /). Gebruik niet-woning (taakveld 0.62) In 2016 was het tarief voor gebruikers van niet woningen 0,1402 0 /) van de waarde. De gebruikersaanslag OZB voor een niet woning met een waarde van C 300.000, bedroeg C 420,. Gezien de marktontwikkeling van niet woningen zullen de Woz waardes voor 2017 met 1,0 0 Zo dalen. Rekening houdend met de waardedaling en het inflatiepercentage komt het tarief voor 2017 uit 0,1428 0 /). Dit vermenigvuldigd met de nieuwe waarde van ê 297.000, leidt tot een OZB aanslag van C 424,. Dit is een stijging van ca. 0,95 0 /). De afwijkende stijgingspercentages bij het tarief voor de eigenaren woningen en gebruikers van niet woningen van respectievelijk 0,67 0 /) en 0,950/0 zijn het gevolg van afrondingen in zowel de WOZ waarde als in het te betalen bedrag aan OZB. Geraamde inkomsten 2017 Op basis van de voornoemde tarieven en verwachte WOZ waarden is de opbrengst in 2017 aan onroerende zaakbelastingen geraamd op C 4.048.000,00. De areaaluitbreiding is verwerkt in deze raming. Vergelijking tarieven Onderstaand zijn de tarieven 2016 nogmaals afgezet tegen de nieuwe tarieven voor 2017. eigenaren woningen eigenaren niet woningen gebruikers niet woningen Tarief 2016 Tarief 2017 0,0994 0 7o 0,0973 0 Zo O,1561 0 7o 0,15900/0 0,1402 o Zo 0,1428 0 Zo B. Afvalstoffenheffing Op grond van dė Wet milieubeheer hebben gemeenten een zorgplicht met betrekking tot de inzameling van huishoudelijk afval. Gemeenten zijn vrij om daar zelf invulling aan te geven. De gemeente Bladel heeft gekozen voor een diftarsysteem op basis van volume/frequentie, met als uitgangspunt "de vervuiler betaalt". In het verlengde daarvan heeft uw gemeenteraad bepaald dat de afvalstoffenheffing 100 0 7o kostendekkend moet zijn. Die heffing bestaat uit een vastrecht en een variabel recht. Het vastrecht wordt bij elke huisaansluiting in rekening gebracht, terwijl het variabel recht afhankelijk is van het volume van de minicontainers voor rest en gftafval en het aantal keren dat die containers ter lediging worden aangeboden. Daarmee kan elk huishouden zelf invloed uitoefenen op de uiteindelijke hoogte van de afvalstoffenheffing. behoort bij R2016.122 2
Manifest voor een afvalloze samenleving en Strategienota "Van afval naar grondstof in 2020" Met de regionale (SRE) ondertekening van het manifest in 2012 en de vaststelling van de strategienota in 2013 hebben Kempengemeenten de doelstelling van maximaal 5Vo restafval in 2020 als stip aan de horizon geplaatst. Daarbij wordt tevens ingezet op (sociale) werkgelegenheid en lagere afvalkosten. De weg en het tempo daar naar toe kan voor elke gemeente anders zijn, maar uiteindelijk willen de Kempengemeenten naar één uniform inzamelsysteem. Een belangrijke stap naar de doelstelling is in 2015 gezet met de invoering van diverse maatregelen: - het ledigingstarief voor restafval is sterk verhoogd; - het ledigingstarief voor gft-afval is flink verlaagd; - restafval wordt nóg maar één keer per 4 weken opgehaald; - de invoering van de PMD-zak, die elke 2 weken aan huis wordt ingezameld; Die maatregelen, waaronder het ophalen van PMD, hebben in 2015 geleid tot fors minder restafval en fors meer gft-afval. Op basis van de huidige gegevens is de verwachting dat de hoeveelheid gft in 2016 nog verder zal stijgen, terwijl de hoeveelheid restafval in 2016 toch weer met ca. 60 ton zal toenemen. Dat heeft waarschijnlijk met "gewenning" te maken. Eind 2016/begin 