^Echt-Susteren. Raadsinformatiebrief. BBV. nr Datum B&W-vergadering Portefeuillehouder(s) G.H.C. Frische

Vergelijkbare documenten
B&W Vergadering. 3. Aanpak Social Return 3.0. voor de bouwsector per 1 november 2016 toe te passen bij alle

Social Return bij inkoop en aanbesteding Regio Midden-Limburg 2016 e.v.

Beleidsnotitie social return bij inkoop. Zaanstreek-Waterland. Een integraal beleidsdocument van de gemeenten in de regio Zaanstreek Waterland

Beleidsnotitie social return bij inkoopzaanstreek-waterland. Een integraal beleidsdocument van de gemeenten in de regio Zaanstreek Waterland

Convenant Social Return. Midden Limburg

Convenant 'Social Return - duurzaam opleiden'

Intentieverklaring. Initiatiefnemers:


Uitvoeringsprotocol social return. Zaanstreek-Waterland

Uitvoeringsprotocol Social Return Zaanstreek-Waterland

Inleiding. Beleidskader en protocol SROI

Uitvoeringsprotocol social return. Zaanstreek-Waterland

Notitie Social Return on Investment Alphen aan den Rijn

gemeentebestuur VERZONDEN Afdeling Werk en Welzijn datum 26 juni 2015 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk

Uitvoeringsprotocol social return Zaanstreek-Waterland

Bijlage 1. Concept convenant leerlingbouwplaatsen.

CONVENANT WERKEN AAN VAKMANSCHAP. In de Provincie Limburg

Raadsbrief social return en verdringing

SROI Social Return On Investment. TOOLKIT SROI voor alle gemeenten in regio Noord-Holland Noord

SROI Social Return On Investment. TOOLKIT SROI voor alle gemeenten in regio Noord-Holland Noord

Protocol Sociaal Rendement bij inkoop Gemeente Purmerend

Sociaal rendement Zaanstreek-Waterland. 24 september 2013

Regionaal beleid SROI Twente

Maatregelen SROI. Gemeente Veenendaal Juni 2015

Oostzaan Buiten gewoon

Nota Social Return on Investment in Helmond. Helmond, april 2013

Social Return paragraaf Deze volgende tekst is onderdeel van de EA WMO Hulpmiddelen

Uitvoeringsregels Social Return bij opdrachtverlening. Provincie Noord-Brabant

CONVENANT. Leerlingbouwplaatsen Rijnstreek. Alphen aan den Rijn, Jacobswoude, Nieuwkoop, Rijnwoude. 1 april april Gemeente Nieuwkoop

Social return bij Gemeente Zaanstad

Addendum Social Return op Nota inkoopbeleid 2008 behorende bij raadbesluit van 18 juni 2012

CONCEPT SROI-BELEID PROVINCIE UTRECHT

SOCIAL RETURN VERPLICHTING

Stappenplan Social Return

SAMEN, VOOR ELKAAR. Handleiding Social Return voor zorgaanbieders

Bijlage Social return

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Regionale Bestektekst Social Return on Investment 1. Regionale Bestektekst Social Return on Investment

Regionale Bestektekst Social Return on Investment

CONCEPT CONVENANT. Bouwen én opleiden!

Social Return achtergrondinformatie

Jaap Peelen. Business Manager Tender support. In de praktijk aanbestedingen winnen met SROI

Voorwaarden Social Return. 1 januari 2017

Stedelijk Projectbureau Social Return

Social return in Utrecht

Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland. Versie 1 Juli 2016

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Bijlage C: Social return

Stedelijk Projectbureau Social Return

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

1. Onderwerp Leerlingbouwplaatsen/Social Return on Investment in Holland Rijnland 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland

Voorwaarden social return

Informatiesessie SROI regio NHN. Raadzaal Heerhugowaard

4 juli juni 2019 Samenleving S. de Roy van Zuidewijn 605. Arbeidsparticipatie mei 2019

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Flevoland

Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) Stichting PSO-Nederland

Beleids- en uitvoeringsregels social return gemeente s-hertogenbosch 2018

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie. Onderwerp 5% Regeling / Contract Compliance

Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen MVI

3. Uitgangspunten SROI gemeente Nieuwegein

VERGADERING VAN DE REGIORAAD

VOORSTEL BELEID SOCIAL RETURN ON INVESTMENT

BIJLAGE 7 Nadere toelichting en begrippenlijst Social Return

BIJLAGE 2: Beleids- en uitvoeringsregels Social Return gemeente Boxtel (versie december 2017)

Beleidskaders Participatiewet

Social Return. Hier komt tekst. Programma. 5 pijlers Utrechts Inkoopbeleid: Waar(-de) voor ons geld!

Memo. Gemeenteraad. College. Overweging

Handleiding Social Return on investment

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Generieke voorwaarden social return. 1 januari 2015

Aanpak. Social Return

Wat houdt de Participatiewet in?

Transvorm Actueel. Social Return on Investment - tegenprestaties onder de loep. woensdag 17 juni 2015

Juli What is your Social Return On Investment van de gemeente Vianen juli 2014

SOCIAL RETURN ROTTERDAM

Participatiewet. Hoe kunt u werk bieden aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking?

Beleids- en uitvoeringsregels social return 3.0 gemeente Boxmeer 2018

Inbesteding en Social Return Gemeente s-hertogenbosch. NVRD themadag 5 april 2012

Voorbeeld samenwerkingscontract tussen werkgever en gemeente

Overheidsbemoeienis versus maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wat betekent deze wet voor u als werkgever?

Werkt voor werkgevers. Social Return On Investment. baanbrekenddrechtsteden.nl

Motie deel a: Opnemen van Social Return in het aanbestedings- en inkoopbeleid.

Social Return in Groningen

Handleiding Social Return bij de provincie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Deel I Introductie Recente ontwikkelingen Uitdagingen Best practices Koffiepauze Deel II Discussie aan de hand van stellingen

Bijlage 8: Social Return On Investment (SROI)

Unieke Achterhoekers aan het werk? Doet u ook mee? Hans Bakker & Evert Jan Hamer Namens Werkbedrijf Achterhoek 10 december 2015

Plan van aanpak social return. Gemeente Gouda

Prestatieladder Sociale Ondernemen. Aanvang 9.45 uur. Welkom!

Jaarplan 2014 Werkgeversservicepunt 033

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Rijk van Nijmegen

Aanleiding Achtergrond

Beslisdocument college van Peel en Maas

Infra Deal Zuid-Holland

Een nieuwe taak voor gemeenten

Platform 31 Conferentie Ruimte voor Ondernemerschap Workshop Aanbesteden 28 november MKB-vriendelijk aanbesteden en Social Return

Roadshow CUMELA Nederland

Transcriptie:

