m: y = 0, 5x + 21 snijden met de x -as ( y = 0) 0 = 0, 5x , 5x = 21 x = 42. Snijpunt met x -as: (42, 0).

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 1: Formules en grafieken. 1.1 Lineaire verbanden

x 0 2 y -1 0 x 0 1 y 2-1 y 3 4 y 0 2 G&R vwo A/C deel 1 2 Functies en grafieken C. von Schwartzenberg 1/15 1a 1b

x 3x x 7x x 2x x 5x x 4x G&R havo B deel 1 3 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/12 TOETS VOORKENNIS

Hoofdstuk 1 boek 1 Formules en grafieken havo b klas 4

x 2x x 4x x 1x x 8x x x 12 = 0 G&R vwo B deel 1 1 Vergelijkingen en ongelijkheden C. von Schwartzenberg 1/25

2.1 Lineaire formules [1]

C. von Schwartzenberg 1/20. Toets voorkennis EXTRA: 3 Differentiëren op bladzijde 156 aan het einde van deze uitwerking.

80 is het vaste bedrag. (moet je betalen onafhankelijk van het aantal km)

sin( α + π) = sin( α) O (sin( x ) cos( x )) = sin ( x ) 2sin( x )cos( x ) + cos ( x ) = sin ( x ) + cos ( x ) 2sin( x )cos( x ) = 1 2sin( x )cos( x )

n: x y = 0 x 0 2 x 0 1 x 0 1 x 0 4 y -6 0 y 1 0 y 0 1 y 2 0 p =. C. von Schwartzenberg 1/10

Opgave 1: 2 is de richtingscoëfficiënt, d.w.z. 1 naar rechts en 2 omhoog. 3 is het snijpunt met de y-as, dus ( 0,3)

C. von Schwartzenberg 1/18

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Samenvatting Wiskunde Hoofdstuk 1 & 2 wisb

= cos245 en y P = sin245.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

x y C. von Schwartzenberg 1/22 = + = Zie de lijnen in de figuur hiernaast. Zie de grafiek van k in de figuur rechts hiernaast. 2b

Bij een tonnage van ton (over mijl) kost het 0,75 $/ton totale kosten ,75 = ($).

: de diepte wordt 10 m/min minder, dus hij stijgt 10 m/min 46: op t 0 is de diepte 46 m, dus het wrak ligt op 46 m diepte

Het berekenen van coördinaten van bijzondere punten van een grafiek gaat met opties uit het CALC-menu.

Paragraaf 1.1 : Lineaire verbanden

Antwoorden Wiskunde B Hoofdstuk 1 boek 2

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

Opgave 1: a. als je vanuit punt A 1 naar rechts gaat, moet je 6 omhoog om weer op de raaklijn te 5 0 2,5

2.1 Lineaire functies [1]

Uitwerkingen Functies en grafieken

Antwoordmodel oefentoets - Formules en grafieken

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014

Functiewaarden en toppen

( ) 1. G&R vwo A deel 4 16 Toepassingen van de differentiaalrekening C. von Schwartzenberg 1/13 = =

Paragraaf 6.1 : Kwadratische formules

7.1 Ongelijkheden [1]

Formules, grafieken en tabellen

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

Paragraaf 1.1 : Lineaire functies en Modulus

7,7. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei keer beoordeeld. Wiskunde C theorie CE.

Hoofdstuk 1 : De Tabel

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken

Omgaan met formules. Formules invoeren. Grafieken plotten. w INDUW. Het standaardscherm. Vscl=I. Xscl=l Vnax=10 MEMORV. 2=Zooh In 3= ZOOM Out

Lineaire modellen Hfdst 3, havo 4.

wiskunde B havo 2019-I

13,5% 13,5% De normaalkromme heeft dezelfde vorm als A (even breed en even hoog), maar ligt meer naar links.

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

y = 25 x y = 25 x y = 25 x 2 is het functievoorschrift dat bij de bovenste

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Verbanden en functies

Formules grafieken en tabellen

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Hoofdstuk 12A - Grafieken en vergelijkingen

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus. Rekenregels voor vereenvoudigen ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I

7,5. Samenvatting door een scholier 1439 woorden 13 mei keer beoordeeld. Inhoudsopgave

1d) P U P u P U U 24000

Paragraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken

OEFENPROEFWERK HAVO A HOOFDSTUK5

Antwoorden Veranderingen van functies vwo5a

Bij alle verbanden geldt dat je, als je een negatief getal in een formule invult, je altijd haakjes om dat getal moet zetten.

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

Formules en grafieken Hst. 15

Examen HAVO. wiskunde B1

Uitwerkingen goniometrische functies Hst. 11 deel B3

Hoofdstuk 2 Functies en de GRM. Kern 1 Functies met de GRM. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk 2, Functies en de GRM 1. 1 a. b Na ongeveer 6 dagen.

Noordhoff Uitgevers bv

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms

Paragraaf 2.1 Toenamediagram

34% 34% 2,5% 2,5% ,5% 13,5%

4a Sterke positieve correlatie. 4b Zwakke positieve correlatie. 4c Sterke negatieve correlatie.

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

1,12 = 1,06. De quotiënten zijn niet bij benadering gelijk, dus geen exponentiële groei. 1,28 1,20

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

Om het startgetal te vinden vul je een punt van de lijn in, bijvoorbeeld (2, 8). Dan: 8= dus startgetal 12.

G&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Programma. Opening Een laatste opmerking over hfst 1 vragen over hfst 1?

