BEDRIJVENTERREINVISIE 2010-2020 GEMEENTE HEERENVEEN



Vergelijkbare documenten
Bedrijventerreinvisie Heerenveen en regionaal plan Zuidoost Fryslân. Presentatie commissie ROM,

BEDRIJVENTERREINVISIE GEMEENTE HEERENVEEN

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg

Factsheet bedrijventerrein Boonsweg, Gemeente Binnenmaas

Voortgangsrapportage Werklocaties

Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur.

Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Werklocaties. Nota Kantoren Rotterdam samengevat. 19 juni 2019

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen

1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN

Fluchskrift Wurkgelegenheid

De Koppeling Houten. Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen. Kantoorvestiging in de gemeente Houten

Bedrijventerrein Nieuw Mathenesse (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Vijfsluizen (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Economische scenario s West-Friesland

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda

Bedrijventerrein Meerpaal. Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten

Snapshots van de regionale economie

ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept)

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven


Regiobericht 1.0 Noord

Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland. Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017

Plannen Economische Agenda

Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant

Wel of niet verouderd?

Bedrijventerreinen Noord-Veluwe. Regionale bijeenkomst raadsleden Gerrit Marskamp

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

ECONOMISCHE WAARDE PINNEPOT IS BOVENGEMIDDELD

Werklandschap Meerpaal. Sport en werk centraal in Nederland. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten

Werklocaties Leusden. Avond van Leusden 30/01/ 14

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Bedrijventerrein Kethelvaart (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

PEILING. TITEL Analyse en aanscherpen vraagstukken Visie werklocaties

Werklocaties Leusden. Avond van Leusden 19 juni

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

De Molenzoom. Kantoorlocaties in centrum van Houten. Kantoorvestiging in de gemeente Houten

Regionale arbeidsmarktprognose

Kleuring van Bedrijventerreinen

Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Schieoevers Maakt de toekomst. Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie

Bedrijfsruimtemarkt oost-nederland Overijssel en Gelderland

ECONOMISCHE WAARDE PINNEPOT IS BOVENGEMIDDELD

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Kansen van Regiomarketing voor Zuidoost Drenthe

Heukelum. Zicht op de Linge

Krimp in Fryslân. Inwonertal

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Zuid-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Convenant Vestigingscriteria Bedrijventerreinen Noord-Veluwe

Economische Beleidsvisie Gemeente Berg en Dal. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Berg en Dal

De Toekomst van Bedrijventerreinen. Gusta Renes

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019

STRATEGIE WERKLOCATIES 2020 GEMEENTE SMALLINGERLAND. Stec Groep B.V. Peije Bruil, Sjoerd Korsuize en Laura Engelbertink Juli 2010

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

F4-GEMEENTEN. Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord. Versterk Economie en Werkgelegenheid

Werkconferentie Vastgoedmarkt Midden-Nederland. 21 juni 2012

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7. Bijlagen

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

1. VRAAGAANBODANALYSE

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Beleidskader windenergie

Samenvatting: Start-up activity in Groningen and the Northern Netherlands 1

Werkgelegenheid in West- Friesland November 2013

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Regionale samenwerking Bedrijventerreinen West-Achterhoek. 28 oktober 2008

Datum: 11 februari 2013 Versie definitief. Uitgifteprotocol Bedrijfsgrond Gemeente Oldebroek (2013)

WIJKVISIE STADSKANAAL NOORD

GELDERSE BEDRIJVENTERREINEN KLAAR VOOR DE TOEKOMST? Joost Hagens Bureau BUITEN

UPDATE CITYMARKETING & EVENEMENTENBELEID

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen?

KANTOREN NOORD-NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Bedrijfsruimtemarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie

5. Typologieën voor bebouwing

Leidraad Herstructurering Bedrijventerreinen gemeente Woerden versie 30 augustus 2013

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen

Ladder van Duurzame verstedelijking

KANTOORTYPOLOGIE AMERSFOORT

Economische Monitor 2019

Hengelo, Hart van Zuid

Confrontatieweek Samenvatting voorlopige resultaten werkspoor Ruimte & Economie

Transcriptie:

BEDRIJVENTERREINVISIE 2010-2020 GEMEENTE HEERENVEEN Haskerveen IBF De Kavels Kanaal Gemeente Heerenveen Dienst Visie en Ontwikkeling, Afdeling Visie en Beleid Vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28

Inhoudsopgave 1. Totstandkoming van deze nota 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Proces 3 2. Economische ontwikkeling in Heerenveen 4 2.1 Economisch beleid 4 2.2 Economische ontwikkeling breed 4 2.3 Imago van Heerenveen 5 2.4 Werkgelegenheidsontwikkeling 6 2.5 Innovatiepotentieel 7 3. Beleid op het gebied van bedrijventerreinen 8 3.1 Rijksbeleid 8 3.2 Noordelijk en provinciaal beleid 8 3.3 Gemeentelijk en regionaal beleid 10 4. Trends en ontwikkelingen op het gebied van bedrijventerreinen en sectoren 13 5. Bedrijventerreinen 16 5.1 Huidig aanbod en plannen 16 5.2 Concurrentiepositie 17 5.3 Uitgifte van bedrijventerrein 19 6. Scenario s behoefteraming en confrontatie met het aanbod 20 6.1 Behoefteraming algemeen 20 6.2 Behoefteraming voor Heerenveen 20 6.3 Confrontatie vraag-aanbod 21 6.4 Conclusies 22 7. Visie op de toekomst: Duurzaamheid en doorgroeien 24 Bijlagen in apart bijlagenrapport blz 2 van 29

1. Totstandkoming van de visie op bedrijventerreinontwikkeling 1.1. Aanleiding Heerenveen kent geen afzonderlijke bedrijventerreinvisie. De belangrijkste kaders voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen zijn opgenomen in de Integrale visie Heerenveen- Skarsterlân: Ruimte voor de toekomst uit 2005. Uitgangspunt in deze visie was het doortrekken van de groei uit de afgelopen jaren, met na 2015 een aftopping van de groei van 15%. In de integrale visie zijn diverse ontwikkellokaties aangewezen, waarmee in de geraamde behoefte tot 2030 zou kunnen worden voorzien. Onze ambitie om een stevige economische groei door te blijven maken staat onverkort overeind, maar de ontwikkelingen van de laatste tijd nopen tot een herijking van de visie op bedrijventerreinontwikkeling. Vanuit het Rijk en de provincie worden de kaders voor bedrijventerreinontwikkeling opnieuw gesteld. Mooi Nederland, het advies van de commissie Noordanus en de taskforce herstructurering bedrijventerrein en het convenant tussen Rijk, IPO en VNG hebben als uitgangspunt dat versnippering, verstening en verrommeling van het landschap zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. Om te borgen dat zuiniger met ruimte wordt omgegaan worden afspraken gemaakt over het hanteren van een lagere behoefteraming en het toepassen van de SER-ladder. Daarnaast moet bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen nadrukkelijk regionale afstemming worden gezocht. In de provinciale verordening Ruimte (voorontwerp, 2010) geeft de provincie aan dat uitbreidingen of nieuwe bedrijventerreinen dienen te passen binnen een door GS geaccordeerd (bij voorkeur regionaal) bedrijventerreinenplan. Deze gemeentelijke visie is gebruikt als input voor het Bedrijventerreinenplan 2010-2020 regio Zuidoost Fryslân. Daarnaast zijn er diverse trends in de maatschappij zichtbaar, zoals het nieuwe werken, die gevolgen zullen hebben voor de aard van de werkgelegenheid en de daarbij behorende ruimtebehoefte. Heerenveen faciliteert relatief veel bovenregionale vestigers en de werkgelegenheidsontwikkeling is over een lange periode gunstig geweest. Wij vinden het van belang onze rol voor de regionale economische ontwikkeling te kunnen blijven waarborgen. Deze ambitie onderbouwen we door een visie op de ontwikkeling van bedrijventerreinen. De nieuwe visie geeft een beeld van de te verwachten marktvraag en verwoordt onze input in de noodzakelijke regionale afstemming. Daarmee stelt de visie ons in de gelegenheid strategische keuzes te maken met betrekking tot de in de integrale visie aangegeven toekomstige werkgebieden in het algemeen en met betrekking tot de voor bedrijventerreinontwikkeling aangekochte gronden voor onder meer Klaverblad Noordoost. 1.2 Proces Bij het opstellen van deze visie is gebruik gemaakt van de expertise van het bureau STEC. Zij hebben zich geconcentreerd op de analyse van de vraagontwikkeling en de concurrentieanalyse. Daarbij zijn ook diverse experts benaderd die vanuit hun eigen expertise zicht hebben op de markt voor bedrijventerreinen. Verder hebben we gebruik gemaakt van veel achtergrondmateriaal (bijlage A). Ook zijn er gesprekken gevoerd met de gemeentelijke ondernemersverenigingen (OKH voor de kern Heerenveen, HNI Jubbega/Hoornsterzwaag, Ondernemersvereniging De Knipe en ONMKB) en is er een aantal brainstormsessies geweest met een groep ondernemers (de acquisitieclub). Deze gemeentelijke visie is gebruikt als input voor het Bedrijventerreinenplan 2010-2020 regio Zuidoost Fryslân. Beide zijn op 28 maart 2011 vastgesteld in de gemeenteraad. blz 3 van 29

