Aan de leden van de gemeenteraad van Oss Rekenkamercommissie Raadhuislaan 2, Oss 042 68 59 48 06 338 4672 rekenkamer@oss.nl www.oss.nl/rekenkamer Postbus 5 5340 BA Oss Datum Behandeld door Doorkiesnummer 8-2-204 RKC/MtH/204-4 Maarten ter Hoeve 06 338 4672 Onderwerp Uw kenmerk bijlagen Evaluatie rekenkamercommissie Oss Geachte leden van de raad, De "Verordening rekenkamercommissie gemeente Oss 200" stelt dat de rekenkamercommissie zichzelf minimaal een half jaar voor het verstrijken van de benoemingstermijn evalueert. We hebben zodoende een zelfevaluatie uitgevoerd, waarin we terugkijken op de huidige rekenkamerperiode vanaf juli 200 tot en met heden. Hoewel een zelfevaluatie waardevol is, is een evaluatie door een externe partij per definitie onafhankelijker. Voor de rekenkamercommissie Oss is dat in 2009 voor het laatst gebeurd. Om nu toch een breder blikveld te krijgen dan alleen een zelfevaluatie, hebben we een enquête over het functioneren van de rekenkamercommissie verspreid onder de gemeenteraad, de griffie, het college van B&W en betrokkenen binnen de ambtelijke organisatie. Middels deze brief doen wij u verslag van onze zelfevaluatie. Achtereenvolgens komen aan de orde: de samenstelling en het functioneren van de rekenkamercommissie, de hoogte van het budget en van de vergoedingen, het onderzoeksproces, de onderzoeksproductie en als laatste de communicatie met de gemeenteraad. We sluiten af met enkele aandachtspunten voor de besluitvorming in de gemeenteraad over de toekomst van de rekenkamercommissie. In de bijlage staan de uitkomsten van de enquêtes.. Samenstelling en functioneren rekenkamercommissie De rekenkamercommissie Oss heeft drie externe leden. Op dit moment zijn dat Theo van Mullekom (voorzitter, benoemd op juli 200), Ger Müskens (lid, benoemd op juli 200) en Frank Bongers (lid, benoemd op 29 maart 202). De benoeming van deze leden liep tot en met 30 juni 204. Met Verordening rekenkamercommissie gemeente Oss 200, artikel 2.
2 RKC/MtH/204-4 het oog op de verkiezingen en de gemeentelijke herindeling per januari 205, heeft de gemeenteraad de benoemingstermijn verlengd met een jaar. Tussentijds is Angelique Hubens afgetreden (lid van juli 200 tot juli 20). De rekenkamercommissie wordt in haar werkzaamheden ondersteund door een vaste secretaris/onderzoeker. Tot januari 203 was dat Monica Vegter. Daarna zijn deze werkzaamheden overgenomen door Maarten ter Hoeve. De samenstelling was in deze rekenkamertermijn voor het eerst volledig extern. Dit hebben we als positief ervaren. Een externe rekenkamercommissie is in de basis onafhankelijker dan een gemengde of interne commissie (ook met raadsleden, respectievelijk uitsluitend met raadsleden). Bij onze activiteiten hebben we in onze beleving steeds oog gehad voor de politieke context, maar we hebben ons daardoor niet laten sturen. Dat zou ook niet passend zijn voor een rekenkamercommissie. Wel concluderen we dat de huidige rekenkamercommissie op grotere afstand staat van de gemeenteraad, wat om een inspanning vraagt om voeling te houden met wat er speelt in de gemeente(-raad). We ervaren de huidige bezetting als goed. Er is gemeenschappelijkheid in de visie op het instrument rekenkamercommissie en op hoe we onze rol dienen in te vullen, wat de effectiviteit van het handelen vergroot. Bovendien zijn de externe leden complementair; zowel qua ervaring, als in expertises. De samenwerking tussen de leden verloopt constructief en gemaakte afspraken worden goed opgevolgd. Vraagstukken die de rekenkamercommissie betreffen, worden in alle openheid besproken en de commissie zoekt altijd naar consensus. de afgelopen jaren dan ook een evenwichtige commissie gebleken, zo is onze beleving. De rekenkamercommissie heeft in de huidige periode tussen de 8 en 0 keer per jaar vergaderd. Deze frequentie is goed. Naast de reguliere overleggen worden veel zaken via de e-mail adequaat en snel afgehandeld. De werklast verbonden aan de rekenkamercommissie hebben de leden als goed werkbaar ervaren. De rekenkamercommissie constateert daarbij dat het belangrijk is om een vaste secretaris/onderzoeker te hebben. Het neemt veel werklast weg bij de rekenkamerleden, zorgt daarmee voor continuïteit en het geeft de rekenkamercommissie een vast aanspreekpunt in het gemeentehuis. 