Toetsverslag van ethisch redeneren (onderdeel van verpleegkundige beroepsethiek)

Vergelijkbare documenten
Ethisch redeneren. Ofwel: ethische reflectie. Cok den Hertog. Instructiecollege voor verpleegkundigen i.o. (versie sept. 2014)

Ethisch redeneren Ofwel: ethische reflectie

Inleiding in de bedrijfsethiek / organisatie-ethiek

Ethiek als stagevaardigheid een leerlijn ethiek

Palliatieve zorg: Ethiek

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Studenten handleiding Competentie Ontwikkel Moment

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Opleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam

Klinisch onderwijs (Z09426) 1. Stage-opdracht

Oriëntatie op ondernemerschap

VE - 2 (Z14352) VE BRUG VRVE NW (Z15432)

De eigen grenzen bewaken

Normatieve professionaliteit

Training. Begeleiden

Stageopdracht gehandicaptenzorgriatrie. Werkgroep vanuit stageteam

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

Cursusinformatie Moreel beraad

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

MZ-PBSD-B-K1-W2 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Klinisch redeneren BBL/BBL-i/ BOL/Vakbekwaam/HBOV Opdracht: Start klinisch redeneren: - observeren van een patiënt.

Hanteer de volgende criteria en voorwaarden:

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent?

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

Jaar 1 Studiejaar

Praktijkopdracht Klinisch Redeneren

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Eindverslag stage jaar 1

MINIMUMNORMEN VOOR HET MAILVERKEER MET COACH

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Kwetsbaarheid delen in de zorg

Goed verplegen. Kernelementen van een verpleegkundige beroepsethiek. Een voorstel. Oostende 19 maart 2018

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Individuele professionaliteit Stappenplan: Omgaan met botsende verantwoordelijkheden Uitwerking van de handreiking voor verpleegkundigen en

Methode voor moreel beraad uit het moresprudentieproject

Tool scan formatieve toetscyclus

COVA 2. Naam: Sanne Terpstra. Studentennummer: Klas: 2B2. Lerares: L. te Hennepe

Cursus. Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers

1.0 Uitleg themataken en legenda

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Begeleiding van leerlingen

Bijlage l. Het ontwerpen van modulen: een format. Vooraf:

Stageboek Derde jaar BOL Verpleegkunde

Training. Afstemmen en samenwerken

Training. Groepsklimaat

MZ-PBSD-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Cursus. Onderwijs VVE 2 activerende leeromgeving

Handleiding Coaching/stagereflectie

Cova 2 Voorlichtingsgesprek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Cursus. Chronisch zieken

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Samenwerken

Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. 2. Een inhoudsopgave. Let op, op het voorblad staat geen paginanummer.

Adviesgesprek Van contact naar contract

CSE Duits / Frans : Wat wil het CITO van je weten?"

Cursus. Moeilijk bereikbare doelgroepen

Lesvoorbereidingsmodel

Module 9 Kennis delen en coachen

MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

De module in onderdelen 9 studiepunten =252 uur

MZ-PBSD-B-K1-W1 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Cursus. Verandering en palliatieve terminale zorg

Richtlijnen Verslaglegging AG

Training. Verdieping gespreksvoering

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 4. Mw De Vries

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen

Ethische knopen doorhakken in het sociaal werk

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Training. Interactieve vaardigheden

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Psychologie

Werkplekboek. Kinderbegeleider duaal Het schoolgaande kind (3-12jaar)

Cursus. Signaleren van sociale problemen en huiselijk geweld

Titel: Creatief met (kilo) gram Groep 5 rekenen 1

Rode Draad: Wat is Maatschappijleer?

De beroepsopdracht orale medicatietoediening. Voor studenten verpleegkunde: topklinische, BOL, HBO-V, AMV.

