1/11 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 79/2016 van 19 oktober 2016 Betreft: Aanvraag van het Agentschap Overheidspersoneel tot herziening en uitbreiding van de machtiging tot toegang tot het Rijksregister en gebruik van het Rijksregisternummer krachtens het KB van 29 juni 1993 en Beraadslaging RR nr. 04/2010 van 17 februari 2010 (RN-MA-2016-202) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna "WRR"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde Sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van het Agentschap Overheidspersoneel ontvangen op 02/08/2016; Gelet op de bijkomende toelichting en verduidelijking ontvangen op 18/08/2016, op 14/09/2016, op 23/09/2016 en op 30/09/2016; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 23/09/2016; Gelet op het verslag van de Voorzitter;
Beraadslaging RR 79/2016-2/11 Beslist op 19 oktober 2016, na beraadslaging, als volgt: I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. Het Agentschap Overheidspersoneel (hierna de aanvrager) verzoekt om herziening en uitbreiding van de machtiging tot toegang tot het Rijksregister en gebruik van het Rijksregisternummer krachtens het KB van 29 juni 1993 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van sommige diensten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor het vervullen van taken met betrekking tot het personeelsbeheer. 2. Vooreerst wenst de aanvrager de bij voormeld KB toegekende machtiging aan te passen aan de nieuwe juridische realiteit ingevolge de reorganisatie van de Vlaamse overheid, waarbij de naam van sommige erin vermelde entiteiten wijzigde en waarbij de doelgroep waarvoor de aanvrager het personeelsbeheer waarneemt en dus aanwending van het Rijkregister behoeft, aanzienlijk is uitgebreid. 3. Vervolgens wenst de aanvrager -met het oog op zijn taken en opdrachten inzake personeelsbeheer- zijn actuele toegang tot het Rijksregister uit te breiden tot volgende informatiegegevens en hun wijzigingen: informatiegegeven inzake wettelijke samenwoning waarvan sprake in artikel 3, eerste lid, 13, WRR en informatiegegeven inzake de verblijfstoestand voor vreemdelingen waarvan sprake in artikel 3, eerste lid, 14, WRR. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG 1. HERZIENING BENAMING VAN DE GEMACHTIGDE ENTITEITEN 4. Bij KB van 29 juni 1993 werd de administratie Ambtenarenzaken van het departement Algemene Zaken en Financiën van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Algemene Administratieve Diensten van elk van de zes departementen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de dienst Secretarie van het departement Coördinatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gemachtigd om toegang te hebben tot een aantal informatiegegevens van het Rijksregister en het Rijksregisternummer te gebruiken.
Beraadslaging RR 79/2016-3/11 5. De Vlaamse administratie werd ingevolge het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 grondig gereorganiseerd, waardoor het niet langer meer duidelijk was wie de begunstigde was van de bij koninklijk besluit verleende machtigingen. 6. Hieraan werd verholpen door de beraadslaging RR nr. 04/2010 van 17 februari 2010 inzake herbekijken machtigingsbesluiten in functie van het decreet beter bestuurlijk beleid, waarin werd vastgesteld welke dienst als rechtsopvolger moest worden beschouwd van de in de machtigingsbesluiten vermelde begunstigden. 7. In punt 18 van die beraadslaging wordt bepaald dat de in het KB van 29 juni 1993 vermelde entiteiten voortaan moeten gelezen worden als volgt: Oude benaming in het KB: Moet gelezen worden als: Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De ministeries van de Vlaamse overheid en de strategische adviesraden aangesloten bij het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem De administratie Ambtenarenzaken van het departement Algemene Zaken en Financiën van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De Algemene Administratieve Diensten Het Agentschap voor Overheidspersoneel De managementondersteunende diensten en de strategische adviesraden aangesloten bij het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem De zes departementen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Het departement Coördinatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De dertien ministeries van de Vlaamse overheid Het departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid De Vlaamse Executieve De Vlaamse Regering 8. De benaming van de aanvrager Agentschap voor Overheidspersoneel luidt sinds het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015 betreffende de omvorming van de beleidsdomeinen Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid en Bestuurszaken tot het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur (artikelen 17 en 18) Agentschap Overheidspersoneel.
