Memo aan van De leden van de Stadsregioraad van de Stadsregio Arnhem Nijmegen College van Bestuur van de Stadsregio Arnhem Nijmegen cc datum 24 februari 2009 aantal pagina s 6 betreft SLIM prijzen Inleiding / probleemschets De stadsregio staat gesteld voor grote bereikbaarheidsproblemen. Nu al blijkt dat het hoofdwegennet (HWN) en het onderliggende wegennet (OWN) enorm kwetsbaar zijn. De komende jaren neemt de druk op het wegennet verder toe. Met name in de periode waarin grote infrastructurele werkzaamheden zijn gepland zal alles uit de kast moeten worden gehaald om de regio bereikbaar te houden. Dit is van belang voor zowel het economisch als maatschappelijk functioneren. Tijd is een belangrijke factor. Tijd ontbreekt voor langdurige processen. De grote projecten worden nu gestart. Om de problematiek te kunnen pareren moeten we snel komen tot uitvoering. Op verschillende terreinen, binnen verschillende thema s wordt gewerkt aan het duurzaam oplossen van de problematiek. Alles wat we doen moet passen binnen de op lange termijn voorziene pakketten. Denk daarbij aan het OV Masterplan en de asfaltagenda. Voor de hierna beschreven aanpak is het van belang allianties te smeden, niet alleen met overheden maar ook met private partijen. Het ministerie van V&W is daarbij een belangrijke partij. Binnen de door het ministerie van V&W gelanceerde programma s moet draagvlak en cofinanciering worden gezocht. Samenhang Er is en wordt veel gedaan binnen de verschillende beleidssectoren. Veel initiatieven staan echter op zich en hebben daardoor een beperkt effect. Meer dan in het verleden moeten wij trachten de problematiek en de oplossingsrichting in samenhang te beschouwen. Daarmee wordt 1 + 1 = 3. Het aanbrengen van samenhang en de marketing daarvan is bij uitstek een taak die goed past bij de stadsregio. Er is én wordt veel gedaan om de mobiliteitsproblematiek in de regio op te lossen. Het accent voor de korte termijn ligt op: Bewustwording: In het kader van het Regionale convenant Mobiliteitsmanagement (RcMM) worden afspraken gemaakt met het bedrijfsleven. Daarbij moet worden gedacht aan projecten zoals telewerken, carpoolen, mobiliteitsbudget en flexibiliseren werktijden. Het betreft vooral afspraken tussen werkgever en werknemers. Daarnaast moet Stadsregio Arnhem Nijmegen
bewustwording de mobiliteitskeuze door goede informatievoorziening beïnvloeden. Beprijzen (SLIM prijzen): De stadsregio is in het kader van het opstellen van het Regionaal Convenant gevraagd om te fungeren als pilotregio op het gebied van Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM). Vooruitlopend op de definitieve invoering van beprijzing (gepland in 2012) worden wij in de gelegenheid gesteld om pilots uit te voeren. Benutten (SLIM): Na de eerste fase BBKAN (2004-2009) zal een doorontwikkeling worden gemaakt onder de naam SLIM. Hierbij wordt de samenwerking gezocht met private partijen en worden wellicht nieuwe technieken benut. Verder willen wij ons meer richten op andere modaliteiten (verknopen auto, OV en fiets). Ook zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de leefomgeving en communicatie; Het realiseren van OV en fietsprojecten. Een prijsprikkel kan een instrument zijn om het mobiliteitsgedrag van de reiziger te beïnvloeden. Vaak echter, met een tijdelijk effect. Zonder het bieden van structurele en serieuze alternatieven zal het verwachte effect lager zijn én het risico groter dat een reiziger zijn reisgedrag niet structureel aanpast. Projecten op het gebied van Fiets en (aanvullend) OV zijn dus essentieel. Naast de bestaande OV en fiets pakketten worden aanvullende maatregelen ontwikkeld om de kwaliteit van fietsvoorzieningen en OV te bevorderen. Voorbeelden: het belonen van fietsen bij erkende auto knelpunten (Waalbrug), het uitbreiden van de Waalsprinter, het realiseren van RijnWaal Sprinter, IJsselsprinter, en de aanleg van de snelfietsroute tussen Arnhem en Nijmegen; Bouwen: de asfaltagenda. Komende jaren vind er grote werken plaats aan essentiële onderdelen van ons wegennetwerk. Een robuust wegennet is samen met een sterk OV-net de backbone van het stadsregionaal mobiliteitsnetwerk. In 2004 is na regionale overeenstemming besloten tot verbreding van de A50 in combinatie met de aanleg van een 2 e stadsbrug. De verbreding van de A50 zorgt ervoor dat er voor het nationale en regionale verkeer een betrouwbare en veilige route door de Stadsregio ligt. Daarnaast wordt er gewerkt aan de verbreding A12 tussen Waterberg