Kleine ruimtes als steppingstones in stedelijk gebied

Vergelijkbare documenten
Postzegelparken, oases in de stad. Auteur: Miek Witsenburg. Eerder gepubliceerd in het tijdschrift Groen nr. 1 januari 2003

POSTZEGELPARKEN. parkjes pleintjes restruimten overhoeken atria reststroken onderdoorgangen binnenplaatsen entreezones e.d.

variant 1d 1d De nieuwbouw verdeelt het gebied duidelijk in twee pleinen: het Roselaarplein en de Nieuwe Markt.

STEDENBAAN Station Moerwijk

BORGSTEDE EN OMGEVING

Opgave en. toekomstperspectief EEN NIEUWE TOEKOMST

ONTWIKKELVISIE CENTRUM ROCKANJE DECEMBER 2014

Delft Poptahof. Herstructurering zestigerjarenwijk Poptahof in Delft.

VRIJETIJDSONDERZOEK ZUIDOOST BRABANT

Zaandam. In opdracht van ZVH. Vernieuwing E-flats Poelenburg

HET NIEUWE HAVENBLOK ALMELO

plein 44 nijmegen Een plein voor iedereen

een breed gedragen alternatief Haarlem 1 december 2013

inspiratieboek Raalte

datum: 23 juli 2018 Frenkel Beerens van: Jan-Hein Biemans Telefoon: Advies t.b.v. Van Bommelhof - Moergestel

catharinahof eindhoven Hoge mate van detaillering onderstreept uniek stedelijk woongebied

figuur 1a Plankaart OOB

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Lichtstraat 119 te EINDHOVEN

Enquête over de heraanleg van het Koningin Paolaplein

16 april Schetsdag Zwarte Hond Kristal project Loevesteinlaan II

Cuijk - De Valuwe. Openbare ruimte De Valuwe

DICHTERSBUURT Terugkoppeling bijeenkomst 21 november 2018 t.b.v. participatie Principenota Geuzenveld-Slotermeer

De kunst van samen vernieuwen

NIEUW ADMINISTRATIEF CENTRUM WILLEBROEK. Willebroek, België. Periode: BRUT architecture and urban design. Stabiliteitsingenieur:

Fontein Park. Sfeer Extra horeca. Bibliotheek naar Stadshart Lange Nering Oost extra woningen. Intimiteit Extra winkels.

Piet Hein kavel te Goes

1230-5A TOELICHTING INRICHTINGSPLAN BENSDORP BUSSUM OMGEVINGSVERGUNNING AANPASSING ONTWERP ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW LEVS ARCHITECTEN

Lekker. Wonen. Losser. Losser op weg naar 2025

MASTERPLAN RIJKSMUSEUM AMSTERDAM

Dorpsplein Waspik. Een groene huiskamer als aangename ontmoetingsplek

PROJECTPLAN CITY RANCH, LEEGHWATERKWARTIER, HOOFDDORP Tejo Remy & René Veenhuizen

Maak kennis met de Erfwoning en de Hofwoning

VESTIGINGSVISIES. Dak Huis Thuis Open Huis Icoon. open huis JOUW VOORKOMEN MAAKT DE PLEK, MAAR DE PLEK MAAKT OOK JE VOORKOMEN

Gouden Tips Beleving Openbaar Vervoer. 18 november 2015

rhenen schets-museumkwartier deel 1

Oranjepark Score Waarden Identiteit 4 15 Gastvrij en Bruikbaar 4 37 Gezond 4 16 Duurzaam 3 18

Centrumplan best. Groene stedenbouwkundige structuur brengt eenheid en kwaliteit terug in dorp

Marcel Breuer Amerikaanse Ambassade

Samenvatting bijeenkomsten Vernieuwingsbuurten Geuzenveld-Slotermeer

Drie keer Raam. november s t e d e b o u w k u n d i g e

Kop Dijksgracht, grens en schakel voorstel tijdelijke invulling. Sasja Scherjon

Geestenberg. Henri van Abbestichting

Bibliotheeklocaties Leidschendam-Voorburg

Voorstel voor Kunsttoepassing in Looër Woud (Leesten Oost), Zutphen. Atelier Veldwerk/ september 2004 (Rudy Luijters/Onno Dirker)

TE KOOP. Puttendijk 12 te Maarheeze

Analyse en stedenbouw. Borgvliet, Bergen op Zoom

Moorkensplein antwerpen. Groene pleinruimte met park geeft impuls aan sterk verstedelijkte buurt

HET SCHOMMELPARK Rotterdam, The Netherlands Studio ID Eddy & Inter.National.Design

stads- en landschapsontwerp Werken Westerkade HA Utrecht info@burotopia.nl

VERSLAG VAN EESTERENGESPREK #16 TUINEN VAN WEST BRENGT STAD EN LAND DICHTER BIJ ELKAAR

Amsterdam - Staalmanpleinbuurt. Stedenbouwkundig ontwerp voor herstructurering naoorlogse woonwijk.