2017 lopen alle afvalovereenkomsten in de Kempengemeenten af. Om de afvalzameling, -sortering en -verwerking ook daarna te waarborgen, is in 2016 Kempenbreed de aanbesteding afval- en grondstoffenbeheer Kempen" (hierna: Kempische afvalaanbesteding) opgestart, onder begeleiding van het Bizob. Omdat aanvankelijk het idee bestond om alle afvaltaken onder te brengen bij één contractpartner, is daaraan voorafgaand een marktconsultatie uitgevoerd, waarbij gesproken is met 5 marktpartijen. Daaruit bleek dat het beter was om de sortering en/of vermarkting en/of verwerking van gft (in regio-verband), PMD (in Kempenverband met enkele andere regiogemeenten), textiel (in Kempenverband) en oud papier (in Kempenverband) apart aan te besteden. Die aanbestedingen lopen nog. Op de Kempische aanbesteding hebben 2 partijen ingeschreven. De contractperiode loopt 2 jaar, met twee keer de mogelijkheid om met één jaar te verlengen. Het gunningscriterium daarbij was economisch meest voordelige inschrijving (emvi) met als beoordelingscriteria: prijs (60 o Zo), dienstverlening (20 0 Zo), social return (W/o) en duurzaamheid (10 0 /)). De inschrijvingen zijn in eerste instantie onafhankelijk van elkaar, beoordeeld door de individuele beleidsmedewerkers van de 5 gemeenten, volgens de in het aanbestedingsdocument opgenomen beoordelingssystematiek en zonder op de hoogte te zijn van de inschrijfprijzen. Tijdens een plenaire bijeenkomst (waarbij ook een externe materiedeskundige aanwezig was, zijn de beoordelingspunten verstrekt aan het Bizob. Daarbij bleek dat alle gemeenten op één lijn zaten. Vervolgens heeft elke beoordelaar de eigen beoordelingsscore gemotiveerd. Pas daarna zijn de inschrijfprijzen door het Bizob bekend gemaakt. Ook daar is een beoordelingspunt aan toegekend volgens de systematiek zoals die eveneens in het aanbestedingsdocument is beschreven. Uiteindelijk bleek er tussen beide inschrijvers slechts een heel klein verschil te bestaan. Daarop is op 15-9-2016 voorlopig gegund aan de partij die economisch het meest voordeling heeft ingeschreven. Daarna trad een standstill-periode in t/m 5-10-2016. Tijdens die periode konden partijen tegen de voorlopige gunning ageren door een kort geding aan te spannen tegen de voorlopige gunning. De partij aan wie niet gegund is, heeft daarvan gebruik gemaakt door een kort geding aan te spannen, dat op 4-11-2016 dient bij de Rechtbank 's-hertogenbosch, die binnen 14 dagen uitspraak doet. Tot die tijd mogen de gemeenten geen contact hebben met de inschrijvers. Gelet op dit kort geding en de nog lopende aanbestedingen, bestaan er dus nog wat onzekerheden. Voor zover dat tarieven betreft die uit de nog lopende overige aanbestedingen moet komen, is gerekend met de tarieven 2016. Afvalbegroting 2017 Bij het opstellen van de afvalbegroting 2017 is rekening gehouden met de ervaringscijfers in 2015 en 2016. De in de programmabegroting 2016 opgenomen ramingen met betrekking tot vuilophaalen afvoer zijn bij de Najaarsnota 2016 geactualiseerd en vormen, tezamen met de uitkomsten van de nieuwe aanbestedingen de basis voor de berekening van de tarieven afvalstoffenheffing 2017. behoort bij R2016.122 3