Geme ^Echt-Susteren Raadsinformatiebrief 1 1 1 2 2 BBV. nr. 509005 Datum B&W-vergadering 1-11-2016 Portefeuillehouder(s) G.H.C. Frische Onderwerp Social Return 2016 e.v. Samenvatting Met deze brief willen we uw raad informeren over de nieuwe regionale uitvoeringsafspraken Social Return. Daarnaast informeren we uw raad over een convenant met de bouwsector om het te kort aan vakmensen in deze sector te verkleinen. Financiële consequenties Niet van toepassing. Juridische consequenties Bij een aanbesteding boven de Europese aanbestedingsdrempel mag een gemeente juridisch gezien niet discrimineren. Dat betekent dat de opdrachtnemer vrij is om Social Return met mensen uit bijvoorbeeld de eigen vestigingsplaats in te vullen. We kunnen dit ondervangen door bedrijven ondersteuning te bieden bij het vinden van geschikte kandidaten vanuit ons Werkgeversservicepunt. Voor aanbestedingen binnen de sector bouw wordt de verplichting opgenomen de Social Return verplichting in te vullen door inzet van een leerling bouwplaats. Opleider Bouwmensen ondersteunt opdrachtnemer bij de invulling van deze verplichting. Achtergrond / geschiedenis De Midden-Limburgse gemeenten hebben in 2012 een module Social Return binnen het inkoopbeleid opgenomen. Echter deze is sindsdien niet geactualiseerd en wordt in veel gevallen nog onvoldoende " verzilverd" omdat er onder andere te weinig speelruimte binnen de voorwaarden van Social Return is opgenomen voor de opdrachtnemer om er op een creatieve manier invulling aan te kunnen geven. Deze ervaringen en de wetenschap dat arbeidsparticipatie in deze tijd hoog op de agenda staat heeft geleid tot een herontwerp van de uitvoeringsafspraken Social Return. Deze zijn uitgewerkt in de uitvoeringsnotitie Social Return 2016 e.v. Pagina 1 van 3-511122

Toelichting Voornaamste wijzigingen in de uitvoeringsafspraken Social Return zijn: 1. Bouwblokkensystematiek voor de invulling van de Social Return verplichting met als doel om duurzaamheid te bevorderen en opdrachtnemers de kans te bieden om zo creatief mogelijk tot invulling te komen van de Social Return verplichting. 2. Bij inkoop zal er expliciet overwogen worden om een opdracht voor te behouden aan het SW-bedrijf. 3. Social Return is verbonden met de quotumwet en banenafspraak. 4. Een Social Return aanpak op maat voor de bouwsector. Bouwblokken Bij de invulling van de Social Return verplichting door middel van werkgelegenheid of een andere maatschappelijk verantwoorde invulling wordt gerekend met normbedragen volgens het zogenaamde 'bouwblokkenmodel Midden-Limburg'. Dit model kwantificeert de inspanningen die opdrachtnemer doet in het kader van Social Return en biedt ruimte om de verplichting op een andere creatieve wijze in te vullen als het niet mogelijk is werkgelegenheid te creëren. SW-bedriif Het beleid van Westrom is erop gericht mensen zo veel als mogelijk te laten werken in een regulier bedrijf (al dan niet met extra begeleiding). We gaan bij inkoop en aanbestedingen (in de marktverkenningsfase) expliciet overwegen een opdracht voor te behouden aan Westrom. Social Return en de quotumwet en banenafspraak De quotumregeling van kabinet en sociale partners richt zich specifiek op de arbeidsinschakeling van mensen met een arbeidsbeperking. Een bedrijf dat via de inzet van personen met een arbeidsbeperking welke opgenomen zijn in het doelgroepenregister invulling geeft aan 'onze' Social Return-eis mag dat resultaat mogelijk meetellen voor de quotumregeling. We zullen bedrijven actief adviseren en ondersteunen om bij de invulling van de Social Return verplichting de mogelijkheden tot het creëren van een arbeidsplaats voor personen ingeschreven in het doelgroepenregister optimaal te benutten. Social Return en de bouwsector Social Return wordt voornamelijk ingezet in de bouw- en infrasector. Een sector die het sinds 2008 zwaar heeft gehad vanwege de economische crisis. Nu voor het eerst in jaren de werkgelegenheid in de bouw weer groeit, ontstaat er door vergrijzing en ontgroening in snel tempo een groot tekort aan goed opgeleide vakmensen. De bouw is echter uit de gratie bij jongeren, waardoor er momenteel landelijk ongeveer 2000 leerlingen te kort zijn in deze sector. Naar verwachting gaat de komende 5 jaar in Limburg ook nog eens ca 20% van de beroepsbevolking in deze sector uittreden waardoor het tekort aan vakmensen schrijnend wordt. Door het verwezenlijken van leerling(bouw)plaatsen als invulling van de Social Return verplichting wordt bedrijven de mogelijkheid geboden deze tekorten te verkleinen. Aanpak Social Return bouwsector: Jaarlijks brengt de regio Midden-Limburg hun inkoopvolume voor infra- en bouwwerken in kaart. Hiervan wordt 5% door de opdrachtnemer ingezet als invulling van de Social Return verplichting. Deze verplichting wordt jaarlijks in samenwerking met Bouwmensen Limburg (landelijk opleider voor de bouwsector) gekwantificeerd tot een aantal opleidingsplaatsen voor de regio. De opleidingsplaatsen worden voor 80% gevuld door zij-instromers; uitkeringsgerechtigden, (ex)pro en VSO Leerlingen (doelgroep banenafspraak), en werkloos en werkzoekende jongeren uit de regio Midden-Limburg. De overige 20% aan Social Return verplichting wordt ingevuld door inzet van reguliere leerlingen. Bij uitvoering van de werken worden deze leerlingen ingezet voor de invulling van de Social Return verplichting. Tussentijds worden zij door Bouwmensen bij andere bedrijven ingezet om hun leer-werktraject op MBO niveau 1 of 2 af te kunnen ronden. Hierdoor zijn kandidaten verzekerd van een duurzame toekomst en de sector is verzekerd van nieuwe instroom van vakmensen. Pagina 2 van 3-511122

Om voldoende draagvlak te creëren bij alle betrokken partijen en de benodigde aandacht te krijgen voor het inzetten van deze vorm van Social Return, is er het convenant 'Social Return - duurzaam opleiden' opgesteld. De partijen bij het convenant zijn de gemeenten in de regio Midden-Limburg, Provincie Limburg, Bouwmensen Limburg, Bouwend Nederland en Wonen Limburg. Het convenant wordt op de schaal van Midden-Limburg aangegaan voor de periode 16 november 2016 tot 1 januari 2018 en leidt op basis van het inkoopvolume van de deelnemende partijen in deze periode tot maximaal 39 extra leer-werkplekken in de bouwsector. Komende periode zal er met betrekking tot dit thema dan ook veel ruimte zijn voor communicatie, afstemming en evaluatie zowel met de interne organisatie als met marktpartijen. De navolgende documenten liggen voor u op de gebruikelijke wijze ter inzage. 1. Uitvoeringsnotitie Social Return 2016 e.v. 2. Convenant 'Social Return - duurzaam opleiden' Burgemeestepen^ethouders van Echt-Susteren drs. G.W.T. van Balkom secretaris J. Hessels Pagina 3 van 3-511122

Social Return bij inkoop en aanbesteding Regio Midden-Limburg 2016 e.v.