en Velperbroek. Tevens is er in maart 2007 gestart met de planstudie naar de doortrekking van de A15. In 2012 kan (vooralsnog) gestart worden met de bouw van de doortrekking A15. Planning is in 2015 de doorgetrokken A15 te openen. Organisatie Het is van belang dat er een heldere organisatiestructuur wordt opgezet die recht doet aan de belangen van alle partijen. Nieuw daarbij is dat wij private partijen willen betrekken bij het oplossen van de mobiliteitsproblematiek. Het bestuur van de stadsregio is beheerder van de fondsen én is als verkeer- en vervoersautoriteit beleidsmatig verantwoordelijk. Daarom neemt zij een spilpositie in. In het Bestuurlijk Overleg Mobiliteit (BOM)wordt op strategisch niveau afgestemd met de regionale overheden. In Offensief Bereikbaarheid komt de overheid en de private sector samen. Offensief Bereikbaarheid heeft een adviserende en coördinerende functie. Op dit moment ligt het accent sterk op mobiliteitsmanagement (MM). Echter, andere thema s zoals bouwen (de asfaltagenda), beprijzen, benutten en OV beleid kunnen binnen dit 2/6 Stadsregio Arnhem Nijmegen
kader ook worden geagendeerd. Adviezen van Offensief Bereikbaarheid worden op bestuurlijk niveau afgestemd in het overleg met betrekking tot de Economische Agenda en worden verder gebracht naar uitvoeringsorganisaties zoals BBKAN (SLIM), gemeenten en VCC-Oost. Op uitvoerend en coördinerend niveau zal de stadsregio en BBKAN (SLIM) een belangrijke rol blijven vervullen. Voor het netwerkmanagement komen daar de lijntjes samen. De Stadsregioraad besluit over het nieuwe beleid en de daarbij horende middelen (MUM 2009-2012). Het College van Bestuur voert uit binnen de door de Stadsregioraad gestelde kaders. StadsregioRaad Bestuurlijk Overleg Mobiliteit Regionale Afstemming College van Bestuur Beleid Economische Agenda Offensief Bereikbaarheid Publiek private afstemming Uitvoeringsorganisaties onder regie of in samenwerking met de Stadsregio SLIM (voorheen BBKAN) VCC- Oost Wegbeheerders OV bedrijven Overigen Mobiliteitsmakelaar Bedrijfsleven (uitvoering convenant) Aanpak Om de genoemde elementen bij elkaar te brengen is een pragmatische aanpak nodig. De volgende benadering is door het College van Bestuur vastgesteld: De rode route BBKAN (het wegennet met de hoogste prioriteit) wordt opnieuw, in overleg met de projectorganisatie BBKAN en de regionale partijen vastgesteld en in zones verdeeld. Per Zone wordt bekeken hoeveel verkeer er teveel in de spits op de weg zit om de regio bereikbaar te houden. Vervolgens wordt het meest effectieve maatregelenpakket (meestal een mix uit de beschikbare oplossingen) samengesteld. Hierbij kan rekening worden gehouden met specifieke wensen van overheden, private partijen, ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructurele mogelijkheden. Het maatregelenpakket kan bestaan uit: Bewustwording (intensiveren MM, standaard maatregel); Beprijzen; Benutten; 3/6 Stadsregio Arnhem Nijmegen
OV en fietsmaatregelen; Bouwen infrastructuur (de asfaltagenda). Er ontstaat binnen het complete netwerk een integrale aanpak met generieke en gebiedsgerichte maatregelen. A12 Zone 2 Zone 1 Zone 10 A50 Zone 5 ARNHEM Zone 3 A12 Zone 9 A15 Zone 4 Zone 8 Zone 6 NIJMEGEN A73 Zone 7 Schematische weergave Zones ABvM Projecten (SLIM prijzen) Op 30 november 2007 heeft het Kabinet het besluit genomen om een eerlijker systeem van betalen voor mobiliteit te introduceren, waarin automobilisten niet langer betalen voor het bezit van een auto, maar voor het gebruik. In deze paragraaf worden de meest relevante uitgangspunten uit dit Kabinetsbesluit op een rijtje gezet. Het Kabinet heeft ervoor gekozen om ineens door te stoten naar het eindbeeld zoals geadviseerd door het Nationaal Platform Anders Betalen voor Mobiliteit. Dat wil zeggen een kilometerprijs op alle Nederlandse wegen, gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieukenmerken, en een inningssysteem dat werkt op basis van de modernste satelliettechnieken. In 2011 wordt gestart met het beprijzen van vrachtvervoer. Vanaf 2012 stapsgewijs gevolgd door het personenvervoer. De stadsregio is in het kader van het opstellen van het Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement gevraagd om te fungeren als pilotregio op het gebied van Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM). Vooruitlopend op de definitieve invoering van beprijzing (gepland in 2012) worden wij in de gelegenheid gesteld om pilots uit te voeren. Belangrijk daarbij is dat ervaring wordt opgedaan met technieken (kastjes in auto s, betalingssystemen) en de wijze waarop het gedrag van de weggebruiker kan worden beïnvloed. 4/6 Stadsregio Arnhem Nijmegen