2. Economische ontwikkeling in Heerenveen 2.1. Economisch beleid Het sociaal-economisch beleid van de gemeente Heerenveen (SEB 2006) is gericht op het versterken van de economie van Heerenveen. De strategie die wordt gehanteerd is inzetten op diversificatie. Dit houdt in dat wij het economisch belang van zoveel mogelijk activiteiten willen versterken. Daarmee willen we het economisch draagvlak van Heerenveen robuuster maken en minder gevoelig voor conjuncturele schommelingen. De rol van de gemeente is er vooral één van netwerken en verbinden. We kunnen de juiste voorwaarden scheppen door positieve ontwikkelingen aan te jagen en te stimuleren en door verbindingen te leggen tussen allerhande partijen. Een intensief contact met het bedrijfsleven is voor het vervullen van deze rol van groot belang. De laatste jaren hebben we vooral ingezet op samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid (de 3O s), acquisitie en relatiebeheer, innovatie en duurzaamheid en toerisme. Ook de komende jaren blijven dit speerpunten. In het collegeprogramma 2010-2014 Sociaal en ondernemend, nu en in de toekomst geeft het college aan dat investeringen in infrastructuur van groot belang zijn voor een goede economische ontwikkeling en een optimaal vestigingsklimaat. Verder ziet het college dat het MKB de belangrijkste motor voor de werkgelegenheid is, en van groot belang voor het aantrekken van nieuwe bedrijven. Het permanent investeren in een goede relatie met bedrijven is dan ook vanzelfsprekend Bedrijvigheid in dorpen en op het platteland heeft daarnaast een functie voor de leefbaarheid. Bestaande bedrijven moeten op een verantwoord schaalniveau en met inachtneming van de landschappelijke kwaliteit in staat worden gesteld door te groeien op de bestaande locatie. Aandacht voor het cultuurhistorisch erfgoed is een aspect van duurzaamheid en kan de gemeente aantrekkelijker maken (evenals voldoende toeristische voorzieningen en bedrijvigheid). Bedrijven worden gestimuleerd om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Het college wil als makelaar optreden om bedrijfsleven en onderwijs bij elkaar te brengen. Het college wil in staat blijven voldoende en gevarieerde werkgelegenheid te behouden en aan te trekken. Daartoe moeten vraag en aanbod van bedrijventerreinen in beeld worden gebracht, evenals ontwikkelingen op het gebied van kleinschalige werkgelegenheid, thuiswerken en locaties voor wonen werken. 2.2 Economische ontwikkeling breed In het Elsevieronderzoek naar economische toplocaties (2009) staat Heerenveen op de 23 e plaats, met een rapportcijfer van ruim 7,4. Onderstaand een vergelijking. In deze cijfers is gekeken naar de feitelijke ontwikkeling op het vlak van: -Structuur van de bedrijvigheid: het aantal banen per duizend inwoners, onderscheiden naar tien economische sectoren. -Structuur 'overig': de voorraad bedrijventerreinen en kantoorruimte, het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, het deel ervan dat werkt, toegevoegde waarde en productiviteit. -Groei van de bedrijvigheid: de ontwikkeling van de werkgelegenheid voor tien sectoren. -Groei 'overig': het aantal starters in tien sectoren, nieuwbouw en leegstand van kantoren, uitgifte van bedrijventerreinen, de groei van bevolking en potentiële beroepsbevolking. Gemeente Rangorde 2009 Rangorde 2000 Zwolle 1 3 Assen 12 36 Heerenveen 23 69 Groningen 29 27 Meppel 35 14 Leeuwarden 51 19 Sneek 54 109 Skarsterlân 69 88 Smallingerland 77 100 De zogenoemde Noordelijke ontwikkelingsas verbindt Sint Petersburg, Helsinki, de Baltische blz 4 van 29

staten (Estland, Letland en Litouwen), de Øresundregio, Polen, Hamburg / Bremen en de Randstad met elkaar. Noordoost-Europa is de laatste tien jaar de best presterende Europese regio op het gebied van groei, innovatie en onderwijs. De regio s op de Noordelijke Ontwikkelingsas hebben veel overeenkomsten, zoals een hoog opgeleide beroepsbevolking, veel kennisintensieve bedrijvigheid, universiteiten en aantrekkelijke, historische binnensteden (Hanze). Ook economisch gezien vertonen de gebieden veel overeenkomsten, zoals de maritieme handel en de focus op logistiek. Er is veel innovatie, vooral in sectoren als life sciences, agri-business, energie, duurzaamheid en ICT. Voor het Noordelijk bedrijfsleven is de Noordelijke Ontwikkelingsas interessant omdat het dichtbij is en een toegankelijke markt heeft. Qua markt en cultuur laat het zich goed vergelijken met Noord-Nederland. Het gebied is daardoor ook interessant voor de beginnende exporterende onderneming. Heerenveen ligt centraal tussen de Randstad en Hamburg/Bremen. Deze ligging biedt volop potentie. In de visie Noorderlicht van de Kamer van Koophandel wordt geschetst dat er in het Noorden één stedelijk kernsysteem zou moeten worden ontwikkeld, waarbinnen de het overgrote deel van de Noordelijke diensteneconomie zich versneld verder kan ontwikkelen. Deze Noordelijke Conurbatie, de Vlinder, omvat de kernsteden Leeuwarden, Sneek, Heerenveen, Drachten, Groningen en Assen en bevat bijna één miljoen inwoners. Heerenveen is in deze visie benoemd als ontwikkelingslokatie voor wonen en bedrijventerreinen. De ontwikkeling binnen de conurbatie zal deels de huidige kernzones volgen. Voor hoogwaardige activiteiten en voor de kwaliteit van leven en wonen is het kernzonebeleid echter verouderd en zal met name de overlap tussen stadsgewesten en het landschappelijk en recreatief systeem meer strategisch kunnen worden uitgebuit. Op het gebied van recreatie worden als highlights onder meer de Friese Meren en Drents Plateau en Sportstad Heerenveen genoemd. De economische potenties van deze gebieden en faciliteiten zijn groot omdat de populariteit van toerisme, recreatie, tweede woningbezit en woonwerkcombinaties in leisure rich areas structureel toeneemt. 2.3 Imago van Heerenveen als vestigingsplaats Het imago van Heerenveen is relatief sterk. Uit onderzoek van MKB-noord, Kamer van Koophandel en HanzeConnect uit 2008 blijkt dat Heerenveen bij ondernemers van buiten de gemeente op het gebied van imago van alle gemeenten in het Noorden het hoogste scoort. In 2006 was dit ook al het geval. In de landelijke lijst scoort alleen Eindhoven hoger dan Heerenveen als het gaat om imago als vestigingsplaats. Onderstaand de top 10 en de positie van een aantal andere gemeenten. Top 10 Imago 2008 gemeente Score overige gemeenten 2008 gemeente 1 Eindhoven 12 Smallingerland 2 Heerenveen 14 Skarsterlân 3 Breda 18 Assen 4 Utrecht 26 Leek 5 Zwolle 43 Noordoostpolder 6 Amersfoort 45 Meppel 7 Sneek 59 Haren 8 Den Bosch 61 Steenwijkerland 9 Maastricht 65 Groningen 10 Apeldoorn 72 Hoogeveen blz 5 van 29

