Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Vergelijkbare documenten
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Pagina 1 van 7 Registratienummer: Z / D

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo.

Besluit. Wabo, Milieuneutraal veranderen. Eerste Lelystadse Schroothandel BV, Staalstraat 19, Lelystad

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

Besluit Milieuneutraal veranderen. Van Peperzeel B.V, James Wattlaan 6 Lelystad

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Besluit. Wabo, Milieuneutraal veranderen. Eerste Lelystadse Schroothandel BV, Staalstraat 19, Lelystad

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Datum: 4 februari 2019 Cumapol Emmen B.V. Opnemen proefnemingsvoorschrift in de vigerende vergunning

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND. Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen aan INVISTA Polyester B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Autosloopbedrijf Familie Maris B.V

Besluit Milieuneutraal veranderen. Farm Dairy, Kaapstanderweg 50 Lelystad

Datum: 3 maart Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

Ontwerpbeschikking. : Intrekking omgevingsvergunning

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

Onderwerp: Het milieuneutraal veranderen van de inrichting, door de aanleg van een railinzetplaats.

Wij hebben op 14 juli 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van AVI Den

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING (REGULIER)

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking AUG Meurs Motors en Vera's Honden opvang Weg en Bos DH BERGSCHENHOEK

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 29 december 2015 Gemeente Bronckhorst kenmerk

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Besluit Wabo intrekking omgevingsvergunning Oliehandel Klaas de Boer B.V. Klifweg 11 Urk

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Besluit Milieuneutraal veranderen. Vecozuivel B.V., Werktuigenweg 37 Zeewolde

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING. Suiker Unie (locatie Vierverlaten)

OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Nedmag industries. tb.v. het plaatsen van een koeltoren. locatie: Billitonweg 1 te Veendam

(Ömgevingstí ienst Midden- en West-Brabant

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

omgevingsdienst Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen.

1 1 r BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN. Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen aan Dow Benelux B.V.

Transcriptie:

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : RKR Recycling BV Aangevraagde activiteiten : Het intrekken./ wijzigen van voorschriften met betrekking tot het milieuzorgsysteem. Locatie : Graham Bellstraat 25 te Zwolle Datum ontvangst aanvraag : 22 september 2015 Datum beschikking : 1 maart 2016 Kenmerk : 2016/0067395 Projectnummer : Z-HZ_WABO-2015-00341 1

Colofon Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 75 00 www.overijssel.nl postbus@overijssel.nl 2

1. BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Onderwerp Op 22 september 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van RKR Recycling BV. Het betreft het verzoek tot het intrekken en wijzigen van voorschriften ten aanzien van het milieuzorgsysteem. De aanvraag gaat over de Graham Bellstraat 25 te Zwolle. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2015/0296012 (OLO nr. 1981551). Concreet wordt verzocht om: - een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (milieu); - het intrekken/ wijzigen van voorschriften ex artikel 3.15, lid 2 en 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.2 Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: 1 de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten: - het intrekken/ wijzigen van voorschriften met betrekking tot een milieuzorgsysteem (vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo). 2 dat de volgende delen van de aanvraag zoals ingediend via OLO op 22 september 2015 onderdeel uit maken van deze vergunning voor zover niet in strijd met de voorschriften: - Aanvraagformulier met OLO nummer 1981551 (kenmerk 2015/0296095). 3 dat de aanvullende gegevens zoals ingediend via OLO op 4 december 2015 onderdeel uit maken van deze vergunning voor zover niet in strijd met de voorschriften: - Document Wijzigen vergunningaanvraag, Omgeving en veiligheid d.d. 4 december 2015 (kenmerk 2015/0403370). 4 dat de voorschriften 2.1.1 t/m 2.1.5 verbonden aan de op 11 juli 2014 (kenmerk 2014/0190817) verleende vergunning op grond van artikel 3.15 lid 2 en 3 van de Wabo, worden ingetrokken / gewijzigd en gewijzigde voorschriften aan de vergunning worden verbonden zoals deze zijn opgenomen in het hoofdstuk Voorschriften. 1.3 Ondertekening en verzending Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel, Lars Wuijster, teamleider Vergunningverlening Deze beschikking is verzonden aan de aanvrager. Een afschrift van deze vergunning is verzonden aan: - Burgemeester en Wethouders van Zwolle, Postbus 10007, 8000 GA Zwolle; - Waterschap Groot Salland, Postbus 60, 8000 AB Zwolle; - Bakker milieuadvies, Singel 6, 8321 GT Urk. 3

