DE AMBACHTSGILDEN IN DE GOESE GESCHIEDENIS

Vergelijkbare documenten
De Ambachtsgilden. in de Goese geschiedenis

SCHOOL VAN VROEGER LESBRIEF VOOR DE GROEPEN 5 EN 6 EDUCATIEVE DIENST HISTORISCH MUSEUM DE BEVELANDEN SINGELSTRAAT 13, 4461 HZ GOES

SPEELGOED LESBRIEF VOOR DE GROEPEN 1 EN 2 VAN DE BASISSCHOOL EDUCATIEVE DIENST HISTORISCH MUSEUM DE BEVELANDEN GOES

Lesbrief schuttersstukken voor de groepen 1 en 2

Lesbrief schuttersstukken voor de groepen 3 en 4

Markten en steden hv123

SPEELGOED LESBRIEF VOOR DE GROEPEN 3 EN 4 EDUCATIEVE DIENST HISTORISCH MUSEUM DE BEVELANDEN GOES VAN DE BASISSCHOOL

Markten en steden hv123

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 1 Ω Steden Ω Les 1: De middeleeuwse steden Naam:

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

WERKBOEK VOOR DE DALTON-VERSIE. Dit werkboek is van:. Ik zit in groep:.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

rijks museum Voorbereidende les bij de rondleiding Proef de Gouden Eeuw (NT2) 1/5

WERKBLAD. De Hanze. Naam: Figuur 1 Afbeelding uit Stedelijk Museum Zwolle

Stadsgeschiedenis van Goes

Schokland Werelderfgoed Kijktocht voortgezet onderwijs

Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Lesbrief Iedereen betaalt belasting

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

INHOUD DE TIJDSWINKEL. groep 3-4 HOE MENSEN IN VERSCHILLENDE TIJDEN LEVEN

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability

Onderdeel A Het landschap en het ontstaan van terpen en wierden

Draaiboek. Boerderijmuseum De Bovenstreek. Handleiding

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

DE STAD. Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS. ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k

Omgevingsonderwijs in Ermelo

Wild breien, een voorstelling voor groep 1 t/m 8 door Fabela-Rozo theaterproducties

Deel II Voor de leerlingen 5 Hoofdstuk 1 Het begin van Goes 5. Hoofdstuk 2 Goes als stad 5. Hoofdstuk 3 De schuttersgilden 6

Kraak de code. Leerlingenboekje groep 7/8. Naam: Klas:

Bodyclap. Make the Music with your body

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Van Marskramer tot Muisklik 800 jaar winkelen in Haarlem

Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Schokland Werelderfgoed Kijktocht basis onderwijs

Info plus Het leenstelsel

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

DOE-TIPS ONA VOOR VRIJWILLIGERS EEN REALISTISCH BEROEPSBEELD

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen

Ruth 1. Ruth en Noömi

Museumles Tureluurtje. Docentenhandleiding

Geschiedenis hoofdstuk 3

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel!

200 JAAR STATEN-GENERAAL

DE LEGENDE VAN DE LANDLOPER

Welkom in de morgendienst van zondag 23 oktober 2016 Afsluiting Vakantie Bijbel Club Voorganger : ds. Hanneke Paas Muzikale medewerking : Rikus

Koopkracht: de waarde van geld

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade

Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie

10. Gebarentaal [1/3]

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Wingerdbericht. Agenda. Open dag: 30 april. Nummer 15: Jaargang

Succes van de gilden v456. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Stedelijke burgerij hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

LES: Eerlijk verdelen

Ontdekkingen en uitvindingen

Voorbereidende les bij de rondleiding Ik ruik, ik voel wat jij niet ziet Geschiedenis Werkblad voor leerlingen bij Gouden Eeuw (groep 7 en 8)

Christendom. Wat uit dit geloof spreekt je aan?

Doelgroep Leerlingen van de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs (8-10 jaar).