2.4 Werkgelegenheidsontwikkeling Heerenveen functioneert als economische motor voor een grotere regio. De werkgelegenheidsontwikkeling over de afgelopen jaren is voortdurend relatief gunstig geweest, alleen in 2010 was een zeer beperkte afname te zien (55 ft banen). In onze gemeente nam de werkgelegenheid toe van circa 17.400 (in 2001) naar 20.300 (in 2010), een groei van 17%. Ook Skarsterlân, Sneek en Bolsward zijn de afgelopen 10 jaar procentueel sterke groeiers gebleken in vergelijking met andere Friese gemeenten. In de hele provincie was sprake van een groei van 12%. Landelijke cijfers en cijfers op coropniveau geven het volgende beeld. In 2008-2009 is de werkgelegenheid in Nederland met 0,3% gegroeid. De drie coropgebieden met de hoogste groei zijn Zaanstreek (+2,8%), Groot Amsterdam (+2,1%) en Zuidoost Friesland (+2,0%). Heerenveen en Skarsterlân zitten in dit coropgebied. Wanneer we naar de opbouw van de werkgelegenheid in de sectoren kijken ontstaat het volgende beeld. In bijlage B vindt u een uitgebreider overzicht. De figuur hiernaast geeft de 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2001 2010 Bron: provincie Fryslân, 2011 Overige dienstverlening Gezondheids- en welzijnszorg Onderwijs Openbaar bestuur en overheid Zakelijke dienstverlening Financiële instellingen Horeca Vervoer, opslag en communicatie Handel en reparatie Bouwnijverheid Nutsbedrijven Industrie/delfstoffenwinning Landbouw/visserij procentuele verdeling van de werkgelegenheid in de verschillende sectoren weer in de jaren 2001 en 2010. In 2001 was de industrie nog de belangrijkste werkgever in Heerenveen, 19% van de werkgelegenheid was daar te vinden. Het belang van deze sector is afgenomen, de gezondheids- en welzijnssector is nu met bijna 3700 fulltime banen de grootste werkgever (18%). De industrie volgt daarna met bijna 3200 fulltime banen (16%) en daarna komen de handel en reparatie (ruim 3100 banen) en de zakelijke dienstverlening (ruim 2500 banen). Grootste groeiers in Heerenveen zijn de zakelijke dienstverlening (+bijna 1300 ft banen), onderwijs (+ 700 banen) en vervoer (+500 banen). Heerenveen heeft ten opzichte van het provinciale beeld minder landbouw, bouwnijverheid en financiële instellingen. In Heerenveen zijn de sectoren vervoer, zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg juist sterk vertegenwoordigd. Bijna 50% van de Heerenveense werkgelegenheid is aanwezig in de sectoren die traditioneel op bedrijventerreinen zijn gevestigd. Na de kern Heerenveen is Jubbega de tweede kern op het gebied van werkgelegenheid. Daar zijn in 2010 bijna 200 bedrijven gevestigd en is de werkgelegenheid circa 370 personen. De werkgelegenheidsontwikkeling daar is met een groei van circa 13% iets lager dan in Heerenveen totaal. In bijlage B vindt u een overzicht van de werkgelegenheidsontwikkeling per kern in de gemeente Heerenveen. Ook wordt daar ingegaan op de arbeidsmarkt Onderstaand een tabel met de werkgelegenheid per bedrijventerrein en de ontwikkeling daarin. Circa 15% van de bedrijven in de gemeente Heerenveen is gevestigd op een bedrijventerrein. Het werkgelegenheidsaandeel van de bedrijventerreinen ligt echter fors hoger: van de totale gemeentelijke werkgelegenheid is ruim eenderde deel op bedrijventerreinen aanwezig. De ontwikkeling van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen in Heerenveen is ongeveer gelijk aan de groei van de werkgelegenheid daarbuiten. blz 6 van 29

Bedrijventerrein 2000 wgl 2000 vestiging 2009 wgl 2009 vestiging Businesspark Friesland Oost 913 51 1030 54 Nijehaske 238 30 353 47 Leeuwarderstraatweg+Uhlweg 565 33 604 36 Nieuweschoot 909 44 948 52 Heerenveen Zuid 1494 35 1554 54 Het Meer 169 10 65 8 De Kavels 466 9 1588 61 Kanaal oost 1121 68 1391 94 IBF 400 1 1 389 18 Totaal bedrijventerreinen 6275 281 7922 424 Heerenveen BPF west (Sk-lân) 173 19 668 70 Haskerveen (Sk-lân) 332 12 488 21 Totaal incl Sk-lân bij 6780 312 9078 515 Heerenveen Kern Heerenveen 14643 1317 18318 2084 Kern Jubbega 305 107 381 192 Gemeente Heerenveen 16414 1862 20418 2614 Bron: provincie Fryslân, 2010 2.5 Innovatiepotentieel Het Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM) heeft in 2010 een rapport gepubliceerd over octrooi-aanvragen in Nederland (periode 2003-2007). Dit is een indicatie voor het innovatiepotentieel, maar opgemerkt moet worden dat niet alle innovaties leiden tot octrooi-aanvragen. Noord-Brabant neemt bijna de helft van het aantal octrooi-aanvragen voor zijn rekening. Het noorden scoort met ruim 900 aanvragen nog geen 3%. Het aantal bedrijven dat octrooien aanvraagt ligt in Noord Nederland op bijna 350. Onderstaand een overzichtskaart van het Noorden met daarop de octrooi-aanvragen. De octrooi-dichtheid in het Noorden (aandeel bedrijven dat octrooien aanvraagt op het totaal aantal bedrijven) ligt in Noord-Nederland met 0,33% het laagst van alle KvK regio s. Gemiddeld ligt dit in heel Nederland op 0,42%. In de A7-zone ligt dit percentage hoger, namelijk op 0,55% (de hoogste score in Noord-Nederland, ook bijvoorbeeld vergeleken met Groningen-Assen-Winschoten). Joure en Heerenveen scoren hierbij goed. 1 Dit betreft de vestiging van SCI blz 7 van 29

