Notitie ten behoeve van behandeling Gemeentelijk Milieubeleidsplan Woudrichem en het bijbehorende jaarprogramma. Inleiding In september is opdracht verleend voor het opstellen van een gemeentelijk milieubeleidsplan en een bijbehorend jaarprogramma. Dit plan en het jaarprogramma treft u hierbij aan. De belangrijkste aspecten van dit plan worden hierna kort toegelicht. Opbouw Het Milieubeleidsplan is opgebouwd conform de systematiek zoals vastgelegd in het Kaderplan Gemeentelijk Milieubeleid van de VNG. Aanvullend is een apart hoofdstuk opgenomen met betrekking tot externe veiligheid. In dit kaderplan staan ook kengetallen en factoren om te komen tot een berekening van de noodzakelijke formatie. Hoofdlijnen beleid Uitgangspunt is dat Woudrichem op de eerste plaats de wettelijk voorgeschreven taken wenst uit te voeren op een adequaat niveau. Het merendeel van de beschikbare formatie is daarvoor noodzakelijk. Het betreft hier immers een omvangrijke taak, met name op het gebied van vergunningverlening, handhaving en afvalinzameling. Daarnaast is er een aantal punten waaraan extra aandacht wordt besteed zoals veiligheid, klimaatbeleid (beide een aparte paragraaf) en duurzaamheid (aspecten verwerkt in diverse hoofdstukken). Het nieuwe elan: doen, daadkracht en dienen komt ook terug in dit plan. Concreet met actiepunten, taken en afspraken over monitoring en evaluatie. Beleid en beleidsuitvoering In dit plan wordt beleid ook direct gekoppeld aan beleidsuitvoering. Dit betekent dat steeds direct wordt aangegeven welke acties worden uitgevoerd om de beleidsdoelstelling te halen. Het is immers niet het beleid zelf dat bepalend is voor het halen van doelstellingen, maar de uitvoering daarvan. Beleidsdoelstellingen zijn daarom kort en algemeen verwoord. De nadruk ligt in dit document bij de uit te voeren acties. Deze uit te voeren acties worden in het jaarprogramma direct gekoppeld aan benodigde formatie en beschikbare middelen. Door de opbouw geeft het milieubeleidsplan tevens inzicht in alle uit te voeren taken van de werkeenheid milieu, zodat eenvoudig een koppeling is gemaakt tussen formatie en middelen. Beschikbare formatie Bij de start van het project is door burgemeester en wethouders meegedeeld dat in beginsel geen extra formatie beschikbaar kan worden gesteld voor de werkeenheid Milieu. Wel was al een beslissing genomen dat een deel van de uitvoerende werkzaamheden op het gebied van handhaving en vergunningverlening structureel kan worden uitbesteed. Deze informatie is niet bepalend geweest voor de keuzes die in het plan zijn gemaakt. Uitgangspunt daarbij is het ambitieniveau van de gemeente en het uitgangspunt dat de wettelijke taken op een adequaat niveau moeten worden uitgevoerd. Het ontbreken van mogelijkheden om in formatie uit te breiden is wel meegenomen bij het bepalen van de mogelijkheden om een tekort op te heffen. Eerst is in overleg met de werkeenheid en andere afdelingen het plan opgesteld. Vervolgens is een inventarisatie gemaakt welke formatie noodzakelijk is voor de uitvoering van het plan. Op basis van de beschikbare informatie wordt verwacht dat een aantal maatregelen moet worden getroffen om voldoende formatie en middelen beschikbaar te hebben om een adequate uitvoering van het plan te waarborgen. Verwacht wordt dat een nieuwe administratieve kracht bij de afdeling Ruimte kan worden ingezet voor de afhandeling van een gedeelte van vragen en klachten op het gebied van afvalinzameling. Er is op dit moment een vacature voor de functie van technisch milieumedewerker. Bij de invulling van die vacature zal worden bezien in hoeverre het nodig is incidenteel meer werkzaamheden uit te