Als gevolg van de nieuwe aanbesteding stijgen met totale kosten in 2017 ten opzichte van de ramingen in de primitieve begroting per saldo met C 59.411,- (exclusief BTW). De voornaamste mutaties betreffen: hogere inzamelkosten PMD, rest- en gft-afval hogere kosten inzameling papier, glas en kleding per saldo hogere kosten milieustraat per saldo hogere kapitaallasten wegens overname containers hogere doorberekening overheadkosten lagere verwerkingskosten rest- en gft-afval lagere kosten dienstverleningsovereenkomst Diftar (n.a.v. aanbesteding) + C 49.000,- + É 33.000,- + C 7.000,- + S 14.000,- + C 72.000, - C 55.000,- - C 60.000,- + C 60.000,- Ten opzichte van de ramingen in de primitieve begroting stijgen de baten in 2017 per saldo metc 110.500,-, te weten: hogere inzamelvergoeding PMD + C 60.000, hogere inzamelvergoeding glas en kleding + C 30.000, hogere vergoeding vermarketing plastic en restmateriaal + C 35.000, lagere beschikking egalisatievoorziening afvalstoffenheffing - C 70.000, lagere opbrengsten oud papier en vergoedingen papier en glas - C 15.000, lagere bijdrage Reusel - de Mierden ín kosten milieustraat - C 15.000, hogere opbrengst afvalstoffenheffing (verzamelpost) + C 85.500,- Voorziening egalisatie afvalstoffenheffing Conform bestaand beleid wordt de omvang van de voorziening, voor zover een maximumomvang van C 50.000 wordt overschreden, in een periode van 3 jaar verrekend door een verlaging van het tarief voor de afvalstoffenheffing. De omvang van de overschrijding zal aan de burger teruggegeven worden in de vorm van een verlaging van het vastrecht afvalstoffenheffing. Het saldo van de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing bedroeg per 1-1-2016 C 180.138,- als gevolg van een onderdekking van de afvalstoffenheffing in 2015 van C 139.364,-. Vanwege de stijging van de variabele tarieven 2016 en ter verlaging van de lastendruk van de afvalstoffenheffing is bij de vaststelling van de belasting- en tarievenmaatregelen 2016 besloten een extra bedrag van ë 100.000,00 aan de voorziening te onttrekken. Hiermee werd de kostenstijging in 2016 met circa C 12,27 beperkt en kon het tarief vastrecht worden verlaagd van C 73,36 tot C 61,10. Rekening houdend met een geraamde onttrekking in 2016 van ê 223.030,- zal naar verwachting per 1-1-2017 een negatief saldo ontstaan van C 42.892,-. Dit saldo zal in 2017 weer aangezuiverd moeten worden tot C 0,- door een verhoging van de opbrengst afvalstoffenheffing en zal vervolgens leiden tot een (extra) verhoging van het vastrecht afvalstoffenheffing. Financiële mutaties De financiële mutaties van baten en lasten zoals hiervoor omschreven zullen worden verwerkt in de 1e wijziging van de begroting 2017. Deze mutaties zijn per saldo budgettair neutraal. Opbrengst afvalstoffenheffing 2017 De totale geraamde lasten met betrekking tot vuilophaal- en afvoer worden voor het jaar 2017 geraamd op 6 2.096.294,- inclusief BTW. De totale baten worden geraamd op ë 881.300,-. Rekening houdend met de aan te zuiveren voorziening egalisatie afvalstoffenheffing met C 42.892,- en het uitgangspunt van het diftar-beleid in de Kempengemeenten dat de totale netto afvalkosten voor 100 o 7o gedekt moeten worden door de inkomsten uit de afvalstoffenheffing, bedraagt de netto te realiseren opbrengst afvalstoffenheffing voor het jaar 2017 C 1.257.886.-. Ten behoeve van de berekening van de tarieven wordt de te realiseren opbrengst 2017 als volgt gesplitst: - vaste kosten C 759.046, - variabele kosten C 498.840,- Totaal C 1.257.886,- + C 110.500,- behoortbij R2016.122 4