3. Beleid op het gebied van bedrijventerreinen 3.1 Rijksbeleid Het Rijksbeleid voor bedrijventerreinen is ondermeer verwoord in Mooi Nederland en het advies regionale kansen voor kwaliteit van de taskforce (her)ontwikkeling bedrijventerreinen onder leiding van CdK Jorritsma. Bovendien is er eind 2009 een convenant gesloten tussen Rijk, IPO en VNG over de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Centraal in het convenant bedrijventerreinen staat dat er zorgvuldiger met het ruimtegebruik wordt omgegaan. Tegelijk wordt bevorderd dat er voldoende ruimte voor bedrijven beschikbaar blijft. Dit wordt onder andere bereikt door een financiële bijdrage voor het versnellen van de herstructurering, niet-vrijblijvende regionale samenwerking, een lagere behoefteraming (Transatlantic Market scenario, kortweg TM scenario), die wordt vertaald in regionale quota voor te ontwikkelen hectares bedrijventerrein, en het toepassen van de SER-ladder. De provincie heeft hierbij de regie in nauwe samenwerking met gemeenten. Voor de provincie Fryslân is in het kader van dit convenant 5,2 miljoen beschikbaar als bijdrage in de herstructureringsopgave. Medio februari 2011 is bekend geworden dat het Rijk na 2013 geen middelen meer beschikbaar stelt voor herstructurering van bedrijventerreinen. De provincies zijn derhalve dan ook niet meer gehouden aan de in het convenant geformuleerde ambities. In de bijlage C is meer info opgenomen over de methodiek voor het ramen van de behoefte aan bedrijventerreinen (BLM) en de scenario s. De SER ladder bevat de volgende stappen: 1 Gebruik de ruimte die reeds beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden. 2 Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen. 3 Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Door een zorgvuldige keuze van de locatie van rode functies en door investeringen in kwaliteitsverbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik voor wonen, bedrijventerreinen of infrastructuur de kwaliteit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt. De Taskforce (her)ontwikkeling bedrijventerreinen schetst de volgende problematiek: -te snelle veroudering van bedrijventerreinen; -te ruim en goedkoop aanbod nieuwe uitleglocaties; -onvoldoende vraaggestuurd en gedifferentieerd aanbod; -vaak een matige kwaliteit en landschappelijke inpassing waaronder onvoldoende intensief ruimtegebruik op nieuwe terreinen. Zij stelt een aanpak voor langs 3 lijnen: 1) inhaalslag revitalisering en herprofilering, te dekken vanuit hogere grondopbrengsten, verevening en collectieve middelen; 2) geleidelijke verzakelijking van de bedrijventerreinmarkt door beëindiging van overmaat en prijsbederf in (publieke) uitleglocaties, tijdelijke financiële faciliteiten voor herontwikkeling, fiscale faciliteiten en invoering parkmanagement; 3) een regionale aanpak en toepassing van de SER-ladder. 3.2 Noordelijk en Provinciaal beleid De noordelijke provincies hanteren als uitgangspunt dat de (boven)regionale bedrijvigheid moet worden gevestigd binnen de vijf economische kernzones (waaronder de A7 zone). Buiten de economische kernzones is alleen beperkte aanleg of uitbreiding mogelijk voor bestaande blz 8 van 29

lokale bedrijven en die uit de zeer nabije omgeving. De bedrijventerreinen gelegen in de kernzones bevatten driekwart van de werkgelegenheid. Het provinciaal beleid op het gebied van bedrijventerreinen wordt vanuit het perspectief Ruimte opgesteld. In het Streekplan 2007 Om de kwaliteit van de romte geeft de provincie richting aan de gewenste ontwikkeling van bedrijventerreinen. Het provinciaal ruimtelijk beleid geeft Heerenveen een rol in het faciliteren van de economische groei. Stedelijke centra hebben een opvangtaak voor bedrijven in alle segmenten. Leeuwarden, Drachten en Heerenveen bieden ruimte aan alle bedrijfscategorieën, passend bij hun positie en omvang. Drachten, Heerenveen en Sneek zijn de stedelijke centra in de A7 zone. Deze steden zijn de belangrijkste groeikernen in het zuiden van Fryslân met een goede ontsluiting en op relatief korte afstand van economische centra buiten Fryslân. De provincie zet in op het verder benutten van de economische potenties van deze stedelijke centra voor wonen, bedrijvigheid en dienstverlening. In de provinciale verordening Ruimte (voorontwerp, 2010) geeft de provincie aan dat uitbreidingen of nieuwe bedrijventerreinen dienen te passen binnen een door GS geaccordeerd bedrijventerreinenplan. Onderhavige bedrijventerreinvisie dient dit doel en is gebruikt als input voor het regionale bedrijventerreinplan Zuidoost Fryslân. Eind 2010 zijn de door de provincie geformeerde afstemmingsregio s van start gegaan om te komen tot een regionaal bedrijvenplan. Heerenveen is ingedeeld in de regio Zuidoost, samen met Smallingerland, Opsterland en Oost- en Westestellingwerf. De laatste gemeente heeft ervoor gekozen niet deel te nemen. Provinciale behoefteraming In 2008 heeft de provincie een concept behoefteraming voor bedrijventerreinen opgesteld, waarin zij overstapt op het behoudender Transatlantic Market scenario (als bovengrens), in bijlage C de informatie over deze scenario s. In dit scenario s is er na 2020 nog amper sprake van netto toevoeging van bedrijventerrein, wat overigens niet wil zeggen dat er geen nieuwe terreinen meer worden ontwikkeld. Nieuwe terreinen vervangen dan terreinen die elders worden achter gelaten (transformatie en herstructurering). In de provinciale behoefteraming wordt als uitgangspunt gehanteerd dat het aandeel van de economische kernzones in de uitgifte van bedrijventerrein gelijk zal blijven, er wordt dus niet uitgegaan van een sterkere clustering van economische activiteiten in de kernzones. Als er wel sprake zou zijn van een toename van het aandeel van de zones zou er volgens de provincie overigens maar een relatief gering effect op de berekende vraag optreden. De provincie concludeert dat bij gelijkblijvende aandelen in de uitgifte het er op lijkt dat voor de hele periode tot eind 2020 ook in het hoge scenario bij Heerenveen nu al voldoende hard aanbod aanwezig is. Kwantitatief gezien hoeven volgens de behoefteraming van de provincie de zachte plannen (Klaverblad Noordoost, Klaverblad Noordwest en Leeuwarderstraatweg, totaal bijna 120 ha) in principe niet tot uitvoering worden gebracht. Wel kan er mogelijk voor het specifieke segment zware c.q. natte bedrijvigheid hierop een uitzondering zijn. De provincie ziet nog wel wat uitbreidingsruimte voor Joure en Gorredijk. Provinciale herstructureringsopgave Mede naar aanleiding van het gesloten convenant is de provincie aan de slag gegaan met de herstructureringsopgave. De ambitie is om al tot en met 2013 met een belangrijk deel van de herstructureringsopgave aan de slag te zijn. Vanuit het rijk is voor Fryslân een bedrag van 5,2 miljoen beschikbaar en ligt er een doelstelling van 60 te revitaliseren hectares. Onder voorbehoud van goedkeuring PS wil de provincie daar eenzelfde bedrag bijleggen. De rest van de opgave moet worden gefinancierd door de gemeenten en de bedrijven. Revitalisering kost gemiddeld tussen de 250.000 en 600.000 per ha, dus er resteert een forse aanvullende financieringsopgave. Uit een inventarisatie van de Stecgroep is gebleken dat in Fryslân circa 15% van het bedrijventerreinenareaal is verouderd (655 ha). Voor een belangrijk deel (505 ha) is dit lichte veroudering. Hieronder de veroudering per regio. blz 9 van 29

