Schoolexamenvragen ethiek. Achteraan is een antwoordmodel opgenomen. Het bestaat uit 3 aan casus gerelateerde opgaven met in totaal 13 onderdelen. Voor elk onderdeel staat tussen haakjes het maximaal te behalen aantal punten. In totaal zijn er 39 punten te behalen. SUCCES! Opgave 1 Consequentialisme of gevolgenethiek Student Y die op het eind van zijn eerste studiejaar voor een beslissend tentamen is gezakt, stapt naar zijn professor toe met het verzoek zijn tentamencijfer te verhogen. De professor deelt hem mee dat Y naar zijn mening echt geen beter cijfer verdiend heeft. "Daar ben ik het wel mee eens", zegt Y, "maar als ik geen hoger cijfer krijg, kan ik niet doen wat ik heel graag wil: mijn studie medicijnen voortzetten. Geen hoger cijfer krijgen kan voor mij het verschil betekenen tussen het uitoefenen van een beroep dat me enorm aantrekt en het jaar in, jaar uit zwoegen in een baan die me helemaal niet ligt. De gevolgen daarvan voor mijn geluk zouden heel erg groot zijn. En wat uw geluk betreft: het verhogen van mijn tentamencijfer zal daar nauwelijks invloed op hebben. Alles bij elkaar vind ik, dat u me een hoger cijfer zou moeten geven." (2) 1 Leg uit waarom de redenering van student Y een utilistisch karakter heeft. Laat in je uitleg duidelijk uitkomen wat het utilistisch principe inhoudt. Stel de professor gaat niet in op het verzoek van student Y. De professor kan hiervoor verschillende redenen hebben. Hij zou aan zijn plicht kunnen refereren of het niet deugdzaam achten, maar hij kan ook op utilistische gronden het verzoek afwijzen. De professor hanteert dan een andere maar eveneens utilistische benaderingswijze dan student Y doet. (3) 2 Geef de utilistische redenering die de professor zou kunnen gebruiken kort weer. Geef aan waarin de utilistische benaderingswijze van de professor afwijkt van die van student Y. In de tekst hierboven wordt expliciet gesproken over geluk. Jeremy Bentham geeft verschillende criteria waarmee vormen van geluk met elkaar vergeleken worden. (4) 3 Geef voor zowel de student als de professor aan welk criterium het meest geschikt is om te hanteren bij respectievelijk het verzoek tot verhoging van het cijfer (door de student) en de afwijzing daarvan (door de professor). Licht je keuzen toe. In Trouw van stond begin dit jaar een interview met de Vlaamse ethicus Arnold Burns (universiteit van Leuven) over het door de Tweede Kamer voorgestelde verbod op seks met dieren. Een dergelijk verbod is niet nieuw: In de Middeleeuwen stond er de doodstraf op. Wel nieuw is de redenen waarom seks met dieren wordt verboden, volgens Burns. Ook de Australische filosoof Peter Singer vindt dat in het utilisme ook rekening gehouden moet worden met dieren, om niet te vervallen in speciësisme. (2) 4 Leg uit waarom het utilisme volgens Singer ook van toepassing is op dieren. Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt wat verstaan moet worden onder speciësisme. 1 Voor vervolg Opgave 1: Z.O.Z.
Vervolg Opgave 1 Toch blijkt uit het interview dat het volgens Burns helemaal niet gaat om het leed dat dieren aangedaan wordt. Lees uit het genoemde interview: Toch kunnen we makkelijk voorbeelden verzinnen waarbij de seksuele opgewondenheid van mensen verhevigd wordt zonder dat het dier pijn leidt. Bovendien, als pijn de doorslaggevende factor zou zijn, dan vallen deze seksuele handelingen gewoon onder dierenmishandeling. Daarom ben ik ervan overtuigd dat ook deze nieuwe wet alleen tot stand kon komen omdat hij indirect een beroep doet op onze taboegevoeligheid. Dat zie je ook aan de reacties van de Kamerleden: pervers, weerzinwekkend en bah, wat vies. Uit walging? Die walging is een fysieke uiting van het taboe, niet het taboe zelf. ( ) Die walging komt niet voort uit de schade die het beest zou worden toegebracht, die komt voort uit het taboe dat overschreden dreigt te worden. [Uit: Trouw, 10 februari 2010] Kennelijk reageren de Kamerleden (en anderen) instinctief