Notitie social return bij inkoop Midden-Limburg Een integraal beleidsdocument van de gemeenten in de regio Midden-Limburg Inleiding Het uitgangspunt dat mensen zoveel mogelijk in reguliere banen bij reguliere werkgevers werken, wordt in de samenleving breed onderschreven. Er is immers een dringende noodzaak dat iedereen die kan werken aan de slag gaat. Door de vergrijzing en de ontgroening neemt de totale beroepsbevolking in Nederland af, waardoor er op termijn, ondanks de huidige crisis, krapte ontstaat op de arbeidsmarkt. Om deze reden richt het overheidsbeleid zich op het verhogen van de arbeidsparticipatie en het bevorderen van de arbeidsontwikkeling. Met name mensen die nu nog aan de kant staan, moeten meer kansen krijgen om mee te doen en om zelf in hun levensonderhoud te voorzien. Ook in de gemeenten in de regio Midden-Limburg is het uitgangspunt dat iedereen zoveel mogelijk meedoet in de maatschappij. Wie kan werken, wordt actief geholpen om een baan te krijgen. Om deze reden wordt sterk ingezet op beleid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Participatiewet, waarbij de gemeenten met ingang van 1 januari 2015 ook verantwoordelijk zijn voor mensen die voorheen zouden instromen in de WSW en Wajong, maakt het uitstromen naar reguliere arbeidsplaatsen nog urgenter. Eén van de instrumenten om de arbeidsparticipatie en -ontwikkeling in samenspraak met werkgevers te verhogen, is social return on investment (vanaf nu social return genoemd). Het doel van social return is ervoor te zorgen dat een investering door de gemeente, naast het 'gewone' rendement ook een concreet 'maatschappelijk rendement' oplevert. De gemeenten in de regio Midden-Limburg vinden het belangrijk dat haar opdrachtnemers een bijdrage leveren aan het verwezenlijken van sociale doelstellingen, waarbij het accent ligt op het terrein van werkgelegenheid van mensen die een uitkering ontvangen, SW geïndiceerd zijn of aan leerlingen die voor hun opleiding een leerwerk-zstageplaats zoeken. De gemeenten in Midden-Limburg hebben de ambitie uitgesproken om binnen de regio te komen tot één uniform social return beleid bij inkoop en een uniforme toepassing en uitvoering van het beleid. Opdrachtnemers van de gemeenten krijgen hierdoor in de regio te maken met een eenduidige benadering en afhandeling van hun social return verplichting. Bovendien kunnen er makkelijker gemeente-overstijgende samenwerkingsafspraken worden gemaakt met opdrachtnemers of sectoren. Deze regionale notitie beschrijft de kaders voor de toepassing van social return in het aanbestedingsproces en is daarmee onderdeel van het inkoopbeleid. Bij gunning van een opdracht door de gemeente ontstaat een contractuele social return verplichting voor de opdrachtnemer. De wijze waarop deze verplichting kan worden ingevuld, staat in deze notitie op hoofdlijnen beschreven en is nader uitgewerkt in het regionale protocol social return. Dit protocol wordt bij publicatie van een aanbesteding standaard meegestuurd met de aanbestedingsdocumenten. Tevens is het protocol te downloaden van de websites van de gemeenten. 1. Social return Wat is Social return? Social return kan worden vertaald als 'maatschappelijk terugverdieneffect': investeringen die de gemeente doet, leveren naast het 'gewone' rendement ook een concrete sociale winst op. Social return is een instrument om sociale doelstellingen te realiseren bij aanbestedingen, in het bijzonder het creëren van (extra) werkplekken voor werkzoekenden, mensen meteen beperking en leerlingen/studenten. Dit kan gerealiseerd worden door in aanbestedingstrajecten die hiervoor geschikt zijn sociale voorwaarden, eisen en wensen op te nemen. De opdrachtnemer besteedt dan een bepaald deel van de opdrachtsom aan het aan het werk helpen van mensen in een uitkeringssituatie of aan het bieden van stageplaatsen of leerwerkbanen aan scholieren en studenten. Ook kan er voor gekozen worden om opdrachten voor te behouden aan het SW-bedrijf. Een geslaagde toepassing van social return moet leiden tot zo duurzaam mogelijke arbeidsplaatsen of een zinvolle stage/werkervaringsplaatsen en daarmee uiteindelijk in een substantiële verlaging van het aantal werkzoekenden en een toename van het aantal scholieren die met een startkwalificatie de arbeidsmarkt betreden. Daar waar het moeilijk of niet mogelijk is om social return in te vullen met werkgelegenheid, is ook een andere, creatieve invulling mogelijk. Pagina 1 van 9

2. Kaders Landelijke kaders Relatie SROI en de quotumregeling Op 11 april 2013 hebben kabinet en sociale partners een sociaal akkoord gesloten waarin onder meer een afspraak is gemaakt over het aan de slag helpen van mensen met een arbeidsbeperking, oplopend tot 125.000 banen in 2026 waarvan er 25.000 bij de overheid. Als werkgevers deze afspraak onvoldoende waarmaken wordt een wettelijk quotum geactiveerd waardoor het Rijk werkgevers die niet aan de quotumregeling voldoen kan sanctioneren. Er is een overlap in de doelstelling van de quotumregeling/sociaal Akkoord en het Midden-Limburgse beleid omtrent social return: beiden beogen de arbeidsinschakeling van werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt te bevorderen. De vraag is dan ook hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt. Quotumregeling richt zich op een beperktere doelgroep (doelgroepenregister). De gemeente is verantwoordelijk voor de arbeidsinschakeling van een brede groep werkzoekenden. Het gaat om bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden (NUG-ers) - al dan niet met een afstand tot de arbeidsmarkt en al dan niet met een arbeidsbeperking. Daarnaast werkt de gemeente met UWV en Westrom/Risse samen in een integrale werkgeversbenadering waardoor ambities en doelgroepen zoals WW, Wajong en WSW met elkaar gedeeld worden. De quotumregeling van kabinet en sociale partners is aanmerkelijk smaller. Ze richt zich specifiek op mensen met een arbeidsbeperking en zal zodoende waarschijnlijk niet leiden tot extra banen voor de overige gemeentelijke doelgroepen. Het is bovendien niet ondenkbaar dat langdurig werkzoekenden zonder arbeidsbeperking door de quotumregeling in de verdringing komen. Het gemeentelijk beleid rond social return zal daarom complementair aan de quotumregeling belangrijke meerwaarde behouden. De inzet van bedrijven op SR kan meetellen voor de quotumregeling als de kandidaat ingeschreven staat in het doelgroepenregister. De quotumregeling toetst op macroniveau wat het bedrijfsleven doet voor wat betreft het bieden van extra banen aan mensen met een arbeidsbeperking. Het social return-beleid koppelt het verstrekken van een opdracht aan het leveren van een nieuwe inspanning/inzet/bijdrage van het bedrijfsleven aan de inschakeling van werkzoekenden uit de regio Midden-Limburg. Voor social return is het anders gezegd niet relevant wat een bedrijf tot dusver heeft gedaan; de teller begint bij iedere nieuwe opdracht als het ware op nul. Echter, een bedrijf dat via de inzet van personen met een arbeidsbeperking welke opgenomen zijn in het doelgroepenregister invulling geeft aan 'onze' social return-eis mag dat resultaat mogelijk wel meetellen voor de quotumregeling Lokaal/regionaal beleid Decentralisaties maatschappelijk domein Bij de decentralisaties in het maatschappelijke domein wordt zoveel mogelijk uitgegaan van zelfredzaamheid en het vermogen van de burger om zelf in zijn of haar levensonderhoud te voorzien. Hierbij is betaald werk erg belangrijk. Niet alleen biedt dit de financiële middelen om in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien, het geeft ook voldoening en (zowel mentaal als fysieke) gezondheid. Wanneer iemand hier niet in slaagt is het aan de gemeente om deze persoon weer aan werk te helpen. Deze uitgangspunten passen bij de huidige situatie: de burger staat meer centraal, gemeenten moeten anders organiseren en er zijn minder middelen beschikbaar. Gemeentelijk inkoopbeleid Social return is in het inkoopbeleid van alle gemeenten in de regio Midden-Limburg opgenomen als één van de inkoopdoelstellingen. Deze beleidsnotitie is een nadere uitwerking van de social return doelstelling en maakt daarmee integraal onderdeel uit van het inkoopbeleid. 3. Verlangde uitkomst van social return 1. Uitbreiden en intensiveren werkgeversnetwerk en contact tussen gemeenten en werkgevers; 2. Sociaal rendement halen uit het inkoopproces; 3. Creëren van werkgelegenheid; 4. Creëren van stageplaatsen voor BBL/BOL leerlingen; 5. Verbetering van de arbeidspositie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt; 6. Economisch voordeel: bezuiniging op uitkeringen en/of SW bedrijven helpen om inkomsten te genereren; Pagina 2 van 9