2. Hoogte budget Elk jaar heeft de rekenkamercommissie in haar jaarverslag een financiële verantwoording opgenomen. Op basis van deze jaarcijfers concluderen we dat het toegewezen budget nooit is overschreden en dat het budget voor het overgrote deel is aangewend voor het feitelijk doen van onderzoek. 2 Wel constateren we dat het budget de afgelopen jaren steeds verder is teruggelopen. In 205 zal het budget nog verder teruglopen naar 29.42. 3 Deze verlaging zal duidelijk zichtbaar gaan worden. Met dit budget wordt maximaal één onderzoek per jaar haalbaar. 2 3 Voor details: zie jaarverslagen rekenkamercommissie Oss 200 t/m 203. Programmabegroting gemeente Oss 205-208, p. 4.
3 RKC/MtH/204-4 3. Hoogte vergoeding voorzitter en leden Krachtens de Verordening krijgen de voorzitter en de leden een vergadervergoeding van 50 en een uurvergoeding van 50 voor onderzoekswerkzaamheden. De hoogte van deze vergoedingen is aan de gemeenteraad. De vergoedingen zijn sinds de start van de rekenkamercommissie Oss in 2004 niet geïndexeerd. 4. Onderzoeksproces We hebben de gemeenteraad de afgelopen jaren steeds betrokken bij de onderwerpkeuze en het formuleren van onderzoeksvragen. We hebben enkele keren fracties bezocht, maar de betrokkenheid verliep meestal via de e-mail. Hiermee wisten we alle fracties te bereiken, maar we ervaren e- mail toch als een minder rijk communicatiemiddel dan een gesprek met (een vertegenwoordiging van) de fracties. Het accent in de communicatie lag veelal op het onderzoeksonderwerp. De onderzoeken zijn uitgevoerd door externe onderzoeksbureaus 4, maar steeds in nauwe samenwerking met de rekenkamercommissie. Deze nauwe samenwerking heeft ervoor gezorgd dat eventuele knelpunten tijdens het onderzoek snel besproken zijn en pragmatisch zijn opgelost. De rekenkamercommissie werkt met een vaste secretaris/onderzoeker, wat de lijnen met de externe onderzoekers kort houdt. De relatie met de ambtelijke organisatie ervaren we als constructief. De communicatie verloopt prettig en de medewerking aan onze onderzoeken is doorgaans goed. Hetzelfde geldt voor de relatie met de griffie. Ook hier zijn de lijnen kort; niet in de laatste plaats doordat de secretaris/onderzoeker van de rekenkamercommissie op de griffie terecht kan voor een werkplek. Ook de relatie met het college van B&W ervaren wij als goed. Een aandachtspunt voor de rekenkamercommissie is de lange doorlooptijd van onderzoeken. We stellen kwaliteit echter boven snelheid en die keuze leidt soms tot vertraging. De fase waar in de ogen van de rekenkamercommissie winst is te behalen, is die van conclusies en aanbevelingen. Het vertalen van conclusies naar sprekende en goed toepasbare aanbevelingen blijft een uitdaging. Doorgaans vinden de aanbevelingen die door de gemeenteraad worden overgenomen wel hun weg in de ambtelijke organisatie, maar we hebben de indruk dat we de aanbevelingen nog beter kunnen laten aansluiten op de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraad. Enkele keren hebben we samenwerking gezocht met andere rekenkamercommissies in Noord- Brabant. Deze regionale initiatieven leverden goede overleggen op, maar het heeft vooralsnog niet geleid tot gezamenlijke onderzoeken. 4 Uitgezonderd het onderzoek naar de programmabegroting, dat we in eigen beheer hebben gedaan.
