Inleiding 4. Hoofdthema: talenten benutten 5. Enschede werkt: iedereen een startkwalificatie 6. Ons Enschede: taalbeleid 7

Vergelijkbare documenten
Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

Schets van de Educatieve Agenda

De lokale educatieve Agenda. Hoe ver zijn we? Joke ten Berge

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda

Lokaal Educatieve Agenda Breda samenvatting

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

Nieuwe koers brede school

LOKALE EDUCATIEVE AGENDA GEMEENTE OLDENZAAL

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl

Lokaal Educatieve Agenda


Notitie Onderwijs en LEA 2011

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Van gemeentelijk achterstandsbeleid naar onderwijsbeleid. 1

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid

Samen staan we sterker

De toekomst begint vandaag!

Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie mei 2019

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK

Aan. de gemeenteraad. Gemeentebestuur Spuiboulevard GR DORDRECHT. Retouradres: Postbus 8 330QAADORDRECHT. F (078) www, dordrecht.

Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland

Ondersteuningsplan

Workshop Onderwijsdag 2012 Enschede

LOKAAL EDUCATIEVE AGENDA gemeente Moerdijk

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren.

KRACHT VANUIT DE BASIS

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 25 november 2011 Betreft Bestuursafspraken G4 en G33

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners?

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Onderwijsmonitor 2011

Regionaal Besturenoverleg Onderwijs Zuid-Kennemerland

Leren en Leven. Wat omvat het programma?

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval

Geen leerling zonder diploma van school: educatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

: Vaststellen kaders van de onderwijsvisie

Nieuwsbrief nr. 11, december 2011

Voorbeeldconvenant Vooren Vroegschoolse Educatie

Onderzoek Voortijdig Schoolverlaters

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp

Naar integraal peuterspeelzaalwerk

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

Onderwijsmonitor 2010 Hendrik-Ido-Ambacht

COMMUNICATIEPLAN PASSEND ONDERWIJS

Gemeente Den Haag. Aan de voorzitter van de Commissie Jeugd en Burgerschap. Geachte voorzitter,

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda Gemeente Asten

Bestuurlijke afspraken Voor- en Vroegschoolse Educatie

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

Onderwijsmonitor 2011 Papendrecht

Auteur: E. van Assem Afdeling: Welzijn en onderwijs Datum: Lokale Educatieve Agenda

Projectplan Passend Onderwijs

Onderwijsmonitor 2010 Alblasserdam

Voorbeeldadvies Cijfers

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Startnotitie jeugd- en jongerenbeleid Dalfsen Segment-groep, J. de Zeeuw september 2008

Oplegvel Collegebesluit

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

Agendanummer: Begrotingswijz.:

Het IKC in Linne is bedoeld voor Basisschool Triangel en Kinderopvang Echt- Susteren en Maasgouw.

Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne

De Lokale Educatieve Agenda STARTNOTITIE

De Rotterdamse Peuterschool, locatie OBS De Akkers

Nieuwsbrief nr. 8, maart 2010

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 2

Programma 8 Onderwijs

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop).

Startnotitie (oriënterend)

Onderwijsmonitor 2010 Papendrecht

DE UTRECHTSE ONDERWIJSAGENDA

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

11) 1. I j >, M,,,IXter FSC FSC. CO DORDRECHT i

Samenwerken en Afstemmen in de doorgaande lijn

Rol gemeente nieuwkomersonderwijs. Venhar Sariaslan PO Raad beleidsadviseur Passend Onderwijs & Nieuwkomersonderwijs

Doel resultaat - Opbrengsten passend bij landelijk gemiddelde en analyseren opbrengsten

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

Onderwerp Beleidskader Jeugd Datum 6 november 2018

Aan burgemeester en wethouders

Notitie samenwerking gemeenten en onderwijs Samenhang decentralisatie Jeugdzorg en Passend Onderwijs

Onderwijs. Hoofdstuk Inleiding

RIS Uitvoeringsprogramma 2009 Sociale Alliantie 2009 gemeente Emmen provincie Drenthe

Samenvatting Leidse Monitor

Adres Gemeente Alphen aan den Rijn Afdeling maatschappelijke ontwikkeling, jeugd. Colofon. Programma jeugd