1.4 Rechtsmiddelen Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Daarnaast wordt een kennisgeving gepubliceerd in De Peperbus. Tevens wordt de aanvraag en de beschikking met bijbehorende stukken ter inzage gelegd met ingang van 10 maart 2016 gedurende zes weken, ingaande op de dag na de dag van de ter inzage legging van het besluit, kan beroep worden aangetekend. Het beroepschrift moet worden ingediend bij de Rechtbank Overijssel, sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepschrift. Het indienen van een beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Hebben u of derde belanghebbenden er belang bij dat deze beschikking ook na afloop van de beroepstermijn niet in werking treedt, dan kan om een voorlopige voorziening worden verzocht bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. Wanneer binnen de beroepstermijn om een voorlopige voorziening wordt verzocht, treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen. 4

INHOUDSOPGAVE Beschikking Omgevingsvergunning... 1 1. BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING... 3 1.1 Onderwerp 3 1.2 Besluit 3 1.3 Ondertekening en verzending 3 1.4 Rechtsmiddelen 4 Voorschriften milieu... 7 2. Algemene voorschriften... 8 2.1 Milieuzorgsysteem 8 Procedurele overwegingen... 9 3. PROCEDURELE ASPECTEN... 10 3.1 Gegevens aanvrager 10 3.2 Projectbeschrijving 10 3.3 Omschrijving van de aanvraag 10 3.4 Huidige vergunningsituatie 10 3.5 Bevoegd gezag 11 3.6 Volledigheid van de aanvraag 11 3.7 Procedure (uitgebreid) en zienwijzen 11 3.8 Adviezen 11 3.9 Wijzigingen ten opzichte van de ontwerpvergunning 12 4. SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING... 12 4.1 Activiteitenbesluit 12 4.2 Coördinatie met de Waterwet 12 4.3 M.e.r.-beoordeling 13 Overwegingen milieu... 14 5. TOETSINGSKADER MILIEU... 15 5.1 Inleiding 15 5.2 Toetsing milieuneutrale verandering 15 5.3 Toetsing oprichten, veranderen of revisie 15 6. BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT)... 15 6.1 Algemeen 15 6.2 Concrete bepaling beste beschikbare technieken 16 6.3 Overwegingen 17 6.4 Conclusies BBT 17 7. CONCLUSIE... 17 7.1 Conclusies 17 5

6

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Voorschriften milieu Aanvrager : RKR Recycling BV Aangevraagde activiteiten : Het intrekken./ wijzigen van voorschriften met betrekking tot het milieuzorgsysteem. Locatie : Graham Bellstraat 25 te Zwolle Datum ontvangst aanvraag : 22 september 2015 Datum beschikking : 1 maart 2016 Kenmerk : 2016/0067395 Projectnummer : Z-HZ_WABO-2015-00341 7

2. Algemene voorschriften 2.1 Milieuzorgsysteem De voorschriften 2.1.1. t/m 2.1.5 verbonden aan de aan RKR Recycling BV op 11 juli 2014 verleende vergunning (kenmerk 2014/0190817) worden ingetrokken en vervangen door het volgende voorschrift: 2.1.1 Binnen de inrichting dient een milieuzorgsysteem aanwezig te zijn dat tenminste de volgende elementen bevat: a. Een door het bevoegd gezag goedgekeurd AV en AOIC beleid. 2.1.2 De vergunninghouder evalueert jaarlijks het AV en AOIC beleid op de kwaliteit van de procedures en de werkinstructies. Deze evaluatie dient in een milieulogboek te worden opgenomen. 8

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Procedurele overwegingen Aanvrager : RKR Recycling BV Aangevraagde activiteiten : Het intrekken./ wijzigen van voorschriften met betrekking tot het milieuzorgsysteem. Locatie : Graham Bellstraat 25 te Zwolle Datum ontvangst aanvraag : 22 september 2015 Datum beschikking : 1 maart 2016 Kenmerk : 2016/0067395 Projectnummer : Z-HZ_WABO-2015-00341 9