4 RKC/MtH/204-4 5. Onderzoeksproductie In de periode van 200 tot en met 204 hebben we de volgende onderzoeken opgeleverd: onderzoek programmabegroting (juni 20); onderzoek Wmo (oktober 20); onderzoek stadscentrum (september 202); onderzoek onderwijshuisvesting (augustus 203); onderzoek grondbeleid (december 203); onderzoek voorzieningen in kernen en wijken (oktober 204); evaluatie rekenkamercommissie (december 204). In de huidige zittingstermijn (tot en met 30 juni 205) wordt nog een onderzoek naar het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid opgeleverd. In de huidige termijn zijn er jaarlijks één of twee onderzoeken opgeleverd, wat reëel is gegeven het budget. tevreden over de productie en kwaliteit van de rapporten, al had de productie volgens ons meer divers kunnen zijn. Dit geldt vooral voor de onderzoeksvorm. Naast de meer reguliere onderzoeksrapporten zoals we die de afgelopen jaren hebben opgeleverd, denken we bijvoorbeeld ook aan kortlopende onderzoeken of verkenningen, andersoortige methoden van onderzoek of andersoortige presentaties van bevindingen (bijvoorbeeld het werken met factsheets). 6. Communicatie met de gemeenteraad Naast de opgeleverde onderzoeksrapporten heeft de rekenkamercommissie op diverse andere wijzen contact onderhouden met de gemeenteraad: de jaarlijkse onderzoeksprogramma's, de onderzoeksopzetten per onderzoek, jaarverslagen, de website van de rekenkamercommissie (www.oss.nl/rekenkamer), diverse bezoeken aan gemeenteraadsfracties, bezoek fractievoorzittersoverleg, informatiemarkt nieuwe gemeenteraad, podiumbijeenkomsten (Wmo-onderzoek). De rekenkamercommissie constateert daarmee dat de informatiestroom naar de gemeenteraad conform de verordening is geweest. De rekenkamercommissie zoekt tegelijkertijd naar nieuwe of andere vormen van communicatie, om de gemeenteraad en de buitenwereld (inwoners, maatschappelijke organisaties, verenigingen, bedrijven) nog beter te bereiken. 7. Aandachtspunten voor de nieuwe rekenkamerperiode De benoemingstermijn van de zittende leden loopt af op juli 205. De rekenkamercommissie wil vanuit de ervaringen van de afgelopen vier jaar, zoals bovenstaand beschreven, de gemeenteraad de volgende aandachtspunten meegeven bij de afwegingen over de vorm en samenstelling van de nieuwe rekenkamercommissie: Behoud het model van een externe rekenkamercommissie. Een externe rekenkamercommissie is in onze ogen eerst en vooral onafhankelijker dan een gemengde of interne commissie.