Peuterwerk in het sociaal domein

Managementsamenvatting

Met een goede start naar de basisschool

Factsheet April 2010, nummer 10 Monitor 2009 Zorg- en adviesteams in het onderwijs hoofdbevindingen in kort bestek

Onderwijsmonitor 2010 Sliedrecht

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle

Addendum Doelgroepdefinitie VVE. Lokaal Educatieve Agenda Samenwerken aan talent

LEA-CONFERENTIE 19 SEPTEMBER 2007

Transcriptie:

Lokale Educatieve Agenda 2008-2010 1

2

Inhoud Inleiding 4 Hoofdthema: talenten benutten 5 Enschede werkt: iedereen een startkwalificatie 6 Ons Enschede: taalbeleid 7 Brede School en BASIS-programma 8 Zorgstructuren in en om school 9 De rol van de ouders 9 Monitoring 10 Uitwerking en planning 10 Lokale Educatieve Agenda 2008-2010 3

Inleiding Binnen het lokaal onderwijsbeleid zijn de verhoudingen tussen gemeenten en het onderwijs aan het veranderen. Vanaf 1 augustus 2006 hebben scholen en schoolbesturen meer beleidsvrijheid en beleidsverantwoordelijkheid gekregen, terwijl gemeenten andere taken en minder financiële sturingsmogelijkheden hebben gekregen. Van gemeenten wordt verwacht dat zij als meest nabije en voor het jeugdbeleid verantwoordelijke overheid, de regierol op zich nemen en in het kader van de sociale infrastructuur voor de jeugd inzetten op samenhang tussen onderwijs- en jeugdbeleid. Primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs in de gemeente zijn de scholen en hun besturen zelf. De gemeente kan daarbij vooral een voorwaardenscheppende, ondersteunende en stimulerende rol vervullen. Dit doet zij door te zorgen voor een goede pedagogische infrastructuur en de samenwerking van scholen met andere instellingen, zoals welzijnswerk, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, schoolmaatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg, te bevorderen en te faciliteren. Centraal in de dialoog met het onderwijsveld over de kwaliteit van het lokale onderwijs komt de Lokale Educatieve Agenda (LEA) te staan. Deze staat niet op zich, maar moeten we zien als een specifiek onderdeel van de Enschedese Jeugdagenda. Kinderen verkeren immers in verschillende maatschappelijke verbanden: op school, in de thuissituatie, in de buurt en de verdere maatschappelijke omgeving zoals vrijetijdsbesteding, sport en cultuur enz.. Samenwerking en afstemming tussen alle betrokkenen die met jeugdigen te maken hebben is daarom van belang voor de ontwikkeling van kinderen en de kansen die wij ze kunnen bieden. Het Enschedees Onderwijsberaad (EOB), waarin alle schoolbesturen die één of meer scholen of vestigingen in de gemeente hebben zijn vertegenwoordigd, is het formele overlegplatform voor de LEA voor Enschede. Daar is door de schoolbesturen en de gemeente uitgesproken dat partijen zich zoveel mogelijk gezamenlijk verantwoordelijk weten voor alle onderscheiden thema s op de LEA. Ondanks de gewijzigde verhoudingen zijn de bestuurlijke uitgangspunten, zowel vanuit het onderwijsveld als vanuit de gemeente, niet wezenlijk veranderd. De samenwerking tussen gemeente en scholen is immers altijd goed geweest. De LEA is geen eenmalig statisch product, maar een dynamisch instrument. Het bevat de belangrijkste prioriteiten en verbeteracties voor de komende jaren en waar nodig afspraken over rollen en verantwoordelijkheden van diverse betrokkenen daarbij. Enschede is een gemeente met een cultuur van overleg en samenwerking en hoge ambities op het gebied van onderwijs- en jeugdbeleid. Daarom willen wij als schoolbesturen en lokale overheid met elkaar een beleidsrijke educatieve agenda opstellen, die past bij onze lokale situatie. De onderwerpen die volgens ons thuishoren op een dergelijke agenda zijn in het EOB geïnventariseerd aan de hand van een door de VNG aangereikt model. De LEA moet echter meer zijn dan een losse opsomming van onderwerpen. In dit document zijn zij in hun onderlinge samenhang vervat in een zestal thema s, als leidraad voor de dialoog tussen gemeente en onderwijs voor de komende jaren. Daarmee is dit dus de eerste Lokale Educatieve Agenda voor de gemeente Enschede. 4