besteden om de geplande activiteiten te kunnen uitvoeren. Hierbij kan worden gedacht aan uitbesteden van hercontroles of vergunningprocedures. Extra structurele formatie wordt op basis van dit plan vooralsnog niet noodzakelijk geacht omdat op termijn een afname van de hoeveelheid werk voor de werkeenheid Milieu wordt verwacht.. De te treffen maatregelen moeten toereikend zijn om een adequaat niveau van uitvoering van het milieubeleidsplan te garanderen. Aandachtspunten Omdat beleid direct is vertaald in actiepunten en concrete afspraken is het wenselijk een aantal bestuurlijk relevante aandachtspunten te vermelden. Anticiperen op toekomstige regelgeving Op korte termijn treedt het zogenaamde Activiteitenbesluit (2008) in werking. Op grond van deze AMvB is een aantal bedrijven niet langer vergunningplichtig. Voorgesteld wordt om waar mogelijk te anticiperen op de inwerkingtreding van het activiteitenbesluit. Dit betekent dat in situaties waarbij een bedrijf in verband met wijzigingen van de bedrijfsvoering een nieuwe milieuvergunning moet aanvragen, de inwerkingtreding van het Besluit wordt afgewacht. Randvoorwaarde is wel dat het milieubelang niet in gevaar komt (geen overtredingen die men weigert te herstellen) en dat het bedrijf niet wordt belemmerd in haar ontwikkeling (b.v. omdat men wil gaan bouwen en de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit niet wenst af te wachten). Dit is een vorm van gedogen. Daarom is het van belang dat het college van B&W expliciet met dit voorstel instemt. Planontwikkeling Op het gebied van vergunningen wordt binnenkort de integratie van de verschillende beleidsvelden geregeld in de omgevingsvergunning. Het is echter ook belangrijk om integratie al bij de planontwikkeling te regelen en altijd de werkeenheid Milieu te vragen om na te gaan of problemen zijn te verwachten op het gebied van geluid, bodemkwaliteit, veiligheid, geur, luchtkwaliteit, etc. Bij ieder plan dient daarom in de beginfase een inventarisatie te worden uitgevoerd van de milieurisico s. Dit dient procedureel te worden geborgd. Belangrijk voordeel is dat daarbij ook aandacht kan worden besteed aan andere uitgangspunten van dit milieubeleidsplan, b.v. duurzaamheid. Overigens kan dit worden meegenomen bij het voorgenomen overleg tussen de afdelingen in verband met de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning. Externe veiligheid Aan externe veiligheid zijn slechts enkele pagina s besteed. Dit lijkt een mager resultaat, gelet op het gegeven dat hiervoor subsidie is verleend. De subsidie is echter verleend voor het opstellen van een beleid met betrekking tot externe veiligheid. Om dit te kunnen doen moet er een aantal stappen plaatsvinden zoals: - Een terreinverkenning om inzicht te krijgen in de externe veiligheidssituatie rondom inrichtingen. - Deze situatie in een kaart verwerken. - Bespreken van de kaart met verschillende disciplines - Burgerenquête naar de beleving van het veiligheidsniveau. - Krachtenveldanalyse waarbij de verschillende partijen in beeld zijn gebracht. Al deze stappen, met uitzondering van de burgerenquête zijn reeds uitgevoerd door de gemeente Woudrichem, onder andere in verband met het aanleveren van informatie voor de provinciale risicokaart. Het advies voor het uitvoeren van een burgerenquête naar de beleving van het veiligheidsniveau is niet overgenomen. De resultaten van deze stappen zijn beschreven in het milieubeleidsplan. 2