3. PROCEDURELE ASPECTEN 3.1 Gegevens aanvrager Op 22 september 2015 is een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van RKR Recycling BV voor de locatie Graham Bellstraat 25 te Zwolle. 3.2 Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: - het intrekken/ wijzigen van de voorschriften 2.1.1 tot en met 2.1.5 verbonden aan de vigerende omgevingsvergunning d.d. 11 juli 2014 (kenmerk 2014/0190817). Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: - het intrekken/ wijzigen van voorschriften op verzoek van de aanvrager (artikel 3.15, lid 2 en 3 Wabo). Naast deze activiteiten moet beoordeeld worden of een aantal toestemmingsstelsels wordt aangehaakt. Of daadwerkelijk moet worden aangehaakt, volgt niet uit de Wabo, maar uit de desbetreffende wet. In de onderhavige situatie zijn geen stelsels die aanhaken. 3.3 Omschrijving van de aanvraag De aanvraag betrof in eerste instantie een aanvraag voor het afperken van de hoeveelheid gevaarlijk afval en het intrekken van een aantal voorschriften. Op 4 december 2015 heeft de aanvrager de aanvraag alsnog gewijzigd waardoor er nu alleen nog sprake is van het intrekken/ wijzigen van een paar voorschriften. Door het wijzigen van de aanvraag bestaat de aanvraag nu nog slechts uit de volgende delen: Aanvraagformulier met OLO nummer 1981551 (kenmerk 2015/0296095); Document Wijzigen vergunningaanvraag, Omgeving en veiligheid d.d. 4 december 2015 (kenmerk 2015/0403370). 3.4 Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen verleend: Soort vergunning Datum Kenmerk Onderwerp Oprichtingsvergunning Wabo Uitbreidingsvergunning Wabo Uitbreidingsvergunning Wabo 23 mei 2013 2013/0166319 Opslag en handel in ferro- en nonferro metalen 11 juli 2014 2014/0190817 Inzamelen, demonteren en opslaan van autowrakken, uitbreiden van de opslag- en doorzetcapaciteit, inpandig plaatsen van een kabelgranuleerinstallatie en bovengrondse gasolietank, het bouwen van een bedrijfshal en erfafscheiding. 27 maart 2015/0085080 Uitbreiding van het terrein ten 2015 behoeve van de opslag van afvalstoffen 10

3.5 Bevoegd gezag Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 28.4.a onder 4 en 5, categorie 28.4.b onder 1 en 2 en categorie 28.4.d van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting die onder categorie 5.5 van de Richtlijn Industriële Emissies (IPPC-installatie) valt: 5.5. Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde behandelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 ton, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie. Gelet op het bovenstaande zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen of (gedeeltelijk) te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 3.6 Volledigheid van de aanvraag In verband met het ontbreken van een aantal gegevens hebben wij de aanvrager op 14 oktober 2015 in de gelegenheid gesteld om de aanvraag uiterlijk 15 november 2015 aan te vullen. Wij hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 7 november 2015. Na ontvangst van de aanvullende gegevens hebben wij de aanvraag getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag nu voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. De termijn voor het nemen van het besluit is opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld. In dit geval is de termijn voor het nemen van het besluit opgeschort met 24 dagen. 3.7 Procedure (uitgebreid) en zienwijzen De aanvraag is ingediend als een milieuneutrale wijziging waarvoor de reguliere procedure zou gelden. Omdat er sprake is van het intrekken/ wijzigen van voorschriften op verzoek van de aanvrager (zie artikel 3.15, lid 2 en 3 Wabo) is deze beschikking voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Gelet hierop zijn wij niet verplicht om van de aanvraag kennis te geven in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op andere geschikte wijze, tenzij bij de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt. Nu deze uitzonderingsgrond zich niet voordoet hebben wij geen kennis gegeven van de aanvraag in De Peperbus. Tussen 14 januari 2016 en 25 februari 2016 heeft het ontwerp ter inzage gelegen en is eenieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. 3.8 Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: - Gemeente Zwolle; - Waterschap Groot Salland. Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende adviezen ontvangen: 11