Hoofdthema: talenten benutten Goed onderwijs is niet alleen van belang voor onze kinderen, maar ook voor de stad als geheel. De kinderen van nu zijn immers de volwassenen van straks, die de stad levend en aantrekkelijk gaan maken en houden. Zij zorgen ervoor dat Enschede een plaats is en blijft waar het voor iedereen goed wonen en werken is, waarin iedereen volop aan het maatschappelijk leven kan deelnemen en kansen krijgt om zich te ontwikkelen. Juist in steden als Enschede, waar het opleidingsniveau van de bevolking relatief laag is, moeten we al onze talenten ten volle benutten en is de kwaliteit van het onderwijs van extra groot belang. Wij hebben daarin samen met het onderwijs al veel geïnvesteerd, zowel in geld als in energie en inzet. Toch neemt Enschede in verschillende landelijke onderwijsstatistieken nog een lage positie in. Enkele voorbeelden: In de Atlas voor gemeenten 2006, waarin de 50 grootste gemeenten met elkaar worden vergeleken, staat Enschede op de 39 e plaats. Het aandeel leerlingen in HAVO/VWO, gemeten in het derde leerjaar van het VO, ligt de laatste jaren continu laag rond 35% (landelijk is dat ruim 43%). Van de leerlingen die na het basisonderwijs naar het VMBO gaan, haalt 54% zonder onderbreking binnen vier jaar het VMBO-diploma (landelijk 70%). Van degenen die naar HAVO/VWO gaan is na vijf jaar onderwijs nog ca. 46% zonder vertraging of uitval doorgestroomd (landelijk 60%). Het percentage geslaagden bij de VO-eindexamens ligt veelal lager dan landelijk. In 2006 slaagde 91 % van de VMBO-kandidaten (landelijk 95 %) en 87 % van de HAVO-VWO-kandidaten (landelijk 90 %). (Bron: Babeliowsky Onderwijsonderzoek). Verhoging van het bereikte onderwijsniveau van leerlingen en van het rendement van ons onderwijs is in een stad als Enschede, gezien de samenstelling van de bevolking, geen gemakkelijke opgave en waarschijnlijk ook een zaak van lange adem. Maar dat mag niet betekenen dat wij ons ambitieniveau dan naar beneden moeten bijstellen. In een stad als Enschede is een gemiddeld ambitieniveau waarschijnlijk niet genoeg. Voor onze kinderen en de stad moeten we streven naar onderwijs van excellente kwaliteit. In de Toekomstvisie hebben we daarom de ambitie geformuleerd om van Enschede de beste opleider van het land te maken. Om die ambitie te realiseren moeten wij de komende jaren, samen met de schoolbesturen, over de hele linie veel investeren. De aandacht gaat daarbij overigens niet alleen maar uit naar de onderkant ; naar de risicogroepen, het speciaal onderwijs en de lagere onderwijstypen, maar ook naar de bovenkant : kwaliteitsverbetering van HAVO en VWO. Ook het realiseren van bijvoorbeeld een internationale school voor zowel primair als voortgezet onderwijs draagt bij aan een goed sociaaleconomisch perspectief voor de stad. We richten ons de komende jaren op de volgende zes thema s: Enschede Werkt: iedereen een startkwalificatie Ons Enschede: taalbeleid Brede Actieve Scholen in Stadsdelen (BASIS) Zorgstructuren in en om school De rol van de ouders Monitoring In de volgende paragrafen worden deze verder uitgewerkt. Lokale Educatieve Agenda 2008-2010 5