Boer zoekt hulp NME-les voor groep 3 en 4

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken.

1-Kennismaking met archeologie

RIETVELDS MEESTERWERK LEVE DE STIJL!

Docentenhandleiding Buitenspel

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Ze gebruikten bijna alleen maar streepjes omdat ze het snel en makkelijk in stenen wilden krassen. Rondjes waren erg moeilijk!

Auteursrecht van beeldend kunstenaars

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Op de vlucht. Lesprogramma. Voor kinderen van 8-12 jaar

Museum Smedekinck heeft een aantal mogelijkheden om scholen te ondersteunen bij hun lesprogramma zowel op school als in het museum

STI B AT. bovenbouw 2008/2009. Docentenkaart 2 (1 van 2) Verwerking

Lesbrief Door het stof kruipen Op onderzoek naar je eigen school

Sociaal netwerk. Handleiding voor begeleiders

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN

DOCENT. Thema: verhalen HIER STOND EEN KASTEEL! groep 3 en 4. Stadshagen

Spreekbeurtinformatie Millenniumdoelen

Thema 1 Pizzeria. Deel 1 Consumptie

Perspectief 3 e editie 3 / 4 VMBO Project Doorgeven

Latijn: iets voor jou?

Transcriptie:

DE AMBACHTSGILDEN IN DE GOESE GESCHIEDENIS LESBRIEF VOOR DE GROEPEN 5 TOT EN MET 8 EDUCATIEVE DIENST HISTORISCH MUSEUM DE BEVELANDEN SINGELSTRAAT 13, 4461 HZ GOES

INHOUDSOPGAVE DEEL I VOOR DE LEERKRACHT: DOCENTENHANDLEIDING I ACHTERGRONDINFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT 3 II LEERDOELEN 4 III INFORMATIE OVER HET MUSEUMBEZOEK 4 DEEL II VOOR DE LEERLING INLEIDING 5 I HOOFDSTUK 1 WAT IS EEN GILDE? 6 1.1 DE MIDDELEEUWEN 6 1.2 HET EINDE VAN DE MIDDELEEUWEN 6 1.3 HET ONTSTAAN VAN DE GILDEN IN DE STEDEN 7 1.4 HOE KWAM JE BIJ EEN GILDE? 7 II HOOFDSTUK 2 WELKE GILDEN WAREN ER IN GOES? 8 2.1 KORTE GESCHIEDENIS VAN GOES 8 2.2 DE GILDEN IN GOES 9 III HOOFDSTUK 3 BESTAAN GILDEN VANDAAG DE DAG NOG STEEDS? 10 3.1 WAAROM GILDEN NIET MEER BESTAAN 10 IIII HOOFDSTUK 4 WERKBLAD 11 LITERATUURLIJST 13 Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 2