Vastrecht 2017 Het tarief vastrecht 2017 bedraagt alsdan 6 759.046,-: 8.200 aansluitingen = C 92,52 (afgerond ter bepaling van een tarief per maand). In 2016 bedroeg het (geëgaliseerde) tarief vastrecht ê 61,10. De stijging ten opzichte van het jaar 2016 ad C 31,42 is met name het gevolg van het feit dat niet meer kan worden beschikt over een jaarlijkse bijdrage uit voorziening egalisatie afvalstoffenheffing. In 2015 en 2016 bedroegen deze bijdragen nog resp. circa C 17,- en C 27,- per aansluiting. In 2017 wordt het vastrecht vervolgens nog met een extra bedrag van circa C 5,- per aansluiting verhoogd ter aanzuivering van het geraamde tekort van de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing. Variabele tarieven 2017 Op basis van de geactualiseerde begrotingscijfers en rekening houdend met de ervaringscijfers 2015 en 2016 worden de variabele kosten voor het jaar 2017 geraamd op C 498.840,-. Ten opzichte van de raming voor 2016 betekent dit een verlaging van circa C 81.000,- als gevolg van met name lagere verwerkingskosten restafval. Daarnaast wordt voor het jaar 2017 rekening gehouden met een verdere daling van het totaal aantal ledigingen tot 70.500 (raming 2016: 72.500). De doorberekening van deze variabele kosten op basis van 70.500 ledigingen en 100 o Zo kostendekking op de in 2016 gedifferentieerde tarieven in de verhouding 10 (restafval): 1 (gft-afval) leidt dan tot de volgende variabele tarieven voor het jaar 2017: 2016 2017-25 liter emmer (RST) C 4,51 C 4,10-80 liter container (RST) C 8,73 C 7,94-140 liter container (RST) C 13,32 C12.12-240 liter container (RST) 6 20,97 C 19,08-30 liter tarief zak (RST) C 3,33 C 3,03-25 liter emmer (GFT) ê 0,81 ê 0,74-80 liter container (GFT) C 1,01 C 0,92-140 liter container (GFT) C 1,33 C 1,21-240 liter container (GFT) C 1,78 ê 1,62 - ondergrondse containers C 6,66 C 6,06 - tariefzak 30 liter C 3,33 C 3,03 Poorttarieven milieustraat De milieustraat Bladel is een brengvoorziening voor grof huishoudelijk afval, afkomstig uit de gemeenten Bladel en Reusel-De Mierden. De kosten van de milieustraat houden voor twee derde verband met de opslagfase (de huur van de milieustraat, het beheer en het personeel). De overige kosten hebben betrekking op het transport en de verwerking van de aldaar aangeboden afvalstromen. Voor zover die kosten niet gedekt worden door de inkomsten via de poorttarieven, zijn deze opgenomen in het vastrecht van de afvalstoffenheffing en dus betaalt iedereen daar aan mee, ook diegenen die nooit van deze brengvoorziening gebruik maken. Tot 2015 waren de poorttarieven van Bladel en Reusel-De Mierden gelijk. De huidige poorttarieven zijn tot stand gekomen door amendering door de gemeenteraad bij de vaststelling van de belastingen tarievenmaatregelen voor het jaar 2015. Deze tarieven wijken af van de door de gemeente Reusel-De Mierden vastgestelde tarieven voor dezelfde milieustraat, hetgeen de nodige discussies oplevert aan de poort van de milieustraat. Bladel heft meer bij het brengen van groenafval en Reusel-De Mierden is enigszins duurder bij het brengen van rest- en bouwafval. Beide gemeenten streven weer naar gelijke poorttarieven in 2017, waarbij is uitgegaan van de poorttarieven zoals Reusel-De Mierden die in 2016 hanteerde. De lagere tarieven voor blad, gras en snoeihout van Reusel-De Mierden passen in de stelling van de indieners van het amendement dat die stromen niet vervuilend zijn en dat voor die categorie het uitgangspunt "de vervuiler betaalt", in sterk verminderde mate opgaat. De poorttarieven voor