Enschede werkt: iedereen een startkwalificatie Een van de drie strategische opgaven in de Toekomstvisie is Enschede werkt. Met een voldoende startkwalificatie voor de arbeidsmarkt op zak nemen de kansen op een baan voor onze jongeren fors toe. Zeker als dit diploma goed aansluit op de behoeften vanuit de arbeidsmarkt. De minimale startkwalificatie is volgens de overheid een diploma op niveau MBO-2 of en HAVO- of VWO-diploma. Recent onderzoek wijst uit dat in Enschede door ca. 12% van de jongeren deze kwalificatie niet wordt bereikt. Daar willen wij verandering in brengen. De belangrijkste maatregelen die we in dat verband treffen zijn gericht op: De overgang van PO naar VO. Overgangen in het onderwijs vormen een moment met extra risico s, zeker als er richtingkeuzes moeten worden gemaakt; een juiste keuze is een belangrijke factor in het voorkomen van latere afstroom en uitval. Uit onderzoek blijkt dat voor ca. 25% van de Enschedese VO-leerlingen geldt dat zij in het VO uiteindelijk op een ander niveau uitkomen dan het bij instroom beoogde niveau. De overgang van PO naar VO is daarom de komende jaren een belangrijk aandachtsgebied; het hanteren van goede (toets)instrumenten met betrekking tot het beoordelen van leervorderingen en capaciteiten, adequate advisering door het basisonderwijs en goede voorlichting en keuzebegeleiding zijn de thema s die in de coördinatiecommissie PO-VO verder worden uitgewerkt. Alle scholen en de gemeente leveren hieraan een bijdrage. Het tegengaan van ongeoorloofd schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten, door onder andere: - sluitende afspraken over melding van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaters realiseren. - afspraken over gegevensstromen tussen gemeente en scholen, waardoor meer actuele gegevens beschikbaar komen en het zicht op oorzaken van schooluitval en voortijdig schoolverlaten toeneemt. - het inzetten van verzuimsergeanten die snel in kunnen grijpen bij verzuim. - afsluiten van het (regionaal) convenant voortijdig schoolverlaten met het rijk Realisatie Enschedese Scholingsboulevard. De Scholingsboulevard moet ervoor zorgen dat alle Enschedese (v)mbo-leerlingen een zo hoog mogelijke startkwalificatie voor de arbeidsmarkt verwerven of doorstromen naar een vervolgstudie op zo hoog mogelijk niveau. In nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties moeten leerlingen vaardigheden en kunde op kunnen doen die horen bij het desbetreffende beroep. Ter verdere versterking van het onderwijs op de Scholingsboulevard voeren we verschillende andere activiteiten uit: inzet van het jongerenwerk, versterken van het imago van het beroepsonderwijs, mentoringprojecten en maatschappelijke stages. 6

Ons Enschede: taalbeleid Een andere strategische opgave in de Toekomstvisie is Ons Enschede. Deze gaat over het fundament van de Enschedese samenleving. De manier waarop we samenleven, de mate van binding en betrokkenheid bij elkaar. Taal is een factor die van cruciaal belang is voor het realiseren van sociale binding. En daarnaast is een goede taalbeheersing en taalvaardigheid voor kinderen een van de belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle schoolloopbaan en een goede uitgangspositie voor het betreden van de arbeidsmarkt. Alleen al daarom verdient het taalonderwijs de volle aandacht. Maar des te meer is dat belangrijk, omdat uit verschillende onderzoeken blijkt dat op het gebied van taal de resultaten die Enschedese kinderen behalen nog niet op het niveau zijn dat wij graag zouden willen zien. Om dat niveau te verbeteren richten we ons de komende jaren op een samenhangend lokaal taalbeleid. De belangrijkste onderdelen daarvan zijn: Het Taaloffensief: inzet van gemeentelijke middelen voor onderwijsbegeleiding. De gemeentelijke bijdrage voor onderwijsbegeleiding besteden we alleen aan begeleidingsactiviteiten die gericht zijn op verbetering van het taalonderwijs, met name woordenschat, begrijpend lezen en mondelinge taalontwikkeling als voorwaarde voor begrijpend lezen. De Taalpilot Een aantal scholen met een hoog percentage achterstandsleerlingen participeert in een landelijke pilot gericht op verbetering van het taalonderwijs op basisscholen. De ervaringen en resultaten van deze pilot willen we delen met alle andere basisscholen. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Onze ambitie is om het VVE-beleid, samen met de schoolbesturen, zowel kwalitatief als kwantitatief een nieuwe impuls te geven. We willen zoveel mogelijk, liefst alle, kinderen die dat nodig hebben bereiken met kwalitatief goede programma s uitgevoerd door voldoende geschoold personeel. Met name in de kinderopvang moet het aantal VVE-plaatsen worden uitgebreid. De door het Rijk aangekondigde harmonisatie van regelingen met betrekking tot peuterspeelzaalwerk en kinderopvang zal op dit gebied een belangrijke randvoorwaarde vormen voor ons beleid en de kaders bepalen. Goed overleg en afspraken over de positie van voorschoolse voorzieningen in relatie tot de onderbouw in basisscholen is daarom extra noodzakelijk. Schakelklassen Schakelklassen zijn voorzieningen voor groepen of groepjes kinderen in het primair onderwijs met ernstige taalachterstand, die erop zijn gericht deze kinderen gedurende een jaar zodanig intensief taalonderwijs te geven dat zij daarna weer gewoon aan het reguliere onderwijs deel kunnen nemen. Op grond van de wet Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) zijn gemeenten verplicht, in overleg met de schoolbesturen, deze schakelklassen te organiseren. Naast de al bestaande (voltijds) schakelfuncties die vorm krijgen in de Interzuilaire Opvangklas de Globe en de kopklas, willen we komen tot circa 12 schakelklassen in deeltijd voor jonge kinderen. Deze nieuwe schakelklassen worden door samenwerkende scholen wijkgewijs vormgegeven. In nauwe samenhang met het beleid Weer Samen Naar School bepalen we welke groep leerlingen voor deze schakelklassen in aanmerking komt. Goede afstemming met de toelatingscriteria voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs is van belang bij deze nieuwe voorziening. Lokale Educatieve Agenda 2008-2010 7