De projecten worden integraal van opzet met uiteenlopende maatregelen zoals het creëren van prijsprikkels, telewerken, afspraken over sociaal rooster, collectief vervoer/ov, reisinformatie etc. De projecten worden per regio georganiseerd en zullen aansluiten bij het proces van de Taskforce Mobiliteitsmanagement. Op basis van de regionale convenanten worden tussen V&W en regionale overheden voor de mobiliteitsprojecten ABvM zogenaamde uitvoeringsconvenanten afgesloten. In de uitvoeringsconvenanten worden afspraken gemaakt over de financiële bijdrage die de regio s voor deze mobiliteitsprojecten van V&W ontvangen. Zoals hiervoor is beschreven is beprijzen één van de instrumenten die wij kunnen inzetten. Beprijzen is nieuw voor onze regio. Dit instrument biedt een aantal mogelijkheden: Het gedrag van weggebruikers kan worden beïnvloed door middel van een prijsprikkel (kan ook belonen zijn!); Differentiatie in de kosten afhankelijk van plaats en tijd is mogelijk; Beprijzen is een eerste stap naar Regionaal betalen/sparen/sturen Met de prijsprikkel willen wij nadrukkelijk gedragsverandering stimuleren; door introductie van de prijsprikkel worden mobilisten zich bewuster van hun reispatronen. Voor wat betreft belonen of bestraffen, zijn er nieuwe ontwikkelingen: het ministerie van financiën geeft aan dat de beloningen bij de spits/filemijdenachtige projecten belastingplichtig zijn. Alleen voor projecten die lijken op de toekomstige kilometerheffing kan mogelijk een uitzondering worden gemaakt. De hiervoor beschreven netwerkaanpak past, in beginsel, binnen de kaders zoals het Rijk die heeft gesteld. In oktober 2008 heeft minister Eurlings voor het onderhavige project een bedrag van 9 miljoen euro gereserveerd. Hierbij wordt uitgegaan van 25 % cofinanciering door de regio. Na de toezegging van de minister zijn wij gestart met de verdere uitwerking. Om een succesvolle pilot te kunnen uitvoeren dient minimaal over een periode van 2 jaar ervaring kunnen worden opgedaan. Rekening houdend met de invoering van het landelijke systeem is het streven erop gericht om in 2010 te starten met de uitvoering van de pilot. Een en ander betekent dat de aanbesteding rond de zomer 2009 moet worden gestart. Gezien het innovatieve karakter van het project zien wij in het proces een belangrijke rol weggelegd voor marktpartijen. Offensief Bereikbaarheid, het platform waar overheden en bedrijfsleven samenkomen, wordt hiervoor benut. Inmiddels zijn wij aan het werk om de kaders van het project aan te scherpen, draagvlak en cofinanciering te regelen en om de aanbesteding voor te bereiden. Definitieve besluitvorming over de uitvoering kan pas plaatsvinden nadat een en andere meer is uitgewerkt. Overige ABvM Projecten Naast het genoemde project heeft de stadregio nog een aantal andere ideeën ingebracht waarbij door middel van een prijsprikkel het gedrag van de weggebruiker kan worden beïnvloed. Deze zullen in een separaat proces worden onderzocht en mogelijk worden uitgewerkt. 5/6 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Proces Het hele proces staat onder grote druk. Er zijn een aantal data die van belang zijn. Om in aanmerking te kunnen komen voor een bijdrage in het kader van ABvM dienen projecten in het Regionale Convenant te zijn opgenomen. Het Convenant is op 8 september aan de minister aangeboden. Vervolgens moeten de projecten worden uitgewerkt en moeten uitvoeringsafspraken met het Rijk worden gemaakt. Om middelen in de BDU te kunnen opnemen dienen de afspraken met V&W op een zo kort mogelijke termijn te zijn afgerond. Het is van groot belang om de visie en het daarbij behorende pakket van maatregelen tijdig te agenderen bij V&W. Juist de intergraliteit, het hoge ambitieniveau en het brede maatregelenpakket moeten daarbij worden benoemd. Een belangrijk moment om onze aanpak onder aandacht te brengen zijn de landsdelige overleggen met de Minister. In het verlengde van het vorige punt zullen de wegbeheerders moeten worden betrokken bij dit proces. Het gaat hierbij om het creëren van draagvlak en het uitvoeren van (deel)projecten. Voorwaarde is dat de ABvM projecten vòòr 2012 (start kilometerprijs voor personenauto s) afgerond en geëvalueerd is. Dit stelt eisen aan de wijze van uitvoering: snel en pragmatisch. 6/6 Stadsregio Arnhem Nijmegen