Gemeente Zwolle De gemeente Zwolle heeft op 8 oktober 2015 per mail (kenmerk 2015/0348159) advies uitgebracht. In haar advies heeft nog enkele opmerkingen ten aanzien van de ingediende aanvraag. Het commentaar is meegenomen in ons verzoek om aanvullende gegevens. Waterschap Groot Salland Het waterschap Groot Salland heeft op 9 oktober 2015 via het OLO (kenmerk 2015/0313447) advies uitgebracht. Zij adviseert ons om de aanvraag vooralsnog niet in behandeling te nemen en om aanvullende gegevens te verzoeken. Het betreffen de volgende gegevens: Per Euralcode dient de maximale opslag gevaarlijk afval in tonnage aangegeven te worden en op tekening per opslagvak de maximaal aanwezige hoeveelheid (gevaarlijke) afvalstoffen met daarnaast de wijze van borging zodat er er binnen de inrichting niet meer dan 50 ton gevaarlijke afvalstoffen in opslag aanwezig kan zijn. Het advies is overgenomen in ons verzoek om aanvullende gegevens. Na ontvangst van de aanvullende gegevens hebben we de gemeente Zwolle en waterschap Groot Salland opnieuw in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen hetgeen ook is gebeurd. Op 4 december 2015 heeft RKR Recyling de aanvraag echter zodanig gewijzigd dat er geen sprake meer is van het afperken van de hoeveelheid gevaarlijk afval. Het eerder geleverde commentaar van de gemeente Zwolle en waterschap Groot Salland had met name betrekking op het afperken van de hoeveelheid gevaarlijk afval en de consequenties daarvan maar niet zozeer op het milieuzorgsysteem. De wijziging is derhalve niet opnieuw voor advies voorgelegd aan de gemeente Zwolle en het waterschap Groot Salland. 3.9 Wijzigingen ten opzichte van de ontwerpvergunning Ten opzichte van de ontwerpvergunning zijn geen wijzigingen aangebracht. 4. SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING 4.1 Activiteitenbesluit In het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) zijn voor bepaalde activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene regels opgenomen. In bijlage I, onderdelen B en C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt. Op 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit gewijzigd en kan sindsdien ook op inrichtingen met een IPPC-installatie van toepassing zijn. Op type C inrichtingen, die vergunningplichtig zijn, kunnen bepaalde artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Dit betekent dat bepaalde regels uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling een rechtstreekse werking hebben en niet in de omgevingsvergunning mogen worden opgenomen. De inrichting waarvoor vergunning is aangevraagd, wordt aangemerkt als een type C inrichting met een IPPC-installatie. Voor de aangevraagde activiteiten is het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling echter niet van toepassing. 4.2 Coördinatie met de Waterwet De aangevraagde activiteit heeft betrekking op een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort maar waarbij geen sprake is van (een wijziging) het lozen van stoffen als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet. Hiervoor is derhalve geen vergunning noodzakelijk op grond van de Waterwet en derhalve is ook geen sprake van coördinatie met de Waterwet. 12

4.3 M.e.r.-beoordeling Ingevolge artikel 7.17, lid 1, van de Wm moeten Gedeputeerde Staten bij voorgenomen activiteiten die staan opgenomen in onderdeel D van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) bepalen of de voorgenomen activiteiten vanwege bijzondere omstandigheden m.e.r.-plichtig zijn. Dat wil zeggen dat de initiatiefnemer de vergunningsaanvraag op grond van de Wabo artikel 2.1 lid 1 onder e al of niet vergezeld moet laten gaan van een milieueffectrapport (MER). De in de aanvraag beschreven voorgenomen verandering staat echter niet vermeld in de eerste kolom van onderdeel C en/of onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage (besluit m.e.r), In het kader van de aangevraagde activiteit is een vormvrije MER, MER beoordeling of een MER niet aan de orde. 13

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Overwegingen milieu Aanvrager : RKR Recycling BV Aangevraagde activiteiten : Het intrekken./ wijzigen van voorschriften met betrekking tot het milieuzorgsysteem. Locatie : Graham Bellstraat 25 te Zwolle Datum ontvangst aanvraag : 22 september 2015 Datum beschikking : 1 maart 2016 Kenmerk : 2016/0067395 Projectnummer : Z-HZ_WABO-2015-00341 14