De Tuinen van Hapert

Schetsontwerp terreinindeling

ZES AMBITIES VOOR EEN GOEDE LEEFOMGEVING

10 Principes 29 september 2015

Groenschets. Ten behoeve van nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013

Warehouse. Zaandam. toplocatie in Nederland gelegen nabij A8 / A10 20 minuten naar Schiphol 16 loadingdocks

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

KubusEiland. beeldkwaliteitsplan. maart 2015

Boodschap: waardering

Prestatievoorstel & verantwoording 2014 (bijlage bij subsidiebeschikking)

Inhoudsopgave. 1- Aanleiding voor aanpassing beeldkwaliteitplannen Ligging en hoofdopzet stedenbouwkundige plan 5

Oost-Graftdijk. Beeldkwaliteitsplan Graft - De Rijp 12 januari concept en inhoud: la4sale - Amsterdam

18 HOFWONINGEN IN VINKHUIZEN

informatieavond 6 juni 2013 dijkstraat en omgeving Inhoud

Ouderen, als basis voor stedelijke vernieuwing

Wat betekent bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de Openbare Ruimte

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

qruquius Groen raamwerk faciliteert fasering en bevordert biodiversiteit

Concept d.d. 8 november 2011

Interieur AkzoNobel Center & Art Space

Delft - TNO Algemeen AM Ontwikkelingscombinatie Watertuinen van Delft CV. Gemeenteraad Gemeente Delft Postbus ME DELFT

De Strip. Fris je geheugen op.

Ontwikkelingsvisie. Noordereiland & Burgemeester Drijbersingel, Zwolle. DeZwarteHond.

Reconstructieplan Langstraat 26 annex Bezorgershof 4 Geldrop opdracht: fam. Foole ontwerp: Willum, Ontwerp\Advies. juli 2011

HilberinkboscH architecten Wamberg sM - berlicum t woningen De Hoef Rosmalen 206

KAMELEON ONDERNEMEN IN DE KERN

Foto-expositie: Lievelingsplekken in een wijk die geen probleemwijk is

Verre van oer-hollands

De Bisschoppen utrecht. Multifunctionele buitenruimtes voor student, bewoner én vlinder

RAPPORT INZAKE DE HERINRICHTING VAN HET LUMIÈREPARK TE ALMERE

Reacties Duivendaal 20 januari 2016

WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN Rijssen Bedrijven Gebiedsgerichte criteria 31 mei 2012

Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling JANUARI 2013 BEELDKWALITEITSPLAN STRAND

M a r k t p l e i n c l u s t e r Amsterdam Zuidoost

i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving

Westluidense Poort in beeld

SMÛK zonder OPSMUK. Colofon

Initiatief Jeroen Bosch Tuin

DE SNELTOETS- CRITERIA 9. ERF- EN PERCEEL- AFSCHEIDINGEN

2. LIGGING PLANGEBIED

4 MAART

HERWERKING STREEKVISIE MEETJESLAND REFLECTIE OMTRENT GEWENSTE IDENTITEIT VERSLAG TOEKOMSTGROEP, EEKLO (HET LEEN), 21/03/2006

Programma Welkom 19:30-19: Gemeente Zoetermeer 19:40-19: Unibail-Rodamco 19:50-20:30

WONEN, WERKEN & VOORZIENINGEN

T E K O O P. Brunellastraat 6 te Maarheeze

VERLEVENDIGING STADSPLEIN AMSTELVEEN. Juni 2012

Welkom in Clarissenhof

PORTFOLIO GERECHTSGEBOUW BREDA MEI 2018 HOOTSMANS ARCHITECTUUR- BUREAU

Transcriptie:

Kleine ruimtes als steppingstones in stedelijk gebied Door Miek Witsenburg De kleinste openbare ruimten worden steeds belangrijker in de zich verdichtende stad. Door ze verspreid aan te leggen ontstaat een netwerk van aantrekkelijke plekken als steppingstones in verstedelijkt gebied. Bovendien zijn de aanlegkosten per plek bescheiden en is het succes ervan voor bewoners én bestuurders min of meer gegarandeerd. Kleine openbare ruimtes zijn beter bekend als postzegelparken. Met de term postzegels worden kleine verblijfsgebiedjes bedoeld van een of enkele percelen groot, waar de buurtbewoner, werknemer, klant en Stedelijk Interieur Essays De artikelen die u leest in Stedelijk Interieur hebben vaak een zeer praktisch karakter. Het tijdschrift schrijft over de vragen waar u als ontwerper, inrichter en beheerder van de openbare ruimte dagelijks mee wordt geconfronteerd. Er zijn echter ook vragen van een andere orde. Waarom bestaat er überhaupt openbare ruimte? Hoe kunnen we de openbare ruimte typeren? Hoe zorgt de openbare ruimte voor sociale binding in de maatschappij? Die vragen beantwoorden we een jaar lang in de Stedelijk Interieur Essays. Een samenvatting van dit essay verscheen in Stedelijk Interieur 2006 4. recreant wat aan heeft. In de reeks plantsoenen, pleinen, parken en recreatiegebieden ontbreekt een fatsoenlijk aanbod aan de onderzijde: de aangeklede plekken om de hoek, de buitenkamers. In de jaren zestig was dit al een onderwerp in grote steden in Japan en Amerika waar de ruimte schaars werd. In Nederland worden incidenteel wel kleinere buitenruimten ingericht maar van een algemeen beleid waarop men jaren lang focust, is toch geen sprake. Het zou daarbij in de steden moeten gaan om een netwerk van dergelijke ruimtes (keuze bieden) waarbij wordt gemikt op een behoorlijk tussenniveau van inrichting. De juweeltjes aan de andere kant van de schaal, Mediteriaan voorbeeld zoals Greenacrepark in N.Y.City of de plek achter het Rijksmuseum, zijn slechts incidenteel te realiseren. Maar dat is ook niet nodig. Het gaat allereerst om méér identiteit en om meer zorgvuldigheid bij de inrichting van de kleinste buitenruimtes. We hebben het erg vaak over leefbaarheid in steden maar in de praktijk is de kleinste openbare ruimte nog jammer genoeg het stiefkindje. Verzamelbegrip Het bestaande begrip postzegelpark heeft een te groene bijbetekenis. Het gaat niet alleen om parkjes. De plekken kunnen ook een overwegend stenige inrichting hebben, als ze maar door hun materiaalkeuze, het kleurgebruik en de verlichting uitnodigend ogen. Een in alle opzichten harde ruimte weert mensen af.

De huiskamer is voor uiteenlopende doelgroepen; modern sereen parkje bij Rijksmuseum De hobbykamer is voor één specifieke doelgroep; geluidloze openluchtbioscoop Typologie Heel bruikbaar zijn de termen huiskamer en hobbykamer gebleken als identiteit voor de plek. Hiermee wordt het onderscheid in type duidelijk. De huiskamer staat voor een ruimte die voor allerlei doelgroepen geschikt is, hieronder vallen het mini-parkje en het mini-pleintje. Veel zitplaatsen zijn daarvoor kenmerkend; de ruimte komt heel uitnodigend / gastvrij over. De hobbykamer is voor slechts één doelgroep ingericht, zoals een kinderspeelplaats, een visstek, een vrij podium voor muziek en toneel, een klimwand, een klein theater, een tennisbaan of een openluchtbioscoop. Waar je wat aanlegt hangt van de lokatie af, wat in de omgeving aanwezig is en waar de omwonenden behoefte aan hebben. Een typologie geënt op de plek heeft daarom niet zoveel zin. Die locatieeigen inbreng levert een goede ontwerper. Waar De aanleg ervan is noodzakelijk in de dichtst bebouwde delen van de stad waar de ruimte schaars is. Maar ze zijn ook gewenst in uitbreidingsgebieden waar stedelijke vernieuwing plaatsvindt, in kantoorwijken en aan de rand van bebouwing. Zelfs in de minst dicht bebouwde gebieden kan een plek in de behoefte aan beschutting voorzien. Allerlei plekken komen ervoor in aanmerking: overhoeken, inhammen, reststroken, lege percelen, entreezones, binnenplaatsten, atria, dakterassen, onderdoorgangen etc. Als ze maar aan een voetgangersroute liggen, een openbare sfeer ademen én aantrekkelijk worden ingericht, hoe eenvoudig ook. Het gaat zowel om verblijfsplekken die grenzen aan doorgangsruimtes zoals straten, kades en stegen maar soms maken ze er ook deel van uit als ze wat ruimer bemeten zijn. Het is van belang dat eerst de in het zicht gelegen / makkelijk toegankelijke plekken worden aangelegd en pas daarna de minder toegankelijke ruimten zoals dakterrassen of ruimtes achter gebouwen. Op termijn kan het areaal met deze minder in het zicht gelegen plekken worden vergroot. Initiatieven zijn zowel op gemeente grond als op particulier terrein gewenst. Het verdient in de dichtst bebouwde delen van de stad zelfs aanbeveling particulieren te stimuleren om hun perceel open te stellen en aantrekkelijk in te richten opdat daarmee de openbare ruimte kan worden uitgebreid.