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

de Wageningse Methode Beknopte gebruiksaanwijzing TI84 1

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Veranderingen Antwoorden

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Noordhoff Uitgevers bv

December 03, hfst4v2.notebook. Programma. opening paragraaf 1, 2 en 3 van hfst 4 vragen over hfst 3. pw hfst 3: 12 november 5e uur

x a. y b. y c. y

Uitwerking voorbeeld 2

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Tabellen en grafieken, Hfdst. 2, havo4a

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Noordhoff Uitgevers bv

6.0 Voorkennis [1] Algemeen: u n = u n-1 + u n-2 met u 0 = 1 en u 1 = 1. Bereken de 12 de term van deze rij

Transcriptie:

C. von Schwartzenberg 1/1 1a In 1 minuut zakt het watereil 1 0 = cm (in 10 minuten zakt het water 0 cm). 10 Na 1 minuut is de waterhoogte 0 = 6 cm en na minuen is de waterhoogte 0 = cm. 1b II h = 0 t, want na t minuten is de waterhoogte 0 t cm. a k: y = x + (maak een tabel of) de grafiek van k snijdt de y -as in (0, ) rck = 1 naar rechts en omlaag. m: y = 0,5x 1 (maak een tabel of) de grafiek van m snijdt de y -as in (0, 1) rcm = 0,5 1 naar rechts en 1 omhoog. : y = x (maak een tabel of) de grafiek van snijdt de y -as in (0, 0) rck = 1 naar rechts en omhoog. b rck =, rcm = 0, 5 en rck =. k m q ab Zie de grafieken van : y = 1 x +, q: y = 1 x en r: y = 1 x hiernaast. r a h = 10 + 0 = 10 + 60 = 70 (cm). b Zie de grafiek van h hiernaast. c h( t ) = t + 10 of h( t ) = 10 + t. d De helling = rch =. Elke minuut neemt de hoogte cm toe. e 85 = t + 10 75 = t t = 5 (min). 5a Teken zelf de lijn door (0, ) met helling = rc = (doe dit ook!!!). 5b Het snijunt met de y -as is (0, 0) b = 0. 5c y = x + b door (1, 5) 5 = 1 + b 5 = + b b =. 5d y = x + b door (8, 0) 0 = 8 + b 0 = 16 + b b = 16. 6a y = ax 6 door (, 0) 0 = a 6 6 = a a =. 6b y = ax 6 evenwijdig met y = x + 1 (dus dezelfde helling = rc) a =. 6c y = ax 6 door (0, 0) 0 = a 0 6 0 = 0 6 0 = 6. Dit kan niet. Neem GR - racticum 1 door. (uitwerkingen aan het eind) 7 y = ax + b met helling = rc = a = ( naar rechts dan omlaag) = 1 door (0, ). Dus y = 1 x +. N = at + b met helling = rc = a = 10 ( naar rechts dan 10 omhoog) = 1 door (0, 10). Dus N = 1t + 10. K = ar + b met helling = rc = a = 100 (000 naar rechts dan 100 omhoog) = 1 door (0, 100). Dus K = 1 r + 100. 000 0 0 8 k: y = ax + b met helling = rc = a = k: y = x + b. k: y = x + b door A( 5, 1) 1 = 5 + b 1 = 0 + b b = 1. Dus k: y = x + 1. 9a m: y = ax + b met helling = rcm = a = 0, 5 m: y = 0, 5 x + b. m: y = 0, 5 x + b door B( 18, 0) 0 = 0, 5 18 + b 0 = 9 + b b = 1. Dus m: y = 0, 5x + 1. 9b m: y = 0, 5x + 1 snijdt de y -as ( x = 0) in (0, b) = (0, 1). m: y = 0, 5x + 1 snijden met de x -as ( y = 0) 0 = 0, 5x + 1 0, 5x = 1 x =. Snijunt met x -as: (, 0). 10 k: y = ax + b met helling = rc = rcl = a =. Dus k: y = x + b door Q(18, 10) 10 = 18 + b 10 = 6 + b b = 6. 11a k en l evenwijdig a = rc rc 1 l = k =.

C. von Schwartzenberg /1 11b m: y = 1 1 x + b door A(, ) = 1 1 + b = + b b = 6. 11c k: y = 1 x snijden met de x -as ( y = 0) 0 = 1 x 1 x = x =. Snijunt met x -as: (, 0). l : y = ax + 1 door (, 0) 0 = a + 1 a = 1 a = 1. 11d l : y = ax + 1 door B(, ) = a + 1 a = 5 a = 1 1. m: y = 1 1 x + b door B(, ) = 1 1 + b = 6 + b b = 10. 1a rc 10 10 5 I = = 5, rc II = = 5 en rc III = = 5 1. 1b I: y = x + b gaat door (0, 5), dus I: y = x + 5. II: y = x + b door (5, 15) 15 = 5 + b 15 = 10 + b b = 5. Dus II: y = x + 5. III: y = 1 x + b door (10, 5) 5 = 1 10 + b 5 = 10 + b b = 5. Dus III: y = x 5. 1a,6 km/u = 1 m/s. Dus na 10 seconden is de rolband 10 meter verder. De loosnelheid na 10 seconden is 5, km/u = 1,5,6 km/u = 1,5 m/s. Na 10 seconden is zijn snelheid 1 m/s + 1,5 m/s =,5 m/s. Zie de grafiek hiernaast. (na 0 seconden A = 10 1 + 0,5 = 60) 1b De eerste 10 seconden is de formule A = t. Na 10 seconden is de formule A = 10 +,5( t 10) ofwel A =,5t 15. 1c A = 80,5t 15 = 80,5t = 95 t = 95 = 80 = 8. Dus na 8 sec.,5 10 1d Als Bram niet meeloot, doet hij er 80 sec. over hij wint 80 8 = sec. 1e Monique loot 80 meter in 8 seconden. Dit is 80 m/s =, 6 80 km/u 7, 6 km/u. 8 8 1a Ga je naar rechts, dan ga je omhoog, dus ga je 1 naar rechts, dan ga je omhoog. Dus rc l =. 1b yb ya = 1 =. 1c Deel door. Dus rc yb ya 1 1 6 ya yb yb ya xb xa l x x l x x 6 B A A B A (m) t (sec) 15a Babette rijdt km meer dan Arie en moet euro meer betalen. Dus het bedrag er km is euro. Of het bedrag (in /km) rc yb ya 11 7 l = a = x. B x = A = = 15b Voor een rit van km is het totale bedrag 7 euro. (voorrijkosten + = 7 euro) De voorrijkosten zijn 7 = 7 = euro. 15c K = d +. 16a y = ax + b met a = 1 = = 1, 5. 1 1 y = 1, 5 x + b door B(1, ) geeft = 1,5 1 + b = 1,5 + b b =,5. Dus l : y = 1, 5x +, 5. 16b y = ax + b met a = 0 5 = 5 = 1. 5 y = 1 x + b door D(, 0) geeft 0 = 1 + b 0 = + b b =. Dus m: y = x +. 16c y = ax + b met a = = 0 = 0. 7 5 1 y = 0 x + b door E (5, ) geeft = 0 + b b =. Dus n: y =. 16d y = ax + b met a = 5 = 8 =. 5 1 y = x + b door H (5, 5) geeft 5 = 5 + b 5 = 10 + b b = 5. Dus : y = x 5. 17a y = ax + b met a = 60 50 = 110 = 5, 5. 180 160 0 y = 5, 5 x + b door Q(160, 50) geeft 50 = 5, 5 160 + b 50 = 880 + b b = 60. Dus l : y = 5, 5x 60. 17b y = ax + b met a = 58 7 = 15 = 5 15 0 0, 5. y = 0, 5 x + b door R(15, 7) geeft 7 = 0,5 15 + b 7 = 7,5 + b b = 80,5. Dus m: y = 0, 5x + 80, 5. 18 A = as + b meta = A 750 00 50 s = = = 75. 1 15 6 A = 75 s + b door (15, 00) geeft 00 = 75 15 + b 00 = 115 + b b = 85. Dus A = 75s 85. 19 R = at + b met a = R 5 10 5 1. = t 60 5 = 5 = R = t + b door (5, 10) geeft 10 = 5 + b b = 5. Dus R = t 5.