5 RKC/MtH/204-4 Daarnaast is een externe rekenkamercommissie kleiner, compacter en slagvaardiger dan andere modellen. Zorg voor een evenwichtige samenstelling van de rekenkamercommissie. Het is belangrijk dat de leden van de rekenkamercommissie complementair zijn qua kennis en expertises en dat er tussen de leden gemeenschappelijkheid is wat betreft een rekenkamercommissie en het functioneren ervan. Zorg dat de rekenkamercommissie minimaal twee keer per jaar, bij voorkeur face-to-face, contact heeft met de gemeenteraad(-sleden). Natuurlijke momenten zijn dan om in september/oktober een bezoek te brengen aan de fractievergaderingen om te spreken over het onderzoeksprogramma voor het jaar erop en om in het voorjaar aan te schuiven bij het fractievoorzittersoverleg om in die bredere setting van gedachten te wisselen over het instrument rekenkamercommissie en de lopende onderzoeksactiviteiten. Behoud vooralsnog een lokale rekenkamercommissie specifiek voor de gemeente Oss. Desgewenst kunnen de komende jaren mogelijkheden voor regionale samenwerking of zelfs een regionale rekenkamer worden verkend. Dat vergroot de slagkracht van de rekenkamercommissie. Tegelijkertijd kan het dan lastiger worden om het Osse geluid door te laten klinken. Stel een budget vast dat past bij het door de gemeenteraad gewenste ambitieniveau voor de rekenkamercommissie als instrument voor de raad. Met vriendelijke groet, Mede namens de rekenkamercommissieleden Frank Bongers en Ger Müskens, Theo van Mullekom Maarten ter Hoeve (Voorzitter rekenkamercommissie Oss) (Secretaris/onderzoeker rekenkamercommissie Oss ) Bijlage: Resultaten enquête onder raadsleden, college van B&W en ambtelijke organisatie
6 RKC/MtH/204-4 Bijlage: Enquêteresultaten De rekenkamercommissie heeft naast een zelfevaluatie de mening van andere betrokkenen gepeild middels een webenquête. Hieronder treft u de uitkomsten van deze enquête aan. De rekenkamercommissie presenteert deze uitkomsten in zogeheten rechte tellingen, omdat het niet aan de rekenkamercommissie zelf is om er conclusies aan te verbinden. Er zijn in oktober 204 drie verschillende enquêtes verspreid: raadsleden (gemeenteraad van januari 20 december 204): ingevuld door 2 raadsleden; college van B&W: ingevuld door 2 personen; Het Centraal Managementteam en per onderzoek (periode van 200 204) de meest betrokken beleidsmedewerker(s): ingevuld door personen.
7 RKC/MtH/204-4 Enquêteresultaten gemeenteraad In hoeverre vindt u als raadslid de door de rekenkamercommissie gekozen onderzoeksonderwerpen relevant? Relevant Niet relevant Geen antwoord Totaal Onderzoek programmabegroting (juni 20) 8 3 2 Onderzoek Wmo (oktober 20) 0 2 Onderzoek stadscentrum (september 202) 6 5 2 Onderzoek onderwijshuisvesting (augustus 203) 0 2 Onderzoek grondbeleid (december 203) 0 2 Onderzoek voorzieningen in kernen en wijken (oktober 204) 0 2 In welke mate bent u als raadslid betrokken bij de keuze van onderzoeksonderwerpen van de rekenkamercommissie? Veel 0 Voldoende 5 Weinig 6 Onvoldoende Geen antwoord 0 Totaal 2 In hoeverre heeft u als raadslid de mogelijkheid om input te geven bij de formulering van onderzoeksvragen van de rekenkamercommissie? Veel 0 Voldoende 4 Weinig 8 Onvoldoende 0 Geen antwoord 0 Totaal 2