grof restafval, en bouw- en sloopafval vallen wel onder het motto "de vervuiler betaalt" en om die reden kunnen daar objectief gezien ook hogere tarieven voor gelden. Daarbij merken wij op dat het gewenst is om voor dat afval een poorttarief vast te stellen tot 0,5 m 3, zodat mensen met slechts een kleine hoeveelheid afval niet voor een hele m3 hoeven te betalen. C. (Verbrede) rioolheffing Gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp) 2015-2020 De aanleg en beheer van riolering is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet Milieubeheer (Wm). Op grond van artikel 4.22 van de Wm is een gemeente verplicht een Gemeenbehoortbij R2016.122 5
telijk RioleringsPlan GRP (een beleidsmatig en strategisch plan voor de aanleg en het beheer van de gemeentelijke riolering) op te stellen. In 2015 is er een nieuw Gemeentelijk RioleringsPlan voor de jaren 2015-2020 door uw raad vastgesteld. De beleidskeuzes zijn uitgewerkt in het GRP 2015 2020 met het bij- behorende maatregelprogramma en financiering. De dekking van de rioleringszorg verloopt via de rioolheffing, waarbij het beleidsuitgangspunt geldt van volledige kostendekkendheid. De benodigde inkomsten worden omgeslagen naar inwoners en bedrijven via een rioolheffingstarief. Naar aanleiding van het nieuwe geactualiseerde GRP 2015 2020 heeft uw raad op 12 mei 2016 besloten een nieuwe heffingsmethodiek als uitgangspunt te willen hanteren voor de vast te stellen Verordening op de heffing en invordering van een rioolheffing met ingang van het belastingjaar 2017, waarbij: woningen een vastrecht betalen op basis van de gezinssamenstelling, en gedifferentieerd wordt naar éénpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens; agrarische objecten, dan wel combinaties van woningen met agrarische gedeelten die in hoofdzaak als niet-woning dienen te worden aangemerkt, een vastrecht betalen; niet-woningen op basis van een staffeling van het verbruik betalen, waarbij de staffeling begint met een verbruik tussen 0 en 50 m3. Op basis van de gewijzigde BBV-voorschriften is de rentetoerekening aangepast. Dit geldt ook voor de in het GRP 2015-2020 opgenomen kapitaallasten. Tot 2017 werden de rentelasten doorberekend tegen een vast rentepercentage van 4 0 Zo. Vanaf 2017 moet dit percentage meer afgestemd worden op de werkelijke (lagere) rentelasten. Als gevolg van de gewijzigde BBV-voorschriften is de financiering van het GRP 2015-2020 opnieuw doorberekend en waar nodig geactualiseerd. De te realiseren opbrengst rioolheffing 2017 kan als gevolg hiervan naar beneden worden bijgesteld tot een totaalbedrag van 6 2.233.195,-. Op basis van deze opbrengst en de uitgangspunten van het raadsbesluit van 12 mei 2016 kunnen de eerder gepresenteerde tarieven rioolheffing 2017 als volgt neerwaarts worden bijgesteld: Categorie Berekening oud* (2016) Oud tarief (2016) Nieuw tarief (2017) Aantal Berekening nieuw 1 -persoonshuishoudens 2178 50 m 3 x 6 2,09 6104,50 6 96,00 Vast bedrag Meerpersoonshuishoudens 5952 2,5x50 m 3 x6 2,09 6 261,25 6 240,00 Vast bedrag Agrarische objecten 161 300 m 3 xê 2,09 6 627,00 6 576,00 Vast bedrag Overige niet-woningen - Verbruik 0-50 m 3 281 18 m 3 x6 2,09 6 37,62 6 96,00 Staffeling -Staffel 51-300 336 144 m 3 x6 2,09 6 300,96 6 345,00 Staffeling - Staffel 301-750 107 470 m 3 x6 2,09 6 992,30 6 900,00 Staffeling -Staffel 751-1500 32 1.002 m 3 x6 2,09 6 2.094,18 6 1.750,00 Staffeling -Staffel 1501-5000 