DEEL I VOOR DE LEERKRACHT: DOCENTENHANDLEIDING 1. ACHTERGRONDINFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT Het doel van deze lesbrief is de leerlingen en hun leerkrachten zo goed mogelijk voor te bereiden op hun bezoek aan Historisch Museum De Bevelanden, waar zij deel zullen nemen aan het programma Ambachtsgilden. Na het lezen en bespreken van deze lesbrief zullen de leerlingen voldoende op de hoogte zijn van de geschiedenis van de ambachtsgilden en de historische context waarin zij deze moeten plaatsen. Het programma Ambachtsgilden is aanvullend aan de lesstof op school en op onderdelen ook lesstof vervangend. Extra zijn de doe-activiteit en de gereedschappenopdracht waarbij leerlingen actief aan de slag gaan. Het is uitdagend onderwijs. Het programma en deze lesbrief sluiten aan bij de volgende methoden: METHODE BIJ DE TIJD GROEP 6 BLOK 2 LES 3 DE REGELS VAN DE STAD METHODE BRANDAAN GROEP 5 TIJDVAK 4 THEMA 4 DE MIDDELEEUWSE STAD GROEP 7 TIJDVAK 4 THEMA 4 HET LEVEN IN DE STAD METHODE DE TREK GROEP 5 MODULE 4 LEVEN IN DE MIDDELEEUWEN GROEP 7 MODULE 3 NIEUWE STEDEN METHODE EEN ZEE VAN TIJD GROEP 7 THEMA 1 LES 4 GILDEN METHODE ER IS GESCHIED GROEP 6 HOOFDSTUK 11 HET LEVEN IN DE MIDDELEEUWEN METHODE SPEURTOCHT GROEP 5 TIJDVAK 4 LES 1 EEN MIDDELEEUWSE STAD GROEP 7 THEMA 2 LES 4 HANZESTEDEN GROEP 8 THEMA 2 LES 5 DE GILDEN METHODE TIJDSTIP GROEP 6 THEMA 4 LES 19 HET LEVEN IN DE STAD THEMA 4 LES 20 BAKKERS EN ZADELMAKERS METHODE WIJZER DOOR DE TIJD GROEP 5 HOOFDSTUK 3 LES 4 AMBACHTEN EN HANDEL GROEP 6 HOOFDSTUK 5 LES 3 GILDEN Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 3

2. LEERDOELEN A. Analyserend vermogen: de leerlingen leren in het kort wat ambachtsgilden zijn, welke soorten ambachtsgilden er waren in Goes en waarom zij zo belangrijk waren in de 16 e en 17 e eeuw. B. Receptief vermogen: de leerlingen maken kennis met ambachtelijke gereedschappen en voorwerpen die bij de gilden horen. Het programma sluit daarmee aan bij de beleving van de leerlingen. C. Creërend vermogen: de leerlingen werken aan een creatieve doe-opdracht. D. Reflectief vermogen: de leerlingen reflecteren op de ambachtsgilden via concrete opdrachten en vragen. Het reflectief vermogen en de taalvaardigheid worden gestimuleerd. 3. INFORMATIE OVER HET MUSEUMBEZOEK Het programma Ambachtsgilden duurt van 09.00 tot 11.30 uur. Het wordt onderbroken door een korte pauze om even iets te drinken. Leerlingen nemen zelf drinken mee, voor leerkrachten en begeleiders is er koffie of thee verkrijgbaar. Wij raden u nadrukkelijk aan het museumbezoek op school voor te bereiden met de leerlingen. U kunt hiervoor deze lesbrief gebruiken. De schoolgroepen worden in tweeën gesplitst. Het is raadzaam de verdeling al op school aan de leerlingen mee te delen. Omdat de groepen worden opgesplitst, dient de school er zorg voor te dragen dat er op elke schoolgroep tenminste twee begeleiders zijn van de kant van de school. Het programma is als volgt opgebouwd: Inleiding met een PowerPoint presentatie Opdracht met gereedschappen Doe-activiteit Pauze Opdrachten op zaal Gezamenlijke afsluiting Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 4

DEEL II VOOR DE LEERLING 1. INLEIDING Waarschijnlijk heb jij zelf wel eens nagedacht over wat je later wilt worden. Politieagent, onderwijzer, dokter, advocaat of dierenarts? Er zijn vele mogelijkheden, maar al die keuzes maken het niet gemakkelijk het beroep te vinden dat het beste bij jou past. De kans is groot dat jij al meerdere malen van gedachten bent veranderd en dat je nog erg twijfelt. Toch is het fijn dat jij voor een groot deel zelf kunt kiezen en dat niet anderen voor jou beslissen. Vroeger was dit heel anders. Een paar honderd jaar geleden kon je als kind niet kiezen welk beroep je later zou willen uitoefenen. Vaak kreeg je als jongen hetzelfde beroep als je vader. Was je vader timmerman, bakker of schoenmaker, dan werd jij dat meestal ook. Vrouwen hadden meestal geen betaalde baan, dus als meisje wist je al dat je later het huishouden zou doen en de kinderen moest opvoeden. In deze lesbrief en tijdens het bezoek aan Historisch Museum De Bevelanden leer je hoe mensen in de periode van 1500 tot 1800 een beroep leerden en welke beroepen er in die tijd in Goes bestonden. Om dit beter te begrijpen is het belangrijk dat je weet wat een ambachtsgilde is. In het volgende hoofdstuk zal daarom eerst worden uitgelegd wat ambachtsgilden zijn en hoe ze zijn ontstaan. In het hoofdstuk daarna wordt er gekeken welke gilden er in Goes waren. In het laatste hoofdstuk wordt de vraag beantwoord wat we tegenwoordig nog van gilden merken. Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 5