8 RKC/MtH/204-4 In welke mate heeft u als raadslid daadwerkelijk input gegeven aan de rekenkamercommissie bij de formulering van onderzoeksvragen? Veel 2 Weinig 8 Niet 2 Geen antwoord 0 Totaal 2 In hoeverre bent u het eens met de onderstaande stellingen over de onderzoeksrapporten van de rekenkamercommissie? eens Eens Neutraal Oneens oneens Geen antwoord Totaal De onderzoeksvragen zijn duidelijk geformuleerd De aanpak van het onderzoek is goed beschreven hebben een heldere structuur zijn goed leesbaar hebben duidelijke conclusies hebben relevante conclusies hebben duidelijke aanbevelingen hebben relevante aanbevelingen De aanbevelingen zijn uitvoerbaar 7 4 0 0 0 2 3 7 2 0 0 0 2 9 2 0 0 0 2 4 7 0 0 0 2 7 3 0 0 2 0 5 7 0 0 0 2 8 3 0 0 0 2 0 7 5 0 0 0 2 0 7 4 0 0 2
9 RKC/MtH/204-4 Welke percentage van de door de gemeenteraad overgenomen aanbevelingen uit rekenkamerrapporten wordt voor uw gevoel in de praktijk doorgevoerd door het college van B&W? 0-20% 0 2-40% 3 4-60% 6-80% 2 8-00% Geen zicht op 5 Geen antwoord 0 Totaal 2 De rekenkamercommissie communiceert via verschillende kanalen. In hoeverre benut de rekenkamercommissie naar uw mening de onderstaande kanalen? Goed Voldoende Matig Slecht Geen antwoord Totaal De jaarlijkse onderzoeksprogramma's 2 5 2 0 3 2 De onderzoeksopzetten per onderzoek 5 3 0 3 2 De mate waarin u als raadslid betrokken wordt tijdens de uitvoering van het onderzoek (interview/groepsgesprek) De informatie van de rekenkamercommissie tijdens de uitvoering van een onderzoek 0 4 6 2 0 3 7 2 De verspreiding van onderzoeksrapporten 2 8 0 2 De presentatie/toelichting van onderzoeksrapporten voor de gemeenteraad 2 8 0 2 Jaarverslagen 8 0 2 2 De website van de rekenkamercommissie (www.oss.nl/rekenkamer) 0 8 2 0 2 2 De rekenkamercommissie publiceert per jaar of 2 onderzoeken. Vindt u dit aantal: Te veel 0 Goed Te weinig Geen antwoord 0 Totaal 2 Wat vindt
0 RKC/MtH/204-4 u van de positie van rekenkamercommissie ten opzichte van bestuur en organisatie? Kunt u de volgende zaken beoordelen: eens Eens Neutraal Oneens oneens Geen antwoord Totaal onafhankelijk van de gemeenteraad onafhankelijk van het college van B&W onafhankelijk van de ambtelijke organisatie zichtbaar 0 0 0 0 2 8 2 0 0 2 9 2 0 0 0 2 0 4 7 0 0 2 In welke mate heeft de rekenkamercommissie voldaan aan de opdracht in de verordening (artikel 2, lid 2)? Goed Voldoende 7 Matig 2 Slecht 0 Geen antwoord 2 Totaal 2 In hoeverre bent u het eens met de stelling: het werk van de rekenkamercommissie leidt tot een verbetering van de werking van de gemeente Oss. eens 0 Eens 7 Neutraal 4 Oneens 0 oneens 0 Geen antwoord Totaal 2
RKC/MtH/204-4 In hoeverre bent u het eens met de stelling: de bijdrage van de rekenkamercommissie aan de controlerende functie van de gemeenteraad is voldoende onderscheidend van andere bijdragen (bijvoorbeeld die van de accountant). eens 2 Eens 6 Neutraal 2 Oneens oneens 0 Geen antwoord Totaal 2 In hoeverre bent u tevreden over de samenstelling van de rekenkamercommissie met een externe voorzitter en twee externe leden? Zeer tevreden 3 Tevreden 7 Neutraal Ontevreden 0 Zeer ontevreden 0 Geen antwoord Totaal 2 Wat is het eerste dat bij u opkomt bij de vraag wat er zeker behouden dient te blijven voor de rekenkamercommissie in de volgende termijn vanaf juli 205?? Actualiteit moet aangescherpt worden Budget en opdracht De huidige samenstelling en werkwijze dienen behouden te blijven De onafhankelijkheid door deze samenstelling van de leden De toegevoegde waarde van a 2 onderzoeken per jaar Een onafhankelijke commissie die de gemeenteraad versterkt door onderzoek te doen over actuele thema's Geen idee Het onafhankelijke instrument van de raad Nut en noodzaak wat mij betreft twijfelgeval Onafhankelijkheid