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Training. Coachend begeleiden

Cursus. Verdieping doelgroepen

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

Respectvol reageren op gevoelens

Cursus. Netwerk versterken

project: Problemen in de wijk

Werkplekboek. Kinderbegeleider duaal Baby s en peuters (0-3 jaar)

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Programma van toetsing

Stageopdracht gehandicaptenzorg. Hanne Caems

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Transcriptie:

[Ter inleiding Hieronder wordt een voorbeeld van een format voor toetsuitwerking getoond Bij ethisch redeneren moeten studenten onder meer een inleiding schrijven over hun eigen waarden en belangen in de zorg en een eigen casus bespreken aan de hand van een stappenplan Vaak worden hierbij zaken vergeten, bijv overleg met andere zorgverleners bij de handelingsmogelijkheden of het benoemen van een belang bij de argumenten (dan valt niet te beoordelen of de student dit begrip begrepen heeft) Het gaat hierbij om zaken die in principe niet gerelateerd zijn aan een gebrek aan kennis of het vermogen deze kennis toe te passen (de beoordeling betreft vooral deze laatste punten) Om dit euvel tegen te gaan werd in eerste instantie een checklist ontwikkeld Dat werkte echter niet Vervolgens werd het toetsformat ontwikkeld, met allerlei aanwijzingen hoe de toetsopdracht uitgevoerd kan worden Studenten worden gevraagd dit format te downloaden en de toets binnen dit format uit te werken De ontwikkeling van het toetsformat heeft een behoorlijke verbetering van de toetsresultaten betekend Een toetsformat helpt echter niet als studenten pas op het laatste moment de toetsopdracht uitwerken Voor dat specifieke euvel werkt een peer review veel beter, zeker als deze in meerdere fasen wordt uitgevoerd] Vooropmerkingen bij dit format voor toetswerking ethisch redeneren: - Download dit toetsformat en werk vervolgens met behulp hiervan je toetsverslag uit - Lever je toetsverslag uitsluitend in Word in (niet in pdf) - Verwijder voor inlevering alle aanwijzingen van het toetsformat deze staan in cursief en hieronder in het blauw maar doe dat pas ná ze toegepast te hebben Op het voorblad: Toetsverslag van ethisch redeneren (onderdeel van verpleegkundige beroepsethiek) Cursuscode: Naam: Studentnummer: Wanneer zijn de lessen Ethisch redeneren gevolgd? Studiejaar: 20-20; blok In welke groep? (Huidige groep, indien anders dan de groep hiervoor vermeld: ) Docent: Inleverdatum: Versie: bijv 1 (telling naar versie ingeleverd bij de docent) Op de volgende bladzijde (advies: installeer deze door middel van control-enter om verschuiving in bladzijden te voorkomen!): Inhoudsopgave

Op de bladzijde daarna: Inleiding 1 Beschrijving van de morele waarden die ik in de zorg belangrijk vind Hoe voer je deze opdracht uit? - Het gemakkelijkste is te beginnen met op te schrijven wat je belangrijk vindt in de zorg / wat jij goede zorg vindt, èn hoe jij daar in de praktijk vorm aangeeft Als je wat je schrijft over wat je belangrijk vindt in de zorg goed bekijkt, zul je waarschijnlijk bemerken dat het meeste uit normen bestaat Je moet dan dus nog een stap verder gaan: bij elk van de genoemde normen aangeven welke waarde achter de norm zit Maak dus duidelijk onderscheid tussen normen aan de ene kant en waarden aan de andere kant Hierbij kan het helpen dat je ze in twee kolommen zet - Je kunt ook de achtergrond van deze waarden aangeven Denk aan opvoeding en bepaalde ervaringen 2 Beschrijving van de eigen belangen die bij mij in de zorg een rol spelen Beschrijf precies je eigen belangen en geef ook hierbij aan hoe zij praktisch vorm bij jou krijgen NB Voor je je eigen waarden, normen en eigenbelangen goed kunt beschrijven, moet je eerst weten wat deze drie begrippen volgens de ethiek inhouden! Terugblik Reflecteer met name over de volgende punten: - in hoeverre je met je eigen waarden uit de voeten kunt bij de casussen; - over wat je geleerd hebt van de ethieklessen, ook in relatie tot je stage; - over wat je geleerd hebt van het geven en ontvangen van peer reviews; - over wat je nog wilt leren Op de bladzijde daarna: Herkenning van morele problemen Beschrijf kort, in enkele regels, drie verschillende morele problemen die je op stage hebt meegemaakt Bij de derde kun je verwijzen naar de meer de uitvoerige casusbeschrijving hierna Beschrijving eigen casus NB - Het moet om een casus over de zorgverlening die om een individuele zorgvrager draait en die casus moet je zelf hebben meegemaakt - Heb je duidelijk aangegeven hoe je de casus hebt meegemaakt (tijdens stage, bijbaantje, werk enz) en waar (bij welke soort instelling)? - Heb je de regels van privacy in acht genomen? (Dat houdt meer in dan het niet-vermelden van namen van de patiënt of van hulpverleners: ook van andere gegevens die tot identificatie van de patiënt kunnen bijdragen zoals woonplaats, namen van instellingen, precieze data of precieze