Inzet van de logopedie De logopedische screening die, bekostigd door de gemeente, bij alle kinderen in Enschede wordt uitgevoerd, is een instrument bij uitstek om taal- en spraakontwikkelingsproblemen al vroeg op te sporen en zo mogelijk te voorkomen. De kennis en ervaringen die met deze screening en met de daaruit voortvloeiende logopedische hulp zijn opgedaan moeten we nadrukkelijk betrekken bij de verdere uitwerking van het taalbeleid. Leesverbeterplan algemeen Uiteraard werken niet alleen de scholen die deelnemen aan de taalpilot aan verbetering van het taalonderwijs. De WSNS-verbanden voeren in dit verband een actief, stimulerend beleid gericht op alle scholen. Scholing van leerkrachten is daarbij een belangrijk instrument. Regie Om een zo groot mogelijk effect en rendement te bereiken ontwikkelen we een samenhangend lokaal taalbeleid waarin we de verschillende onderdelen zo goed mogelijk op elkaar afstemmen, zodat alle scholen, maar ook de voorschoolse voorzieningen, maximaal profiteren van de beschikbare middelen, de ondersteuning en begeleiding. De regie over het geheel ligt bij de WSNS-verbanden en de gemeente. Brede School en BASIS-programma Het concept van de brede school is een sterk instrument als het gaat om het betrekken van ouders, aansluiting tussen school en buurt, realiseren van dagarrangementen en zinvolle vrijetijdsbesteding. Daarmee is het ook een concept dat kan bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen. De komende jaren zetten gemeente en schoolbesturen daarom al geplande en in gang gezette initiatieven op dit gebied door. Dat wordt niet alleen tot uitdrukking gebracht in het onderwijshuisvestingprogramma, maar ook in extra investeringen in het BASIS-programma, gericht op het structureel inbedden van BASISactiviteiten in het onderwijs. Ambities voor de komende periode zijn: De realisatie van vier nieuwe brede scholen, door nieuw- of verbouw van scholen: La Res, De Bothoven, de Kubus / de Lipper, de Regenboog / het Stroink. Verder versterken van de regie op de bredeschoolontwikkeling, met name door het realiseren van samenhang tussen stedelijk beleid en ontwikkelingen in de wijk. Stedelijk beleid moet niet alleen richtinggevend, maar ook faciliterend en ondersteunend zijn aan de ontwikkeling van brede scholen op wijk- en stadsdeelniveau. De gemeente gaat in dat verband de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van het peuterspeelzaalwerk overnemen. Het peuterspeelzaalwerk zal zoveel mogelijk in, of zo dicht mogelijk bij, de scholen gesitueerd moeten worden. Zo scheppen we een voorwaarde voor een goede samenwerking en optimale mogelijkheden voor het creëren van een doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen. Het spreidingsplan, ontwikkeld in overleg tussen schoolbesturen, peuterspeelzaalwerk en gemeente is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Versterking van de regie moet ook tot uitdrukking komen in het BASIS-programma, dat een kader moet gaan vormen om afstemming en samenhang te realiseren tussen de voor-, tussen- en naschoolse opvang, waarvoor de scholen verantwoordelijk zijn, en andere (nieuwe) beleidsimpulsen, zoals de BOS-projecten, de Impuls Brede School, Dagarrangementen en Combinatiefuncties. 8