Beraadslaging RR 79/2016-4/11 9. De benaming van het Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid werd vervangen door Departement Kanselarij en Bestuur ingevolge artikel 5 van voormeld besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015. 10. Het Comité neemt akte van deze nieuwe benamingen. 2. UITBREIDING WAT BETREFT DE DOELGROEP WAARVOOR AANWENDING VAN HET RIJKSREGISTER WORDT GEVRAAGD 11. Bij het KB van 29 juni 1993, geactualiseerd door Beraadslaging RR nr. 04/2010, wordt aanwending van het Rijksregister door de aanvrager gemachtigd voor het personeelsbeheer van de ministeries van de Vlaamse overheid, aangesloten bij het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem. 12. De aanvrager licht toe dat inmiddels het soort entiteiten dat van het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem gebruik kan maken wijzigde/uitbreidde en dat wordt gestreefd naar een gemeenschappelijke dienstverlening inzake personeelsbeheer door de ontplooiing van een dienstencentrum personeelsadministratie bij de aanvrager, waardoor het toepassingsgebied waarvoor de aanvrager voor de bij het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem aangesloten entiteiten het Rijksregister kan aanwenden, momenteel niet meer actueel is. 13. Op 25 april 2014 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan een nota betreffende de implementatie van het gemeenschappelijk personeelssysteem (Vlimpers) waarin een traject van aansluiting (over een periode van 2014 tot 2020) wordt voorgesteld in hoofde van de diverse entiteiten behorend tot de Vlaamse beleidsdomeinen. Hierdoor wordt het gebruik van het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem uitgebreid van enkel entiteiten van ministeries (dit zijn de departementen, intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid en strategische adviesraden) naar andere Vlaamse entiteiten zoals intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, extern verzelfstandigde agentschappen volgens publiek en privaat recht, Eigen Vermogens, Vlaamse overheidsinstellingen sui generis, De Vlaamse Regering hechtte op 6 maart 2015 tevens haar principiële goedkeuring aan een conceptnota betreffende de uitwerking van een gemeenschappelijk dienstencentrum personeelsadministratie binnen het Agentschap Overheidspersoneel (de aanvrager) met het oog op een gemeenschappelijke dienstverlening inzake o.a. personeelsbeheer binnen de Vlaamse overheid. 14. Ingevolge artikel 4, 2, 7, van het besluit van de Vlaamse regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap Overheidspersoneel heeft de aanvrager o.m. tot taak om t.a.v. alle beleidsdomeinen de uitvoering van een gemeenschappelijk
Beraadslaging RR 79/2016-5/11 managementondersteunend dienstenaanbod te realiseren, inzonderheid door de coördinatie en het beheer van een gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem en een dienstencentrum personeelsadministratie. Dit betekent dat de aanvrager potentieel voor alle entiteiten behorend tot de onderscheiden Vlaamse beleidsdomeinen, zoals opgesomd in Hoofdstuk III van het besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, het personeelsbeheer op basis van een gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem kan voeren. 15. Op basis van de beslissingen van de Vlaamse regering van 25 april 2014 en 6 maart 2015 bezorgde de aanvrager een overzicht van de entiteiten behorend tot de Vlaamse beleidsdomeinen, waarvoor de aanvrager met het oog op hun personeelsbeheer op basis van het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem (Vlimpers) eveneens wenst te worden gemachtigd om toegang te hebben tot een aantal informatiegegevens van het Rijksregister en het Rijksregisternummer te gebruiken, daarbij diens machtiging ingevolge voormeld KB van 29 juni 1993, geactualiseerd bij beraadslaging RR nr. 04/2010 van 7 februari 2010, uitbreidend qua doelgroep en wel als volgt: vanaf heden: Agentschap Toerisme Vlaanderen, Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen, Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, Vlaamse Onderwijsraad, Vlaamse