Met betrekking tot de beschrijving van inhoudelijke keuzes, organisatorische maatregelen, integratie van beleid en toekomstvisie is wat betreft vorm van het hoofdstuk externe veiligheid aangesloten bij de vorm van de overige hoofdstukken. Dit betekent dat de beleidsuitgangspunten op hoofdlijnen zijn weergegeven en aandacht wordt besteed aan de acties die nodig zijn om het beleid uit te voeren. Alle elementen uit de handreiking van de SRE zijn op die manier in het beleidsplan verwerkt. Duurzaamheid De acties met betrekking tot het begrip duurzaamheid zijn verdeeld over de diverse hoofdstukken van het milieubeleidsplan. Hieronder een kort overzicht. 2.2.11 Verruimde reikwijdte Wet milieubeheer 5.2.1 Beperken energieverbruik bij bouw en verbouw gemeentelijke gebouwen 5.2.1 Ecologisch bermbeheer 5.2.1 Uitvoeren quick scans bij bestaande gemeentelijke gebouwen 5.2.1. Aanschaf milieuvriendelijke auto s 6.1 Gifvrij beheer van verhardingen en groen (mede in verband met afkoppelplannen) 6.2.7 Retentie van regenwater 7.2.5 Afvalpreventie bij bedrijven. 9.2.1 Beperken milieubelasting bij bouwen 9.2.2 Beperken van milieubelasting als gevolg van wonen (EPC-norm en pilot-project) 10.2.1 Stimuleren openbaar vervoer en gebruik van fiets 11 Alle maatregelen in het hoofdstuk Energie en klimaat 12 Voorlichting over duurzaamheid aan burger en bedrijven. Ook hier wordt het streven naar duurzaamheid vertaald in een aantal concrete en te monitoren acties. Buitengewoon opsporingsambtenaar Het voornemen bestaat om een buitengewoon opsporingsambtenaar BOA aan te stellen voor het parkeerbeleid, handhaving van regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening (hondenuitlaatbeleid) en in voorkomende gevallen met controle op de naleving van de Afvalstoffenverordening. Gemeente als bedrijf Hier is niet gekozen voor het opstellen van een gemeentelijk milieuzorgsysteem maar voor het uitvoeren van een aantal acties die met name gericht zijn op duurzaamheid. Het gaat daarbij om de belangrijkste zaken die op basis van een gemeentelijk milieuzorgsysteem moeten worden uitgevoerd en aanleiding kunnen geven tot maatregelen voor het beperken van milieugevolgen bij gemeentelijke activiteiten. Instemmen met het plan betekent dat de gemeente bij gemeentelijke gebouwen energiescans gaat uitvoeren en vervolgens economisch rendabele energiebesparende maatregelen gaat doorvoeren (terugverdientijd maximaal 3 tot 5 jaar). Budgetten voor deze maatregelen zijn niet in dit plan opgenomen, maar zullen in de Kadernota 2008 worden opgenomen. Wet geurhinder en veehouderij De mogelijkheid is aangegeven dat de gemeente een aanhoudingsbesluit neemt als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij. Dit betekent dat de gemeente vervolgens een quick-scan dient uit te voeren om na te gaan of het wenselijk is gebieden aan te wijzen waar het zinvol is om een hogere of lagere geurbelasting toe te staan (gebiedsgericht geurbeleid). Naar aanleiding van de resultaten van de quickscan dient door het college een besluit te worden genomen of gebiedsgericht geurbeleid wordt opgesteld en wordt vastgelegd in een verordening of dat van deze mogelijkheid wordt afgezien. Bij zowel het opstellen van de quick-scan als de onderbouwing van een eventueel op te stellen gemeentelijke verordening is ondersteuning nodig van een extern bureau. Hiervoor dient nog budget beschikbaar te worden gesteld. (indicatie kosten quick-scan tussen 6.000,-- en 9.000,--). Als tot het uitvoeren van een quick-scan wordt besloten zal hiervoor een bedrag in de Kadernota 2008 worden opgenomen. 3