Zorgstructuren in en om school Gelukkig verloopt de schoolloopbaan van het merendeel van de Enschedese jeugd zonder veel grote problemen. Er is echter ook een aantal kinderen voor wie dat niet zo is. Voor hen is tijdelijk of permanent aanvullende extra zorg of zijn speciale voorzieningen nodig, die het onderwijs niet zelf of niet alleen kan bieden, bijvoorbeeld omdat er sprake is van problemen in de thuissituatie van kinderen die van invloed zijn op het functioneren op school. De scholen willen de komende jaren onderling en samen met de gemeente werken aan een goede vorm en inhoud van die extra zorg en aan goede bereikbaarheid daarvan. De belangrijkste instrumenten daarbij zijn: De zorgadviesteams op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen. Hierdoor kunnen we snel en tijdig andere hulp zoals maatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg inschakelen en waar nodig snel doorverwijzen naar de stedelijke zorgstructuur. Dit zijn dan de wijkzorgteams en/of het stedelijk Netwerkteam onderwijs - jeugdzorg. De schoolinterne zorgteams en onderwijsvangnetten in het VO en MBO. Het beleid passend onderwijs : schoolbesturen moeten met ingang van 2011 ieder kind passend onderwijs kunnen bieden en daartoe per regio onderling gaan samenwerken om deze zorgplicht te realiseren. Dit beleid zal consequenties hebben voor de huidige (REC)structuur in het speciaal onderwijs en wellicht ook voor de huidige samenwerkingsverbanden WSNS. Het raakt echter ook op veel terreinen het gemeentelijk beleid en gemeentelijke verantwoordelijkheden zoals onderwijshuisvesting, leerlingenvervoer en lokaal jeugdbeleid. Samen met andere schoolbesturen, de samenwerkingsverbanden in primair en voortgezet onderwijs, de jeugdzorg en andere gemeenten in Twente wil Enschede zich voorbereiden op het nieuwe beleid, o.a. door het aanvragen van een pilotexperiment gericht op het realiseren van passend onderwijs in Twente. De rol van de ouders Hiervoor hebben we al aangegeven dat deze LEA en de daaruit voortvloeiende acties en maatregelen een bijdrage leveren aan de strategische opgave Ons Enschede. Maar ook aan de strategische opgave Enschede werkt willen we met de LEA een belangrijke bijdrage leveren. De mate waarin wij in staat zijn om de schoolloopbanen van onze kinderen te verbeteren, het opleidingsniveau van de Enschedese bevolking te doen stijgen en zo een goed arbeidsmarktperspectief te creëren, worden mede beïnvloed door de bagage die kinderen al op jonge leeftijd vanuit het gezin meekrijgen. Daarom willen we als gemeente en scholen, samen met de instellingen die daaraan een bijdrage kunnen leveren, fors inzetten op vroege preventie. Onder het motto gezond, geschoold en gelukkig zullen we een afgewogen lokaal aanbod van opvoedingsondersteuning ontwikkelen, gekoppeld aan de vijf gemeentelijke functies voor het jeugdbeleid en in samenhang met het gemeentelijk beleid rond Taal en Inburgering. Daarnaast willen we de kwaliteit van de uitvoering versterken door invoering van het programma Triple P. De regie op de opvoedingsondersteuning en de invoering van de Triple P-werkwijze gebeurt vanuit het nog op te richten Centrum voor Jeugd en Gezin. Dit Centrum voor Jeugd en Gezin wordt hét loket waar ouders, jeugdigen en professionals terecht kunnen met al hun vragen over opgroeien en opvoeden. Lokale Educatieve Agenda 2008-2010 9