Terugwinnen Tal van loze plekken kunnen eenvoudig worden teruggewonnen. Veel lokaties zijn zo minimaal ingericht of hebben zo n neutrale, indifferente sfeer dat niemand zich ertoe aangetrokken voelt. Om in de terminologie van de kamers te blijven: de potentiële postzegels zijn nu vaak nog de rommelkamers in huis in plaats van een aantrekkelijk vertrek voor een of ander specifiek gebruik. Als het goed gebeurt worden deze plekken erg populair. Waarom richten we ons in de komende decennia niet veel gestructureerder op dit onderwerp? De stedelijke verdichting gaat in de komende jaren nog door om aan de omvangrijke woningvraag te kunnen voldoen en de stedelijke vernieuwing zal altijd blijven plaatsvinden om het woningbestand en de voorzieningen in een behoorlijke staat te houden. Door postzegels aan te leggen kan iets worden teruggedaan voor de stedeling en anticipeert men op de toekomst. Het omvormen van talloze restruimten tot aanrekkelijke verblijfsgebeidjes, permanent òf tijdelijk, is een realistisch doel in andere tijden. De impuls ervan zal groot zijn. Selectiecriteria Toch zijn niet alle restruimten zijn bruikbaar. Bij de inventarisatie met de titel Potentiële lokaties die wij in 2002 voor Amsterdam maakten, zijn een achttal criteria geformuleerd die relevant bleken. Deze zijn voor elke stad bruikbaar. De eerste vijf spreken voor zichzelf: beperkt van omvang (1), ligging aan een voetgangersnetwerk (2), openbare sfeer (aanwezig of te maken) (3), bestaand maar onvolledig ingericht (onaf) (4) en weinig alternatieven (5). Dat laatste wil zeggen dat er geen concurrentie van privé-tuinen of een toevallige ligging van parken en pleinen in de buurt moet zijn, dan heeft een nieuwe buitenruimte geen zin. De meerwaarde van een plek (6) vormt zeker ook een criterium om een locatie te selecteren, zoals de aanwezigheid van mooie bomen, bijzondere architectuur, een vrij uitzicht dan wel een combinatie hiervan. Een centrale- of markante ligging (7) is eveneens een selectiecriterium want pas na de aanleg op deze locaties, waar veel mensen ervan kunnen profiteren, komen de minder in het zicht gelegen plekken in aanmerking. Het belangrijkste criterium is echter (potentiële) beslotenheid (8). Gewilde plekken bieden net als een kamer een zekere vorm van intimiteit. Deze kan fysiek of mentaal zijn. Fysiek door bijvoorbeeld de suggestie van beschutting in de vorm van een gevel of andere rugdekking, een bomendak of door een minimaal verdiepte ligging. In mentale zin door de activiteit of atmosfeer ter plekke waar iemand op dat moment behoefte aan heeft: een vrij uitzicht, een theatervoorstelling, muziek(podium), boekenmarkt, parkje, rustig hofje etc. Idealiter moet er daarom een grote verscheidenheid aan dit soort plekken ontstaan om aan de uiteenlopende behoeften van mensen tegemoet te komen (keuzemogelijkheid bieden). Voor de stad Amsterdan selecteerden wij ca 270 potentiële lokaties, zonder volledig te willen zijn. Dat is nog een bescheiden aantal als je bedenkt dat Aldo van Eyck voor de stad alleen al 800 speelplaatsen realiseerde. Realisatietempo Ter compensatie van de verdichting van het stedelijk gebied kunnen dit soort buitenruimtes voor iedereen veel betekenen. De aanleg ervan moet daarom worden versneld. Tijdens een minisymposium over dit onderwerp dat vorig najaar werd georganiseerd door de Amsterdamse Raad voor de Stadsdontwikkeling om de stad opnieuw aan te sporen door te gaan met de aanleg ervan, werden drie suggesties gedaan. In plaats van ze zelfstandig te realiseren is het laten meeliften met de aanleg van een groter project veel effectiever (financieel, planmatig, m.b.t. inspraak e.d.). Ook werd een 1%-regeling geopperd, vergelijkbaar met de regeling voor de totstandkoming van beeldende kunst in gebouwen. Als derde suggestie werd door de dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam een toolkit voorgesteld waarin gestandaardiseerde elementen zitten. Enigszins vergelijkbaar met de wijze waarop Aldo van Eyck de speelplaatsen realiseerde.

