Zaaknummer: S18-08 Datum uitspraak: 14 juli 2010 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: Bindend Advies de heer J.G.J.J. Stroomer en mevrouw G.M. Reyn te Enkhuizen verder te noemen: Stroomer, tegen: Gemeente Enkhuizen te Enkhuizen verder te noemen Gemeente Enkhuizen, vertegenwoordigd door F.J. Petersen en de heer mr. M. Schaper. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" editie november 2009 te laten beslechten. De vordering van Stroomer is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 25 mei 2011, welke is gehouden te Enkhuizen.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze procedure bedoelde boom en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij was tevens aanwezig de heer Cor van Gelderen als deskundige. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. Stroomer is eigenaar van het woonhuis met achtertuin, staande en gelegen te Enkhuizen aan de Bagijnestraat 6. Gemeente Enkhuizen is eigenaar van het gemeentelijk administratiekantoor met achtertuin, staande en gelegen te Enkhuizen aan de Westerstraat 111. 2. De achtertuin van Stroomer grenst aan de achtertuin van het gemeentelijk administratiekantoor. In laatstgenoemde achtertuin staat een zogenaamde gewone esdoorn op een afstand van ongeveer 0,5 meter, in elk geval minder dan 2 meter, van de erfgrens. Deze esdoorn is naar schatting tussen de 80 en 100 jaar oud en is ongeveer 25 tot 30 meter hoog. 3. Takken van deze esdoorn steken ongeveer 10 meter boven de achtertuin van Stroomer uit, waardoor gedurende de ochtend zonlicht wordt ontnomen aan een deel van die (diepe) achtertuin. De rest van de dag is deze achtertuin echter (nagenoeg) volledig bezond. Daarnaast wordt hinder ondervonden van bladval, zaad en luizenafval, dat vanaf die Esdoorn in de achtertuin van Stroomer terecht komt. 4. In 2002 heeft Stroomer voor het eerst geklaagd over de door hem ondervonden overlast van de esdoorn. Daarna heeft Gemeente Enkhuizen enige keren snoeiwerkzaamheden aan de boom laten verrichten.
5. Binnen de gemeente Enkhuizen geldt geen van artikel 5.42 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek afwijkende minimum afstand. De in deze procedure bedoelde boom zal niet zonder omgevingsvergunning mogen worden gekapt. Het voornemen bestaat om deze esdoorn op te nemen in de gemeentelijke monumentale bomenlijst, waardoor deze extra bescherming zal genieten. De vordering van Stroomer. Stroomer vordert kort gezegd primair, dat Gemeente Enkhuizen wordt verplicht om de in deze procedure bedoelde boom te verwijderen en subsidiair, dat Gemeente Enkhuizen wordt verplicht de overhangende takken te verwijderen en een onderhoudsplan voor de toekomst op te stellen. Standpunten van partijen. Het standpunt van Stroomer komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Stroomer stelt onevenredige overlast te ondervinden van de boom, die in een park thuishoort en niet in een tuin. Stroomer klaagt over het ontnemen van zonlicht door takken die meer dan 10 meter boven zijn tuin hangen. Verder klaagt Stroomer over van de boom afkomstig blad- en zaadafval en over zogenaamd luizenpis, afgescheiden door op die boom levende luizen. Het liefst wil Stroomer daarom dat die boom wordt weggehaald, maar als dat niet haalbaar blijkt, dient de boom nu en in de toekomst in elk geval behoorlijk te worden teruggesnoeid, waarvoor een onderhoudsplan aangewezen lijkt. Het is volgens Stroomer heel goed mogelijk om de boom veel verdergaand te snoeien, dan tot nu toe het geval is geweest. Het standpunt van Gemeente Enkhuizen komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Gemeente Enkhuizen erkent dat de in deze procedure bedoelde esdoorn te kort op de erfgrens staat, maar gelet op de respectabele leeftijd van deze boom is het recht, om wegens die te korte afstand verwijdering daarvan te vorderen, al lang verjaard. Gemeente Enkhuizen erkent eveneens dat Stroomer in beginsel recht