HOOFDSTUK 1 WAT IS EEN GILDE? 1.1 DE MIDDELEEUWEN Om goed te kunnen begrijpen wat een gilde is, is het belangrijk dat je eerst iets meer weet over de middeleeuwen. De middeleeuwen omvat de periode van 500 tot 1500 na Christus. Die periode wordt meestal gezien als een tijdvak waarin het niet goed ging met Europa, omdat er veel armoede, honger en gevaar was. Voordat de middeleeuwen begonnen was er het Romeinse Rijk. De Romeinen regeerden vanuit Italië, maar waren de baas over vrijwel heel Europa. Ook de zuidelijke helft van Nederland tot aan de Rijn hoorde bij het Romeinse Rijk. Tijdens de Romeinse periode was er veel handel. Maar vanaf ongeveer 300 na Christus werd het Romeinse Rijk door oorlogen steeds zwakker en in 476 na Christus werden de Romeinen verslagen. Toen het Romeinse Rijk was gevallen begonnen de middeleeuwen. Er brak een tijd aan met meer armoede, oorlogen en honger. De wegen die door de Romeinen waren aangelegd, werden niet meer onderhouden. De wegen gingen daardoor kapot. Doordat ze ook niet meer werden bewaakt, werden reizigers vaak overvallen door rovers. Mensen hadden geen geld meer voor luxe producten en de mensen in de steden moesten weer op het land gaan werken om te overleven. De steden raakten toen onbewoond of werden steeds kleiner. 1.2 HET EINDE VAN DE MIDDELEEUWEN Vooral in de eerste helft van de middeleeuwen - van 500 tot 1000 na Christus - ging het niet goed Afbeelding 1 Een kaart van Nederland zoals het er in de Romeinse Tijd uitzag met Europa, maar daarna ging het langzaam beter. Dit kwam onder andere door verbeteringen in de landbouw, waardoor er steeds meer voedsel was. Er was zelfs steeds vaker eten over, waardoor mensen hun eten gingen ruilen voor andere producten. Het maken van producten voor de verkoop, heet nijverheid. Het verhandelen van spullen en het maken van producten om te verkopen deden mensen in steden. Daarom verhuisden steeds meer mensen van het platteland naar de stad. De steden werden daardoor groter. Een grote stad had in die tijd maar een paar duizend inwoners. Tegenwoordig wonen er in een grote stad soms wel een miljoen mensen. FILMPJE! WIL JIJ MEER TE WETEN KOMEN OVER DE ROMEINEN IN ONS LAND? KLIK DAN HIER EN BEKIJK HET FILMPJE. Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 6