22 3.680 m 3 x6 2,09 6 5.601,20 6 4.500,00 Staffeling -Staffel 5001-15.000 5 7.063 m 3 x6 2,09 6 14.761,67 6 9.500,00 Staffeling -Staffel 15.001-30.000 0 - Niet bekend** 6 27.500,00 Staffeling - Staffel 30.001 en/of meer 1 Maximum bedrag 6 67.500,00 6 60.000,00 Staffeling Verwachte totaalopbrengst 6 2.233.195 * Berekening oud is gebaseerd op het werkelijk gemiddelde verbruik binnen de desbetreffende staffeling. ** Binnen deze categorie bevinden zich momenteel geen objecten. De structureel lagere opbrengsten rioolheffing zijn reeds verwerkt in het meerjarig begrotingsresultaat zoals gepresenteerd in de begroting 2017 en meerjarenraming 2018-2020. De aanslagen afvalstoffen- en rioolheffing 2017 gaat de gemeente in eigen beheer opleggen en invorderen. Deze ontwikkeling wordt de komende tijd uitgebreid gecommuniceerd met de inwoners. Andere tariefdifferentiatie In de raadsvergadering van 12 mei 2016 is door uw raad gevraagd of er andere tariefdifferentiaties mogelijk zijn, zodat bij met name de agrarische objecten meer op basis van het gebruik wordt gebehoort bij R2016.122 6
heven. Aan het raadsvoorstel is derhalve een bijlage gevoegd waarin verschillende opties zijn weergegeven ten aanzien van de tariefdifferentiatie. Vanwege de invoering van het nieuwe systeem voor de rioolheffing en het feit dat de heffing en invordering in eigen hand worden genomen in plaats van het uit te besteden aan Brabant Water, is het voor 2017 niet mogelijk over te stappen op een nieuwe tariefdifferentiatie. In een later jaar bestaat deze mogelijkheid echter wel. D. Leges Voor het behandelen van een aanvraag voor een vergunning kunnen op grond van de Gemeentewet (artikel 229b) leges geheven worden. Leges hebben het karakter van een retributie. De hoogte van de tarieven moeten zodanig worden vastgesteld dat de geraamde baten van de leges niet uitgaan boven de geraamde lasten. Voor de toetsing aan deze opbrengstennorm mogen gemeenten op dit moment kijken naar de baten en lasten per afzonderlijke dienst of per samenhangende groep van diensten. De groepen van samenhangende diensten zijn verzameld binnen de 3 verschillende titels van de tarieventabel behorende bij de legesverordening. Binnen titel 3 van de tarieventabel zijn de groepen van samenhangende diensten verder gespecificeerd per hoofdstuk, waardoor hier de opbrengstennorm op hoofdstukniveau beoordeeld moet worden. Dit geldt niet voor de titels 1 en 2. De tarieven in de tarieventabel 2017 zijn verhoogd met de nagecalculeerde inflatiecorrectie van 0,85 0 Zo, waarbij afronding heeft plaatsgevonden. In het geval dat in het tarief rijksleges zijn verdisconteerd of enkel uit rijksleges bestaan, is het volledige bedrag aan rijksleges gehanteerd. Ook de leges die bestaan uit advieskosten van andere partijen zijn aangepast aan de prijzen die de betreffende partijen aan de gemeente Bladel doorrekenen. Hierbij kan de stijging hoger of lager zijn dan het inflatiepercentage van 0,85 0 /). Daarnaast zijn enkele redactionele wijzigingen doorgevoerd. Reisdocumenten en rijbewijzen De tarieven van de reisdocumenten zijn voor 2017 iets verhoogd. Het betreft hier maximumtarieven die door de rijksoverheid zijn vastgesteld. De tarieven voor rijbewijzen blijven gelijk aan die van 2016. Kansspelen De tarieven zijn ten opzichte van 2016 zijn enigszins gewijzigd omdat hier sprake is van wettelijke tarieven. Kabels en Leidingen Vanuit de MRE is het advies gekomen de leges voor Kabels en Leidingen voor 2017 te verhogen met 1,05 0 7o. Verplicht advies Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB Leges zijn op verzoek vakafdeling verhoogd van C 640,00 naar C 660,00 onder verwijzing naar het document 15ik.07049. Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit Leges horende bij artikel 2.3.3.3 worden voor 2017 gelijk gesteld aan tarief genoemd in 2.3.4, C 4.960,00. Harmonisatie legestarieven VTH De afdeling VTH heeft aangegeven diverse legestarieven te willen harmoniseren. Voor dezelfde werkzaamheden binnen VTH worden nu voor de verschillende gemeenten ook verschillende tarieven gehanteerd. Aangezien alle gemeenten een 100 0 Zo kostendekkende legesverordening nastreven en de werkwijze van VTH voor elke gemeente gelijk is, ligt het ook in de rede om de betreffende tarieven gelijk te trekken. Het betreft de volgende producten en bijbehorende oude en nieuwe tarieven. behoort bij R2016.122 7
Legesartikel Bladel Eersel Oirschot Reusel-De Voorstel Mierden 2017 Wabo, activiteit Bouw, C 178,- C 199,- C 192,90 C 196,50 6197,50 basisbedrag Wabo, activiteit Bouw, 6 6 24,50/m 2 6 C 24,50/m 2 6 24,75/m 2 woningen (nieuwbouw) 22,50/m 2 33,60/m 2 + staffel * staffel 6 6 17,50/m 2 27,65/m 2 6 4,55/m 2 Wabo, activiteit Bouw, 6 6 26,00/m 2 6 C 26,00/m 2 6 26,25/m 2 woningen (uitbreidingen) 25,50/m 2 33,60/m 2 + staffel 27,65/m 2 6 4,55/m 2 Wabo, activiteit Bouw, 6 9,-Zm 2 6 9,50/m 2 6 7,45/m 2 «9,50/m 2 6 9,50/m 2 bedrijfshal * staffel Wabo, activiteit Bouw, 6 6,50/m 2 6 7,75/m 2 Ca. 610,- C 5,50/m 2 6 7,25/m 2 stallen /m 2 (staffel) Wabo, vooroverleg 6 89,25 Gratis 6 192,90 Gratis Gratis Wabo, kappen 6 14,85 6 82,- 6 279,40 C82,- 6 85,- Verschil met Oirschot handhaven Wabo, aanleggen 6 160,85 6 693,- C 603,80 C693,- 6 675,- Drank- en Horecavergun- 6169,- 6 520,- 6 326,95 «520,- 6 500,- ning Ontheffing Drank- en Ho- 6 18,20 6 23,75 C 60,85 C65,- 6 40,- recawet (art. 35) Evenementenvergunning Gratis 6 6.157,- C 235,65 C 2.335,- Verschillen (grootschalig/hoog risico handhaven 9) Evenementenvergunning Gratis Gratis C 235,65 6 331,- Verschillen (grootschalig/hoog risico handhaven 7-8) Evenementenvergunning Gratis Gratis «59,10 Gratis Verschillen (kleinschalig) handhaven Standplaatsvergunning 614,45 6 197,50 C 88,45 C 195,- 6 197,50 (één dag) Exploitatievergunning 6 89,25 6 197,50 ë 266,55 6 215,- 6 197,50 (overig) (overig) Leges archeologie De leges ten aanzien van archeologisch (voor)onderzoek dienen geëvalueerd te worden. Vanwege een personele wijziging heeft deze evaluatie nog niet correct kunnen plaatsvinden. Op korte termijn wordt deze evaluatie alsnog uitgevoerd. Zonodig worden de daaruit voortvloeiende wijzigingen middels een wijziging op de verordening aan uw raad voorgelegd. E. Toeristenbelasting De toeristenbelasting wordt in de gemeente Bladel geheven op basis van het aantal nachten per persoon dat binnen de gemeente wordt verbleven. Voor belastingjaar 2016 werd het tarief voor vaste onderkomens vastgesteld op 6 1,35 en voor mobiele en overige onderkomens op 6 1,25. Middels raadsbesluit R2012.026y is vastgesteld de huidige methodiek van heffen, een bedrag per persoon per overnachting, te handhaven. Daarnaast is in het raadsprogramma, vastgesteld op 25 september 2014, aangegeven dat voor de komende vier jaren een stapsgewijze verhoging van de toeristenbelasting wordt toegepast van 2,8 0 Zo per jaar. Het tarief voor de toeristenbelasting komt daarmee voor 2017 uit op 6 1,42. behoort bij R2016.122 8