0a G&R havo B deel 1 C. von Schwartzenberg /1 met,5 7,75 5,5 = aq + b a = q = 5 150 = 75 = 0, 0. = 0,0 q + b door (150; 7,75) geeft 7,75 = 0,0 150 + b b = 10,75. Dus = 0, 0q + 10, 75. Hieruit volgt 50 = q 57, 5 ofwel q = 50 + 57, 5. 0b q = 50 = 0, 0 50 + 10, 75 = 5, 75 en =,5 q = 50,5 + 57, 5 = 5. 1a 1b 1599,18 151,66 B = ag + b met a = B 0, 5. = g 8 56 = B = 0, 5 g + b door (56; 151, 66) geeft 151, 66 = 0, 5 56 + b b = 16, 5. Dus B = 0, 5g + 16, 5. Het vastrecht is 16,5 en de rijs er m gas is 0,5. 7, 18, a x = at + b met a = x 11,. = t 17 1 = 5 = 10 = x =, t + b door (1; 18,) geeft 18, =, 1 + b 18, = 6, + b b =,6. Dus x =, t +, 6. b t = 19 x =, 19 +,6 =,8. Dus,8 km van het station in Houten verwijderd.,6 c x = 0 0 =, t +, 6,t =, 6 t = 0, 7 (minuten na 1:00)., Dat is 0 minuten en ongeveer 16 seconden. Afgerond o tientallen seconden is het dan 1:0:0. a b x = 1 y = 0,5 1 1 + = 0,5 + = 1,5 en x = y = 0,5 + = 8 8 + =. Zie de tabel hiernaast. x -1 0 1 5 y 5,5 1,5 1 1,5 5,5 Neem GR - racticum door. (uitwerkingen aan het eind) Voer beide formules in o de GR. Maak tabellen o de GR voor het tekenen van de grafieken (zie hiernaast). g 5 Voer de formules in o de GR. Plot de grafieken o de GR (zie hieronder). Maak er een schets van (zie hiernaast). f g f 6 Maak o de GR de tabel hieronder. O h Neem de tabel van de GR over. Vul hem aan met de eerste en tweede verschillen (zie hiernaast). x 0 1 5 6 7 8 9 10 y 6, -0,8 -, -5, -6,5-7, -7, -6,8-5,7 - eerste verschillen -- -,7 -,1 -,5-1,9-1, -0,7-0,1 0,5 1,1 1,7 tweede verschillen -- -- 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 7a Bij een kwadratisch verband zijn bij gelijke toenamen van x de tweede verschillen gelijk. Dus nemen bij gelijke toenamen van x de eerste verschillen met een vast getal toe. Hieruit volgt dat bij de eerste verschillen een lineair verband hoort. 7bc v (1) = f (1) f (0) = 1 = en v () = f () f (1) = ( ) = + = 1. v () v (1) v ( x ) = ax + b met a = = 1 = =. 1 1 1 v ( x ) = x + b en v (1) = geeft = 1 + b = + b b = 5. Dus v ( x ) = x 5.

