Opdrachtbrief voor het mandaat van korpschef van de politiezone Vlaamse Ardennen Politieraad 11-10- 2011 Joost Duhamel
VOORWOORD Deze opdrachtbrief geldt voor mijn mandaat als korpschef van de politiezone Vlaamse Ardennen van 1 september 2010 tot 31 augustus 2015. De wetgever legt de mandaathouder uitdrukkelijk op om voorafgaandelijk de doelstellingen vast te leggen en hierover te rapporteren. Dit document is een verbintenis met mijn overheden over de doelstellingen die ik wens te realiseren met de ter beschikking gestelde middelen. 1. UITGANGSPUNTEN 1.1 Wettelijke bepalingen Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP); Wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten (EXODUS); KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (MAMMOET of RPPOL); MB van 11 januari 2006 tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van een korpschef; MO CP1 van 27 mei 2003 betreffende Community Policing, definitie van de Belgische interpretatie van toepassing op de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus; MO CP 2 van 3 november 2004 betreffende het bevorderen van de organisatieontwikkeling van de lokale politie met als finaliteit een gemeenschapsgerichte politiezorg; MO CP 3 van 29 maart 2011 betreffende organisatiebeheersing in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus; Visietekst naar een excellente politiezorg Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012. 1.2 Cultureel referentiekader Over het cultureel referentiekader kan niet de minste twijfel bestaan. Artikel 1 van de wet op het politieambt geeft de krachtlijnen weer van ons politieoptreden. De gezagsafhankelijkheid van de bevoegde overheden staat hierbij centraal, evenals de bescherming van de individuele rechten en vrijheden, alsook de bijdrage tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij. De geïntegreerde politie beschikt met haar visietekst naar een excellente politiezorg over een duidelijke kijk op de rol van de politie in de maatschappij. De tekst is evenwel niet eenvoudig om te begrijpen en dit maakt het moeilijk in de communicatie, zowel intern als extern. Nochtans benadert de visietekst het politiewerk in al zijn facetten en zal hij vanuit zijn eigen dynamiek gedurende verschillende jaren van toepassing blijven. Uit mijn contacten die ik had met buitenlandse politiediensten, moet ik vaststellen dat weinig landen over een dergelijke coherente visietekst beschikken. De CP1, 2 en 3 sluiten hier naadloos bij aan. 2
1.3 De interne en externe verwachtingen Bij mijn aantreden heb ik ruimschoots de tijd genomen om mij te informeren over de werking van het korps en de verwachtingen van de bevolking, de overheden, de partners en de medewerkers. De consultatieronde gebeurde tijdens talrijke formele en informele contactmomenten. Er werd eveneens een uitgebreide SWOT-analyse uitgevoerd. Met de resultaten van deze consultaties maakte ik een eerste visietekst ( Bakens voor de toekomst ) die zal dienen om een organisatiemodel uit te bouwen dat beantwoordt aan de vooropgestelde doelstellingen. Deze tekst werd afgetoetst op een BasisOverlegComité van 25 maart 2011 en op de politieraad van 19 april 2011 en werd gebruikt als basis voor deze opdrachtbrief. Uit één en ander blijkt overigens dat de dienstverlening voldoet aan de verwachtingen van de bevolking. Het partnerschap is zeer sterk uitgebouwd, in het bijzonder in de domeinen die gerelateerd zijn aan de slachtofferbejegening. 