Geluidsbeleid Iedere gemeente heeft de mogelijkheid om gebiedsgericht geluidsbeleid op te stellen. Om dit te kunnen onderbouwen is het noodzakelijke een geluidskaart op te stellen van de gemeente. Op basis van deze kaart is het vervolgens mogelijk om in een gemeentelijke verordening gebieden aan te wijzen waar een hogere of lagere geluidsnorm, gaat gelden. Daarnaast kan de kaart indicatief worden gebruikt bij vergunningverlening of toetsing bij nieuwbouwprojecten. Indicatief omdat steeds gecontroleerd moet worden of de bepaalde situatie nog representatief is. Bij eventuele wijzigingen, zoals een toename van het aantal verkeersbewegingen dienen de nieuwe resultaten in het model te worden verwerkt en in sommige gevallen dienen nieuwe referentiemetingen te worden uitgevoerd. De kosten voor het opstellen van een dergelijke kaart voor een gemeente met de omvang van Woudrichem bedragen circa 30.000,--. Op dit moment zijn er geen belangrijke redenen om gebieden aan te wijzen waar een hogere of lagere norm moet gaan gelden. Er is ook geen wettelijke plicht voor het opstellen van een dergelijke kaart. Het indicatieve karakter van de kaart bij vergunningverlening en toetsing bij nieuwbouwprojecten heeft slechts een beperkte toegevoegde waarde. Daarom is afgezien van het opstellen van een gemeentelijke geluidskaart. Ontwikkelingen op de langere termijn In hoofdstuk 1 wordt aandacht besteed aan toekomstige ontwikkelingen. De belangrijkste daarbij zijn de mogelijke effecten van de klimaatverandering. Vooralsnog wordt verwacht dat die effecten voor de gemeente Woudrichem in de planperiode beperkt zijn. Niettemin wil Woudrichem voor zover dat binnen haar vermogen ligt een bijdrage leveren in het streven naar het voorkomen van klimaatverandering. Op langere termijn kunnen de gevolgen van het stijgen van de zeespiegel en veranderingen in het neerslagpatroon in Europa wel degelijk significante gevolgen hebben voor Woudrichem. Met name ligt hier een taak bij de Rijksoverheid. De uiteindelijke keuzes van de Rijksoverheid zijn bepalend voor de consequenties voor de gemeente Woudrichem (overigens zijn er ook scenario s denkbaar waarbij de consequenties voor Woudrichem beperkt zijn, zoals maatregelen treffen dat het merendeel van het water wordt afgevoerd via de IJssel en het IJsselmeer). Voorgesteld wordt om in deze planperiode te volstaan met het opstellen en de uitvoering van het Waterplan en het monitoren van de wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Een andere belangrijke toekomstige ontwikkeling is de mogelijk verdergaande samenwerking met de gemeenten Aalburg en Werkendam. Bepaling formatie in het jaarprogramma In het jaarprogramma worden de diverse acties/taken uit het milieubeleidsplan gekoppeld aan formatie voor de werkeenheid Milieu. Taken die moeten worden uitgevoerd door andere afdelingen/werkeenheden zijn niet in dit overzicht meegenomen. 4
De formatieberekening is gebaseerd op aannames uit het Kaderplan Gemeentelijk Milieubeleid van de VNG. In dit kaderplan zijn kengetallen opgenomen voor de tijdbesteding voor wettelijke taken, zoals vergunningverlening en handhaving. Tevens zijn daarin factoren vastgelegd waarmee deze tijdbesteding moet worden vermenigvuldigd om te komen tot de noodzakelijke formatie. Deze extra tijd is dan met name bedoeld voor aansturing, planning, beleidsontwikkeling, volgen nieuwe ontwikkelingen, etc. Immers vanuit een bestuurlijke verantwoordelijkheid dient de gemeente te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen en nieuwe werkzaamheden op te pakken. Als voorbeeld wordt verwezen naar externe veiligheid, de Wet geurhinder en veehouderij en de professionalisering van de handhaving die de afgelopen jaren extra inzet en/of middelen hebben gekost. De gehanteerde factoren zijn bedoeld om formatie beschikbaar te houden om te kunnen anticiperen op dergelijke nieuwe ontwikkelingen. mei 2007 5