7. Verbeteren imago van de gemeente door social return onderdeel te maken van Duurzaam inkopen. 8. Met social return zorgt de gemeente er voor dat elke investering (inkoop/aanbesteding) die de gemeente doet naast het 'gewone' rendement, ook bij voorkeur een concrete sociale winst oplevert. De beïnvloedbare inkoopkracht binnen de regio is groot. Deze inkoopkracht kan effectiever en efficiënter benut worden door het toepassen van social return. Social return vergroot de arbeidspositie en zelfstandigheid van werkzoekenden en resulteert in arbeidsplaatsen, leerwerkplaatsen, werkervaringsplaatsen en opleidingen bij werkgevers. Dit kan leiden tot betaald werk of een stap richting betaald werk, wat zorgt voor een besparing op de uitkeringskosten en andere sociale voorzieningen. Ook levert het economisch voordeel op door het terugdringen van het aantal werklozen en het genereren van inkomsten voor het SW-bedrijf. Hiernaast biedt social return een kans om samenwerking met diverse werkgevers binnen het regionale werkgeversnetwerk te intensiveren en te verbreden. Door bezuinigingen op reïntegratiebudgetten wordt er minder gebruik gemaakt van tussenpersonen en social return gebruikt worden om directe contacten met werkgevers uit te bouwen en te benutten. 4. Naar een regionale uitvoering van social return Om te komen tot een uniform regionaal beleid is een uniforme regionale toepassing en uitvoering van het beleid noodzakelijk. Tegelijkertijd dient er ruimte te zijn om lokaal binnen de vastgestelde kaders te kunnen bewegen als de desbetreffende aanbesteding daartoe aanleiding geeft. Het is nu eenmaal zo dat een bepaalde social return eis bij die bij de ene aanbesteding als passend ('proportioneel') wordt beschouwd, bij een andere opdracht niet passend kan zijn. Daarom zijn de social return kaders zodanig vormgegeven, dat zij maatwerk tijdens het aanbestedingstraject mogelijk maken. Als de opdracht eenmaal gegund is, vult de opdrachtnemer in overleg met de gemeente zijn social return verplichting in. De kaders hiervoor worden beschreven onder punt 5 (inhoudelijke beleidskaders social return) en in het regionale protocol Social Return Midden-Limburg. De uitvoeringskaders bieden, net als de beleidskaders, voldoende ruimte voor maatwerk. Het schrijven van de aanbestedingsdocumenten en het bepalen van de social return eis is per definitie een lokale aangelegenheid. De budgethouder of de afdeling Inkoop van de gemeente bepaalt de inhoud van de aanbesteding, inclusief aanvullende voorwaarden zoals social return. De social return coördinator kan hierin adviseren. Ook het contract dat volgt na definitieve gunning van de opdracht, wordt afgesloten met de lokale gemeente. Dat impliceert dat de lokale gemeente verantwoordelijk is voor het beheer van het contract. De verantwoordelijkheid voor het beheer van de social return verplichting voor aanbestedingen van 50.000 tot de drempel 250.000 dient ondergebracht bij een aanspreekpunt social return van de betreffende gemeente. Deze ambtenaar is eerste aanspreekpunt voor vragen rondom social return en vervuld een interne ambassadeursrol voor de toepassing van social return. Voor aanbestedingen boven de 250.000 wordt de coördinatie ondergebracht bij de regionaal coördinator social return. De uitvoering van de social return verplichting wordt belegd bij het regionaal opererende WerkgeversServicePunt (WSP) Midden-Limburg. Dat betekent dat het WSP de opdrachtnemer/werkgever ondersteunt bij het zoeken naar en matchen van kandidaten op arbeidsplaatsen, leerwerkplekken en stages. Het WSP heeft daarbij een inspanningsverplichting, maar geen resultaatverplichting. De verantwoordelijkheid om de social return verplichting na te komen, ligt uitdrukkelijk bij de opdrachtnemer. Het administreren van gunningen en het monitoren van de social return invulling wordt ondergebracht bij de coördinator social return. 5. Leidraad social return In dit hoofdstuk wordt het inhoudelijke beleidskader voor social return beschreven. In het protocol Social Return Midden-Limburg is de toepassing en de uitvoering van dit beleid verder uitgewerkt. Hierin wordt nader uiteengezet hoe opdrachtnemers hun social return verplichting kunnen invullen. Dit protocol maakt onderdeel uit van het social return beleid van de gemeenten in de regio. Hoogte van het social return percentage Social return wordt berekend als percentage van de opdracht-zinkoopwaarde of (als de opdrachtwaarde niet bij aanvang vaststaat) van de gerealiseerde omzet. Pagina 3 van 9

Er zijn drie manieren om invulling te geven aan social return: 1) voorkeurspositie) 2) selectie- en gunningcriteria 3) contract eis Het is niet zozeer een kwestie van kiezen tussen deze drie vormen. Alle vormen kunnen (al dan niet in combinatie met elkaar) worden ingezet. Wel bestaan er (beargumenteerd) voorkeuren voor en varianten op bepaalde vormen. De in de praktijk meest voorkomende vormen zijn: voorkeurposities en de contracteis. Hieronder een overzicht van de (on)mogelijkheden. 5.1. Voorkeurposities Omdat de gemeenten in Midden-Limburg (bestuurlijk en financieel) verbonden zijn via een gemeenschappelijke regeling aan Westrom of Risse, kunnen ze er voor kiezen om een opdracht voor te behouden aan Westrom/Risse. Men noemt dit "Quasi inbesteden". Westrom/Risse voert de opdracht uit al dan niet in samenwerking met een (onderaannemer, dienstverlener of leverancier. Het beleid van Westrom/Risse is erop gericht mensen zo veel als mogelijk te laten werken in een regulier bedrijf (al dan niet met extra begeleiding). Dit kan zowel via "quasi inbesteden" als via een contracteis worden vormgegeven. We gaan bij inkoop en aanbestedingen (in de marktverkenningsfase) expliciet overwegen een opdracht voor te behouden aan Westrom/Risse. 5.2. Gunning en/of selectiecriteria De inzet van gunning en/of selectie criteria is beperkt vanwege de wettelijke eis dat deze criteria betrekking moeten hebben op de opdracht zelf. Dit is in de praktijk vaak (juridisch) moeilijk hard te maken. Hierdoor wordt het gebruik van selectie criteria daarom afgeraden. Gunningcriteria zijn alleen van toepassing als wordt gekozen voor gunning op basis van economisch meest voordelige inschrijving (EMVI). Potentiële opdrachtnemers maken een "sociale paragraaf' waarin zij aangeven hoe zij invulling willen geven aan social return. Hieraan worden punten toegekend op basis van vooraf opgestelde criteria. Vooraf is tevens bepaald voor welk % deze punten meetellen in de totaalbeoordeling. De opdracht wordt verleend aan de aanbieder met de meeste punten. Er wordt geadviseerd om alleen te werken met gunningcriteria als de markt veel ervaring heeft met social return en de verwachting bestaat dat opdrachtnemers met goede ideeën kunnen en zullen inbrengen. 5.3. De contracteis Het percentage Veel gemeenten verplichten opdrachtnemers om boven een bepaald drempelbedrag minimaal 5% van de totale aanneemsom te besteden aan social return. Bij kapitaalintensieve opdrachten neemt men minimaal 7% tot 7,5% van de loonsom. Ook het rijk hanteert het percentage van 5%. Uit onderzoek is gebleken dat dit NIET prijsopdrijvend werkt. Het gaat om een minimumpercentage, het kan dus ook meer zijn. De gemeente Rotterdam werkt bijvoorbeeld met percentages van 5% tot 50%. Ook in de Midden-Limburgse praktijk worden er bij onderhandse aanbestedingen afspraken gemaakt met bedrijven die boven de 5% liggen. Niet in alle gevallen is het mogelijk om een opdrachtnemer te verplichten om meer dan 5% in te zetten voor social return. Dit kan in strijd zijn met het proportionaliteitsbeginsel. Gezien haar sterke regionale marktpositie ligt het afbreukrisico op dit punt voor de gemeente Rotterdam (veel) lager dan voor de gemeenten van de omvang in Midden-Limburg. Per bedrijfstak is de ervaring met en de bereidheid tot het inzetten van social return verschillend. 5.4. Drempelbedrag De drempelbedragen verschillen behoorlijk per gemeente. De meeste gemeenten hanteren echter de drempel voor Europees Aanbesteden voor Leveringen en Diensten welke voor 2016-2017 is vastgesteld op 209.000,00. We kiezen er in Midden-Limburg voor om niet alleen bij Europese aanbestedingen maar ook bij inkopen onder de EU drempel het instrument social return toe te passen. Op deze manier kunnen we meer personen naar werk en werkervaringsplaatsen toe leiden. Bovendien wordt zo ook het MKB, dat vaker meedingt bij kleinere inkoopopdrachten, nadrukkelijker betrokken bij social return. In het huidige inkoop- en aanbestedingsbeleid is het drempelbedrag voor toepassing social return vastgesteld op 50.000 voor werken, leveringen en diensten. Bij kleine aanbestedingen is het rendement van social return relatief laag, terwijl de inspanningen ongeveer gelijk zijn aan die van grote aanbestedingen. Hierdoor Pagina 4 van 9