Regulator voor de Media, Vlaams Agentschap voor Ondernemingsvorming Syntra Vlaanderen, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Vlaamse Milieumaatschappij, Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt, Milieu- en Natuurraad Vlaanderen en Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed. vanaf 1 januari 2017: Vlaamse Belastingdienst, Departement Economie, Wetenschap en Innovatie, Agentschap Innoveren en Ondernemen, Agentschap Plantentuin Meise, Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie en Departement Werk en Sociale Economie. vanaf 1 januari 2018: Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Agentschap Jongerenwelzijn, Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap, Agentschap Sport Vlaanderen (voorheen BLOSO) 1, Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, Vlaamse Landmaatschappij, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Agentschap Wegen en Verkeer, Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, Waterwegen en Zeekanaal en De Scheepvaart. vanaf 1 januari 2020: Kind en Gezin. 16. Gelet op het voorgaande is het Comité van oordeel dat de door de aanvrager gevraagde uitbreiding van de doelgroep van entiteiten waarvoor de aanvrager het personeelsbeheer zal voeren op basis van het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem (Vlimpers) en waarvoor de aanvrager 1 Zie decreet van 4 december 2015 tot wijziging van diverse decreten, wat betreft de integratie van de beleidsondersteunende opdracht inzake sport in het agentschap Sport Vlaanderen, en tot wijziging van het Antidopingdecreet van 25 mei 2012.
Beraadslaging RR 79/2016-6/11 dus bijkomend toegang wenst tot informatiegegevens uit het Rijksregister, waarvan sprake in het KB van 29 juni 1993 en het Rijksregisternummer wenst te gebruiken, volgens voorgesteld schema en timing kan worden gemachtigd. 3. UITBREIDING WAT BETREFT DE INFORMATIEGEGEVENS VAN HET RIJKSREGISTER - PROPORTIONALITEITSONDERZOEK 17. De aanvrager wenst zijn actueel gemachtigde toegang tot het Rijksregister (informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1 tot en met 9 en tweede lid, WRR) ingevolge voormeld KB van 29 juni 1993, geactualiseerd bij beraadslaging RR nr. 04/2010, uit te breiden tot volgende informatiegegevens en hun wijzigingen: informatiegegeven inzake wettelijke samenwoning waarvan sprake in artikel 3, eerste lid, 13, WRR en informatiegegeven inzake de verblijfstoestand voor vreemdelingen waarvan sprake in artikel 3, eerste lid, 14, WRR. 18. Aangezien de aanvrager reeds over een machtiging beschikt om met het oog op personeelsbeheer van sommige Vlaamse entiteiten, aangesloten bij het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem, toegang te hebben tot bepaalde informatiegegevens uit het Rijksregister, kan het onderzoek van het Comité zich beperken tot het nagaan of de gegevens tot dewelke nu bijkomend toegang wordt gevraagd, proportioneel zijn in het licht van het doeleinde waarvoor de aanvrager reeds gemachtigd is (zie artikel 4, 1, 3, WVP). 3.1 Ten overstaan van de informatiegegevens van het Rijksregister 19. Toegang tot het informatiegegeven inzake wettelijke samenwoning waarvan sprake in artikel 3, eerste lid, 13, WRR moet de aanvrager toelaten op correcte wijze de van de wedden af te houden bedrijfsvoorheffing te berekenen. Immers, in toepassing van artikel 23, 1, 4, van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 en de artikelen 86 en 87 van het KB van 27 augustus 1993 is de aanvrager ertoe verplicht om de bedrijfsvoorheffing aan de bron af te houden op de wedden van zijn statutair en contractueel personeel. In bijlage III van dit besluit, gewijzigd bij KB van 15 december 2013, wordt de grondslag voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing vastgesteld, maar worden tevens de situaties omschreven die aanleiding geven tot een vermindering van de bedrijfsvoorheffing. In hoofdstuk I van deze bijlage wordt onder afdeling 2 de vermindering wegens gezinslasten behandeld en daarin wordt o.a. gewag gemaakt van gehuwden, wettelijk samenwonenden, kinderen ten laste.