C. von Schwartzenberg /1 7d v (1) = g(1) g(0) = 5 = 1 en v () = g() g(1) = 5 =. v () v (1) v ( x ) = ax + b met a = = 1 = =. 1 1 1 v ( x ) = x + b en v (1) = 1 geeft 1 = 1 + b 1 = + b b = 5. Dus v ( x ) = x + 5. 8a 8b Onderstaande tabel maak je snel met TABLE o de GR. (zie hiernaast) x -1 0 1 5 6 y - 6 8 8 6 - Uit de tabel volgt dat de grafiek van f siegelsymmetrisch is in de (verticale) lijn x =,5. Dus xto =, 5 en yto = f (, 5) = 8,5. 8c In de tabel lees je af: f (1) = 6 en f () = 6 de gezochte x -coördinaten zijn x = 1 en x =. De x -coördinaten van de snijunten van de grafiek van f met de lijn y = 6 zijn de olossingen van de vergelijking f ( x ) = 6. Dus x = 1 en x = zijn de olossingen van x + 5x + = 6. Neem GR - racticum door. (uitwerkingen aan het eind) 9a 9b 9c g( x ) = 0 (otie zero of intersect) x 0, 6 x 6, 5. f ( x ) = 5 (intersect) xa 8,87. g( x ) = 5 (intersect) xd 5,5616. AD = xd xa 5, 5616 + 8, 87 1,. Minimum van f is,5 (otie minimum). g( x ) =, 5 (intersect) xe 0, 07 en xf 6, 98. EF = xf xe 6,98 0,07 6,86. 0a Plot de grafiek van f o de GR (zie hieronder) en maak er een schets van (zie hiernaast). 0b De to van f (otie maximum) is (; 9,6) (zie hierboven). 0c f ( x ) = 0 (intersect) x 1, 90 x 7, 90 (zie hierboven). 0d y = c = 6 (intersect of TABLE) x = 0 x = 6 AB = 6 > 5. y = c = 8 (intersect of TABLE) x = 1 x = 5 AB = < 5. y = c = 7 (intersect) x 0, 505 x 5, 595 AB 5,1 > 5. Dus c > 7. De kleinste gehele waarde van c is dus 8. 1a Plot de grafiek van f en g o de GR (zie hieronder) en maak er een schets van (zie hiernaast). g f 1b De to van g (otie minimum) is (, 75; 1, 65) (zie hiernaast). 1c De to van f (otie maximum) is (, 10) (zie hiernaast). (, 10) ligt niet o de grafiek van g, want g () = 10, 10. 1d 1e f ( x ) = 0 (intersect) x = a,6 x = b 10,6. g( x ) = 0 (intersect) x = c 9, 586 x = d, 086. Dit geeft ( b a) ( d c) 0,98. Uitroberen: (niet erg zinvol en heel veel werk) f ( x ) = e = 8 (intersect) xl, 85 Dat geeft LM, 85. g( x ) = e = 8 (intersect) xm 0 f ( x ) = e = 7 (intersect) xl,6 en g( x ) = e = 7 (intersect) xm 0,197. Dat geeft LM, 566. f ( x ) = e = 6 (intersect) xl en g( x ) = e = 6 (intersect) xm 0, 6161. Dat geeft LM, 616. f ( x ) = e = 5 (intersect) xl, 760 en g( x ) = e = 5 (intersect) xm 0, 895. Dat geeft LM, 60. f ( x ) = e = (intersect) xl, 8 en g( x ) = e = (intersect) xm 1,155. Dat geeft LM,69. Dus LM is maximaal, 60 voor e = 5. (ga bovenstaande berekeningen eventueel zelf na)

C. von Schwartzenberg 5/1 a b c d h = 5t + 0t = 0 (intersect of algebraïsch) t = 0 t = 6. Dus na 6 seconden is de bal weer o de gond. De maximale hoogte (otie maximum of xto = ) is h() = 5. De bal komt 5 meter hoog. h = 5t + 0t = 0 (intersect) t 1,586 t =... Dus na 1,6 seconde is de bal voor het eerst o h = 5. h = 5t + 0t = 0 (intersect) t 0, 76 t 5, 6. De bal is ongeveer 5,6 0,76,5 seconde boven de 0 meter. a Plot de grafiek van h o de GR (zie hiernaast). Gekozen voor [Xmin,Xmax] [Ymin,Ymax] = [0,00] [0,00]. b h =,0x 0,01x = 0 (intersect of zero of) x (, 0 0, 01 x ) = 0 x = 0, 0 = 0, 01x x = 0 x = 19. Er zit 19 m tussen de uiteinden van de boog. De maximale hoogte (otie maximum of = = 96) is h(96) 19,5. De boog is ongeveer 19,5 meter hoog. 0 + 19 c xto d h =, 0x 0, 01x = 165 (intersect) x 59,1 x 1, 86. De afstand tussen de bevestigingsunten is 1,86 59,1 7,7 m. ab 5a 5b y = x + x + c door (, 5) + + c = 5 9 + 6 + c = 5 15 + c = 5 c = 10. y = x + bx + 7 door (5, 17) 5 + b 5 + 7 = 17 50 + 5b + 7 = 17 5b = 0 b = 8. y = ax x + 5 door (, 8) a ( ) + 5 = 8 a + 6 + 5 = 8 a = a =. 6a y = ax 5x + door (, 0) a 5 + = 0 9a 15 + = 0 9a = 9 a = 1. y = x 5x + (otie maximum) geeft to T (, 5; 10, 5) (zie hiernaast). to b 5 a of x = = =,5 y = y (,5) = 10,5 to 6b Snijden met de x -as ( y = 0) x 5x + = 0 (intersect) x 5,7 x 0,7. 7a 7b h = 0, 0 x + bx door (60, 0) 0, 0 60 + b 60 = 0 7 + 60b = 0 60b = 7 b = 7 = 6 = 1,. 60 5 h = 0, 0x + 1,x (otie maximum of) b 1, x 10 to = = = = 0, a 0,0 geeft als maximum yto = h(0) = 18 (m). 8a 8b 8c y = x translatie (, 5) y = ( x ) + 5. 9 to (0, 0) to (, 5) y = x translatie (, ) y = ( x + ). to (0, 0) to (, ) y = x translatie (, 6) y = ( x ) + 6. to (0, 0) to (, 6) y = 0, 5( x ) + 5 = 0, 5( x 6x + 9) + 5 = 0,5x x +,5 + 5 = 0,5x x + 9,5. 0 1: y = a( x + ) 1, want (, 1) is de to van 1. 1 1 (0, 1) ligt o 1 1 = a(0 + ) 1 1 = a 1 = a a = =. Dus 1: y = ( x + ) 1. 1 1 1 1 1 ( x + ) 1 = ( x + x + ) 1 = x + x + 1 = x + x + 1. Dus 1: y = x + x + 1. : y = a( x ) + 1, want (, 1) is de to van. (1, 1) ligt o 1 = a(1 ) + 1 1 = 1a + 1 = a a =. Dus : y = ( x ) + 1. ( x ) + 1 = ( x x + ) + 1 = x + 8x 8 + 1 = x + 8x 7. Dus : y = x + 8x 7.