wordt voorgesteld het drempelbedrag voor de regio Midden-Limburg voor de inzet van de regionaal coördinator te verhogen van 50.000 naar 100.000 voor leveringen en diensten. Voorwerken het drempelbedrag te verhogen naar 250.000 per opdracht. Voor aanbestedingen vanaf 50.000 tot het vorengenoemde drempelbedrag geldt dat de regiogemeenten per aanbesteding een afweging maken of social return toegepast wordt. De uitvoering hiervan ligt bij de interne contactpersoon van de betreffende regiogemeente. De keuze voor deze bedragen voor inzet van de regionaal coördinator is gemaakt op basis van ervaringen met opdrachten, volumes en de grootte van het looncomponent binnen een opdracht. Het drempelbedrag bij werken is tot stand gekomen op grond van een berekening dat bij een gemiddelde toepassing van de 5% contracteis dit leidt tot het effectief plaatsen van één arbeidskracht op basis van WML (wet minimumloon) niveau gedurende een halfjaar (loonsom 12.500) Boven het drempelbedrag is social return bij inkoop en aanbesteding verplicht. Onder het drempelbedrag kunnen opdrachtgevers bij aanbestedingen vanaf 50.000: op eigen initiatief social return als verplichting opnemen in hun inkoop- en aanbestedingstrajecten; opdrachtnemers vragen om op vrijwillige basis invulling te geven aan social return. 5.5. Invulling Het is de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer om de 5% op een goede manier in te vullen. De gemeente beoordeelt het plan van aanpak en/of helpt om deze mee op/bij te stellen. Er kunnen (vooraf) eisen worden meegegeven over de in te zetten doelgroep en welke kosten wel / niet aan de 5% mogen worden toegerekend (nader uit te werken in standaard bestekvoorwaarden). Het is van groot belang de afspraken zo SMART mogelijk te maken, opdat er later geen discussie over kan ontstaan. Als het niet mogelijk is om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten bij het uitvoeren van de opdracht zijn er misschien andere mogelijkheden om vorm te geven aan social return. Wellicht is het voor de opdrachtnemer mogelijk om social return in te zetten bij een andere opdracht. Bij leveringen kunnen er bijvoorbeeld ketenafspraken worden gemaakt. Kunnen toeleveranciers invulling geven aan social return? Dat laatste geldt ook voor de aanbestedingsstrategie van de opdrachtgever. Door bundeling van opdrachten (over afdelingen heen) is het gemakkelijker om invulling te geven aan de 5% norm. Voorde invulling van de social return verplichting worden de volgende mogelijkheden voorgesteld: 1. Het bieden van eén betaalde arbeidsplaats aan kandidaten in een uitkeringssituatie. 2. Het aanbieden van een leerwerkplek of stage aan scholieren en studenten. 3. Het bieden van een tijdelijke werkervaringsplaats aan werkloos en werkzoekende jongeren in de leeftijd van 18 tot 27 jaar. 4. Ingekochte dienst bij bedrijf of instelling met sociale doelstelling. 5. Maatschappelijke activiteit; bijvoorbeeld het verzorgen van een gastles over de sector. 6. Blijkt dat de social return verplichting niet kan worden ingevuld binnen de voornoemde categorieën, dan kan de opdrachtnemer in overleg met en na toestemming van de gemeente zelf een voorstel indienen hoe hij op een andere wijze invulling wil geven aan zijn verplichting. Waarder/ngsgronds/ag Bij de invulling van de social return verplichting door middel van werkgelegenheid wordt gerekend met normbedragen volgens het zgn. 'blokkenmodel Midden-Limburg' zoals dit door de gemeente Weert in 2015 ontwikkeld is. Dit model is nader uitgewerkt in het protocol Social return Midden-Limburg. 5.6 Raamcontracten Bij inhuur van diensten via raamcontracten geldt doorgaans een social return percentage van 5%. Omdat bij de aanbesteding van diensten aan het begin van de opdracht in sommige gevallen nog geen definitieve opdrachtwaarde kan worden vastgesteld, wordt na het afsluiten van het contract op basis van het verleden een inschatting gemaakt van de verwachte omzet binnen het nieuwe contract. Er wordt dan direct begonnen om de social return verplichting die hiermee samenhangt, in te vullen. Tegen het einde van het contractjaar resp. de totale contractduur wordt de gerealiseerde omzet berekend. Een eventuele openstaande social return verplichting dient dan alsnog binnen redelijke termijn door de opdrachtnemer te worden ingevuld. Social return bij aanbesteding van leveringen: Pagina 5 van 9