Wisselende buiten exposities met kunst van dè bank (aangrenzend) Terras met kiosk, consumpties niet verplicht; s avonds afgesloten Inrichtingsaspecten Een aantal inrichtingsaspecten zijn relevant om te noemen. Het belangrijkste is dat de plek een duidelijke identiteit krijgt, hoe eenvoudig de plek ook wordt ingericht. Neutraliteit werkt ongewenst gebruik in de hand. In een fractie van een seconde moet je kunnen zien of het een mooi parkje is, een aantrekkelijk pleintje of iets specifieks voor één doelgroep. Anders loopt men voorbij. Verder is van belang dat er in actieve of passieve zin iets te beleven is anders, wordt de plek niet aantrekkelijk genoeg gevonden. Daartoe moeten allerlei zintuigen worden aangesproken, met het accent op één zintuig in het bijzonder. Ligt het accent op zicht dan gaat het om een plek die er mooi of grappig uitziet of een riant uitzicht heeft. Ligt het accent op gehoor dan is er rust of levende muziek. Geur en smaak kunnen bijvoorbeeld worden aangesproken door het verkrijgen van bloemen of lekkere hapjes en drankjes. Wordt het accent gelegd op het evenwichtsgevoel dan heeft de plek bewegende onderdelen: een pleintje vol schommelstoelen of andere bewegende onderdelen zoals verende tegels. Misschien wel een trompe l oeil met een misleidende horizon. Een goede toegankelijkheid is ook een belangrijk inrichtingsaspect. Als bezoekers eerst door een gebouw heen moeten lopen om een binnenplaats te bereiken of een lift naar een dakverdieping moeten nemen, ligt de plek niet op een goede plaats. De zichtbaarheid is dan te gering. De plek moet direct aan een straat of steeg grenzen of via een poort toegankelijk zijn. De minder toegankelijke plekken kunnen wel als aanvullend worden beschouwd. Aanvullend zijn bijvoorbeeld een binnenplaats van een museum, een tuin bij een bibliotheek of een atrium in een stadhuis. Heel kenmerkend voor een aantrekkelijke plek is een zekere vorm van beslotenheid/intimiteit in fysieke of mentale zin. Dit is hiervoor onder selectiecriteria al verwoord bij (8). Dit is een erg belangrijk inrichtingsaspect om als plek aantrekkelijk te worden gevonden. Opvallend is verder dat gewilde plekken door hun materiaal- en kleurkeuze en de verlichting een zachtere uitstraling hebben en daardoor uitnodigend overkomen. Niet dat slechts groene juweeltjes gewenst zijn of altijd water in een of andere vorm. De plek kan ook een stenige inrichting hebben maar dan zijn b.v. beton met een blaadjesprint, grind of andere halfverhardingssoorten te verkiezen.

