REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING ROTTERDAM VOORUIT)

Transcriptie

1 REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING ROTTERDAM VOORUIT) DOEL Het project REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (Rotterdam Vooruit) heeft twee doelen. Ten eerste het verder vormgeven van geselecteerde projecten en de financiering hiervan op basis van de visie zoals vastgesteld in het BO-MIRT najaar 2009 zodat in de eerste helft of in het najaar van 2010 gestart kan worden met de planuitwerkingsfase. Ten tweede het verder voortzetten van de verkenning op onderdelen, om in het najaar van 2010 per onderdeel vervolgafspraken te maken. Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Hans Vervat, portefeuillehouder Verkeer en Vervoer van de Stadsregio Rotterdam Komen overeen zich in te spannen dat de volgende stappen worden genomen: Het nemen van een voorkeursbeslissing inzake de Westelijk Oeververbinding voor welke tunnelverbinding (Blankenburgtunnel of Oranjetunnel inclusief benodigde aanvullende maatregelen) de planuitwerkingsfase gestart kan worden. Besluitvorming hierover zal plaatsvinden in de eerste helft 2010; Het opleveren van de resultaten 1e fase vervolgverkenning kwaliteitssprong OV Rotterdam Zuid. Gereed voorjaar Het nemen van een voorkeursbeslissing over de oplossingsrichting kwaliteitssprong OV Rotterdam Zuid, waarmee de planuitwerkingsfase gestart kan worden. Besluitvorming hierover zal plaatsvinden in bestuurlijk najaaroverleg Het voorbereiden van een voorkeursbeslissing inzake de A20-oost ten behoeve van het bestuurlijk najaaroverleg Een nader onderzoek uit te voeren naar oplossingen voor de Brienenoordcorridor opdat in het bestuurlijk najaarsoverleg 2010 het besluit voorligt of een planuitwerking voor de Brienenoordcorridor gestart kan worden. Maken van nadere afspraken in het bestuurlijk najaarsoverleg 2010 over de fasering en voortgang voor het maatregelenpakket voor een verbeterd functioneren bestaande netwerken en multimodale knooppunten voor de periode tot 2020, en voor de periode Uitwerken en vaststellen van de quick wins inzake dit maatregelenpakket. Gereed begin De Minister van Verkeer en Waterstaat verbindt zich daartoe: Als projectminister op te treden namens de Rijkspartijen. De samenhang te bewaken met andere gerelateerde Randstad Urgent en MIRT-projecten. De portefeuillehouder Verkeer en Vervoer van de Stadsregio Rotterdam verbindt zich daartoe: Op te treden namens de regio. De afspraken m.b.t. dit project namens de regio uit te voeren/te bewerkstelligen dat deze door de regionale en lokale overheden worden uitgevoerd. Draagvlak te creëren in de regio voor het Masterplan Rotterdam Vooruit. De ambassadeur van dit project is Hans Huis in t Veld

2 PROJECTOMSCHRIJVING De uitkomsten van de MIRT Verkenning Rotterdam Vooruit zijn in oktober 2009 vastgelegd in een Masterplan. Het Masterplan is opgebouwd uit drie niveaus: visie, programma en projecten. De opgave voor het tweede jaar van Rotterdam Vooruit is drieledig: het gezamenlijk verder uitwerken van concrete projecten en het verzamelen de benodigde beslisinformatie om in 2010 voorkeursbesluiten te kunnen nemen; programmatisch uitwerken van de overige onderdelen en het bewaken van de samenhang met andere ruimtelijke en infrastructurele projecten op regionaal en bovenregionaal niveau; het bestuurlijk-juridisch verankeren van het in het BO-MIRT vastgestelde masterplan. AANLEIDING Uit verkeersprognoses blijkt dat de Ruit van Rotterdam (de snelwegen rond Rotterdam) ondanks alle maatregelen die reeds voorzien zijn in de periode nog steeds niet voldoet aan de normen die daarvoor gesteld zijn t.a.v. doorstroming en goede bereikbaarheid. Daarom is in het MIRT-overleg van 31 oktober 2007 door de portefeuillehouder verkeer en vervoer van de stadsregio Rotterdam en de minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de minister van VROM en gedeputeerde Verkeer en Vervoer van de provincie Zuid-Holland afgesproken om in 2008 een verkennende gebiedsgerichte studie te starten naar oplossingen voor de bereikbaarheidsproblematiek op de Ruit van Rotterdam, in combinatie met de binnenstedelijke bereikbaarheid van Rotterdam en de ontsluiting van de haven. Om een duurzame bereikbaarheid van de Rotterdamse regio te garanderen, zijn vooral op de (middel)lange termijn aanvullend forse investeringen in een robuust mobiliteitsysteem noodzakelijk. DOEL Het project REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (Rotterdam Vooruit) heeft 2 doelen. Ten eerste het verder vormgeven van geselecteerde projecten en de financiering hiervan op basis van de visie zoals vastgesteld in het BO-MIRT najaar 2009 zodat in de eerste helft of in het najaar van 2010 gestart kan worden met de planuitwerkingsfase. Ten tweede het verder voortzetten van de verkenning op onderdelen en het verankeren van het Masterplan en de Visie. Ook voor dit onderdeel zullen in het najaar van 2010 per onderdeel vervolgafspraken worden gemaakt. SCOPE Het project opereert in de brede regio van Rotterdam. Bijgevoegde gebiedskaart geeft een overzicht. Alle projecten vallen binnen dit gebied, maar krijgen bij de vervolguitwerking hun eigen scope.