Vraag naar 2000-2015 2000-2015 2015-2030 2015-2030 bedrijventerrein laag hoog laag hoog Modern gemengd 125 150 115 140 Transport en distributie 45 65 35 65 Hoogwaardig 15 25 20 30 Totaal 185 240 170 235 Bron: Integrale visie Heerenveen-Skarsterlân, 2005 Er werd toen vanuit gegaan dat binnen de bestaande terreinen en de reeds aangewezen zoekgebieden volop ruimte aanwezig was om een deel van de groei op te vangen. Het totale aanbod (incl plannen) aan bedrijventerreinen komt tot 2015 op 220 ha en tot 2030 op 245 ha. De verwachting was dat, gezien de voorgenomen planontwikkeling, alleen in het hoogste scenario een klein tekort zou ontstaan. In de structuurplanfase tot 2015 waren de uitbreidingsplannen voor bedrijventerrein als volgt geprogrammeerd: Klaverblad Noordoost: geen/evt. 5 ha hoogwaardig naast IBF; Klaverblad Noord/Leeuwarderstraatweg oz: geen; Ten noorden van de Wierde (1e fase): 10 ha. (zwaar, watergebonden); A7-zuid (1e fase): 5 ha. (hoogwaardig). In de structuurvisiefase tot 2030 waren de uitbreidingsplannen voor bedrijventerrein als volgt geprogrammeerd: Klaverblad Noordoost: 80 ha. (verschillende categorieën) Klaverblad Noord/Leeuwarderstraatweg oz: 25 ha. (modern gemengd), 20 ha. (functies gerelateerd aan ZZL) Ten noorden van de Wierde: 5 ha. (zwaar, watergebonden) A7-zuid: 10 ha. (hoogwaardig) Sociaal-economisch beleid (2005) In het sociaal-economisch beleid is met betrekking tot bedrijventerreinen de volgende ambitie opgenomen: intensiveren van het ruimtegebruik, gezamenlijk grondbeleid in A7 verband gaan voeren en ruimere mogelijkheden bieden voor woon-werkcombinaties. Daarnaast is het stimuleren van duurzaamheid als ambitie opgenomen. Kantorennota Het beleid op het gebied van kantoren is verwoord in de Beleidsnotitie Kantoorontwikkeling 2015+ (2007) en de Actualisatie kantoorbeleid ivm Sportstad (2008). Daarin is de keuze voor concentratie van (zelfstandige) kantoren vastgelegd. De kantoorontwikkelingslocaties in Heerenveen zijn Sportstad, Stationsgebied, KR Poststraat en beperkt het centrum (de zogenaamde kantorendriehoek). De keuze voor een relatief compact ontwikkelgebied en in de relatieve nabijheid van het centrum is gemaakt omdat de kantorenmarkt in Heerenveen (net als in Fryslân en Noord-Nederland) relatief dun is en daarbij in de toekomst gerekend wordt op minder groei in kantoorontwikkeling. Voor de bedrijventerreinen betekent dit dat daar geen zelfstandige kantoren mogen worden gevestigd. Dit hebben we geregeld in de bestemmingsplannen. Daarmee kunnen we voorkomen dat kantoren uitwijken naar bedrijventerreinen (lagere grondkosten), hetgeen ten koste gaat van de kracht van het commerciële centrum van Heerenveen. blz 11 van 29

PDV beleid Perifere detailhandel is detailhandel gevestigd op bedrijventerreinen. De belangrijkste PDVbranches (woninginrichting, bouwmarkt/dhz en auto s) zijn goed vertegenwoordigd in Heerenveen. Gemeentelijke prioriteit is het versterken van het centrum. De kwaliteit van het centrum mag niet wordt aangetast door een overmaat aan PDV. Zeker branches die in principe in het centrum passen en een grote trekkracht hebben willen we in het centrum houden. De ambitie op het gebied van versterken van de perifere detailhandel ligt dus niet zozeer in het uitbreiden van het aanbod in m 2, maar is vooral kwalitatief: versterken van het bestaande aanbod en geen verdere versnippering. Voor de verdere ontwikkeling van de bedrijventerreinen is vooral de ambitie om een hoogwaardig automotivecluster op het IBF te ontwikkelen van belang. Grondposities gemeente Heerenveen De gemeente heeft (zelfstandig en samen met Skarsterlân) in het verleden grondposities ingenomen in de gebieden waar in de integrale visie bedrijventerreinontwikkeling werd voorzien. In het gebied Klaverblad Noordoost heeft de gemeente circa 100 ha in eigendom. Deze zijn aangekocht in de tijd dat de provincie nog geen medewerking wilde geven aan het herprofileren van het -toen nog- grootschalige IBF. Het gebied KNO is ook zoekgebied voor een windmolencluster, de spoorlijn Heerenveen-Drachten en de 380 kv-verbinding van Tennet. Op basis van de prognoses van de provincie en onze eigen behoefteraming (deze visie) kan worden gesteld dat KNO niet als regulier grootschalig bedrijventerrein tot ontwikkeling zal komen. Momenteel worden samen met de provincie mogelijkheden op het gebied van duurzame energie, e.d. onderzocht. In het gebied Klaverblad Noord/Leeuwarderstraatweg oostzijde heeft de gemeente circa 17 hectare grond in eigendom. De conclusies uit deze bedrijventerreinvisie zullen leidend zijn voor een besluit over de grondpositie in dit gebied. Op de locatie A7-zuid (Skarsterlâns grondgebied) heeft het gemeentelijk samenwerkingsverband Ontwikkelingsmaatschappij A7 eveneens circa 17 hectare grond in eigendom. Het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingsmaatschappij heeft besloten af te zien van een bedrijventerreinontwikkeling maar deze gronden voorlopig nog wel in eigendom te houden ten behoeve van mogelijke toekomstige bijzondere ontwikkelingen (voor een deel van de grond loopt eind 2010 een initiatief). In bijlage D is meer informatie opgenomen. Ontwikkelmogelijkheden voor bedrijven buiten de kern Heerenveen In de bestemmingsplannen is ruimte voor de ontwikkeling van bestaande bedrijven in de kernen en buitengebied opgenomen. Globaal komt het erop neer dat reeds gevestigde bedrijven in de kernen en in de linten een uitbreidingsruimte krijgen van max 25% van het bebouwde oppervlak. In het open buitengebied is dit gesteld op 10%, tenzij het bedrijven zijn die voor hun functioneren direct gekoppeld zijn aan het buitengebied. Dan geldt ook weer die 25% uitbreidingsruimte. Bedrijventerrein Jubbega Lasaulec blz 12 van 29