Kas met permanente afval-kunst in aanbouw; s avonds afgesloten Al of niet in combinatie met een mentale softener als bewegend beeld op de muur, verkoop van spullen, een poppenkastvoorstelling, etc. Of iets grappigs, iets verrassends, iets wat je daar niet verwacht. En met de wijze van verlichting kan ook veel worden bereikt. Naast het minimaal vereiste verlichtingsniveau zal wat aan sfeerverlichting moeten worden gedaan; meestal betekent dit zachter, indirect licht. Fysiek, visueel en mentaal ontharden is het credo, zowel in de tweede als derde dimensie. Daardoor krijgt de plek iets informeels, iets laagdrempeligs en wordt op die manier uitnodigend. Groen wordt in het algemeen zeer op prijs gesteld maar het is geen voorwaarde. Wordt er wel voor gekozen dan is de aanplant van bomen en muurbegroeiing beter dan struiken en gras, die zijn voor intensief gebruikte plekken te kwetsbaar. Struiken en hagen maken een ruimte vaak kleiner, minder overzichtelijk en lastiger in het beheer door het achterblijven van zwerfvuil. Struikbeplanting kan men beter alleen toepassen als de ruimte wat groter is en het onderhoud uitzonderlijk goed. Of als de plek heel perifeer ligt. Zonlicht is in tegenstelling tot wat men denkt geen inrichtingsvoorwaarde. Als een plek zonder direkte inval van zonlicht zorgvuldig is ingericht en er wordt iets extra s geboden zoals een trompe l oeil en de lekkerste haring, dan zijn er genoeg mensen die naar zo n plek toegaan. In New York wordt Greenacrepark, waar de zon nauwelijks kan komen door de omringende bebouwing, zeer aantrekkelijk gevonden. Door de inspirerende sfeer, de kiosk met sandwiches en soep en het regelmatige onderhoud. Zelfs al het vriest zitten er mensen met winterjassen aan. Dat het er zo druk is komt niet omdat het de enige plek in de buurt is maar omdat het er zo aantrekkelijk is. Laten we dit de wet van de compenserende werking noemen. Bij moeilijke plekken kun je die als ontwerper actief toepassen. De derde dimensie speelt een grote rol in de beleving van postzegels, helemaal bij plekken die tussen twee gebouwen ingeklemd liggen. Niet alleen het platte vlak maar ook de volle hoogte zal op de een of andere manier in het ontwerp tot uitdrukking moeten komen. Bijvoorbeeld door opgaande muurbegroeiing, een muurschildering of door de hele wand in een klimmuur of waterwand te veranderen. Een laatste inrichtingsaspect betreft de afstemming op de omgeving. Ligt de plek in een rustiger deel