Bij leveringen is de loonsom doorgaans laag. Daarom wordt per individuele levering bekeken welke social return eis reëel is. De contracteis kan variëren tussen 0% en 5% van de opdrachtwaarde. 5.7 Maatwerk Bij alle aanbestedingen geldt dat de opdrachtgever de social return contracteis vaststelt waarbij gekeken kan worden naar factoren gelegen in onder meer de markt/sector waarin de opdracht wordt uitgezet, de economische conjunctuur, de samenstelling van het personeelsbestand, etcetera. In plaats van een prestatieverplichting als contracteis, kan ook in de offerte-aanvraag een inspanningsverplichting van de opdrachtnemer worden gevraagd. 6. Inzet van werkgeversinstrumenten De gemeenten in de Midden-Limburg hebben een aantal financiële instrumenten ontwikkeld om de bemiddeling van werkzoekenden te bevorderen. Bij plaatsing van kandidaten in het kader van een social return verplichting kan, naast eventuele wettelijke en fiscale instrumenten, een proefplaatsing worden ingezet. Dit houdt in dat: de kandidaat werkt met behoud van uitkering, maar nog niet meetelt voor de invulling van de social return verplichting.; Daarnaast zijn instrumenten opgenomen in de reïntegratieverordening van de Midden-Limburgse gemeenten (de uitvoering van deze verordening is lokaal en dus ook de inzet van de instrumenten) inzetbaar voor kandidaten die vallen onder de Participatiewet. Bij plaatsing van kandidaten van buiten de regio Midden-Limburg is de inzet van een financieel instrument vanuit de regio gemeenten niet mogelijk. 7. Sectorspecifieke afspraken: social return 3.0 In de voorgaande paragrafen is het beleid social return opgenomen dat we bestempelen als de 2.0 variant. Dit beleid kan in veelal alle situatie worden toegepast. In de praktijk is echter gebleken dat er voor de overbrugging van werkzoekenden naar werk nog meer nodig is. Een andere kijk op social return kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. In deze paragraaf wil ik u daarom social return 3.0 introduceren. Deze variant is specifiek bedoeld voor sectoren waar sprake is van een te kort aan vaklieden zoals dit het geval is in de sector Bouw. Soc/a/refivm3.0 De bouwsector kampt, als gevolg van de crisis, enerzijds met vergrijzing en anderzijds met ontgroening. De sector is met veertig procent gekrompen ten opzichte van pakweg zeven jaar geleden. Met het verdwijnen van arbeidsplaatsen, en daarmee stageplaatsen, verdwenen ook de leerlingen die voorheen kozen voor een opleiding in de bouw. Intussen is het onvermijdelijk dat het grote aantal 50-plussers dat nog wel werkzaam is in de bouw over een tijd uitstroomt. Naar verwachting gaat de komende 5 jaar in Limburg ca 20% van de beroepsbevolking in deze sector uittreden. Deze factoren bij elkaar opgeteld maken dat er naar verwachting een groot tekort ontstaat aan goed opgeleide vakmensen. Belangenvereniging Bouwend Nederland en landelijk opleider voor de bouw en infra, Bouwmensen vragen gemeenten nadrukkelijk aandacht te hebben voor dit onderwerp bij de toepassing van het instrument Social Return. Uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) blijkt dat er landelijk elk jaar meer dan 2000 nieuw geschoolde jongeren nodig zijn. Als opdrachtgevers hebben de gemeenten in Midden-Limburg middels bestekken de sleutel in handen om opdrachtnemers te bewegen leerlingen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Zo wordt een level playing field gecreëerd voor alle deelnemers en wordt opleiden een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Door het verwezenlijken van leerling(bouw)plaatsen als invulling van de social return verplichting wordt bedrijven de mogelijkheid geboden social return vereisten in te vullen middels onderwijs. Leerlingen verwerven een startkwalificatie, waardoor hun positie op de arbeidsmarkt verbetert. Gekwalificeerde leerlingen blijven doorgaans langer in de bedrijfstak werkzaam. Hiermee wordt het vakmanschap van bouwwerknemers bevorderd en behouden. Deze aanpak geeft een antwoord op twee ontwikkelingen. Allereerst de teruglopende instroom bij bouwopleidingen. Daarnaast sluit dit initiatief aan bij de ontwikkeling om het onderwijs beter af te stemmen op de praktijk. Pagina 6 van 9

Werkwijze Jaarlijks brengt de regio Midden-Limburg hun inkoopvolume voor infrawerken in kaart. Hiervan wordt 5% door de opdrachtnemer ingezet als invulling van de social returnverplichting. Deze verplichting wordt jaarlijks in samenwerking met Bouwmensen Limburg gekwantificeerd tot een aantal opleidingsplaatsen voor de regio. De opleidingsplaatsen worden voor 80% gevuld door zij-instromers (uitkeringsgerechtigden uit de regio Midden-Limburg). De overige 20% aan social return verplichting wordt ingevuld door inzet van reguliere leerlingen. Bij uitvoering van de werken worden deze leerlingen ingezet voor de invulling van de social return verplichting. Tussentijds worden zij door Bouwmensen bij andere bedrijven ingezet om hun leer-werktraject op niveau 1 of 2 af te kunnen ronden. Hierdoor zijn kandidaten verzekerd van een duurzame toekomst en de sector is verzekerd van nieuwe instroom van vakmensen (win-win situatie). Teneinde voldoende draagvlak te creëren bij alle betrokken partijen en de benodigde aandacht te krijgen voor het inzetten van deze vorm van social return, is bijgevoegd convenant opgesteld. De partijen bij het convenant zijn de gemeenten in de regio Midden-Limburg, provincie Limburg, Bouwmensen Limburg, Bouwend Nederland en Wonen Limburg. Provincie Limburg en Wonen Limburg hebben de regiofunctionarissen in Limburg verzocht invulling te geven aan de social return verplichting opgenomen in hun bestekken. Gezien hun inkoopvolume kunnen zij voor met name de sector bouw een wezenlijk verschil maken. Bestek-eis Indien bij het in de markt zetten van gemeentelijke bouw- of infra opdrachten gekozen wordt voor het inzetten van 'social return 3.0', wordt in het bestek in het bestek aangegeven dat het uitvoerend bedrijf tijdens de uitvoering de verplichting heeft leerlingen in te zetten middels het uitvoeren van een leerling(bouw)plaats. Het individuele bouwbedrijf is verantwoordelijk voor het organiseren en invullen van deze verplichting. Om in aanmerking te komen voorde uitvoering van leerling(bouw)plaatsprojecten moet het uitvoerend bedrijf door SBB erkend zijn als leerbedrijf, conform de criteria erkenning leerbedrijven bouw- en infrasector. Het opleidingsbedrijf ondersteunt deze verplichting door beschikbare (aspirant) leerlingen voor hun praktijkopleiding bij het bouwbedrijf (en/of gespecialiseerde aannemers) te detacheren. Bouwmensen hanteert een marktconform (leerlingen) tarief voor deze leerlingen en deze kosten tellen samen met de begeleidingskosten mee voor de invulling van de social return verplichting van de opdrachtnemer. Aantal De totale orderportefeuille aan bouwopdrachten bedraagt voor de regio Midden-Limburg in de periode 2016-2017 28.633.800 Hiervan wordt 5% ( 1.431.690) gebruikt voor de invulling van social return. Een BBL leerling in de bouwsector kost een aannemer op jaarbasis gemiddeld genomen 30.000. Er zijn voor de regio Midden-Limburg voor de periode augustus november 2016-januari 2018..39 leerling(bouw)plaatsen beschikbaar. Hiervan zal 80% ingevuld worden door zij-instromers (uitkeringsgerechtigden en Nuggers) en 20% door reguliere leerlingen. Het is immers niet wenselijk reguliere leerlingen te verdringen. Proces Voor de invulling van deze opleidingsplaatsen selecteren de regio gemeenten geschikte kandidaten en dragen deze aan bij Bouwmensen waar ze een assessment ondergaan. Bij geschiktheid zullen ze na een interne basisopleiding van gemiddeld 2 maanden (met behoud van uitkering) starten in de reguliere BBL opleiding niveau 1 of 2. Vanaf dat moment zijn ze minimaal 1 jaar uitkeringsonafhankelijk. Rol Bouwmensen Bouwmensen treedt op als opleider en werkgever voor de social return kandidaten. Daarnaast coördineren zij de inzet van de social return kandidaten. Indien er onvoldoende (geschikte)opdrachten voorhanden zijn zal Bouwmensen de kandidaten te werkstellen bij hun lid-bedrijven. Is er sprake van een specialistisch werk waarin social return is opgenomen maar in de praktijk lastig uitvoerbaar is vooreen leerling op niveau 1 of 2 zal Bouwmensen mogelijk een reguliere leerling niveau 3 of 4 inzetten en de social return waarde wordt ingezet voor de bekostigen van het werk-leren van de doelgroep social return. Hierdoor wordt de mogelijkheid geboden tot flexibele inzet. Pagina 7 van 9