5. TOETSINGSKADER MILIEU 5.1 Inleiding De aanvraag heeft betrekking op het milieuneutraal of milieuvriendelijk veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. Omdat er tevens sprake is van het intrekken van voorschriften op verzoek van de aanvrager (artikel 3.15, lid 2 en 3 Wabo) heeft de aanvraag in dit geval betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het milieuhygiënische toetsingskader van de aanvraag. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. 5.2 Toetsing milieuneutrale verandering De aanvraag is ingediend als een milieuneutrale wijziging waarvoor de reguliere procedure zou gelden. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Omdat het echter een aanvraag betreft op grond van artikel 3.15 lid 2 en 3 van de Wabo, een aanvraag tot het wijzigen van een voorschrift op verzoek van de aanvrager, behandelen wij de aanvraag volgens de uitgebreide procedure. 5.3 Toetsing oprichten, veranderen of revisie Bij onze beslissing op de aanvraag hebben wij: - de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder a van de Wabo betrokken; - met de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder b van de Wabo rekening gehouden; - de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder c van de Wabo in acht genomen. In de onderstaande hoofdstukken lichten wij dit nader toe, waarbij wij ons beperken tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed (kunnen) zijn. 6. BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT) 6.1 Algemeen In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu moeten aan de vergunning voorschriften worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken (hierna: BBT) worden toegepast. Vanaf januari 2013 moet bij het bepalen van (BBT) rekening worden gehouden met BBT-conclusies en bij ministeriele regeling aangewezen informatiedocumenten over BBT. BBT-conclusies is een document met de conclusies over BBT, vastgesteld overeenkomstig artikel 13, vijfde en zevende lid van de Richtlijn industriële emissies (hierna RIE). Het vijfde lid verwijst naar de BBT-conclusies vastgesteld na 6 januari 2011 onder het regime van de Rie. Het zevende lid verwijst naar de bestaande BREFs. Het hoofdstuk uit deze BREF's waarin de BBT-maatregelen (BAT hoofdstuk) geldt als BBT-conclusies, totdat nieuwe BBT-conclusies zijn vastgesteld. 15

BBT-conclusies worden door de Europese commissie vastgesteld en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (een uitvoeringsbesluit van de Europese commissie dat gericht is tot de lidstaten). Zij worden daarom niet meer apart worden aangewezen in de Regeling omgevingsrecht. Als op een activiteit of op een type productieproces binnen de inrichting waarvoor een vergunning is aangevraagd, geen BBT-conclusies of informatiedocumenten over BBT van toepassing zijn, of als de van toepassing zijnde BBT conclusies of informatiedocumenten niet alle mogelijke milieueffecten van de activiteit of het proces behandelen moet bevoegd gezag de BBT zelf vast stellen. Hierbij houdt het bevoegd gezag in ieder geval rekening met: - de toepassing van technieken die weinig afvalstoffen veroorzaken; - de toepassing van stoffen die minder gevaarlijke zijn dan stoffen of mengsels als omschreven in artikel 3 van de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels; - de ontwikkeling, waar mogelijk, van technieken voor de terugwinning en opnieuw gebruiken van de bij de processen in de inrichting uitgestoten en gebruikte stoffen en van afvalstoffen; - vergelijkbare processen, apparaten of wijzen van bedrijfsvoering die met succes in de praktijk zijn beproefd; - de vooruitgang van de techniek en de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis; - de aard, de effecten en de omvang van de betrokken emissies; - de data waarop de installaties in de inrichting in gebruik zijn of worden genomen; - de tijd die nodig is om een betere techniek toe te gaan passen; - het verbruik en de aard van de grondstoffen, met inbegrip van water, en de energie-efficiëntie; - de noodzaak om het algemene effect van de emissies op en de risico's voor het milieu te voorkomen of tot een minimum te beperken; - de noodzaak ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor het milieu te beperken. De op één van deze criteria vastgestelde BBT moet een milieubeschermingsniveau garanderen dat tenminste gelijkwaardig is aan het niveau in de BBT-conclusies. 6.2 Concrete bepaling beste beschikbare technieken Binnen de inrichting worden één of meer van de activiteiten uit bijlage 1 van de Rie uitgevoerd en wel 5.5: Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde behandelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 ton, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie. Er moet worden voldaan aan de BBT-conclusies voor de hoofdactiviteit en aan andere relevante BBT-conclusies. Op grond van bijlage 1 van de Regeling omgevingsrecht moet voor het bepalen van BBT voor de installaties en processen binnen de inrichting aanvullend een toetsing plaatsvinden aan relevante aangewezen informatiedocumenten over BBT: - BREF Afvalbehandeling; - REF Monitoring. Goed beschouwd bevat het laatst genoemde referentiedocument geen BBT s maar heeft hoofdzakelijk als doel een referentie te zijn voor een horizontale taak specifiek onderwerp. Uit jurisprudentie met betrekking tot het bepalen van BBT bij het toetsten aan BBT-conclusies bij vergunningverlening is gebleken dat het bevoegd gezag bij het toetsten aan BBT-conclusies de actualiteit hiervan moet nagaan ten aanzien van de ontwikkelingen van BBT die sinds het vaststellen van de BBT-conclusies hebben plaatsgevonden. Bronnen voor ontwikkelingen ten aan van BBT zijn onder andere de concepten van herziene BREFs. 16