leeftijden zie verder de Privacyrichtlijn in één van de bijlagen van de cursushandleiding) Als je een gefingeerde naam gebruikt, geef dat dan duidelijk aan - Is de casusbeschrijving duidelijk genoeg voor een niet-betrokkene? (Vermeld bijv de leeftijd bij benadering [enkel ongeveer!] en de aard van het medische probleem, indien van belang) Bespreking eigen casus volgens het stappenplan NB Kopieer svp het stappenplan van hieronder; geef dit plan niet weer in een tabel Als je op de punt onder de beschrijving van een stap verder gaat, krijg je een tekst in standaardlettertype I Oriëntatie (explicitering van vertrekpunten) A Wat was je eerste reactie toen je met het probleem geconfronteerd werd? Geef bij je antwoord vooral aan welke gevoelens het probleem opriep B Wat is de morele vraag op het eerste gezicht? Formuleer deze vraag vanuit jouw rol als verpleegkundige NB Formuleer een eenvoudige vraag C Met welke - harde - feiten moet er bij deze morele vraag rekening worden gehouden? Vermeld bij deze vraag medische, verpleegkundige en eventueel andere feiten NB Vermeld enkel feiten (daarbij inbegrepen duidelijke risico s), dus niet wat eventueel mogelijk is, meningen, interpretaties of gewenste informatie Onder deze stap valt ook wet- en regelgeving voor zover van belang, maar niet echt de beroepscode (= beroepsopvattingen) D Wie zijn er bij het probleem direct betrokken? Het gaat bij de direct betrokkenen om degenen die betrokken zijn bij een beslissing over het morele probleem of daarvan de gevolgen ondervinden E Welke handelingsmogelijkheden zijn er met betrekking tot de morele vraag? Som zoveel mogelijk verschillende mogelijkheden op NB Noem niet alleen interventies maar ook verschillende vormen van overleg eromheen F Heb je voldoende informatie in verband met de morele vraag of ontbreekt er belangrijke informatie? Geef in het laatste geval aan welke informatie ontbreekt