op het dreigende doorbreken van een taboe. Wanneer het om morele instincten gaat, kunnen we Verplaetse raadplegen. Hij heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar onze morele instincten en hij onderscheidt er vier: De hechtingsmoraal, de geweldsmoraal, de reinigingsmoraal en de samenwerkingsmoraal. (3) 5 Beargumenteer uit welk moreel instinct de walging van seks met dieren voortkomt. Leg ook uit hoe de benadering van Verplaetse zich verhoudt met gevestigde ethische theorieën als het utilisme. Met zijn Deep Ecology wil de Noorse filosoof Arne Naess het utilisme uitbreiden tot onze planeet Aarde. Volgens hem behoeven ook meren, gebergten en bodemschatten morele bekommernis. De vraag rijst of het utilisme hierop van toepassing kan zijn. (3) 6 Kan Naess zijn pleidooi voor morele bekommernis voor (delen van) onze planeet de Aarde op het utilisme baseren? Zo ja, leg uit hoe hij dat kan doen. Zo nee, op welke theorie kan hij zich het best baseren en hoe? Voor Opgave 2: Zie ander blad 2
Opgave 2: Deugdethiek en plichtethiek Madonna Louisa Ciccone werd in 1958 geboren te Bay City, Michigan en doorliep de middelbare school moeiteloos. Als jong meisje was dansen haar lust en haar leven. In 1978 vertrok ze naar New York. Madonna bereikte niet alleen de doelen die ze voor zichzelf gesteld had, ze stelde zich ook als taak om de dubbele seksuele moraal aan de kaak te stellen. De discussie over wat er op seksueel gebied wel en niet vertoond mocht worden, speelde zich grotendeels af over haar hoofd en lichaam. Er werden natuurlijk wel meer videoclips gemaakt met veel borsten en billen. Maar de verdienste van Madonna is dat ze de traditionele rolpatronen omdraaide. In haar clips stond seks in het teken van onafhankelijkheid. Haar carrière is een kruistocht tegen de conservatieve Amerikaanse onderdrukking van de vrouwelijke lustbeleving. In Material Girl speelt ze een vrouw die hogerop wil. Als het daarvoor nodig is, verleidt ze een vent, gaat voor zijn centen. Maar zorgt ze er wel voor dat ze nooit de onderliggende partij wordt. [Uit: History: Cultuur van de massa in de tweede helft van de twintigste eeuw. (Arnhem: Lambo 2001)] Uit bovenstaande tekst blijkt dat Madonna een emancipatoir rolmodel is en elders in hetzelfde artikel wordt expliciet gesteld dat Madonna veel vrouwelijke fans heeft en dat meisjes haar zien als hun grote voorbeeld. Hoewel Madonna s houding wellicht wat extreem te noemen is, zouden we haar toch als levenskunstenares kunnen zien en wanneer we haar levenskunst deugdethisch opvatten, kunnen we ons afvragen of Madonna als voorbeeld kan bijdragen aan de morele vorming van jongeren. (3) 7 Wat is het belang van voorbeelden voor een morele vorming in deugdethische zin? Beargumenteer in je toelichting of Madonna al dan niet een voorbeeld kan vormen voor morele vorming in deugdethische zin. In haar documentaire Beperkt Houdbaar bespreekt Sunny Bergman voorbeelden voor meisjes en vrouwen die wellicht minder deugdzaam zijn. Zij stelt dat er sprake is van een onrealistisch schoonheidsideaal, dat in leven gehouden wordt door extreem slanke modellen waarvan gefotoshopte afbeeldingen in tijdschriften verschijnen. (3) 8 Leg uit waarom de voorbeelden uit de documentaire Beperkt Houdbaar in strijd zijn met de deugdethiek. Formuleer ook vanuit de plichtethiek een moreel oordeel over het instant houden van zo n onrealistisch schoonheidsideaal. Het verstand speelt in de plichtethiek van Immanuel Kant een nog belangrijker rol dan in de deugdethiek van Aristoteles. (2) 9 In welk opzicht speelt het verstand bij Kant een belangrijker rol dan bij Aristoteles? In de ethiek van Kant speelt het hoogste goed een belangrijke rol. Omdat een mens in staat is tot morele oordelen, komt Kant tot drie postulaten. (4) 10 Waarom kan de mens het hoogste goed niet op eigen kracht bereiken? Noem in de toelichting op je antwoord deze drie postulaten en leg uit welke rol ze spelen. 3 Opgave 3: Z.O.Z.