C. von Schwartzenberg 6/1 : y = a( x + ) + 1, want (, 1) is de to van. 1 1 (0, 1) ligt o 1 = a(0 + ) + 1 1 = a + 1 = a a = =. Dus : y = ( x + ) + 1. 1 1 1 1 1 ( x + ) + 1 = ( x + x + ) + 1 = x x + 1 = x x 1. Dus : y = x x 1. : y = a( x ), want (, 0) is de to van. 1 1 (0, ) ligt o = a(0 ) = 9 a a = =. Dus 9 : y = ( x ). 1 1 1 1 ( x ) = ( x 6x + 9) = x x +. Dus : y = x x +. 5: y = ax +, want (0, ) is de to van 5. (1, 1) ligt o 1 = a 1 + 1 = 1a + = a a =. Dus : y = x +. 5 5 6: y = a( x ) +, want (, ) is de to van 6. (1, ) ligt o 6 = a(1 ) + = 1a + 1 = a a = 1. Dus 6: y = ( x ) +. ( x ) + = x x + + = x x + 6. Dus : y = x x + 6. 6 1a 1b (, 6) is de to van de arabool y = a( x ) + 6. 1 1 y = a( x ) + 6 door (, ) = a( ) + 6 = a + 6 = a a = =. Dus y = ( x ) + 6. 1 1 1 1 ( x ) + 6 = ( x x + ) + 6 = x + x + 6. Dus y = x + x +. (, ) is de to van de arabool y = a( x + ) +. y = a( x + ) + door ( 1, 0) 0 = a( 1 + ) + 0 = a + = a a = 1. Dus y = ( x + ) +. ( x + ) + = ( x + 6x + 9) + = x 6x 9 +. Dus y = x 6x 5. of de arabool snijdt de x -as in ( 5, 0) en ( 1, 0) y = a( x + 5)( x + 1) y = a( x + 6x + 5). y = a( x + 6x + 5) door (, ) = a(9 18 + 5) = a a = 1. Dus y = ( x + 6x + 5) = x 6x 5. 1 De to van de arabool is ( 1, 5 1) (want (0, ) en (5, ) liggen symmetrisch t.o.v. de as x = ) y = a( x 1) + 5 1. 1 1 1 y = a( x ) + 5 door (0, ) = a(0 ) + 5 1 = 6 1 a + 5 1 1 = 6 1 a 10 = 5 a a = 10 =. 5 5 1 Dus y = ( x ) + 5 1. 5 x = 10 geeft y = 17 (10, 17) ligt o de arabool. De to is (, ; 8, 8) y = a( x, ) + 8, 8. y = a( x, ) + 8,8 door (0, 0) 0 = a(0, ) + 8,8 8,8 = 5,76a a = 5. Dus y = 5( x, ) + 8, 8 = 5( x, 8x + 5, 76) + 8, 8 = 5x + x. Dus a = 5 en b =. 5 De to is (15, 9) y = a( x 15) + 9. y = a( x 15) + 9 door (0, 0) 0 = a(0 15) + 9 9 = 5a a = 9 = 1 = 0, 0. 5 5 Dus y = 0, 0( x 15) + 9 = 0, 0( x 0x + 5) + 9 = 0, 0x + 1, x. Dus a = 0, 0 en b = 1,. 6a Zie de schets hiernaast (en de lot hieronder). 6b x = geeft y 0,67; x = geeft y 1, 67 en x = 5 geeft y 1, 08. ( ; 0, 67) (; 1, 67) (5; 1, 08) 7 In fig. 1.19a: min. f ( ) = en max. f () = 6; in fig. 1.19b: max. g( 1) = 6 en min. g() =. 8 In fig. 1.0: max. h( ) = 7; min. h( 1) = en max. h() = 5; min. k( ) = 1; max. k(0) = 5 en min. k () =.

C. von Schwartzenberg 7/1 9a * (zie de lot hieronder; maak een schets van deze lot in het huiswerkschrift) 9b 50a De oties maximum en minimum geven max. f (,5) 88, en min. f () 9,67. (vermeld de toen in de schets) * (zie de lot hieronder; maak een schets van deze lot) 50b 51a Oties maximum/minimum: max. g( 5) = 7, 5; min. g(1) = 6, 9 en max. g(5) = 7, 5. Oties maximum/minimum: min. f ( ) = 79 en max. f () = 9,5. (vermeld de toen in een schets) (vermeld de toen in de schets) 51b Otie min/max min. g( 6,16) 57, 77; max. g(,0) 10, 6 en min. g(, 61) 179, 7. (zet toen in een schets) 5a 5b 5c b 0, 0 Otie maximum (of xto = = = = 0) max. h(0) = 8. a 0,01 1 Dus de golfbal komt maximaal 8 m. hoog. h = 0,005x + 0, x = 0 (intersect of) x ( 0,005x + 0, ) = 0 x = 0 0,005x = 0, 0, x = 0 x = = 00 = 80. De golfbal komt 80 m. na de afslag o de grond. 0,005 5 Nee, de formule is een benadering van de realiteit. (de wind en de wrijving van de lucht zijn bijv. niet in de formule verwerkt) 5a Om 1:50 is t = 50 N ( 5) 800 (bezoekers). 60 6 5b Otie maximum max. N (8) = 100. Het is het drukst om 17:00 uur; er zijn dan 100 bezoekers. 5c N = 8 000 (intersect) t 5, 586 t = 10. t 5,586 is om 1:5 uur en t = 10 is om 19:00 uur. 5a 1 setember loot van t = 0 (1-set 00:00) tot t = 1 (-set 00:00) en N (1) N (0) = 7 (miljoen). Dus o 1 setember neemt het aantal bacteriën af met 7 miljoen. 5b 6 setember loot van t = 5 tot t = 6 en N (6) N (5) = 8 (miljoen). Dus o 6 setember neemt het aantal bacteriën toe met 8 miljoen. 5c De toename o 7 setember is N (7) N (6) = 119 (miljoen). De toename o 8 setember is N (8) N (7) = 161 (miljoen). De toename o 9 setember is N (9) N (8) = 09 (miljoen). Dus o 9 setember is de toename voor het eerst meer dan 00 miljoen. 5d Maak een schets van de lot hiernaast. De otie minimum geeft: min. N (1,6) 191,9 (miljoen). Het minimale aantal bacteriën is ongeveer 191 miljoen. 55a Maak een schets van de lot hieronder.