Op basis van het voornoemde besluit en rekening houdende met de afspraken tot een gedifferentieerd tarief tussen de vaste en mobiele onderkomens, wordt nu voorgesteld de tarieven voor belastingjaar 2017 vast te stellen op de volgende bedragen: - (vaste) vakantieonderkomens: ë 1,42 - mobiele vakantieonderkomens: ê 1,32 Uitgaande van een gemiddelde van 600.000 overnachtingen in vaste vakantieonderkomens en 140.000 overnachtingen in mobiele onderkomens, komen de opbrengsten hiermee op een bedrag van «1.037.000,00. F. Bedrijveninvesteringszone De verordeningen BI Zone centrum Bladel 2015 voor eigenaren en gebruikers zijn op enkele punten redactioneel gewijzigd in verband met enkele aanpassingen in de modelverordeningen van de VNG. Beide verordeningen zijn aangemerkt als een wijzigingsverordeningen omdat de tarieven ongewijzigd zijn gebleven. G. Lokale lastendruk 2017 per huishouden In onderstaand overzicht vindt u een indicatie van de ontwikkeling van de tarieven 2017 ten opzichte van 2016. Hierbij wordt uitgegaan van een ééngezinswoning (in eigendom) met een gemiddelde waarde van ê 263.000 in 2016 en C 270.000 in 2017. In totaliteit stijgt de totale lastendruk met gemiddeld ê 4,45 per huishouden ten opzichte van het jaar 2016. Dit komt neer op circa 0,68 o 7o. Tarief 2016 Tarief 2017 Onroerende-zaakbelastingen 1 6 261,00 C 262,00 - eigenarengedeelte Afvalstoffenheffing (op basis van 11 ledigingen in 2017)^ e 135,68 C 160,38 Rioolheffing 3 6 261,25 6 240,00 Totaal per huishouden C 657,93 G 662,38 1 verhoging op basis van een nagecalculeerd inflatiecorrectie van 0,85 0 A in 2017. 2 een gemiddeld gezin betaalt in 2017 C 92,52 (vastrecht) en gemiddeld 6 ledigingen (140 liter groen) à C 1,21 en gemiddeld 5 ledigingen (140 liter grijs) à C 12,12 (2016: respectievelijk «61,10, C 1,33 en C 13,32). 3 een gemiddeld gezin betaalt in 2017 voor een meerpersoonshuishouden fi 240,00. In 2016 bedroeg een gemiddeld gezin 2,5 personen, de gemiddelde afname 50 m 3 per persoon en de prijs g 2,09 per afgenomen m 3 water. 6. Alternatieven Er is geen alternatief voorstel. 7. Financiën De financiële mutaties van de genoemde voorstellen zullen worden verwerkt in de begroting 2017. 8. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan deze voorstellen. 9. Communicatie en participatie De nieuwe verordeningen worden gepubliceerd in de Kempenaer en op de website van mijnoverheid.nl. Daarnaast zal een algemeen stuk over de belasting- en tarievenmaatregelen in combinatie met de lastendruk worden geplaatst in de Kempenaer. behoort bij R2016.122 9
10. Planning Bij vaststelling van de bijgevoegde conceptverordeningen en tarieventabellen gaan deze in met ingang van 1 januari 2017. Bladel, 1 november 2016 rğerneegţejv- Buŗgëfneesteŗ^n wethouders van Bladel, dė secretaris de wn C. l 7 L Bijlage(n) a. Verordening onroerende-zaakbelastingen 2017; b. Verordening afvalstoffenheffing 2017 met bijbehorende tarieventabel; c. Verordening rioolheffing 2017; d. Legesverordening 2017 met bijbehorende tarieventabel; e. Verordening toeristenbelasting 2017; f. Oude en nieuwe tekst Legesverordening en tarieventabel 2017 g. Eerste wijziging Verordening BI Zone Centrum Bladel 2015 voor eigenaren h. Eerste wijziging Verordening BI Zone Centrum Bladel 2015 voor gebruikers i. Mogelijke tariefdifferentiatie rioolheffing behoort bij R2016.122