Convenant De aanpak is nader uitgewerkt in het concept convenant 'Social Return - Duurzaam opleiden in Midden- Limburg' N.b. er is hier gekozen voor een verplichting van 5% van de totale aanneemsom. Dit wijkt af van het reguliere beleid (2.0 versie). Gezien de dringende behoefte aan nieuwe aanwas voor de sector is het noodzakelijk voldoende opleidingsplekken voor zij-instromers te creëren. In overleg met belangenvereniging Bouwend Nederland en landelijk opleider Bouwmensen is ervoor gekozen om bij deze aanpak een uitvraag te doen van 5% van de aanneemsom. De gekozen aanpak draagt namelijk bij aan het dichten van het gat tussen vraag en aanbod in de bouwsector (win-win situatie) Hierdoor is het gerechtvaardigd een hogere uitvraag social return toe te passen. 8. Niet-naleving van de social return verplichting Social return is een contractuele verplichting en dus niet vrijblijvend. De social return verplichting dient, net als alle andere contractuele verplichtingen, geheel nagekomen te zijn vóór het einde van de opdracht. Heeft de opdrachtnemer aan het einde van de looptijd van de opdracht de social return verplichting niet volledig ingevuld, dan heeft de gemeente van rechtswege een direct opeisbare vordering op de opdrachtnemer heeft ten bedrage van de openstaande social return verplichting. Dit bedrag zal door de gemeente worden ingehouden op nog te betalen facturen aan de opdrachtnemer of op andere wijze ingevorderd worden. 9. Coördinatie De doorontwikkeling en de coördinatie van de invulling van social return wordt belegd bij de regionaal coördinator social return, onder gebracht bij de gemeente Echt-Susteren. Daarnaast wordt geadviseerd een intern aanspreekpunt per gemeente te benoemen. Dit aanspreekpunt kan eenvoudige vragen beantwoorden, ambassadeursrol vervullen om zo meer draagvlak te creëren en invulling geven aan de social return verplichting bij aanbestedingen tussen de 50.000 en 250.000. De coördinator social return is minimaal verantwoordelijk voor de advisering, facilitering, monitoring en handhaving. Het is noodzakelijk dat de coördinator social return in de voorfase bij de aanbesteding betrokken wordt, mede om daarmee direct de samenwerking met de aanbestedende diensten en inkopers te versterken. De inkopers spelen een cruciale rol in dit proces. Daar waar afwijkingen van de social return regels aan de orde zijn, is altijd afstemming en overleg met de coördinator social return nodig. De afwijkingen kunnen regionaal met elkaar besproken worden ter lering. Werkwijze coördinator De coördinator voert op een professionele en creatieve wijze het gesprek met de opdrachtnemers van de regiogemeenten. Hierbij zoekt de coördinator steeds naar die mogelijkheden, die zowel het economische en sociale rendement van de opdrachtnemer vergroten en tegelijkertijd de doelstellingen van de gemeenten maximaal ondersteunen. De coördinator. Stelt het plan van aanpak op in samenspraak met de opdrachtnemer voor de realisatie van social return; Draagt zorg voor de daadwerkelijke invulling van de geïdentificeerde kansen; Deze kansen bestaan op hoofdlijnen uit: Het vervullen van vacatures (in samenwerking met het WSP), creëren van stageplekken, ed; Het aanbieden van dienstverlening van en door het SW-bedrijf; Het invullen van MVO-activiteiten. Bewaakt (op het onderdeel social return) de voortgang van het project; Bouwt de relatie op de opdrachtnemer en onderhoudt deze; Stelt tussenrapportages en eindrapportages op en controleert indien nodig de opgegeven resultaten; Verstrekt de reguliere management-informatie en geeft vorm aan ad-hoc informatie verzoeken. Matchproces: De concrete invulling (matching) van vacatures wordt ondergebracht bij het WSP. Hierbij wordt gestreefd naar een minimale extra personele belasting. Daarom wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande werkstructuren, wordt de werkwijze in de praktijk getest en wordt waar nodig bijgestuurd. Pagina 8 van 9

Met inachtneming van de nadere overwegingen/uitgangspositie wordt de hierboven beschreven doelstelling vertaald in de onderstaande beslispunten: 01. De prioriteit van het social return beleid ligt bij het verhogen van de arbeidsparticipatie van mensen met een gemeentelijke uitkering, WSW dienstverband of ingeschreven in het doelgroepenregister. 02. Bij inkoop en aanbestedingen wordt expliciet overwogen een opdracht voor te behouden aan Westrom/Risse. 03. Op grond van de juridische bezwaren NIET te werken met selectiecriteria en TERUGHOUDEND om te gaan met gunningcriteria. 04. Voor leveringen en diensten het drempelbedrag voor de inzet van de regio coördinator social return verhogen van 50.000 naar 100.000. Voor werken het drempelbedrag verhogen naar 250.000 per opdracht. 05. Onder deze drempelbedragen kunnen opdrachtgevers (regiogemeenten) bij aanbestedingen vanaf 50.000 op eigen initiatief social return als verplichting opnemen in hun inkoop en aanbestedingstrajecten of opdrachtnemers vragen om op vrijwillige basis invulling te geven aan social return. 06. Per regiogemeente een intern aanspreekpunt (ambassadeur) social return te benoemen. Deze ambassadeur is tevens belast met de uitvoering van de social return verplichting vanaf 50.000 tot aan het drempelbedrag benoemd onder beslispunt 4. 07. De social return verplichting te kwalificeren middels het waarde inspanningsschema opgenomen in het protocol social return Midden-Limburg. 08. De social return '3.0 aanpak' te hanteren voor de sector bouw. 09. Sluiten van het convenant 'Social return - duurzaam opleiden'. 10. De coördinator social return rapporteert jaarlijks aan de project- en stuurgroep voor wat betreft de effectiviteit van social return. Pagina 9 van 9

Convenant 'Social Return - duurzaam opleiden' Initiatiefnemers: De regio gemeenten in Midden-Limburg: Gemeente Roermond, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder G. Uff, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond van Gemeente Weert, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder H.A. Litjens, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert van ^, Gemeente Nederweert, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder H.W.M. Geraats, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert van I...,, Gemeente Leudal, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder R. Verheul, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal van {...(.;, Gemeente Roerdalen, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder J.G.A.M. den Teuling, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen van L....i,, Gemeente Maasgouw, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder J.A.C.H Smeets- Palmen, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw van.^.. J,, Gemeente Echt-Susteren, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder G.H.C. Frische, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren vantt...,, Hierna gezamenlijk te noemen: _'gemeenten in Midden-Limburg'; Provincie Limburg,, vertegenwoordigd door mevrouw M. van Rijnsbergen, gedeputeerde, handelende ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg yan. hierna te noemen "de Provincie", Wonen Limburg, gevestigd te Roermond, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 13011993, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer GGMP Peeters, hierna te noemen "Wonen Limburg", Bouwmensen Limburg, gevestigd te Horst aan de Maas, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel ondernummer 14110103, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.W. van Eek, voorzitter, hierna te noemen "Bouwmensen Limburg", Bouwend Nederland, de Vereniging van Bouw- en Infrabedrijven, gevestigd te Zoetermeer, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 40408058, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouwt...., vicevoorzitter Afdeling Limburg [.. J hierna te noemen "Bouwend Nederland" Hierna allen gezamenlijk te noemen: 'Partijen'; Partijen sluiten een convenant om in een periode van ruim één jaar 39 Leerwerkplekken (leerling(bouw)plaatsen) te realiseren. Partijen spannen zich hiertoe gezamenlijk in om jaarlijks 5% van de totale opdrachtwaarde aan infra- en bouwprojecten in het kader van Social Return in te