1.3 HET ONTSTAAN VAN DE GILDEN IN DE STEDEN Toen er aan het einde van de middeleeuwen steeds meer mensen in de steden kwamen werken, groeide de concurrentie. Het gevaar ontstond dat er in steden teveel bakkers, slagers, schoenmakers, enzovoorts kwamen. Teveel bakkers betekende dat iedere bakker te weinig kon verkopen en te weinig geld had om eten en drinken voor zijn gezin te kopen. Om dit probleem te verhelpen werd als oplossing het ambachtsgilde bedacht. Een ambachtsgilde was een club van mannen die allemaal hetzelfde ambacht uitoefenden. Een ambacht is een beroep waarbij je iets maakt met je handen. Zo waren er bakkersgilden, timmerliedengilden, slagersgilden en kleermakersgilden. Om een beroep uit te oefenen, moest je lid zijn van het gilde dat daar bij hoorde. Je mocht bijvoorbeeld geen kasten maken en verkopen, als je geen lid was van het timmerliedengilde. Deed je het toch, dan konden er zware straffen volgen als je werd betrapt. Ieder gilde had maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar, vaak maar een stuk of 12. Waren alle plaatsen bezet, dan kon niemand meer lid worden van het gilde. Zo werd voorkomen dat er teveel mensen met hetzelfde beroep in een stad kwamen. Ook werden er in het gilde afspraken gemaakt over de prijs en de kwaliteit van de producten. De schoenen die in een stad werden gemaakt door de verschillende schoenmakers waren even duur en moesten even goed zijn. Als er eenmaal een gilde in een stad bestond, mocht dit product niet meer buiten de stad worden gekocht. 1.4 HOE KWAM JE BIJ EEN GILDE? Om lid te mogen worden van een gilde moest je meestal een opleiding van enkele jaren volgen, je heette dan leerling. Aan het einde van deze opleiding stond je een eindtoets te wachten en als je die goed had volbracht werd je gezel. Als gezel kreeg je voortaan betaald voor je werk. Als je geluk had mocht je later de meesterproef afleggen en dan kon je voor jezelf beginnen. Alle leden moesten jaarlijks een bedrag aan het gilde geven. Dit heet contributie. De contributie werd voor verschillende dingen gebruikt: In de eerste plaats om het gildehuis te onderhouden. In het gildehuis ontmoetten de gildeleden elkaar. Het was een gebouw waar de leden samen kwamen om opdrachten te verdelen of over het werk te praten en voor de gezelligheid. Een ander heel belangrijk doel voor de contributie, was de hulp aan zieke gildeleden en hun familie. Als je als gildelid ziek werd of gewond raakte, dan kreeg je geld van het gilde. Zo wisten de gildeleden en hun familie altijd zeker dat zij voldoende geld hadden om hun eten, drinken, kleding en huur te betalen. Ook als een gildelid kwam te overlijden, zorgde het gilde ervoor dat de vrouw en kinderen van het overleden gildelid Afbeelding 2 Begrafenisschild van het schippersgilde te Goes voldoende inkomen hadden. De contributie die de gildeleden betaalden werd tevens gebruikt voor de begrafenis. Op de kist werden de begrafenisschilden van het gilde gelegd. Aan de hand daarvan kon men zien van welk gilde de overledene lid was geweest. Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 7