3 PROJECTEN In het BO-MIRT najaar 2009 is voor een vijftal projecten besloten dat hierover in de eerste helft en in het najaar van 2010 concrete besluiten genomen kunnen worden betreffende het uitvoeren van de maatregelen of het starten van de planuitwerkingsfase. Voor concrete maatregelen of oplossingsrichtingen kan een MIRTplanuitwerking (of een ander vervolgtraject) starten, indien er zicht is op bekostiging. Tweede Westelijke Oeververbinding In het BO-MIRT is de noodzaak vastgesteld van de realisatie van een Tweede Westelijke Oeververbinding om de problematiek op de Beneluxcorridor met voorrang op te lossen, het Haven Industrieel Complex en Greenport beter te ontsluiten en de A4 corridor als bereikbaarheidsas van de Zuidvleugel en de Randstad verder te ontwikkelen. In de eerste helft van 2010 wordt een voorkeursbeslissing genomen voor welke variant van de Tweede Westelijke Oeververbinding (Oranjetunnel of Blankenburgtunnel, inclusief benodigde aanvullende maatregelen) de planuitwerkingsfase gestart kan worden. Onderdeel van die beslissing zijn afspraken over de benodigde bekostiging voor realisatie, inclusief publiek-private arrangementen. Nut, bekostiging, inpassing, duurzaamheid en draagvlak worden de komende maanden tot beslisinformatie gebracht. Kwaliteitssprong OV op Zuid In het BO-MIRT is de urgentie, de ambitie en de analyse van de brede problematiek in Rotterdam Zuid gedeeld op grond waarvan een kwaliteitssprong in de OV-bereikbaarheid van Rotterdam Zuid nodig is. In het BO-MIRT is gezamenlijk vastgesteld dat een integrale aanpak noodzakelijk is voor de ruimtelijk-economische en sociaal maatschappelijke ontwikkelingsopgave van de regio Rotterdam en de emancipatie van Rotterdam Zuid. De kwaliteitssprong OV op Zuid is onderdeel van deze integrale aanpak, waarbij ook andere ministeries

4 zijn betrokken. De volgende afspraken zijn gemaakt: De eerste fase van de vervolgverkenning af te ronden in het voorjaar van 2010 (systematisch in kaart brengen van de beoogde ontwikkelingen/plannen die impact hebben op de vervoersvraag en het kwantificeren en kwalificeren van de vervoersvraag die uit deze ontwikkelingen/plannen voortkomt). In het BO-MIRT najaar 2010 een voorkeursbeslissing te nemen voor de oplossingsrichting voor het OV op Zuid waarmee vervolgens de planuitwerkingsfase wordt gestart. A20-oost In het BO-MIRT is vastgesteld dat de verbreding van de A20-oost (Nieuwerkerk ad IJssel Gouda- West/Moordrecht) verkeerskundig een no-regret maatregel is. Nadere besluitvorming over deze maatregel hangt samen met het project Parallelstructuur A12 (rond knooppunt Gouwe). Besloten is dat een voorkeursbeslissing A20-oost voorbereid kan worden voor BO-MIRT najaar Doorstroming oostflank (Brienenoordcorridor) In het BO-MIRT is vastgesteld dat voor de problematiek rondom de Brienenoordcorridor uit analyses van Rotterdam Vooruit nog geen éénduidige oplossing naar voren komt. Daarom is in het BO-MIRT besloten een nader onderzoek uit te voeren naar oplossingen vanuit een re-design van het wegnetwerk rondom de Brienenoordcorridor, in relatie met andere modaliteiten (OV, fiets en ketenmobiliteit) en in samenhang met ruimtelijk-programmatische ontwikkeling in het gebied. In het BO-MIRT najaar 2010 wordt besloten of een planuitwerkingsfase Brienenoordcorridor gestart kan worden. Maatregelen beter functioneren bestaande netwerken en multimodale knooppunten In het BO-MIRT is vastgesteld dat in de periode tot 2030 uitvoering van een fors investeringsprogramma gewenst is om de bestaande en toekomstige mobiliteitsnetwerken in de regio Rotterdam optimaal te kunnen laten functioneren. In het BO-MIRT is besloten dat binnen het totale programma alvast gestart zal worden met een aantal quick wins, Over deze quick wins, die op korte termijn gerealiseerd kunnen worden, maken de partners begin 2010 nadere afspraken. In het BO-MIRT is een taakstellend programmabudget hiervoor afgesproken en gereserveerd van 35 miljoen, dat door Rijk en regio gezamenlijk opgebracht zal worden, ieder voor 50% in aanvulling op reeds geplande investeringen. In het BO-MIRT najaar 2010 worden nadere afspraken gemaakt over de fasering en voortgang van het totale pakket maatregelen. Er wordt een investeringsprogramma opgesteld voor de periode tot 2020 en voor de periode om de bestaande en toekomstige mobiliteitsnetwerken in de regio Rotterdam optimaal te kunnen laten functioneren. PROGRAMMA Onder dit kopje vallen een aantal vervolgactiviteiten die een meer programmatisch karakter hebben. Hiertoe behoren de volgende onderwerpen: Metropoolregio Rotterdam-Den Haag Samen met de MIRT-verkenning Haaglanden uitvoeren van een vervolgonderzoek aahaanaar het oplossend vermogen van maatregelen (OV, fiets, weg) die de grote vervoerspanning en de ruimtelijke ontwikkeling tussen Rotterdam en Den Haag na 2020 duurzaam kunnen faciliteren. In het BO-MIRT najaar 2010 kunnen op basis van deze gezamenlijke verkenning de prioriteiten in het tussengebied worden vastgesteld.