Binnen de inrichting wordt een activiteit uit bijlage 1 van richtlijn nr. 2010/75/EU van het Europees parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies uitgevoerd namelijk de activiteit als genoemd in Bijlage l onder categorie 5.5: Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde behandelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 ton, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie. Met betrekking tot de bepaling van BBT, zijn de aspecten betrokken als genoemd in artikel 5.4 lid 1 van het Bor. 6.3 Overwegingen Op basis van bat 1a t/m 1e van de BREF Afvalbehandeling zou een milieuzorgsysteem geïmplementeerd moeten worden in een managementsysteem. Uit de BREF blijkt niet om welke onderdelen van het milieuzorgsysteem het gaat en/of op welke wijze deze moet worden geïmplementeerd. Bedrijven die op grond van bijlage I van de RIE onder de RIE vallen verschillen vaak sterk in omvang. De vergunninghouder heeft al eerder aangegeven het buiten proportioneel te vinden om van een bedrijf als RKR een (gecertificeerd) milieuzorgsysteem te verlangen. Zoals wij reeds in onze beschikking van 11 juli 2014 hebben aangegeven zijn wij met RKR Recycling van mening dat het verlangen van een gecertificeerd milieuzorgsysteem buiten proportioneel is voor een bedrijf als RKR Recycling. Wel diende op grond van de BREF Afvalbehandeling voldaan te worden aan een aantal functies/ elementen voor een milieuzorgsysteem. Deze elementen waren opgenomen in de voorschriften 2.1.1 t/m 2.1.5 verbonden aan de vigerende vergunning van 11 juli 2015 waarbij aangegeven is dat met het huidige AV en AOIC beleid grotendeels voldaan wordt aan de betreffende functies/ elementen. Gebleken is dat dit in de praktijk toch nog problemen oplevert met name in de sfeer van toezicht en handhaving en derhalve heeft RKR Recycling verzocht de betreffende voorschriften zodanig aan te passen dat er nu en in de toekomst geen discussie meer kan zijn over de interpretatie van de betreffende voorschriften. Het voorschriften zijn nu zo aangepast dat duidelijk blijkt dat met de aanwezigheid van een goedgekeurd AV en AOIC beleid aan alle elementen uit de BREF Afvalbehandeling voldaan wordt ten aanzien van het aspect milieuzorg. 6.4 Conclusies BBT De inrichting voldoet - met inachtneming van de aan dit besluit gehechte voorschriften - aan de beste beschikbare technieken (BBT). 7. CONCLUSIE 7.1 Conclusies Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op de wijziging van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In deze beschikking zijn, op basis van het verzoek tot intrekken/ wijzigen van de voorschriften, relevante voorschriften opgenomen. Voor het overige zijn de voorschriften uit de vigerende vergunning van overeenkomstige toepassing. 17