4. Trends en ontwikkelingen op het gebied van bedrijventerreinen en sectoren In deze paragraaf wordt een aantal algemene trends op het gebied van de vraag naar bedrijventerreinen benoemd. Bron: Provincie Fryslân, 2010 Demografische ontwikkelingen zijn ook van invloed op de ruimtevraag voor bedrijven. Bij het bepalen van de ruimtebehoefte voor bedrijven vormt de beroepsbevolking de basis. De ontwikkeling van de beroepsbevolking kan echter niet één op één vertaald worden in een ruimtevraag. Andere tendensen spelen ook een rol, zoals een veranderende ruimtebehoefte per werknemer, de ontwikkeling van diverse sectoren, de toename van bedrijven die door een lage milieucategorie mengbaar zijn met de functie wonen, enzovoort. Desalniettemin kan worden gesteld dat als de beroepsbevolking als gevolg van de krimp afneemt dat de behoefte aan nieuwe ruimte voor werklocaties in de nabije toekomst minder zal groeien en op termijn zal afnemen. De economie kan ook bij een dalende beroepsbevolking blijven groeien als de arbeidsproduktiviteit blijft groeien en de innovatiekracht verbeterd wordt. De daling van de bevolking zal zich de komende decennia voornamelijk manifesteren in de gemeenten in het noorden en westen van de provincie. Tot 2020 is al in de helft van de gemeenten een bevolkingsafname te zien. De snelheid waarmee de bevolking afneemt verschilt wel. Tegelijkertijd zijn er ook gemeenten die naar verwachting nog wel even doorgroeien. Dit zijn voornamelijk de stedelijker gemeenten. Wel zal de groei daar lager zijn dan voorheen. Voor Heerenveen en Smallingerland wordt voor de periode 2010-2030 een bevolkingsgroei tussen de 6 en 12% voorspeld. Het nieuwe werken Kenniswerkers en creatievelingen zijn het kapitaal van de huidige bedrijven en het snelst groeiende deel van de beroepsbevolking. Op middellange termijn ontstaat er schaarste aan dit type medewerkers. Deze werknemers kunnen meer eisen op tafel leggen en gaan in de toekomst zelf bepalen waar en wanneer ze werken. Er zullen steeds meer mensen vanuit huis, bij een opdrachtgever of van een willekeurige andere locatie samenwerken met collega s. Het personeel dat in bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen werkt zal afnemen. Ook zal sprake zijn van een toenemend aantal zelfstandige, kleine ondernemers. Zelfstandig kunnen werken, meer tevredenheid in je werk, afwisseling en uitdaging en een betere balans tussen werk en privé worden voor veel mensen steeds belangrijker dan een vast inkomen. Daarnaast zien we nu in verband met de recessie een toenemend aantal ZZP-ers. Ook vanuit de werkgeverskant wordt gezocht naar meer flexibiliteit: kostenbesparing op huisvesting en het flexibel inzetten van personeel. Door deze trends zal er een andere verhouding tussen economie en ruimte tot stand komen. Bedrijfsverplaatsers of uitbreiders De meest essentiële eis van Nederlandse bedrijven is bereikbaarheid. Imago en binding met de regio zijn belangrijke factoren. Aanwezigheid van kennis- en innovatienetwerken neemt in belang toe. Toegenomen mobiliteit van werknemers, toename afstand wonen-werken. ICT infrastructuur en opkomst nieuwe bedrijvigheid. blz 13 van 29

Starters: Sterke toename van het aantal ZZP ers en freelancers. De meeste ZZP ers starten in eigen woon-of werkplaats. Gemiddelde leeftijd van starters is 39 jaar, 35% is vrouw. Groei 50+ starters. Met betrekking tot bedrijventerreinen zien we de volgende trends: In de totale vraag naar bedrijventerrein zal de vervangingsvraag steeds belangrijker worden (ten koste van uitbreidingsvraag). We zien een verschuiving van bedrijfsvestigingen op zogenaamde informele locaties (solitair, binnenstedelijk) naar bedrijventerreinen. Dit hangt onder meer samen met een betere bereikbaarheid, mogelijkheden voor uitbreiding, vermindering van geluids- en/of milieuhinder en een voorkeur voor clustering. In Heerenveen is deze trend al geruime tijd geleden ingezet. De vraag zal qua samenstelling veranderen: het aandeel van de meer traditionele bedrijventerreinsectoren (zoals industrie) neemt af, terwijl sectoren als zakelijke dienstverlening, zorg en leisure groeien en ook de komende jaren nog een toenemende vraag laten zien. Op bedrijventerreinen komt steeds meer lichte produktie en handel. Deze sector is voor Heerenveen kansrijk. Logistiek is een belangrijke groeimarkt. Heerenveen heeft als gevolg van de centrale ligging in het Noorden, de goede bereikbaarheid (kruispunt A7/A32), en de reeds aanwezige bedrijvigheid en opleidingen een goede positie. In het kader van de o.a. SER-ladder is het optimaal benutten van bestaande terreinen een steeds belangrijker aandachtspunt. In Heerenveen zijn we hier al voortdurend mee bezig. Nieuwvestigers begeleiden we net zo graag richting een bestaand pand, dan dat we ze een stuk bedrijfsgrond verkopen. De uitstraling van bedrijfslocaties wordt steeds belangrijker, enerzijds voor de consument, anderzijds voor de werknemer. De behoefte aan kwalitatief hoogwaardige werklandschappen neemt toe. De vraag naar hoogwaardige en multifunctionele locaties groeit. Gebruikers hebben een groeiende behoefte aan kantoorachtige ruimtes, werknemers hebben een afkeer van saaie werkomgevingen, en omwonenden uiten een groeiende weerstand tegen verrommeling. Duurzaamheid wordt hiermee een steeds belangrijker item. Daarnaast blijft er een basisbehoefte aan gewone, nette locaties zonder al te veel poespas. Dit noemen we reguliere/modern-gemengde terreinen. Veruit het grootste deel van het aanbod in Heerenveen valt in deze categorie. IBF kan ook de hoogwaardige markt bedienen. Het aandeel huurdergebruikers in de bedrijfsruimtemarkt neemt snel toe. Vooral in de sector transport en logistiek is dit duidelijk, omdat deze panden geschikt zijn voor verschillende typen gebruikers. In onze regio is deze tendens nog niet heel duidelijk waarneembaar, maar het zit er aan te komen.. Er zal sprake zijn van een beperkte doorgroei van kantoorwerkgelegenheid. Enerzijds is dat het gevolg van de verdienstelijking van de economie. Maar ook in de meer traditionele sectoren als industrie, logistiek en handel is het belang van activiteiten als research en ontwikkeling, marketing en planning en administratie steeds belangrijker om een hogere toegevoegde waarde te kunnen realiseren. In Heerenveen hanteren we het uitgangspunt dat bebouwing op bedrijventerreinen maximaal 49% kantoorhoudend mag zijn. Verder streven we een concentratie van zelfstandige kantoorwerkgelegenheid in het gebied Station, Stadion, KR-Poststraat na. Op het gebied van PDV ontstaan nieuwe integrale concepten met een combinatie van retail en leisure, vaak thematisch van opzet. In Heerenveen willen we bij Sportstad een ontwikkeling gericht op sport en lifestyle mogelijk maken. Op IBF is er ruimte gereserveerd voor een cluster automotive, waaronder een cluster autodealers met bovenregionale uitstraling. En tot slot trends binnen een aantal sectoren die voor Heerenveen van belang zijn (voor meer vestigingsaspecten zie bijlage E): blz 14 van 29