vullen door het opleiden van zij-instromers op speciaal ingerichte leerling(bouw)plaatsen. Een leerling(bouw)plaats is een werk waaraan leerlingen in de beroepsbegeleidende leerweg onder deskundige leiding van één of meer gekwalificeerde leermeesters een volwaardige bijdrage leveren. Deze praktijkervaringsplaatsen zijn in het verleden een zeer effectieve manier gebleken om het vakmanschap in de bouw- en infrasector op peil te houden en te verbeteren. Daarnaast schept iedere leerling plaats kansen op een gekwalificeerde baan. In dit convenant staan de rollen van Partijen beschreven en de inspanningen die zij leveren om de leerling(bouw)plaatsen tot een succes te maken. Dit convenant gaat in op 16 november 2016 en eindigt op 1 januari 2018. Het is na afloop van deze periode de bedoeling bij gebleken succes dit convenant opnieuw voor een periode van twee jaar onderling overeen te komen. Partijen spreken de verwachting uit dat met het ondertekenen van dit convenant de leerling(bouw)plaatsen wederom stevig op de agenda staan. Als leer- en werkgelegenheidsproject zullen zij een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van wijken en het terugdringen van werkloosheid en personeelstekorten in de bouw en infra. 1. Doel Dit convenant heeft tot doel om, door samenwerking van betrokken Partijen, leerling(bouw)plaatsen te verwezenlijken in de regio Midden-Limburg en om bedrijven de mogelijkheid te bieden Social Return vereisten in te vullen middels onderwijs. Leerlingen verwerven een startkwalificatie, waardoor hun positie op de arbeidsmarkt verbetert. Gekwalificeerde leerlingen blijven doorgaans langer in de bedrijfstak werkzaam. Hiermee wordt het vakmanschap van bouwwerknemers bevorderd en behouden. Partijen beogen met dit convenant niet om in rechte afdwingbare rechten en verplichtingen in het leven te roepen. 2. Overwegingen De bouwsector kampt, als gevolg van de crisis, enerzijds met vergrijzing en anderzijds met ontgroening. De sector is met veertig procent gekrompen ten opzichte van zeven jaar geleden. Met het verdwijnen van arbeidsplaatsen, en daarmee stageplaatsen, verdwenen ook de leerlingen die voorheen kozen voor een opleiding in de bouw. Intussen is het onvermijdelijk dat het grote aantal 50-plussers dat nog wel werkzaam is in de bouw over een tijd uitstromen. Naar verwachting gaat de komende 5 jaar in Limburg ca. 20% van de beroepsbevolking in deze sector uittreden. Deze factoren bij elkaar opgeteld maakt dat er naar verwachting een groot tekort ontstaat aan goed opgeleide vakmensen. Belangenvereniging Bouwend Nederland en landelijk opleider voor de bouw en infra Bouwmensen vragen gemeenten nadrukkelijk aandacht te hebben voor dit onderwerp bij de toepassing van het instrument Social Return. Uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) blijkt dat er landelijk elk jaar meer dan 2000 nieuw geschoolde jongeren nodig zijn. Als opdrachtgevers hebben de gemeenten in Midden-Limburg, Wonen Limburg en de Provincie middels bestekken de sleutel in handen om opdrachtnemers te bewegen leerlingen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Zo wordt een level playing field gecreëerd voor alle deelnemers en wordt opleiden een gezamenlijke verantwoordelijkheid. 3. Afspraken en verantwoordelijkheden deelnemende partijen De aanbestedende diensten maken in hun beleid rondom Social Return mogelijk, dat bouwbedrijven de Social Return verplichting dienen in te vullen door het creëren van een leerling(bouw)plaats, of andere vormen van inzet van leerlingen*. De opdrachtnemende partij is verantwoordelijk voor het organiseren en invullen van de eerder genoemde Social Return verplichting. Om in aanmerking te komen voor de uitvoering van

leerling(bouw)plaats projecten moet het uitvoerend bedrijf door SBB erkend zijn als leerbedrijf, conform de criteria erkenning leerbedrijven bouw- en infrasector. Bouwmensen Limburg ondersteunt deze verplichting door beschikbare leerlingen voor hun praktijkopleiding bij het bouwbedrijf te detacheren. De gemeenten in Midden-Limburg spannen zich in voldoende geschikte kandidaten aan te melden voor het opleidingstraject. Bouwmensen Limburg spant zich in om zij-instromers op niveau 1 op termijn te kwalificeren naar niveau 2 (startkwalificatie arbeidsmarkt). Indien kwalificatie naar niveau 2 niet haalbaar blijkt, spant Bouwmensen Limburg zich in om de kandidaat minimaal 1 jaar via hun uitzendbureau Vakmasters te bemiddelen naar arbeid. Dit convenant wordt na afloop geëvalueerd met de mogelijkheid tot verlenging en aanpassing van de afspraken indien dit noodzakelijk is. Voor de invulling van de Social Return verplichting zal Bouwmensen Limburg 80% zijinstromers detacheren en 20% reguliere leerlingen. Bouwmensen Limburg ontvangt van de opdrachtgevers elk kwartaal een overzicht van nieuw uit te voeren werken. Dit om goed te kunnen anticiperen op mogelijke praktijkplaatsen voor deze kandidaten. *Wonen Limburg zal vanwege haar werkgebied (Limburg breed) opdrachtnemers niet verplichten om de Social Return opgave in te vullen middels het creëren van een leerling(bouw)plaats. Bij opdrachten in de regio Midden- Limburg zullen zij hiervoor hun voorkeur uitspreken en er actief op sturen. 4. Uitbreiding van deelnemers aan het convenant De mogelijkheid om ook andere in de regio Midden-Limburg werkzame aanbestedende diensten zoals woningcorporaties en projectontwikkelaars te betrekken bij dit convenant wordt uitdrukkelijk open gehouden. Zij krijgen de mogelijkheid om tegen dezelfde "voorwaarden" zich te verbinden aan dit convenant mits zij een inspanning leveren die in verhouding staat met die van de huidige Partijen. De gemeenten in Midden-Limburg bereiden de deelname van nieuwe partners voor in overleg met Wonen Limburg en de Provincie. Alle Partijen dienen in te stemmen met de deelname van nieuwe partners aan het convenant. 5. Duur en beëindiging Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van 16 november 2016 en eindigt van rechtswege op 1 januari 2018. 6. Wijziging Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen met betrekking tot de uitvoering van dit convenant treden Partijen met elkaar in overleg om te bezien in hoeverre de inhoud van dit convenant aanpassing behoeft. 7. Slotwoord Partijen spreken de verwachting uit dat met de ondertekening van dit convenant de Leerling(bouw)plaatsen wederom stevig op de agenda staan. Als leer- en werkgelegenheidsproject zullen zij een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van wijken en het terugdringen van werkloosheid en personeelstekorten in de bouw. Aldus overeengekomen en getekend in..-voud op te Lpgo's pajjijeni_+ naam, en ruimte tot zetten handtekening Bijlage: - Uitvoeringsprotocol Duurzame invulling Social Return Midden-Limburg