2. DOELSTELLINGEN 2.1 Uitbouwen van een organisatiemodel dat beantwoordt aan de volgende uitgangspunten: A. Er is een heldere commandostructuur waarbij de taken en verantwoordelijkheden voor iedereen duidelijk zijn. Toelichting: er is nood aan een organisatiestructuur waarbij het voor iedereen duidelijk is welke rol hij of zij in dit verhaal heeft en dit in het bijzonder gerelateerd aan ieders verantwoordelijkheid. Dit dient overigens in overeenstemming te zijn met de CP3 waarin lijnmanagement gekoppeld is aan verantwoordingsplicht. We vertrekken hierbij van het soort processen: primaire, ondersteunende en sturende processen. Gemakshalve noemen we dit DOEN, STEUNEN en STUREN. Primaire processen resulteren steeds in een rechtstreeks contactmoment met de klanten. Ondersteunende processen creëren de ideale omstandigheden om in te kunnen werken: goed opgeleide, goed uitgeruste en gemotiveerde medewerkers. Sturende processen bewaken de vooropgestelde doelstellingen en geven de signalen om bij te sturen indien nodig. Concreet worden er drie directies opgericht: directie operaties, directie personeel en logistiek en de directie Q (beleid, Q-Ctl, intern toezicht). We verlaten hierbij maximaal de bestaande indeling van de basisfunctionaliteiten en dit om beter tegemoet te komen aan de gerechtvaardigde verwachtingen van de burger. Immers, een te enge benadering van de basisfunctionaliteiten resulteert in een aantal op zichzelf bestaande entiteiten waartussen verzuiling ontstaat met gebrekkige onderlinge communicatie. B. Sterkere integratie tussen de operationele diensten. Toelichting: in aansluiting bij voorgaande uitgangspunt beogen we hier eveneens een maximale integratie tussen de basisfunctionaliteiten. We vertrekken hierbij vanuit een gebiedsgebonden benadering. De inzet van polyvalente medewerkers in de buitenwijken verhoogt hun betrokkenheid; er is voldoende informatie-uitwisseling per geografische entiteit. 3
Hierdoor verhoogt de zichtbaarheid en aanspreekbaarheid en draagt dit substantieel bij tot een verbeterde gemeenschapsgerichte politiezorg. Het nadeel is evenwel een lagere efficiëntie bij de organisatie van de bovenlokale opdrachten en bij de uitvoering van bepaalde zonale prioriteiten. Het is op dit moment een illusie om te verwachten dat iedere polyvalente medewerker even kwaliteitsvol de taken kan verrichten van de wijkagent en vice versa. Het is evenwel de bedoeling om de grenzen van deze polyvalentie op te zoeken. C. Uitdiepen van bepaalde functionaliteiten of activiteiten Als uitgangspunt streven we een maximale polyvalentie na. In deze steeds complexer wordende maatschappij vereisen bepaalde activiteiten een grotere expertise, zowel naar opleiding als naar effectieve uitvoering. Het is belangrijk hierbij keuzes te maken en hier capaciteit te voorzien. Ik denk hierbij ondermeer aan de oprichting van een verkeerscel, gereserveerde capaciteit voor milieuzaken, preventie, geweldsbeheersing, wapendeskundige en openbare orde (hycap). 2.2 De uitvoering van het bestaande ZVP 2009-2012; het voorbereiden en uitvoeren van een nieuw ZVP 2013-2016. Toelichting: in het huidige ZVP zijn er drie strategische doelstellingen weerhouden, nl streven naar excellente politiezorg middels concrete projecten, Bijdragen aan een betere verkeerszorg en tenslotte Drugs- en alcoholgebruik bij jongeren tijdens het uitgangsleven. Het is mijn bedoeling om deze doelstellingen concreet gestalte te geven ondermeer door actieplannen uit te werken inzake verkeer, het opstarten van het traject GGPZ (gemeenschapsgerichte politiezorg d.i. filosofie van ons optreden, coachende leiderschapsstijl, ) en het voorstellen van aanbevelingen om te komen tot een uniform fuifbeleid in onze zone. Ik zal tevens een nieuw ZVP voorbereiden dat beantwoordt aan de verwachtingen van de verschillende belanghebbenden. 2.3 Wij willen t.a.v. de bevolking, de overheden, onze partners, de geïntegreerde politie een betrouwbare partner zijn. Ons leidmotief hierbij is professionaliteit, integriteit, transparantie, respect en goed voorkomen. Toelichting: ik wil dat ons korps een vooraanstaande rol speelt in het arrondissement Oudenaarde, waarbij onze medewerkers fier zijn om tot dit korps te behoren. 2.4 Wij streven een ketengerichte benadering na, in het bijzonder met onze geprivilegieerde partners, de gemeentelijke en de gerechtelijke administraties. Toelichting: beide administraties leveren diensten aan de burger, waarbij de politie één of andere rol speelt. Het is daarom van groot belang dat de samenwerking optimaal verloopt en dat de processen op elkaar afgestemd worden. Aan de gemeentelijke administratie en overheden willen we correcte en tijdige 4