C. von Schwartzenberg 8/1 55b O 1-1-00 is t = 0 NA(0) 655. O 1-1-01 is t = 1 NA(1) 7 860. In 00 krijgt A er 17 inwoners bij. In 00 neemt het aantal inwoners van B met NB (1) NB (0) 58 af. 55c In 006 is de toename (zie TABLE) NA(7) NA(6) 1 071 101 = 670; In 007 is de toename (zie TABLE) NA(8) NA(7) 1 775 1 071 = 70. Dus in 007 neemt het aantal inwoners van A voor het eerst toe met meer dan 700. 55d In 006 is de toename (zie TABLE) NB (7) NB (6) 1967 1 70 = 75; In 007 is de toename (zie TABLE) NB (8) NB (7) 168 1967 = 699. Dus in 007 neemt het aantal inwoners van B voor het eerst af met minder dan 700. 55e O 1-1-006 is (zie TABLE) NB (6) NA(6) 1 70 1 01 = 1 01 ( het verschil is meer dan 1000) ; o 1-1-007 is (zie TABLE) NB (7) NA(7) 1967 1071 = 10 ( het verschil is minder dan 1000) ; o 1-1-008 is (zie TABLE) NB (8) NA(8) 168 1775 = 1506 ( het verschil is meer dan 1000). Rond 1-1-007 in 006 en in 007 verschillen de aantallen inwoners van A en B minder dan 1000 van elkaar. 56a Otie maximum geeft max. C (70) = 78, (mg/l). De max. concentratie van 78, mg/l wordt bereikt voor t = 70. 56b C = 0 (intersect) t 1,1 en C = 60 (intersect) t 7, 0. De toename van 0 mg/l tot 60 mg/l duurt 7,0 1,1 6 minuten. 57 T = 85 (intersect) t 6,8 en T = 55 (intersect) t 7,1. De daling van 85 naar 5 duurt 7,1 6,8 0 minuten. Diagnostische toets D1 l : y = x 5 door (0, 5) met helling = =. 1 (of zoek twee unten die o de lijn liggen) m: y = x + door (0, ) met helling =. 5 5 n: y = x door (0, 0) met helling =. Zie de grafieken in de figuur hiernaast. D k: y = ax + b met helling = rc = rcl = a =. Dus k: y = x + b door (, ) = + b b = 10.

C. von Schwartzenberg 9/1 Da y = ax + b met a = 6 9. 1 = = y = x + b door A(, ) geeft = + b = 6 + b b =. Dus l : y = x +. Db y = ax + b met a = 80 150 = 10 = 0, 5. 80 10 60 y = 0, 5 x + b door C (10, 150) geeft 150 = 0, 5 10 + b 150 = 60 + b b = 90. Dus m: y = 0, 5x + 90. Da W = at + b met a = 900 500 = 00 = 1 8 00. W = 00 t + b door A(, 500) geeft 500 = 00 + b 500 = 100 + b b = 700. Dus l : W = 00t 700. Db t = 5, W = 00 5, 700 = 1560 700 = 860. D5 Voer beide formules in o de GR. Maak er tabellen van. Teken de grafieken (zie hiernaast). g D6a Plot de grafiek o de GR (zie hieronder). Schets de grafiek (zie hiernaast). f f D6b D6c D6d De to is (; 8,8) b, to a 0,6 (otie maximum of x = = = ) f ( x ) = 0 (intersect) x 1, x 9,. f ( x ) = (intersect) xa 0, 761 xb 8, 761. Dus AB 8, 761 + 0, 761 9, 5. D7a De maximale hoogte is h(1,) = 9, (m). b 1 to a 10 (otie maximum of x = = = 1,) D7b h = 0 (intersect) t,6 (sec). D7c h = 5 (intersect) t =... t,1 (sec). D8a D8b D8c y = 0,5x + x + c door (, 5) 0,5 ( ) + + c = 5 6 + c = 5 c = 9. y = 0, x + bx + 6 door (5, ) 0, 5 + b 5 + 6 = 10 + 5b + 6 = 5b = 1 b =, 6. y = ax 1, x + door (5, 1) a 5 1, 5 + = 1 5a 6 + = 1 5a = a = 0, 08. D9a D9b De to is (1, 5) y = a( x 1) 5. 10 0 Door (6, 15) 15 = a(6 1) 5 15 = 5a 5 10 = 5a a = = = 0,. Dus y = 0, ( x 1) 5. 5 100 0, ( x 1) 5 = 0, ( x x + 1) 5 = 0, x + 0,8x 0, 5. Dus y = 0, x + 0,8x 5,. D10 In fig. 1.: min. f (1) = ; max. f () = 1 en min. f () = 1. D11 Otie min/max min. f ( ) = 1,5; max. f (0) = 8 en min. f () = 1,5. (vermeld de toen in een schets) D1a a > 0 en a < 60 (of 0 < a < 60). D1b V = a 80a 1 00a = 100 000 (intersect) a = 10 a,1 (cm). D1c Otie max geeft maximum V (0) = 18000 (cm ). Dus a = 0 afmetingen 0 (cm) bij 0 (cm) bij 80 (cm).