5. Bedrijventerreinen 5.1 Huidig aanbod en plannen In de gemeente Heerenveen zijn in totaal 13 bedrijventerreinen aanwezig. Sommige terreinen liggen direct tegen elkaar aan en lopen in elkaar over. Op 4 van deze 13 terreinen is nog uitgeefbare grond, 9 terreinen zijn totaal uitgegeven. Uitgegeven bedrijventerreinen Hieronder behandelen we kort de volledig uitgegeven terrein waar bijzonderheden te melden zijn. In de bijlage F vindt u meer achtergrond over alle uitgegeven terreinen. Leeuwarderstraatweg is een bedrijventerrein van 25 ha netto. Dit bedrijventerrein is in de inventarisatie van de provincie (2009) aangemerkt als licht (ruimtelijk en technisch) verouderd. De leegstand/onbebouwde kavels in particuliere handen is 0,5 tot 1 ha. Deze grond ligt ingeklemd en is niet ontsloten. De gemeente heeft vooralsnog geen ambitie om dit terrein te herstructureren. Een eventuele ontwikkeling van de spoorlijn zal ook gevolgen hebben voor dit gebied. Uhlweg is een locatie die op dit moment volledig is verlaten als gevolg van een bedrijfsbrand en een daarop volgende verplaatsing van wasserij de Blinde naar het IBF. De Uhlweg ligt direct aan de A7, het bedrijfspand is functioneel en staat leeg. De locatie kan als gevolg van de ligging direct naast de snelweg alleen voor bedrijvigheid worden gebruikt. De accountmanagers hebben deze locatie in de aanbieding. Het Meer is een kleinschalig gemengd bedrijventerrein dat in de onmiddellijke nabijheid van het Sportstadgebied ligt. Het terrein is de afgelopen jaren al wat leeggelopen, er zijn nu nog 8 bedrijven gevestigd met in totaal 65 werkzame personen (fulltime). De plannen om hier mogelijk een nieuw Thialf te ontwikkelen, dan wel een andere ontwikkeling in relatie tot het Sportstadgebied te realiseren, zullen van invloed zijn op de toekomst van dit gebied. Op de huidige Thialf locatie is ook wat kleinschalige bedrijvigheid aanwezig. Voor een deel gekoppeld aan de functie van Thialf, maar deels ook niet. Een eventuele renovatie danwel verplaatsing van Thialf zal gevolgen hebben voor de aanwezige bedrijvigheid. Bedrijventerrein Jubbega is circa 3 ha groot en volledig uitgegeven. Het bedrijventerrein ligt aan de rand van het dorp, er is hier sprake van een behoorlijke functiemenging. Uitgeefbaar bedrijventerrein Op de volgende vier terreinen is nog grond uitgeefbaar. In bijlage G beschrijven we de deze terreinen uitgebreid. Bedrijventerrein Hectare netto Uitgeefbaar hectare netto Typering Haskerveen A7-Noordzijde * 46 18 Snelweg, grootschalig. Modern gemengd segment. De Kavels 57 5,5 Snelweg, grootschalig. Modern gemengd segment. IBF 150 116 Snelweg, grootschalig. Deels hoogwaardig (10-15 hectare), deels modern gemengd segment (100-105 hectare). Kanaal 57 1 Snelweg, grootschalig. Modern gemengd segment. Totaal (incl. Skarsterlân*) 310 130,5 Totaal (excl. Skarsterlân) 264 112,5 Bron: IBIS 1-1-2010 Op IBF wordt door ondernemers in samenwerking met het onderwijs gewerkt aan de ontwikkeling van een duurzaamheidspark. De voormalige SCI-lokatie (in particuliere handen) zal worden ingevuld met bedrijvigheid die gebruik maakt van duurzame produktiemiddelen en technieken, of anderszins een duurzaam karakter hebben. Het plan, evenals de rol van de gemeente, zal nog concreter moeten worden uitgewerkt. Leegstand De leegstand op de bedrijventerreinen in Heerenveen ligt op frictieniveau, zo tussen de 2 en blz 16 van 29

5%. De leegstaande panden zijn over het algemeen courant. Op enkele terreinen liggen wat kavels in particuliere handen braak. Op Heerenveen Zuid 3 ha bij Smilde en 0,8 ha van Bouwgroep Heerenveen, op Kanaal 2 ha reststroken bij Borkent en Berkhof en op de Kavels 0,8 ha bij de (vm) Ladderfabriek. De gemeente Heerenveen steekt veel tijd en energie in het matchen van vrije bedrijfspanden en kavels aan bedrijven met een ruimtevraag. Bovendien is constant actueel zicht op de marktsituatie; waar staat een bedrijfspand leeg? Wat is de status van een braakliggende kavel? Wat zijn de plannen van de gebruiker hiermee? Bij welke ondernemer is op korte termijn dynamiek te verwachten? Voorbeelden van bedrijven die zich in bestaande bedrijfsruimte hebben gevestigd zijn onder meer Lasaulec (BPF), Zebra (de Kavels), Jongbloed (Heerenveen Zuid), Carglass (BPF), Ausma heftrucks (de Kavels). Uitplaatsing In Heerenveen is (behalve die hierboven genoemde bedrijventerreinen waar mogelijk een transformatie gaat plaatsvinden) nauwelijks sprake van niet passende bedrijven op informele locaties. Enkele garagebedrijven zitten nog op een locatie in de woonbebouwing (Vakgarage, Siton Suzenaar, Sutherland). In het verleden is al een groot aantal bedrijven van een solitaire locatie verplaatst naar een bedrijventerrein. Voorbeelden hiervan zijn Lasaulec van de centrumrand naar BPF, De Wolff constructeurs vanaf de centrumrand naar Kanaal en de Friese bandenservice vanuit het centrum naar Kanaal. In de dorpen is op solitaire lokaties iets meer sprake van functiemenging maar er zijn geen acute knelpunten. De ondernemers in Jubbega zouden graag een uitbreiding van het lokale bedrijventerrein zien. Plannen De plannen voor nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein in (en nabij de kern) Heerenveen verkeren allemaal in een zeer prille fase. Ze zijn benoemd in de Integrale Visie Heerenveen- Skarsterlân uit 2005. Op sommige locaties heeft de gemeente een grondpositie. Uitgangspunt voor nieuw te ontwikkelen terreinen is dat deze nabij de kern Heerenveen liggen, om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de bereikbaarheid en de economische clustervoordelen. Bedrijventerrein Hectare Typering Netto uitgeefbaar A7 Zuid * 20 tot 40 Snelweglocatie Hoogwaardig segment/bedrijvenpark Haskerveen/ Goed bereikbaar Ten noorden van De 15 tot 35 Zware, watergebonden bedrijvigheid Wierde* Ook in te richten voor modern gemengd segment Klaverblad Noordoost 85 tot 100 Snelweglocatie, grootschalig. Unieke snelweg-bereikbaarheid. Ontwikkelcapaciteit groot. Mogelijkheden voor hoogwaardige zichtlocaties langs de A7 Verder de segmenten modern gemengd, T&D Klaverblad Noordwest / 25 plus 20 Modern gemengd, waaronder wonen werken oostzijde Functies gerelateerd aan ZZL Leeuwarderstraatweg Totaal (incl. Skarsterlân*) 155 tot 210 Totaal (excl. Skarsterlân) 130 tot 145 Bron: Integrale visie Heerenveen-Skarsterlân, 2005 5.2 Concurrentiepositie Huidig concurrerend aanbod In de omgeving van Heerenveen is natuurlijk ook sprake van uitgeefbaar bedrijventerrein. In bijlage H is een overzicht opgenomen van het aanbod in de regio (Corop-regio Zuidoost Fryslân, wat in grote lijnen overeenkomt met de nieuwe afstemmingsregio in provinciaal verband) en de plaatsen waarin we in de praktijk de meeste concurrentie van ervaren. In de gemeenten Skarsterlân, Opsterland, Smallingerland, Ooststellingwerf en Weststellingwerf is in totaal nog bijna 200 hectare netto bedrijventerrein uitgeefbaar (op al harde, planologisch goedgekeurde bedrijvenlocaties). Van het beschikbaar aanbod in omliggende gemeenten is vooral Bedrijvenpark A7-Noord in Drachten een concurrent voor de gemeente Heerenveen. De blz 17 van 29