adviezen formuleren en een betrouwbaar systeem uitwerken inzake evenementenbeheer. Samen met de gerechtelijke administraties en overheden willen we de kwaliteit van de processen-verbaal verbeteren en de vooropgestelde termijnen inzake de afhandeling van de processen-verbaal respecteren. 2.5 Verbeteren van de interne en externe communicatie Toelichting: teneinde de verschillende werkprocessen te optimaliseren dient de interne communicatie verbeterd te worden; teneinde de transparantie te verhogen dient de externe communicatie te verbeteren. 2.6 Uitbouwen kennismanagement en opvolgen van de technologische evolutie. Toelichting: het beheer van de kennis begint bij een goed documentatiebeheer dat gemakkelijk kan geconsulteerd worden. Intern en extern de organisatie is heel wat informatie en expertise aanwezig, zonder dat die ten volle geëxploiteerd wordt. Er moet tevens over gewaakt worden dat het kennispeil voldoende hoog is. De technologische evolutie is van die aard dat we deze alert moeten opvolgen om er maximaal gebruik van te maken. We dienen erover te waken dat de technische middelen onze processen ondersteunen en niet overnemen. Zo mag bijvoorbeeld een camerabewaking niet het politietoezicht vervangen, maar dienen de beelden eerder complementair te zijn om het toezicht te sturen. Het is wel zo dat er door maximaal gebruik te maken van de technische middelen, er efficiënter kan gewerkt worden. 3. MIDDELEN 3.1 Personeel Er bestaat een duidelijk personeelsbehoeftenplan voor het operationeel kader. Voor het CALOG-personeel is dit minder duidelijk, ondermeer omdat er vier CALOG personeelsleden gefinancierd worden met middelen van de verkeersveiligheidsovereenkomst. Zoals in de doelstellingen vooropgesteld, is het noodzakelijk om een aantal activiteiten verder uit te diepen. Dit kan evenwel niet gebeuren zonder de reguliere werking in het gedrang te brengen. Een kaderuitbreiding met 2 FTE is hierbij aangewezen. Ik houd hierbij geen rekening met de impact van de SALDUZwet. Door de besparingen bij de federale politie, dreigt een deel van haar eigen opdrachten (gespecialiseerde of ondersteunende) te vervallen of zullen ze niet meer kunnen uitgevoerd worden. Hierdoor komt het takenpakket van de lokale politie onder druk te staan. 3.2 Materieel Er wordt vandaag -terecht- van overheidsdiensten verwacht om op een efficiënte manier om te gaan met de haar toebedeelde middelen. Evenwel is het belangrijk om te investeren in nieuwe technologieën. Concreet wil ik hierbij het belang van een performante ICT-omgeving onderstrepen. 5
Er dient een meerjarenplanning opgesteld te worden voor wat betreft de communicatiemiddelen, het voertuigenpark, de bewapening, de individuele en collectieve uitrusting en de infrastructuur. Bij het maken van de keuzes zal voorrang gegeven worden aan veiligheid, boven comfort. 3.3 Financiën In de politiezone is een specifieke verdeelsleutel van toepassing om de gemeentelijke bijdrage te bepalen. Ik engageer mij om deze loyaal te berekenen. Ik zal hierbij eveneens de nodige transparantie aan de dag leggen. 4. VERSLAGGEVING Op het einde van mijn mandaat zal ik verantwoording afleggen over de mate waarin de hierboven geformuleerde doelstellingen gerealiseerd zijn. Tussentijds zal ik rapporteren aan de wettelijk voorziene instanties: het politiecollege en de zonale veiligheidsraad. Daarnaast zullen ook andere instanties geïnformeerd en geconsulteerd worden. 6