2 RKC/MtH/204-4 Voldoende ruimte en financiën om onderzoek te doen Totaal 2 Wat is het eerste dat bij u opkomt bij de vraag wat er anders zou moeten ten aanzien van de rekenkamercommissie in de volgende termijn vanaf juli 205?? Actualiteit met reflectie op de toekomst; toegevoegde waarde van een onderzoek moet beter in beeld gebracht worden Geen idee Geen verandering Geen veranderingen Gemeenteraad actiever informeren Meer interactie met de raad bij het onderzoek Meer onderzoeken en zicht op de aanbevelingen dat ze overgenomen worden Meer vooraf praten over de inhoudelijke onderwerpen en de urgentie daarvan Niets Niet van toepassing Veel meer gericht op advisering ter ondersteuning van controlerende taak gemeenteraad Totaal 2
3 RKC/MtH/204-4 Enquêteresultaten college van B&W Bij hoeveel onderzoeken van de rekenkamercommissie Oss bent u in de huidige zittingstermijn ( juli 200 juli 205) betrokken geweest? 3 Totaal 2 In hoeverre bent u het eens met de onderstaande stellingen over de onderzoeksrapporten van de rekenkamercommissie? eens Eens Neutraal Oneens oneens Geen antwoord Totaal De onderzoeksvragen zijn duidelijk geformuleerd De aanpak van het onderzoek is goed beschreven hebben een heldere structuur zijn goed leesbaar hebben duidelijke conclusies hebben relevante conclusies hebben duidelijke aanbevelingen hebben relevante aanbevelingen De aanbevelingen zijn uitvoerbaar 0 0 0 0 2 0 0 0 0 2 0 0 2 0 0 0 2 0 2 0 0 0 0 2 0 0 0 0 2 0 0 0 0 2 0 0 2 0 0 0 2 0 0 0 0 2 0 0 0 0 2
4 RKC/MtH/204-4 Welke percentage van de door de gemeenteraad overgenomen aanbevelingen uit rekenkamerrapporten wordt voor uw gevoel in de praktijk doorgevoerd door het college van B&W? 0-20% 0 2-40% 0 4-60% 0 6-80% 0 8-00% 0 Geen zicht op 0 Geen antwoord 2 Totaal 2 De rekenkamercommissie publiceert per jaar of 2 onderzoeken. Vindt u dit aantal: Te veel Goed Te weinig 0 Geen antwoord 0 Totaal 2 Wat vindt u van de positie van rekenkamercommissie ten opzichte van bestuur en organisatie? eens Eens Neutraal Oneens oneens Geen antwoord Totaal onafhankelijk van de gemeenteraad onafhankelijk van het college van B&W onafhankelijk van de ambtelijke organisatie zichtbaar 0 2 0 0 0 0 2 0 2 0 0 0 0 2 0 2 0 0 0 0 2 0 0 0 0 2
5 RKC/MtH/204-4 In hoeverre bent u het eens met de stelling: de bijdrage van de rekenkamercommissie aan de controlerende functie van de gemeenteraad is voldoende onderscheidend van andere bijdragen (bijvoorbeeld die van de accountant). eens 0 Eens 0 Neutraal Oneens oneens 0 Geen antwoord 0 Totaal 2 Wat is het eerste dat bij u opkomt bij de vraag wat er zeker behouden dient te blijven voor de rekenkamercommissie in de volgende termijn vanaf juli 205? Communicatie Dat is aan de Raad Totaal 2 Wat is het eerste dat bij u opkomt bij de vraag wat er anders zou moeten ten aanzien van de rekenkamercommissie in de volgende termijn vanaf juli 205? Communicatie De rekenkamer baseert zich nog te veel op Meten is Weten en een top down verantwoordelijkheid voor de uitvoering. De samenleving is complex en de uitkomsten van interventies zijn steeds minder voorspelbaar. Dit vraagt een andere onderzoeksmethodiek. Totaal 2
6 RKC/MtH/204-4 Enquêteresultaten ambtelijke organisatie Bij hoeveel onderzoeken van de rekenkamercommissie Oss bent u in de huidige zittingstermijn ( juli 200 juli 205) betrokken geweest? 8 2 3 6 Totaal In hoeverre bent u het eens met de onderstaande stellingen over de onderzoeksrapporten van de rekenkamercommissie? eens Eens Neutraal Oneens oneens Geen antwoord Totaal De onderzoeksvragen zijn duidelijk geformuleerd De aanpak van het onderzoek is goed beschreven hebben een heldere structuur zijn goed leesbaar hebben duidelijke conclusies hebben relevante conclusies hebben duidelijke aanbevelingen hebben relevante aanbevelingen De aanbevelingen zijn uitvoerbaar 9 0 0 0 2 8 0 0 0 0 8 0 0 7 4 0 0 0 0 6 4 0 0 0 4 5 2 0 0 0 5 6 0 0 0 0 4 5 2 0 0 0 4 7 0 0 0