Monitoring Het principe van rekenschap of verantwoording afleggen is niet meer weg te denken uit het huidige en toekomstige onderwijsbeleid. De gemeente dient verantwoording af te leggen aan de burgers, aan de raad en aan beleidspartners, het onderwijs aan ouders, maatschappelijke omgeving en lokale overheden. Verantwoording is hier niet opgevat als controle- of sanctioneringmiddel, maar als het bieden van inzicht aan relevante anderen over welke middelen aan welk doel zijn besteed en met welke resultaten. Dit vanuit een gelijkwaardige positie, de zogenoemde horizontale verantwoording. Het is, in het kader van de hiervoor geschetste thema s op de LEA, dan ook van groot belang dat de betrokken partijen kunnen beschikken over relevante en actuele beleidsinformatie. Daarom is het nodig dat we periodiek gegevens verzamelen, presenteren en analyseren over het onderwijs en de jeugd in de gemeente, zowel kwantitatief als kwalitatief. In veel gevallen kunnen we daarbij gebruik maken van bestaande informatie, zodat we alleen afspraken hoeven te maken over het verzamelen en over de verwerking of bewerking en de presentatie ervan. In andere gevallen zullen we nieuwe (monitor)instrumenten moeten ontwikkelen. Van belang is in ieder geval dat schoolbesturen en gemeente overeenstemming hebben over een set belangrijk gevonden indicatoren, die gekoppeld zijn aan de thema s uit de LEA en waarmee we regelmatig een vlot beeld kunnen krijgen van de voortgang op de diverse beleidsthema s. De verdere uitwerking van de Enschedese Onderwijsmonitor blijft de komende jaren dus een belangrijk thema. Hoe meer informatie en gegevens deze bevat, des te krachtiger zal de monitor een bijdrage kunnen leveren aan de dialoog over de kwaliteit van het Enschedese onderwijs. De gegevens en relevante indicatoren zullen jaarlijks worden opgenomen en gerapporteerd in de Jeugdmonitor. Uitwerking en planning Met de bovenstaande thema s is voor de periode tot 1-8-2010 (de looptijd van de huidige wet OAB) de belangrijkste inhoudelijke focus geschetst van de wijze waarop wij de kwaliteit en het rendement van het Enschedese onderwijs in de komende tijd willen verbeteren. Deze agenda is zoals gezegd niet een statisch document en ook niet het enige op dat terrein. Voor alle thema s geldt dat zij nog nadere uitwerking en concretisering behoeven. Voor sommige zijn we daarmee al verder gevorderd dan andere. Zo hebben we voor het VVE-beleid en voor de schakelklassen concrete prestatieafspraken gemaakt in het GSB-convenant dat we met het Rijk hebben gesloten. Voor andere, bijvoorbeeld het Regionaal Convenant Voortijdig Schoolverlaten, geldt dat dit in de nabije toekomst nog gebeurt. In de eerste helft van 2008 willen we voor elk thema concretere uitwerkingsdocumenten opstellen waarin afspraken worden vastgelegd over de te realiseren doelen en resultaten, de te leveren inspanningen van betrokkenen, alsmede de onderscheiden verantwoordelijkheden van gemeente, schoolbesturen, scholen en andere partijen. In het bijzonder gaat daarbij in de komende periode ook aandacht uit naar en intensiever dan voorheen, overleg met het (voortgezet) speciaal onderwijs in Enschede. Daarbij zoeken we vooral naar de mogelijkheden om de expertise van het speciaal onderwijs maximaal te benutten. Zowel voor de ondersteuning van reguliere scholen als voor het realiseren van de in deze agenda geformuleerde, meer schooloverstijgende, stedelijke speerpunten en doelstellingen. Alle schoolbesturen met één of meer vestigingen van scholen in de gemeente Enschede participeren in het Enschedees Onderwijsberaad (EOB). Dit beraad is daarmee bij uitstek de plaats waar we de voortgang en de stand van zaken van de verschillende thema s op de LEA kunnen bespreken, waar we kunnen bijsturen en waar we nieuwe ontwikkelingen signaleren. Het dynamische karakter van de agenda willen we recht doen door halfjaarlijks de voortgang te agenderen in het Enschedees Onderwijsberaad en vervolgens de stand van zaken te rapporteren aan de Raad. 10

Colofon Opdrachtgever: Dienst Matschappelijke Ontwikkeling, gemeente Enschede Redactie: Afdeling Communicatie, gemeente Enschede Ontwerpbureau: Digidee Ontwerpstudio Druk: Netzodruk Oplage: 300 exemplaren Datum: mei 2008 Lokale Educatieve Agenda 2008-2010 11

12