Voor de vrouwen van de gildeleden werd goed gezorgd, maar vrouwen mochten zelf geen lid worden van een gilde. Je hebt net gelezen dat je lid moest zijn van een gilde om een bepaald soort werk te mogen doen. Dat betekende dus dat vrouwen bijna nooit een beroep konden uitoefenen. Heel soms werden er uitzonderingen gemaakt voor vrouwen die getrouwd waren met een gilde lid of voor weduwes. Een andere belangrijke functie van het gilde, was het beïnvloeden van de politiek in de stad. Gilden zelf konden geen wetten bedenken of invoeren, dit deed het stadsbestuur. Wat de gilden wel konden doen, was gaan praten en onderhandelen met de leden van het stadsbestuur. Hoe groter en belangrijker het gilde was, hoe groter de kans was dat het stadsbestuur zou luisteren naar de ideeën van het gilde. Als bijvoorbeeld het bakkersgilde ruzie had met het stadsbestuur, konden ze dreigen hun deuren te sluiten. Het stadsbestuur moest hen dan wel hun zin geven. Iemand kon dit in zijn eentje nooit voor elkaar krijgen, maar samen als gilde lukte dit vaak wel. FILMPJE! WIL JIJ MEER TE WETEN KOMEN OVER AMBACHTSGILDEN? KLIK DAN HIER EN BEKIJK HET FILMPJE. HOOFDSTUK 2 WELKE GILDEN WAREN ER IN GOES? 2.1 KORTE GESCHIEDENIS VAN GOES De eerste mensen die zich vestigden op de plaats waar nu Goes is gebouwd, kwamen daar rond 800 na Christus. Lange tijd was het een klein dorpje, maar ook Goes begon te groeien aan het einde van de middeleeuwen. Vooral vanaf 1300 werd Goes alsmaar groter en in 1405 kreeg Goes stadsrechten, waardoor Goes niet langer een dorp, maar een stad werd. Rond 1570 telde Goes tussen de 2500 en 3000 inwoners. Op dit moment wonen er 10 keer zoveel mensen in Goes. Goes was erg belangrijk voor de omgeving. Goes was na 1530 de enige stad op het eiland Zuid-Beveland. Om Goes heen lag het platteland met kleine dorpjes en boerderijen. De mensen op het platteland verdienden hun inkomen met landbouw en veeteelt. In het vorige hoofdstuk heb je al gelezen dat steden erg belangrijk waren voor de handel en het uitoefenen van ambachten. De boeren kwamen met hun gewassen en vee naar Goes, om deze op de verschillende markten te verkopen. Er is in Goes nog steeds een plein dat de Beestenmarkt heet. Vroeger was dit de markt waar de boeren hun vee verkochten. Ook de Grote Markt bestond toen al. Daar werden allerlei soorten producten verkocht, maar vooral graan (Graanbeurs). Afbeelding 3 De Grote Markt te Goes Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 8

2.2 DE GILDEN IN GOES In Goes werden niet alleen veel producten verhandeld, er werden ook veel producten gemaakt. In Goes woonden en werkten veel verschillende ambachtslieden die diverse producten maakten. Zoals je weet moesten ambachtslieden zich aansluiten bij een ambachtsgilde, om hun werk te mogen doen. Belangrijke gilden in Goes waren: 1. KLEERMAKERSGILDE 7. BAKKERSGILDE 2. LANDLIEDENGILDE 8. VLEESHOUWERSGILDE 3. SCHIPPERSGILDE 9. KRAMERSGILDE 4. TIMMERLIEDENGILDE 10. APOTHEKERSGILDE 5. SCHOENMAKERSGILDE 11. WEVERSGILDE 6. SMEDENGILDE Van een aantal gilden is direct duidelijk wat de leden voor producten maakten. Bij het kleermakersgilde waren ambachtslieden aangesloten die kleding maakten en bij het schoenmakersgilde hoorden de schoenmakers. Bij het timmerliedengilde waren alle ambachtslieden aangesloten die producten van hout maakten. Denk bijvoorbeeld aan kasten, stoelen en tafels. Producten van metaal (zoals spijkers en hoefijzers) werden gemaakt door de leden van het smedengilde. De leden van het weversgilde in Goes maakten laken van wol en linnen, dat is de stof die kleermakers gebruikten. Het woord vleeshouwer gebruiken wij nu niet meer, maar het is een ander woord voor slager. Bij het vleeshouwersgilde werkten dus de slagers. Ook het woord landlieden gebruiken wij niet meer, maar hiermee wordt bedoeld de mensen die in de landbouw werkten en grondeigenaren. We hebben net gelezen dat de mensen die buiten de stad woonden op het platteland werkten, maar ook enkele stedelingen verdienden hun inkomen door overdag de stad te verlaten en rond de stad de akkers te bewerken. Zij waren aangesloten bij het landliedengilde. Het brood werd gebakken door de ambachtslieden van het bakkersgilde. De leden van het schippersgilde vervoerden goederen en mensen met hun schepen. Daarnaast visten zij ook. Een ander gilde dat zich bezighield met de handel, was het kramersgilde. De leden van dit gilde waren handelaren en winkeliers. Omdat zijzelf niet direct producten maakten, waren zij meestal ook lid van een ander gilde. Een lid van het kramersgilde die stoelen verkocht, was bijvoorbeeld aangesloten bij het timmerliedengilde. De leden van het apothekersgilde maakten en verkochten medicijnen en voerden kleine operaties uit. Tijdens het bezoek aan het museum zal er uitgebreid stil worden gestaan bij onder andere deze gilden. Er wordt meer uitleg gegeven over wat de ambachtslieden deden en er zijn voorwerpen aanwezig die de ambachtslieden gebruikten. Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 9