Beraadslaging RR 79/2016-7/11 20. Toegang tot het informatiegegeven inzake de verblijfstoestand voor vreemdelingen waarvan sprake in artikel 3, eerste lid, 14, WRR laat de aanvrager toe informatie te verkrijgen met betrekking tot arbeidskaartgegevens. Immers, artikel 5 van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers bepaalt dat om arbeid te verrichten de buitenlandse werknemer vooraf een arbeidskaart moet hebben verkregen van de bevoegde overheid. 21. De aanvrager wenst tevens de eventuele wijzigingen van voormelde gegevens te ontvangen zodat hij steeds met de meest actuele gegevens van de betrokkene kan werken en aldus een accuraat en correct personeelsbeheer kan voeren. 22. Opdat de automatische mededeling van deze wijzigingen proportioneel zou verlopen, moet deze mededeling beperkt zijn tot de personen m.b.t. dewelke de aanvrager over een personeelsdossier beschikt. Dit vereist het werken met een verwijzingsrepertorium. De aanvrager geeft aan hiervoor beroep te zullen doen op de Vlaamse Dienstenintegrator. 23. Het Comité oordeelt, rekening houdend met de door de aanvrager verschafte toelichting, dat een toegang tot de gevraagde informatiegegevens, evenals de automatische mededeling van toekomstige wijzigingen aan deze gegevens, proportioneel, terzake dienend en niet overmatig zijn, gelet op het nagestreefde doeleinde (artikel 4, 1, 3), WVP). 3.2. Ten overstaan van de frequentie van de toegang en de duur van de machtiging 24. De aanvrager wenst een permanente toegang gelet op het feit dat personeelsbeheer een continu proces betreft waarbij voortdurend (nieuwe) personeelsdossiers moeten kunnen worden gecreëerd, bijgewerkt, opgevolgd, gecontroleerd,. Het Comité is dienvolgens van oordeel dat een permanente toegang gepast is (artikel 4, 1, 3, WVP). 25. Er wordt een machtiging voor onbepaalde duur gevraagd gelet op het feit dat de reglementaire opdracht van de aanvrager niet in de tijd is beperkt. In het licht hiervan is een machtiging van onbepaalde duur gepast (artikel 4, 1, 3, WVP) 3.3. Ten overstaan van de bewaartermijn 26. Aangezien de informatiegegevens inzake wettelijke samenwoning en inzake de verblijfstoestand voor vreemdelingen deel uitmaken van het personeelsdossier, wenst de aanvrager deze gegevens even lang te mogen bewaren als het personeelsdossier. Op basis van het personeelsdossier moet de aanvrager (die het personeelsbeheer voert ten behoeve van de werkgever) aan sociale en fiscale verplichtingen voldoen; zo moet aan een personeelslid dat
Beraadslaging RR 79/2016-8/11 in jaar X-1 uit dienst gaat, in jaar X nog een fiscale fiche worden bezorgd; een ander voorbeeld waarbij nog informatie uit het personeelsdossier van een ex-personeelslid moet worden gehaald is het versturen van de documenten m.b.t. de vakbondspremie. Gelet op het voorgaande wenst de aanvrager het personeelsdossier (en de daarin opgenomen rijksregistergegevens) operationeel te bewaren tot 2 jaar na het uit dienst treden van een personeelslid, waarna toepassing zal worden gemaakt van de bepalingen van het archiefdecreet van 9 juli 2010. 27. Het Comité stelt vast dat de aldus door aanvrager vooropgestelde bewaartermijn niet indruist tegen artikel 4, 1, 5, WVP. 3.4. Intern gebruik en/ of mededeling aan derden 28. De aanvrager meldt dat de gevraagde informatiegegevens uit het Rijksregister enkel intern zullen worden gebruikt. 