van de stad dan kan het gebruik op twee manieren worden gestimuleerd: door er funkties omheen te leggen zoals een winkel, een school of een drukke entree of door het geven van een specifieke bestemming aan de plek zèlf: een rolschaatsbaan, een ruilmarkt, een verzameling beeldende kunst etc. Iets waar mensen bewust op afkomen. Sociaal-economische kant Het sociale belang van dit soort ontmoetingsplekken is evident. Maar er is met de aanleg ook fysiek-ruimtelijke en economische winst te behalen wanneer deze plekken worden gecombineerd met publiekprivate instellingen zoals musea, woon-/zorginstellingen, onderwijs, etc. In het artikel Wij gaan het maken in het tijdschrift Vitale Stad (nr.2 2005) stellen de auteurs H.Willemse en G.Wallagh dat het mes dan aan twee kanten snijdt. Deze aanpak verdient aanbeveling en de genoemde bestemmingen passen goed in een netwerk van postzegels. Beleid Amsterdam De gemeente Amsterdam heeft de laatste jaren een aantal stappen gezet. In 2001 stelden wij in opdracht van de dienst Ruimtelijke Ordening eerst het boekje Postzegelparken samen om binnen de gemeente algemene bekendheid aan het onderwperp te geven. De eerder genoemde inventaristaie met de titel Potentiële Lokaties is daarna gemaakt. Zonder volledig te willen zijn leverde deze inventarisatie 270 plekken op, verdeeld over alle stadsdelen. Door middel van een prioriteitsaanduiding werd onderscheid gemaakt in kansrijk op stadsdeelniveau, kansrijk op buurtniveau, en kansrijk op de lange termijn. De uitgebreide inleiding in dit bijbeltje is een vervolg op de inhoud van het boekje Postzegelparken. In beide uitgaven wordt ingegaan op inrichtingsaspecten en mogelijke typologieën. Na deze twee publicaties zijn enkele proefprojekten gestart in een aantal stadsdelen: in de Binnenstad (fontein t.o. hotel Americain; medefinanciering want hoofdsponsor was particulier Hans Snoek), in het oostelijk Havengebied (Dijkstraplein-vlonderbank), in het Westerpark (van Boetzelaerplein, speelplaats) en in Geuzenveld-Slotermeer (kop van de Lodewijk van Deysselstraat / parkpleintje; bestekgereed maar vervallen). Deze projekten zijn afgerond maar het projekt in de Westelijke Tuinsteden (Geuzenveld) is op de valreep door de benen gezakt en zelfs een potentiële bouwlokatie geworden. Of de stadsdelen de ingeslagen weg zullen vervolgen is niet helemaal duidelijk. De stimulans voor deze proefprojecten is van de centrale stad uitgegaan d.m.v. een financiering van de uitvoering en van enkele jaren beheer. Maar de eerste stappen zijn gezet om een netwerk van verblijfsgebiedjes aan te leggen. TU Delft De TU Delft heeft in een onlangs gehouden workshop eveneens aandacht aan dit onderwerp besteed. Daarbij werden een vijftal lokaties in Amsterdam door studenten uitgewerkt die vervolgens aan de dienst RO in Amsterdam werden gepresenteerd. In het artikel Tussenruimtes in het blad Atlantis (nr.3 juni 2006) wordt door de medewerkers van de sectie Landschapsarchitektuur S. de Wit en I.Bobbink nader ingegaan op het onderwerp in de tijd in de stedenbouwkundige context. In het artikel wordt verslag gedaan van de workshop resultaten en aan de hand daarvan een eerste aanzet voor een andere typologie gegeven. Deze wordt gebaseerd op de relatie die de bezoeker met de ruimte aangaat. Aan de hand van vier typologieën die worden aangeduid met de theater-termen podium, tribune, foyer en totaaltheater wordt gezocht naar bijbehorende ontwerpprincipes. Beheer Alleen met regelmatig onderhoud en duidelijke beheersafspraken kunnen postzegels een succes worden, net als bij overige openbare ruimten. Hoe mooi een plek ook is, hij wordt niet bezocht als er geen onderhoud wordt gepleegd. Slechts bij heel intensief gebruik zou dit dagelijks moeten gebeu-

ren. Op termijn zou er dan ook in grote steden aan een soort Cemsto kunnen worden gedacht. Net als nu het beheer en onderhoud van tramhaltes wel wordt uitbesteed. Maar zover zijn we nog niet. En afspraken met buurtbewoners gaan altijd maar een tijdje goed tot dat mensen verhuizen of andere dingen aan hun hoofd hebben. Dit wil niet zeggen dat je de buurt niet intensief bij de realisatie moet betrekken. Integendeel. Maar dat mechanisme is bekend. Veel pleit ervoor om naast de gemeentelijke zorg, de corporaties en kantoren c.q. bedrijven zelf hun eigen openbare en semi-openbare buitenruimtes te laten onderhouden. Zit er een uitgiftepunt op de locatie dan zou contractueel vast kunnen worden gelegd dat de uitbater van de plek ook het beheer zelf regelt. Pleidooi In dit essay wordt gepleit voor de aanleg van talloze, aantrekkelijke kleine stedelijke ruimten. Ruimten die zowel in de buitenlucht als inpandig kunnen liggen, zoals een wintertuin of een overdekte vrijmarkt. Met dit soort aantrekkelijke postzegels kan het verblijfsklimaat in de zich alsmaar verdichtende steden aanzienlijk worden verbeterd. Nu blijft het veelal bij incidenten, van een beleid waarop men zich jaren lang richt, is nog geen sprake. De nieuwe gemeentebesturen maar ook woningbouwverenigingen, die zich steeds meer gaan richten op de inrichting van de buitenruimte, en niet in de laatste plaats kantoren en bedrijven, zouden meer initiatieven op dit terrein kunnen ontplooien. Er zou een cultuur moeten ontstaan die de aanleg van dit soort plekken als vanzelfsprekend beschouwd. Een heel netwerk tegen relatief geringe kosten ligt binnen handbereik. Laat dit soort plekken kenmerkend worden voor de kwaliteit van onze steden. Over de auteur Miek Witsenburg is stedelijk landschapsarchitect en heeft een eigen bureau Amsterdam. Ze deed veel onderzoek naar kleine openbare ruimtes in het stedelijk gebied. Meer info: www.burowitsenburg.nl