HOOFDSTUK 3 BESTAAN GILDEN VANDAAG DE DAG NOG STEEDS? 3.1 WAAROM GILDEN NIET MEER BESTAAN Hierboven heb je kunnen lezen dat er een aantal redenen waren voor het oprichten van de gilden. Maar in de loop van de 18e eeuw de periode van 1700 tot 1800 - kwamen er steeds meer problemen met de gilden, niet alleen in Nederland maar in heel Europa. PROBLEMEN Eén van de grootste problemen was dat gezellen steeds moeilijker gildemeester konden worden. Gildemeesters hadden veel macht en waren vaak behoorlijk rijk. Steeds vaker probeerden ze die macht en rijkdom voor zichzelf te houden. Ze hielden de banen voor zichzelf of voor familieleden. We noemen dat vriendjespolitiek. De gezellen bleven daardoor hun hele leven lang gezel. Daarnaast werden in de 18e eeuw nieuwe manieren uitgevonden om sneller, beter en goedkoper spullen te maken. Er werd ook steeds meer handel met andere landen gedreven. Maar de meeste gilden hadden het voor elkaar gekregen dat spullen die zij maakten niet van buiten hun stad ingevoerd mochten worden. Als je in een stad bijvoorbeeld een kleermakersgilde had, mocht je in die stad geen kleren uit het buitenland invoeren. Steeds meer mensen waren dus ontevreden over de gilden: handelaren omdat zij veel dingen niet in mochten voeren, gezellen omdat ze niet hogerop konden komen in het gilde, en burgers omdat de gilden hun spullen heel duur verkochten, terwijl veel dingen, zoals kleding, steeds goedkoper gemaakt konden worden. VAN MONOPOLIE NAAR VRIJHANDEL Rond 1750 begon er in Europa veel te veranderen. Voor die tijd waren er veel monopolies; dat waren personen of bedrijven die van de regering als enige een bepaald soort werk mochten doen. In Nederland had de VOC bijvoorbeeld het monopolie (dit noem je ook wel alleenrecht) om handel te drijven met Azië. In de steden hadden de gilden het monopolie op hun ambachten. Maar rond 1750 kwamen er steeds meer mensen die vonden dat monopolies slecht waren voor het land en voor de mensen. De mensen die tegen monopolies waren noemen we liberalen. Zij vonden dat iedereen vrij moest zijn om zelf te werken, zonder dat de gilden iets te zeggen hadden over bijvoorbeeld de prijzen die ze vroegen of de manier waarop ze werkten, en dat iedereen spullen uit het buitenland of uit andere steden moest kunnen kopen en verkopen. Dat noemen we vrijhandel. Kort voor 1800 waren er grote revoluties in Amerika en Frankrijk, waardoor in die landen de liberalen aan de macht kwamen. Hun manier leek een stuk beter te werken en rond 1800 verdwenen ook in Nederland de gilden. FILMPJE! HOE VOERDEN DE AMBACHTSLIEDEN EN GEWONE MENSEN HUN WERK UIT? EN WAT VERANDERDE ER NA 1750? WIL JIJ HIER MEER OVER TE WETEN KOMEN? KLIK DAN HIER EN BEKIJK HET FILMPJE. Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 10