C. von Schwartzenberg 10/1 Gemengde ogaven 1. Formules en grafieken G1a k: y = ax + b met rck = a = k: y = x + b. k: y = x + b door A(5, ) = 5 + b = 0 + b b = 17. Dus k: y = x 17. y G1b l : y = ax + b met rc 1 7 6 l = a = 1, 5 l : y 1, 5 x b. x = 9 5 = = = + l : y = 1,5 x + b door B(5, 7) 7 = 1,5 5 + b 7 = 7,5 + b b = 1,5. Dus l : y = 1,5x + 1,5. G1c m: y = ax + b met rc 1 1 m = a = rcn = m: y = x + b. m: y = 1 x + b door B(, 5) 5 = 1 + b 5 = 7 1 + b b = 1. Dus m: y = 1 x 1. Ga y = ax + snijden met de y -as ( x = 0) y = a 0 + y =. Dus het unt (0, ). Gb y = bx + b snijden met de x -as ( y = 0) 0 = bx + b b( x + ) = 0 ( b 0) x + = 0 x =. Dus (, 0). Gc y = ax + door P (, 1) 1 = a + 1 = a + a = 1 a = 1. y = bx + b door P (, 1) 1 = b + b 1 = 5 b b = 1. 5 Gd k en l evenwijdig rck = rc l a = b. k: y = bx + b door (0, 1) 1 = b 0 + b 1 = b b =. Dus a = b =. Ga A rekent voor 10 km 00 + 10 1, 0 = 68 ( ). B B rekent voor 10 km 00 + 0, 0 = 8 ( ). Dus bij 10 km is B goedkoer. A A rekent voor 0 km 00 + 0 1, 0 = 66 ( ). B rekent voor 0 km 00 + 10, 0 = 76 ( ). Dus bij 0 km is A goedkoer. Gb KA = 00 + 1, x. Gc Zie de grafieken hiernaast. Gd Voor x 100: KB = 00 en voor x > 100: KB = 00 +, ( x 100). Ge Voor x 100: KA = KB 00 + 1, x = 00 1, x = 100 x 71 (km). Voor x > 100: KA = KB 00 + 1, x = 00 +, ( x 100) 1, x = 100 +, x 0 x = 10 x = 10 (km). Dus bij 71 km en bij 10 km. Ga H = at + b met rc = a = H = 67 0 = 7 = = 1, 5 H = 1, 5 t + b. t 18 18 H = 1, 5 t + b door (16, 0) 0 = 1, 5 16 + b 0 = + b b = 16. Dus H = 1, 5t + 16. Gb H = 0 0 = 1,5t + 16 1,5t = 16 t = 16 = = 10. Dus de kraan is geoend 10 minuut voor 1:00 uur. 1,5 Gc G5a G5b H = 195 195 = 1,5t + 16 179 = 1,5t t = 179 = 58 = 119 1 10. Het reservoir is vol vlak voor 1:00 uur. 1,5 Voer de formules in o de GR en lot de grafieken (zie hiernaast). Maak een schets van de lot (zie rechts). f ( x ) = 0 (intersect) x 0, x 6,. b G5c maximum f () = 5, 5 (met de otie maximum of xto = = = ). a 1 g() = 6 5,5 de to van f ligt niet o de grafiek van g. G5d f ( x ) = (intersect) xb 1,6795 xd, 705. g( x ) = (intersect) xa 0, 705 xc, 705. AB 1,6795 0,705 = en CD,705,705 =. Dus AB en CD zijn even lang. b G5e minimum g(1) = (met de otie minimum of xto = = = 1) minimum van h is h(1) = + c. a h(1) = f (1) + c =, 5 c = 5, 5. G6a 1: y = a( x 1) +, want (1, ) is de to van 1. (0, ) ligt o 1 = a(0 1) + = a 1 + 1 = a. Dus 1: y = ( x 1) +. ( x 1) + = ( x x + 1) + = x + x 1 + = x + x +. Dus : y = x + x +. 1

C. von Schwartzenberg 11/1 G6b G6c : y = a( x 7) +, want (7, ) is de to van. 1 1 (5, 0) ligt o 0 = a(5 7) + 0 = a + = a a = =. Dus : y = ( x 7) +. 1 1 1 1 ( x 7) ( x 1x 9) x 7x,5 x 7x,5. Dus 1 + = + + = + + = + : y = x + 7x, 5. x + x + = (intersect geeft) xa 0, 1 xb, 1. Dus AB, 1 0, 1, 8. Lijn door (1, ) en (7, ) y l : y = ax + b met rc 1 1 l = a = = = = l : y = x + b. x 7 1 6 l : y = 1 x + b door (1, ) = 1 1 + b = 1 + b b = 1. Dus l : y = 1 x + 1. l : y = 1 x + 1 snijdt de x -as ( y = 0) in C 0 = 1 x + 1 1 x = 1 x = 1. Dus C (1, 0). 1 1 1 1 1 1 1 l : y = x + snijdt de y -as ( x = 0) in D y = 0 + y =. Dus D(0, ) en CD = 1 + ( ) 1,70. G7a G7b G7c G8 : y = a( x ) + a door (1, ) = a(1 ) + a = a 1 + a = a a =. : y = a( x ) + a heeft als to T (, a). T (, a) ligt o y = x + a = + a = 5. heeft als to T (, a) en y = 6 snijdt in A en B A(, 6) en B( +, 6). : y = a( x ) + a door A(0, 6) 6 = a(0 ) + a 6 = a + a 6 = 5a a = 6 = 1 1. 5 5 : y = a( x 5) + 7, want (5, 7) is de to van. (0, ) ligt o = a(0 5) + 7 = a 5 + 7 = 5a a = = 0,16. 5 y = 0,16( x 5) + 7 = 0 (zero of intersect) x 11, 6 (m). G9a Otie min/max geeft als toen ( ; 6, 75) (minimum); ( 1, 56; 9,15) (maximum) en (, 56, 1, 7) (minimum). G9b Zie de uitwerking van G9a en een lot: c < 9,15 ( f meer dan 9,15 naar beneden verschuiven) 6,75 < c < 1,7 ( f tussen 6,75 en 1,7 verticaal verschuiven). G10a Otie min/max geeft maximum N (0,7) 51. N max 510 o 1 juni (1 juni loot van t = 0 tot t = 1). G10b N = 500 (intersect) t 10, 9 t 7, 9. Het kan dus 11 juni maar ook 8 juni zijn geweest. G11a G11b G11c P lucht = Prol 0,00v = 0,75v (intersect) v 1,7. P lucht > Prol (zie een lot) v > 1,7 (km/u). v = 6 Ptot = 0,75 6 + 0,00 6 = 89,80 (watt). v = 5 Ptot = 0,75 5 + 0,00 5 = 81,5 (watt). Hij moet 89, 80 81,5 = 8, 55 watt meer leveren. v = 0 Ptot = 0,75 0 + 0,00 0 = 10,5 (watt). Vermogen o de ligfiets is 10, 5 1, 5 = 195, 75 (watt). Ptot ligfiets = 0,75 v + 0,00 v = 195,75 (intersect) v 8,19. Hij rijdt dan o de ligfiets ruim 8 km/u. G1a x = (zie TABLE) A = 0, (dm). G1b In TABLE is af te lezen dat de stenen 1 en 5 een snelheid hebben die het dichtst bij 0 dm/u ligt. G1c x = (zie TABLE) A = 0, (dm) en x = 6 (zie TABLE) A = 19, (dm). Het verschil is 0, 19, = 0, 9 dm, dus 9 cm. G1d Het is 8 uur geleden dat geoloog de stenen o een rij in de modderstroom heeft gelegd. 9 Steen gaat met een constante snelheid van 0, dm/u (zie TABLE) vooruit. De afgelegde weg van steen is 8 0, 187, cm. 9