Opgave 3: Politieke ethiek Volgens sommigen kan er voldoende aanleiding zijn om wetsovertreding of zelfs het gebruik van geweld te rechtvaardigen. Zo ook Michel Onfray (zie eerste opgave). Soms, wanneer je alles hebt geprobeerd, alles, echt alles en wanneer je je leven of je geestelijke en lichamelijke gezondheid op het spel zet door iemand zijn gang te laten gaan die vastbesloten is je iets aan te doen, kun je geweld niet vermijden. Wanneer je van geweldloosheid een absoluut principe maakt, geef je een tegenstander die geen middel schuwt a priori het groene licht. Als we in een ideale wereld leefden, zou het uiteraard niet nodig zijn dergelijke extreme maatregelen te nemen, maar de wereld is niet ideaal en, wat het persoonlijke welzijn betreft kan geweld iets tot stand brengen waar de politie, de moraal en de geestelijke gezondheidszorg niet toe in staat zijn, ondanks al hun afzonderlijke of gecombineerde inspanningen. ( ) Geweld wordt, wanneer het defensief is, op morele gronden verdedigd, omdat het een proces stopzet dat destructief en catastrofaal dreigt te worden. Daarentegen is offensief geweld onverdedigbaar. (Michel Onfray: Antihandboek voor de filosofie. Rotterdam: Lemniscaat, 2003 p.182.) Onder zekere omstandigheden kan men volgens Onfray spreken van een recht op geweld. (3) 11 Leg uit waarom dat recht op geweld (als het al bestaat) noodzakelijk een negatief recht moet zijn en geen positief recht. Geef een toelichting op je antwoord zodat duidelijk wordt welke rol de correlatiethese van rechten en plichten hier speelt. (3) 12 Zijn er volgens jou situaties waarin er sprake zou kunnen zijn van een plicht op gebruik van geweld? (Bedenk dat een plicht een correlatie heeft met een recht!) Zo ja, geef aan onder welke omstandigheden er sprake kan zijn van een plicht op het gebruik van geweld en hoe die plicht gerechtvaardigd kan worden. Zo nee, leg uit waarom er in geen enkele situatie sprake van een plicht kan zijn. Volgens Onfray verloopt het gebruik van geweld altijd op dezelfde manier met de volgende stadia: bedreiging, intimidatie, feitelijk geweld en vernietiging. (Idem. p.183.) (4) 13 Noem één van de stadia uit dit verloop van geweld waarin sprake is van een situatie zoals het prisoners dilemma beschrijft en één stadium waarin geen sprake is van een situatie zoals het prisoners dilemma beschrijft. Licht je antwoord zo toe dat duidelijk wordt wat een prisoners dilemma-situatie is en waarom het zich juist in die stadia al dan niet voordoet. - Einde Schoolexamen - 4
Antwoordmodel schoolexamen filosofie: Ethiek (SE3) 1 (2) Weergave utilitair principe (1) Toepassen op tekst (1) 2 (3) Stellen doel [of toepassen regelutilisme] (1) Voorbeeldredenering (1) Verschil met redenering student (1) 3 (4) Criterium student plus uitleg (2) Criterium professor plus uitleg (2) 4 (2) Toepassing utilisme op dieren (vlg Singer) (1) Uitleg Speciësisme (1) 5 (3) Walging komt voort uit reinigingsinstinct (1) Argumentatie daarvoor (1) Verplaetse bedrijft descriptieve ethiek (itt prescriptief) (1) 6 (3) Standpunt of Naess zich op het utilisme kan beroepen (1) Zo ja hoe; zo nee welke theorie dan en hoe (2) 7 (3) Standpunt of Madonna een deugdethisch voorbeeld kan zijn (1) Argumentatie of toelichting (1) Belang van voorbeelden voor deugdethiek (1) 8 (3) Uitleg waarom vb en in strijd zijn met deugdethiek (2): Extreem, dus niet het midden (1) Irreëel, dus onmogelijk na te volgen (1) Plichtethisch oordeel over schoonheidsideaal (1) 9 (2) Kant: inzien morele wet (rationalistische benadering) (1) Aristoteles: instrument om het midden te vinden (1) 10 (4) Uitleg hoogste goed op eigen kracht onbereikbaar (1) [Hoogste goed bestaat uit: zedelijkheid (bereikbaar) en gelukzaligheid (niet)] Uitleg rol drie postulaten (3): Vrije wil: morele wet volgen of niet (1) Onsterfelijke ziel: Gelukzaligheid in hiernamaals (1) Schepper (God): naar ieders zedelijkheid (omniscient) juiste hoeveelheid gelukzaligheid geven (omnipotent) (1) 11 (3) Uitleg correlatiethese (1) Weergave verschil tussen negatief recht en positief recht (1) Uitleg waarom hier sprake moet zijn van negatief recht (1) 12 (3) Redenering voor of tegen het bestaan van een plicht tot geweld (1) Toepassing correlatie van recht en plicht (1) Rechtvaardiging of weerlegging (1) 13 (4) Stadium waar PD een rol speelt (1) [Bedreiging of intimidatie] Stadium waar PD geen rol speelt (1) [Geweld of vernietiging] Uitleg waarom in die stadia PD al dan niet een rol speelt (1) Uitleg PD (1) -Einde antwoordmodel- 5