HOOFDSTUK 4 WERKBLAD: VRAGEN EN OPDRACHT VRAAG 1 Binnen het gilde waren er verschillende functies. Er waren mannen die het gilde leidden; die werden dekens genoemd. De belangrijkste deken was de hoofdman. Geld en bezittingen werden bijgehouden door de boekhouder. Daarnaast had je nog het onderscheid tussen meesters, gezellen en leerlingen. De bode zorgde voor het gilde voor verspreiding van belangrijke berichten binnen de stad. Zo n bode was te herkennen aan een speciaal draagteken (zie afbeelding 4 hiernaast). Welke functie zou jij het liefste hebben gehad en waarom? Afbeelding 4 Het draagteken van de bode van het bakkersgilde te Goes VRAAG 2 In Goes waren er veel verschillende ambachtsgilden die allemaal andere producten maakten. Alle ambachtslieden moesten zich aansluiten bij een ambachtsgilde om hun werk te mogen doen. Eerder heb je geleerd wat de belangrijkste gilden van Goes waren. Bij welk ambachtsgilde had jij je willen aansluiten als je in die tijd had geleefd en waarom? VRAAG 4 VRAAG 3 In het midden van de achttiende eeuw kwamen er steeds meer mensen die tegen de ambachtsgilden waren. Zo vonden ze dat iedereen spullen uit het buitenland of uit andere steden moest kunnen kopen en verkopen. Toch had het bestaan van ambachtsgilden verschillende voordelen. Kun jij twee voordelen en twee nadelen noemen van de ambachtsgilden? Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 11

OPDRACHT Je gaat met een groepje een gilde oprichten, net zoals in de middeleeuwen. Van de docent krijg je een gilde met een beroep toegewezen. Hierna staat wat je allemaal moet bedenken voor je gilde. Bedenk: 1. De naam van het gilde Veel gilden in de middeleeuwen hadden een beschermheilige, waarnaar ze vernoemd werden. Tegenwoordig kent bijna niemand meer namen van heiligen. Daarom mogen jullie je gilde naar een bekende persoon vernoemen, die iets te maken heeft met jullie gilde. 2. Een afbeelding of logo voor het gilde Gilden in de middeleeuwen hadden vaak een eigen afbeelding. Bedenk een herkenbaar logo voor jullie gilde, waaraan iedereen duidelijk kan zien welk gilde het is. 3. Regels voor het gilde (minimaal 5 regels, maximaal 15 regels) Als mensen samenwerken in een organisatie zijn er bepaalde regels nodig. Gilden stelden ook regels op. Zo zorgden ze ervoor dat iedereen eerlijk betaald werd voor zijn werk. En de regels beschermden de gildeleden tegen uitbuiting. Daarnaast waren er nog regels om de groep te versterken, bijvoorbeeld de verplichte aanwezigheid bij een feest. Hoe? De taken mag je verdelen, maar je kunt ook alles samen bedenken. Je maakt over het gilde een miniposter (A3). Hierop zet je de naam, het logo en de regels van het gilde. Dus alles wat hierboven staat. Vergeet niet jullie eigen namen erop te zetten. Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 12

III LIJST VAN AANBEVOLEN EN GEBRUIKTE LITERATUUR BOEKEN C. Dekker, Een schamele landstede. Geschiedenis van Goes tot aan de Satisfactie in 1577 (Goes, 2002). R.A.S. Piccardt, Bijzonderheden uit de geschiedenis der stad Goes (Goes, 1865). WEBSITES EN ARTIKELEN http://books.google.nl/books?id=wyhoaaaacaaj&printsec=frontcover ) http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/73228-middeleeuwse-steden-de-gilden.html http://www.goes18e-eeuw.nl/sitemap http://www.kb.nl/webexposities/oude-ambachten-en-beroepen-0 http://www.geneaknowhow.net/in/beeld.htm Educatieve dienst Historisch Museum De Bevelanden, Singelstraat 13, 4461 HZ Goes 13