7 RKC/MtH/204-4 Hoe verwerkt de rekenkamercommissie naar uw mening het ambtelijk wederhoor? Goed 6 Voldoende 3 Matig 2 Slecht 0 Geen antwoord 0 Totaal Welk percentage van de door de gemeenteraad overgenomen aanbevelingen uit rekenkamerrapporten wordt voor uw gevoel in de praktijk doorgevoerd door het college van B&W? 0-20% 3 2-40% 4-60% 2 6-80% 8-00% 0 Geen zicht op 3 Geen antwoord Totaal De rekenkamercommissie publiceert per jaar of 2 onderzoeken. Vindt u dit aantal: Te veel Goed 5 Te weinig Geen antwoord 4 Totaal
8 RKC/MtH/204-4 Wat vindt u van de positie van rekenkamercommissie ten opzichte van bestuur en organisatie? eens Eens Neutraal Oneens oneens Geen antwoord Totaal onafhankelijk van de gemeenteraad onafhankelijk van het college van B&W onafhankelijk van de ambtelijke organisatie zichtbaar 0 6 2 2 0 2 7 0 0 2 7 0 0 5 0 3 De onderzoeken van de rekenkamercommissie hebben een toegevoegde waarde voor de gemeentelijke organisatie. eens 0 Eens 3 Neutraal 5 Oneens 2 oneens Geen antwoord 0 Totaal In hoeverre bent u het eens met de stelling: Het werk van de rekenkamercommissie leidt tot een verbetering van de werking van de gemeente Oss. eens 0 Eens 0 Neutraal 7 Oneens 2 oneens Geen antwoord Totaal
9 RKC/MtH/204-4 In hoeverre bent u het eens met de stelling: de bijdrage van de rekenkamercommissie aan de controlerende functie van de gemeenteraad is voldoende onderscheidend van andere bijdragen (bijvoorbeeld die van de accountant). eens 0 Eens 6 Neutraal 3 Oneens oneens 0 Geen antwoord Totaal Wat is het eerste dat bij u opkomt bij de vraag wat er zeker behouden dient te blijven voor de rekenkamercommissie in de volgende termijn vanaf juli 205? De functie an sich zeker behouden; meer regionaal organiseren zodat je beter kunt vergelijken; meer toespitsen op echte vragen, waar raad en organisatie mee worstelen. De functie is belangrijk. Ik zou nadrukkelijk zoeken naar innovatie in de instrumenten die je als rekenkamercommissie gebruikt. Dialoog, de manier waarop de gesprekken werden gevoerd: geïnteresseerd. Een rekenkamer die faciliteert en de krachten van raad, college en ambtenaren versterkt, in plaats van een rekenkamer die controleert op basis van de klassieke rolverdeling. Meer de vraag achter de vraag ophalen, meer open blik. Geen mening Niet van toepassing Onafhankelijk positie en positief kritisch tegendenken Onafhankelijke positie, en transparantie in onderzoeksmethode Relevant onafhankelijk onderzoek verrichten en dat de gedragen aanbevelingen daadwerkelijk in de praktijk worden gerealiseerd. Zie eerdere antwoorden Totaal
20 RKC/MtH/204-4 Wat is het eerste dat bij u opkomt bij de vraag wat er anders zou moeten ten aanzien van de rekenkamercommissie in de volgende termijn vanaf juli 205? Geen antwoord Bepalen van relevantie van de onderzoeken en de invalshoeken Follow up van aanbevelingen; wat is er met de aanbevelingen gedaan Geen mening Meer instrumentarium ontwikkelen en gebruiken, naast onderzoek. Ook brieven, ook bijvoorbeeld lexicon voor raadsleden, et cetera. Meer diepgang en concrete onderzoeken waar ambtelijke organisatie ook echt iets aan heeft. Meer samen de praktijk in gaan, op zoek naar de maatschappelijke effecten Meer zichtbaarheid en laten zien wat toegevoegde waarde is, ook voor mensen die niet direct betrokken zijn bij de onderzoeken Nog betere antenne voor relevante onderwerpen Zie eerdere antwoord Zie eerdere antwoorden Zie vorige Totaal