5 Stedelijk en stadsregionaal wegennet Uitwerking van een programma voor het beter functioneren van het stedelijke en stadsregionale wegennet. In het BO-MIRT najaar 2010 worden concrete vervolgafspraken gemaakt. Deze afspraken worden genomen in samenhang met besluiten over MIRT-verkenningen Haaglanden en VAR, alsmede besluiten over Brienenoordcorridor en Kwaliteitsprong OV Rotterdam Zuid. A15 Papendrecht-Gorinchem Het knelpunt op de zuidbaan zal worden meegenomen in de vervolgfase van de MIRT-Verkenning Rotterdam VooRuit. Dit betekent, dat in dit kader zal worden onderzocht hoe het knelpunt op de zuidbaan het beste kan worden aangepakt, waarbij een extra rijstrook tussen Papendrecht en Gorinchem één van de mogelijke oplossingen is, naast onder meer verdere maatregelen aan de aansluiting A15/N3. Het bestuurlijk-juridisch verankeren van het in het BO-MIRT vastgestelde masterplan De Plan-Mer moet worden afgerond. SAMENHANG Rotterdam Vooruit hangt samen met een scala aan lopende projecten en studies, met name de Randstad Urgent projecten A4 Delft Schiedam, de A13/16 en de A15 Maasvlakte Vaanplein, deze projecten worden als gerealiseerd beschouwd. Daarnaast is sprake van samenhang met de PHS-studie Oude Lijn en de MIRT- Verkenningen Haaglanden en de MIRT-Verkenning Rotterdam Antwerpen. Binnen de stadsregio en gemeente is samenhang met de andere Randstad Urgent projecten in de regio Rotterdam zoals PMR, Stadshavens, Containertransferium en regionale projecten zoals de planstudie Pleinweg (Stadsweg Zuid), de verkenning Bundels op Noord, het Binnenstadsplan, de Ambitienota OV en het P+R programma. DIENSTREGELING Zie mijlpalen op het voorblad. RESULTAAT Het beoogde resultaat is uiteindelijk het halen van de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de Nota Mobiliteit en een duurzame bereikbaarheid voor het stedelijk gebied en een robuuste ontsluiting van de haven te garanderen op de lange termijn. FINANCIERING Het rijk en de betrokken regionale overheden dragen gezamenlijk zorg voor dekking van de kosten van de MIRT-verkenning. ORGANISATIE Rotterdam Vooruit wordt aangestuurd door een regiegroep die verantwoordelijk is voor de algehele aansturing en de bewaking van de samenhang tussen de afzonderlijke projecten. Deelnemende partijen zijn: het Rijk (VenW, VROM, EZ, LNV, Financiën); de regio (stadsregio Rotterdam, gemeente Rotterdam, provincie Zuid Holland); overigen (het Havenbedrijf Rotterdam).

6 SLOTBEPALING De afspraken zoals geformuleerd zijn niet in rechte afdwingbaar. De minister van Verkeer en Waterstaat Namens het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam, de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer Camiel Eurlings Hans Vervat Vastgesteld op 16 november 2009