C. von Schwartzenberg 1/1 1a 1b TI-8 1. Berekeningen o het basisscherm 5, + 5 1, 797, 50. 1c + 6, 5 79,. 1d 5 11,8 : 0,57. 11,5 8,7 15,0. + a 1 +,5 6,96. c 1,8 :,5 1,. b 1 +,5,9. d 1,8 :,5,50. a b, 5 8 = 11, 75. c 8,91,1 1, 9,80. d 8,1 5 : 1, 6 69,5. 8,1 1, 5, 7 : 8 1, 86. a b ( 5, 7) =, 9. c ( 1, 8) = 10, 976. d 5,7 =, 9. 1, 8 = 10, 976. 118,6 5a 8, 5,6 1,1 + 81 1,87. 5b 0,1. 61, 1,5 6a 6b 5 500 1, 05 115, 5. 6c 10 500 1, 05 88,. 6d 1 500 1, 05 0, 9. 5 500 1, 05 7 51, 59. 7a + 7 = 1. 7c 0 1 5 15 = 580. 7 9 1 7b (1 ) ( 1 ) =. 7d 1 61 9 81 19 8 = 7 8. 8a (1 ) = 5. 8b 9 ( ) = 851. 8c /1 1 = 1. 7 01 7 8 9a 9b 7 9 15,8 10 0,081 10 1,9 10. 9c 6 7 1 0,68 10,98 10,0 10. 9d 7 0 (5, 10 ) 7,89 10. 8,6 1 10, 10 11. 0,00 10 TI-8. Formules, grafieken en tabellen 1ab Zie de eerste drie schermen hiernaast. 1c Kies WINDOW: [ 5, 15] [ 10, 15]. (gebruik deze notatie) (schaalstreejes uit met Xscl = 0 en Yscl = 0) 1d Zie de schermen hieronder. (zet y1 uit) Neem (bijvoorbeeld) WINDOW: [ 15, 15] [ 10, 15].

C. von Schwartzenberg 1/1 ab Zie de schermen hiernaast (neem Zoom 6 = ZStandard). c Met ZStandard is er één snijunt te zien. abc Zie de eerste vijf schermen hieronder; het linker snijunt: ( 1,70; 0,76). de De to van y is ongeveer (, 55; 6, 99). (zie het laatste scherm hieronder) a b Zie de schermen hiernaast. f ( 5) = 0, 5; f ( 1,) =,88; f (0, 8) = 0, 78; f (8, ) = 101, 97. (de otie value in è ( `$ ) werkt als $ ). (zie de schermen hieronder) cd f (15) = 16,5; f ( 17) =,1; f (51) = 70,1; f (10) = 189. 5a y 1( ) = 1, ; y 1(0,) =, 0068; y 1(1, 8) = 8,1888; y 1(5) = 79. 5b y ( ) = 11,1; y (0,) =, 08; y (1, 8) =, 78; y (5) = 11, 9. 5cd y 1(1) = 97, ; y 1( 18) = 0 659, ; y (1) = 117, 6; y ( ) = 5,. 6ab Zie hieronder: y 1(,15) = 1,8875. 6c y 1 (,55) = 1,9875. 7 Haal de antwoorden uit de tabel hiernaast. x -6 - - 0 6 8 f ( x ),8,8 7, - -,8-1, 8,8 5, 8 Haal de antwoorden uit de tabel hiernaast. x 0,5 10 100 1000 f ( x ) 1,5 6,06 60,01 600,00

C. von Schwartzenberg 1/1 TI-8. Toen, snijunten en nulunten 1a Zie de lot o [ 10, 10] [ 10, 10] hiernaast. 1b Otie minimum met` $ (= è) to is (, ). (bij Left Bound? en Right Bound? met de cursor ( < of > ), of door het intikken van een x -waarde, aan de juiste kant van de to gaan staan en e ; bij de vraag Guess? alleen nog maar e) 1c Otie maximum met ` $ (= è) g( 1) = 6 1. (kies de tweede formule na de otie maximum) g f a Zie de lot o [ 10, 10] [ 15, 15] hiernaast. b De toen zijn (,79; 11,65) en (,79; 10,05). y 1 = 0, 5x + x en y = 0, x +. (zie hiernaast) otie intersect S1( 6,6;,9) en S(1,86;,). 0,x + x + 5 = (intersect in ZStandard) x 0, 85 x 5, 85. (zie de schermen hieronder) 5a 5b 0,x + x + 5 =, 6 (intersect in ZStandard) x 1,1 x 6,1. 0, x + x x 10 = 5 (intersect in ZStandard) x 5, 59 x,1 x, 90. 6ab 0, 6x = 0,x + x + 1 (intersect in ZStandard) x, 7 x 7, 0. (zie de schermen hieronder) 6c 0, 6x = 0,x + x + 1 (intersect in ZStandard) x 0,59 x 5,1. (zie de schermen hierboven) (het is niet nodig om grafieken uit te zetten; kies met : of ; bij First curve? en/of Second curve? de juiste formules) 7ab 7c 7d 0, 9x + x = 0 (intersect in ZStandard) x,5. (zie de schermen hieronder) 0, 9x + x = 0 (intersect in ZStandard) x 1, 0. (zie hieronder) 1,x + 5x + = 0 (intersect in ZStandard) x 0, 68 x, 5. (zie de schermen hieronder) 8ab x 1x + 8x + 50 = 0 (intersect o [ 5, 15] [ 00, 1000]) x, 7. (zie de schermen hieronder)