bedrijventerreinen in Skarsterlân (De Ekers en Woudfennen) en Opsterland (A7 zuid) zijn matig concurrerend. De ligging is gunstig, maar hier zijn geen zichtlocaties meer beschikbaar. Onderstaand een samenvatting van de uitgeefbare terreinen die redelijk of sterk concurrerend zijn met locaties in Heerenveen. Plan, gemeente Bedrijvenpark A7 noord, fase I,II en III, Smallingerland Concurrentiekracht redelijk want: nog zo n 45 hectare grond uitgeefbaar; voldoende uitgiftecapaciteit dus voor de middellange termijn. ligt gunstig langs de A7 en is bestemd voor het modern gemengde en hoogwaardige segment. Omdat ook Drachten een bovenregionale aantrekkingskracht heeft op bedrijven, zal de gemeente Smallingerland met Bedrijvenpark A7-Noord deels uit dezelfde vijver vissen als waar de bedrijventerreinen Haskerveen A7-Noordzijde en IBF op mikken. Hessenpoort, Zwolle De Munt II, Emmeloord redelijk want: Sterke bovenregionale aantrekkingskracht, met name op Noord- en Oost-Nederlandse bedrijven. Redelijk vergelijkbaar profiel. Goede bereikbaarheid via de A28/A50. Lange uitgifteperiode voor de boeg. Totaalplan zo n 130 ha uitgeefbaar. Wel op afstand van Heerenveen. redelijk want: Ligging niet optimaal, maar wel bestemd en geschikt voor verschillende segmenten. Alle gemengd modern en hoogwaardig. Sterke uitstraling en beeldkwaliteit. Langs de weg naar Marknesse - Meppel is een zichtstrook met representatieve uitstraling. Nu uitgeefbaar fase I en II: circa 25 ha. Uitgiftecapaciteit De Munt III netto bijna 60 ha. Bovendien wordt op Ecopark een bijzonder concept nagestreefd. Concurrerende plannen In de gemeenten Skarsterlân, Opsterland, Smallingerland, Ooststellingwerf en Weststellingwerf staat voor in totaal ruim 200 hectare netto bedrijventerrein in planning. Daarnaast zijn in de gemeente Sneek plannen voor uitbreiding van De Hemmen-A7 met circa 30 hectare netto. In onderstaande tabel een samenvatting van de concurrentiekracht van terreinen met meer dan 15 hectare uitgeefbaar. In bijlage I worden de meest concurrerende zachte plannen uitgebreider beschreven. Plan, gemeente De Ekers III (en IV), Skarsterlân; Joure-Zuid, Skarsterlân A7-Noord, Fasen IIIb en IV, Smallingerland; De Hemmen-A7 III, Sneek. Concurrentiekracht redelijk want: Er zijn zichtlocaties langs de A7, aan de entree en centrale toegangsweg, maar beperkt. III wordt al vanaf 2011 uitgegeven, is de planning (netto 8 ha, dus beperkt oppervlak. Onduidelijk is of De Ekers IV daadwerkelijk ontwikkeld wordt, omdat ook Joure-Zuid en Woudfennen IV nog in de planning staan. redelijk want: Waarschijnlijk zichtlocatie (rondom nieuw verkeersknooppunt) en goed bereikbaar. De plannen zijn nog niet heel concreet, maar de omvang van het terrein en de uitgifteperiode zorgen voor redelijke concurrentie. Netto uitgeefbaar 20ha woon-werk, wv 10 ha voor en 10 ha na 2020. hoog want: Ligging langs de A7, met zichtlocaties. Flinke omvang, ruim 40 ha. Bekendheid Drachten in Noord-Nederland en positie op kruispunt van A7 met N31. Over circa 5 jaar al een zichtbare (bewezen) kwaliteit. Smallingerland stelt ontwikkeling fase IV uit tot na 2020. redelijk want: (Boven)regionale aantrekkingskracht kern Sneek. Goede bereikbaarheid langs de A7. Uitgifte periode na 2015. Wel op afstand van Heerenveen en sterk op het noordwesten gericht. blz 18 van 29

De totale ruimtevraag voor de gemeente Heerenveen is een optelsom van de uitbreidingsvraag, de vervangingsvraag en de bovenregionale vraag. In de tabel hieronder staat dit voor twee scenario s weergegeven. Totale vraag 2009-2020, in 2 scenario s Scenario Scenario groei Scenario versterken economische positie basis Min-max (hectare netto) 110 tot 135 9 tot 11 135 tot 165 Aantal ha per jaar 11 tot 14 Uitgangspunten Uitbreidingsvraag (BLM): 80 tot 90 ha Vervangingsvraag: 5 tot 10 hectare Extra bovenregionale vraag: 25 tot 35 ha Uitbreidingsvraag (BLM): 90 tot 100 ha Vervangingsvraag: 10 tot 20 hectare Extra bovenregionale vraag: 35 tot 45 ha De behoefte voor de periode tot 2020 is dus door ons indicatief geraamd, met behulp van de BLM en eigen aannames. Voor de periode daarna ligt dat nog moeilijker. Het CPB gaat in haar BLM voor de periode 2020-2030 voor het coropgebied Zuidoost Fryslân uit van een uitbreidingsvraag die op 2 hectare ligt (hele periode, hele coropgebied!). Er zal dan nog wel sprake zijn van vervangingsvraag en ook nog van een bovenregionale vraag. Indicatief gaan we derhalve uit van een vraag van 3 tot 4 ha per jaar. Belangrijke oorzaken zijn de demografische ontwikkelingen (krimp) en de nieuwe werkgelegenheidsstructuur (minder industrieel, meer diensten, dus minder op bedrijventerrein). 6.3 Confrontatie vraag-aanbod Zoals in de paragraaf hierboven berekend, is de toekomstige vraag geraamd in twee scenario s. Nu confronteren we die vraag met het beschikbaar aanbod en de zachte plannen. Op de bestaande, reeds uitgegeven bedrijventerreinen (zie bijlage F) is slechts zeer beperkt inbreidingsruimte mogelijk. De onbebouwde leegstand is ongeveer 3 ha, de strategische leegstand (in bezit bij bedrijven) ligt op ongeveer 15 ha. Wel zet de gemeente Heerenveen zich maximaal in om ruimtezoekende bedrijven bínnen de bestaande (tweedehands) bedrijfsruimtevoorraad op te vangen. In het scenario basisgroei gaat het om een gemiddelde vraag van 9 tot 11 hectare per jaar. Daarmee is de voorraad bedrijventerrein in Heerenveen ongeveer medio 2020-2030 uitgegeven. In het scenario versterken economische positie is de voorraad nog tot iets na 2020 voldoende. Onderstaand wordt een uitsplitsing naar segment gegeven, waarbij we indicatief uitgaan van een aandeel hoogwaardige vraag van 12,5%, aandeel modern gemengde en reguliere vraag 87,5%. Totaal Hoogwaardig Modern gemengd Aanbod (ha netto) 130 ha IBF: 10 tot 15 ha Kanaal: 0,9 ha IBF: 100-105 ha De Kavels: 5,5 ha A7-Noordzijde*: 18 ha Plannen (indicatief) 155 tot 210 ha KNO: 20 ha A7 zuid: 10 tot 20 ha Basisscenario (netto vraag) Basisscenario Conclusies Scenario economische versterking (netto vraag) Conclusies economische versterking * Skarsterlân. KNO: 65 tot 80 ha A7 zuid*: 10 tot 20 ha tnv De Wierde*: 15 tot 35 ha Leeuwarderstraatweg oz/knw: 45 ha 110 tot 135 ha 13 tot 17 ha 98 tot 118 ha Voldoende aanbod Totaal aan plannen na 2020 forse overcapaciteit Hard aanbod voldoende tot 2020 Totaal aan plannen na 2020 overcapaciteit Voldoende tot 2020 Totaal aan plannen na 2020 forse overcapaciteit 135 tot 165 ha 17 tot 20 ha 118 tot 145 ha Klein tekort in 2020 Totaal aan plannen na 2020 forse overcapaciteit Klein tekort in 2020 Tekort in 2020 Plannen na 2020 forse overcapaciteit blz 21 van 29