29. Het Comité neemt er akte van. 3.5. Netwerkverbindingen 30. De aanvrager maakt geen melding van netwerkverbindingen. Het Comité neemt hiervan akte. 31. Het Comité vestigt er volledigheidshalve de aandacht op dat: indien er later netwerkverbindingen mochten tot stand komen, de aanvrager het Comité daarvan voorafgaandelijk op de hoogte moet brengen; het identificatienummer van het Rijksregister slechts gebruikt kan worden in relaties met derden voor zover het kadert in de doeleinden met het oog op dewelke zij eveneens gemachtigd werden om dit nummer te gebruiken. 4. INFORMATIEBEVEILIGING 4.1. Consulent inzake informatiebeveiliging 32. De identiteit van de consulent inzake informatiebeveiliging werd meegedeeld aan het Comité. Zij is in die hoedanigheid al bij het Comité gekend. 2 2 Zie beraadslaging RR nr. 21/2013 van 20 maart 2013.
Beraadslaging RR 79/2016-9/11 4.2. Informatiebeveiligingsbeleid 33. Uit de door de aanvrager meegedeelde stukken blijkt dat hij over een informatiebeveiligingsbeleid beschikt. 34. Uit de conformiteitsverklaring inzake het informatiebeveiligingssysteem dat door de aanvrager werd overgemaakt, blijkt dat niet aan alle beveiligingsaspecten is voldaan. Zo is momenteel nog geen lijst van gemachtigde personen opgemaakt (punt 9 van de conformiteitsverklaring); zulks kan volgens de aanvrager worden verwacht tegen begin 2017. Ook de logische beveiliging van toegang staat nog niet op punt (punt 10 van de conformiteitsverklaring). Er moet ook nog verder werk gemaakt worden van het urgentiebeheer van informatiebeveiligingsincidenten en de samenstelling van documentatie met betrekking tot de organisatie van de informatiebeveiliging (punten 13 en 14 van de conformiteitsverklaring). Punten 1 tot en met 11 van de conformiteitsverklaring zijn voor het Comité nochtans essentieel in het kader van een degelijk informatiebeveiligingssysteem. Tot zolang punten 9 en 10 (lijst van gemachtigde personen en logische beveiliging van toegang) van de conformiteitsverklaring niet zijn gerealiseerd en het Comité daarvan schriftelijke bevestiging heeft ontvangen bij wijze van een naar waarheid herwerkte conformiteitsverklaring-, kan geen effectieve toegang tot de gevraagde informatiegegevens worden toegekend. Er zal dan momenteel ook slechts een machtiging onder opschortende voorwaarde worden verleend, dewelke pas uitwerking zal krijgen op het ogenblik dat de aanvrager verklaart alle essentiële aspecten inzake informatiebeveiliging (punten 1 tot en met 11 van conformiteitsverklaring) te hebben gerealiseerd. 4.3. Lijst van de personen die het identificatienummer gebruiken 35. De aanvrager moet, zoals voorgeschreven door artikel 12 WRR, een lijst opstellen waarop de personen vermeld worden die toegang hebben tot het Rijksregister en het identificatienummer ervan gebruiken. Deze lijst zal voortdurend geactualiseerd en ter beschikking van het Comité gehouden worden. 36. De personen die op deze lijst worden opgenomen, moeten daarenboven een verklaring ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijke karakter van de informatiegegevens te bewaren. 37. Het Comité vereist daarenboven dat de aanvrager de noodzakelijke maatregelen zou nemen zodat elke raadpleging van het Rijksregister wordt geregistreerd (wie heeft toegang gehad tot wat, wanneer en waarom) en dat deze loggings worden bewaard gedurende 10 jaar.