heeft het wegnemen van over de erfgrens uitstekende takken. Daarom heeft Gemeente Enkhuizen in het verleden ook laten snoeien. Dit snoeirecht vindt echter zijn grens, waar de gezondheid van deze monumentale boom in het geding is. Meer en/of verder snoeien dan al gebeurd is, brengt het voortbestaan van de boom in gevaar en zal deze in elk geval verminken. De door Stroomer aangevoerde hinder is niet van dien aard en strekking, dat dit het weghalen of in gevaar brengen van het welzijn van de boom zou rechtvaardigen. Verslag van de deskundige. De deskundige heeft, voor zover thans van belang, kort samengevat het volgende opgemerkt. Het betreft op zichzelf geen zeldzame boom, nu deze esdoorn inheems is. In bossen is hij een normale verschijning. In de binnensteden is hij echter een zeldzame verschijning. De in deze procedure bedoelde, inmiddels monumentale esdoorn heeft een respectabele leeftijd bereikt en ziet er gezond en vitaal uit. Hij kan gemakkelijk 150 jaar oud worden. Terugsnoeien van de boom is eigenlijk geen optie. Het weghalen van alleen de overhangende takken is schadelijk voor de vitaliteit en stabiliteit van de boom. Als er gesnoeid wordt, dan moet dat aan beide kanten. Ook daarvan is echter weinig heil te verwachten, omdat de boom dan weer versneld nieuwe takken gaat aanmaken. Dit nog daargelaten, dat het eindresultaat er gewoon niet uitziet. Ernstig terugsnoeien komt neer op verminking van een gezonde boom. Beoordeling van het geschil. Verwijdering van de boom? De in deze procedure bedoelde boom staat inderdaad te dicht op de erfgrens, in elk geval binnen de ter plaatse, volgens het bepaalde in artikel 5.42 van het Burgerlijk Wetboek geldende, minimum afstand van 2 meter. Binnen de gemeente Enkhuizen geldt geen afwijkende minimum afstand. Het recht om verwijdering van die boom te vorderen is gelet op de leeftijd van de boom echter al lang verjaard. Daarvoor gold een verjaringstermijn van 20 jaren, die in beginsel aanving op de dag na de aanplant (vgl. art. 3.306 jo. 314 lid 1 van
het Burgerlijk Wetboek). Zo bezien kan de gevorderde verwijdering van die boom dus niet op grond van het bepaalde in artikel 5.42 van het Burgerlijk Wetboek worden toegewezen. Maar daarmee is het pleit op dit punt nog niet beslecht. Onderzocht moet immers worden, of het hebben van die boom op die plek, alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, jegens Stroomer onrechtmatige hinder oplevert, in de zin van artikel 5.37 van het Burgerlijk Wetboek. Daarover wordt het volgende opgemerkt. Aan Stroomer moet onmiddellijk worden toegegeven dat deze boom inderdaad hinder oplevert. Zo ondervindt Stroomer gedurende de ochtend schaduwwerking in een deel van zijn achtertuin. Verder komt natuurlijk het nodige boomafval in zijn achtertuin terecht, waaronder die van op de esdoorn levende luizen. Dat is in dit geval echter onvoldoende om te mogen concluderen, dat Gemeente Enkhuizen in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid handelt, door deze oude, gezonde, monumentale boom daar te laten staan. Een groot deel van de dag ontvangt Stroomer immers wel degelijk zonlicht in zijn tuin, zodat niet gezegd kan worden dat de boom hem (vrijwel) alle zonlicht ontneemt. Het boomafval is ook niet meer of ernstiger van aard dan wat buren normaal gesproken van elkaar hebben te verdragen. Snoeien? Aan Stroomer moet verder worden toegegeven, dat Gemeente Enkhuizen in beginsel verplicht is om desgevraagd overhangende takken te verwijderen. Artikel 5.44 van het Burgerlijk Wetboek geeft hem onder bepaalde voorwaarden zelfs de bevoegdheid om dat zelf te doen. Aan Gemeente Enkhuizen op haar beurt moet echter worden toegegeven, dat dit recht niet onbegrensd is. Waar snoeien leidt tot ernstige verminking van de boom in kwestie, of tot ernstige gezondheidsschade, kan dat onder omstandigheden worden aangemerkt als misbruik van bevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 3.13 van het Burgerlijk Wetboek. Naar het oordeel van de rijdende rechter doet dat laatste zich hier inderdaad voor. Vooropgesteld moet worden, dat een flinke terugsnoei slechts tot geringe vermindering van de ondervonden hinder kan leiden. Dat resultaat zal bovendien slechts van zeer beperkte duur zijn, omdat de boom direct daarop extra groei zal gaan vertonen. Bovendien moet worden gevreesd dat een dergelijke forse snoei
de gezondheid van deze bijzondere boom zal schaden, terwijl zij bovendien zal leiden tot een esthetisch onaanvaardbaar eindresultaat (verminking). De door Stroomer te verwachten verbetering valt bij dat alles in het niet. Samengevat moet de vordering van Stroomer worden afgewezen. Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist. B E S L I S S I N G De vordering wordt afgewezen. Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en uitgesproken te Zaandam op 14 juli 2011 Bindend Adviseur Secretaris Mr F.A. Visser Mr C.M. Sharif.