Beraadslaging RR 79/2016-10/11 OM DEZE REDENEN, het Comité 1 breidt uit de bij KB van 29 juni 1993 en beraadslaging RR nr. 04/2010 verstrekte machtiging in die mate dat het Agentschap Overheidspersoneel voor het doeleinde van personeelsbeheer op basis van het gemeenschappelijk personeelsbeheerssysteem (Vlimpers) en onder de voorwaarden bepaald in voormeld KB van 29 juni 1993, geactualiseerd bij beraadslaging RR nr. 04/2010, evenals in onderhavige beraadslaging, voor onbepaalde duur: - eveneens een permanente toegang heeft tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 13 (wettelijke samenwoning) en 14 (verblijfstoestand voor vreemdelingen), evenals de geautomatiseerde mededeling van wijzigingen ervan; - en dit voor een als volgt uitgebreide doelgroep: o vanaf heden: Agentschap Toerisme Vlaanderen, Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen, Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, Vlaamse Onderwijsraad, Vlaamse Regulator voor de Media, Vlaams Agentschap voor Ondernemingsvorming Syntra Vlaanderen, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Vlaamse Milieumaatschappij, Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt, Milieu- en Natuurraad Vlaanderen en Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed o vanaf 1 januari 2017: Vlaamse Belastingdienst, Departement Economie, Wetenschap en Innovatie, Agentschap Innoveren en Ondernemen, Agentschap Plantentuin Meise, Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie en Departement Werk en Sociale Economie o vanaf 1 januari 2018: Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Agentschap Jongerenwelzijn, Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap, Agentschap Sport Vlaanderen (voorheen BLOSO) 3, Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, Vlaamse Landmaatschappij, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Agentschap Wegen en Verkeer, Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, Waterwegen en Zeekanaal en De Scheepvaart o vanaf 1 januari 2020: Kind en Gezin. 3 Zie decreet van 4 december 2015 tot wijziging van diverse decreten, wat betreft de integratie van de beleidsondersteunende opdracht inzake sport in het agentschap Sport Vlaanderen, en tot wijziging van het Antidopingdecreet van 25 mei 2012.
Beraadslaging RR 79/2016-11/11 De aldus uitgebreide machtiging zal evenwel slechts uitwerking krijgen wanneer het Comité op basis van verstrekte stukken en inlichtingen (inzonderheid de conformiteitsverklaring inzake het informatiebeveiligingssysteem) heeft vastgesteld dat de het Agentschap Overheidspersoneel over een degelijk informatiebeveiligingssysteem beschikt. 2 bepaalt dat indien op een later tijdstip een wijziging wordt aangebracht aan de organisatie van de informatiebeveiliging die een impact kan hebben op de antwoorden die met het veiligheidsformulier aan het Comité werden verstrekt (aanstelling van een consulent inzake informatiebeveiliging en antwoorden op de vragen m.b.t. de organisatie van de beveiliging), het Agentschap Overheidspersoneel een nieuwe vragenlijst i.v.m. de stand van de informatiebeveiliging naar waarheid moet invullen en aan het Comité bezorgen. Het Comité meldt de ontvangst ervan en behoudt het recht om daarop later eventueel te reageren; 3 bepaalt dat wanneer het Comité het Agentschap Overheidspersoneel een vragenlijst met betrekking tot de informatiebeveiligingsstatus toestuurt, deze laatste de lijst waarheidsgetrouw moet invullen en terugbezorgen aan het Comité. Het Comité zal de ontvangst bevestigen en behoudt zich het recht voor om, indien daartoe aanleiding bestaat, te reageren. De Wnd. Administrateur, De Voorzitter, (get.) An Machtens (get.) Mireille Salmon