NB Voor zover dat relevant is, wordt bij de stappen IC, E en F verwacht dat je voldoende kennis van het ziektebeeld, de (gebruikelijke) medische behandelingen en verpleegkundige interventies en ook van wetten toont II Analyse (verdieping) A Hoe wordt de gegeven zorg (aandacht) ontvangen? Waaruit blijkt dat? NB Deze stap heeft betrekking op wat je kunt observeren De stap betreft gewoonlijk de zorgvrager maar in bepaalde gevallen zal deze (vooral) draaien om een naaste zoals de (wettelijk) vertegenwoordiger van de zorgvrager of mantelzorger B Hoe beleeft de zorgvrager (en/of een naaste als hoofdbetrokkene bij het probleem) de situatie? Wat zijn met name diens behoeften of verwachtingen met betrekking tot zorg? Ga hierbij uit van wat waargenomen is maar wees niet bang dit te interpreteren NB - Het gaat er bij deze stap allereerst om dat je je zo goed mogelijk inleeft in de ander / in anderen, als het ware in hun huid kruipt en dan hun perspectief beschrijft Aanbeveling om dit te bevorderen: beschrijf de beleving in de ik-persoon, dus alsof je deze persoon bent (doe dit ter wille van de duidelijkheid tussen aanhalingstekens) Wat kun je zeggen over de achtergrond of context van de genoemde beleving (verwachtingen en/of behoeften)? Besteed, voor zover van belang, bij deze stap in meerdere of mindere mate ook aandacht aan andere direct betrokkenen (denk daarbij aan de genoemde personen bij ID) C-E Behandel stappen IIC, D en E samen als deelstappen van één hoofdstap Je geeft dus bij elk van de genoemde argumenten direct aan welke waarde of welk belang als drijfveer/motief achter dat argument vanuit jouw gezichtspunt (als verpleegkundige) aan de orde is C De morele vraag (IB) vraagt of een bepaald handelen juist is Wat zijn de argumenten vóór de juistheid van dit handelen, en wat zijn de argumenten ertégen? Anders gezegd, herhaal de morele vraag en beantwoord deze dan in de zin van ja, want en nee, want Som alle redelijke argumenten voor en tegen op die je kunt bedenken, los van je eigen mening daarover D Als een argument door een morele waarde geïnspireerd wordt, geef dan aan dat het om dit soort drijfveer bij dat argument gaat (dus om: W[aarde]) en vermeld om welke waarde het precies gaat E Als een bepaald argument door een (niet-moreel) belang ingegeven wordt, geef dan aan dat het om dit soort drijfveer bij dat argument gaat (dus om: B[elang]) en vermeld om welk belang het precies gaat (NB Realiseer je dat het in de ethiek bij belangen om drijfveren gaat waarvoor het gebruik van de term [morele] waarde niet meer passend is)

NB - Zie bij deze stappen ook Gebruik en vermelding van literatuur bij de bespreking van je eigen casus, te vinden hierna, na de bespreking van het stappenplan - Behandel ten minste twee voor- en ten minste twee tegenargumenten bij de morele vraag De genoemde aantallen zijn het absolute minimum Meestal zul je meer argumenten moeten gebruiken om voldoende recht te doen aan de verschillende gezichtspunten die bij de casus spelen - Een toelichting bij de waarde die of het genoemde belang dat je bij een argument noemt is in het algemeen onnodig Voorwaarde is wel dat je het argument voldoende duidelijk en precies formuleert: het argument is dan de toelichting! - Onder deze argumenten moet ten minste één argument voorkomen waarbij duidelijk een (nietmoreel) belang aan de orde is Als je slechts 1x een belang noemt, zul je niet alle 10 punten voor dit leerdoel kunnen krijgen - Je kunt in dit verband ook naar de beroepscode verwijzen, namelijk als argument of ter ondersteuning van een argument - Gebruik geen tabel bij IIC-E: vaak is er dan niet genoeg ruimte om alles te zeggen wat je wilt zeggen Ook kan het problemen bij het geven van feedback door de docent veroorzaken: de functie in Word van [plaatsen van] opmerkingen [in de marge] werkt dan vaak na enkele regels niet meer! F Wat is nu het morele kernprobleem? Deze vraag betreft de volgende punten: Geef aan of de formulering van de morele vraag bij IB aangepast moet worden (en hoe), of dat deze ongewijzigd kan blijven Vooral: maak duidelijk wat bij de gekozen morele vraag voor jou vooral wringt door kort maar precies jouw dilemma te formuleren Vermeld apart hiervan welke twee waarden of welke waarde en belang bij dit dilemma tegenover elkaar staan NB - Vermijd in de formulering van het dilemma zelf het noemen van waarden - Wees kort maar precies bij de formulering van het dilemma Een toelichting is hierbij niet nodig - Vermeld de waarden of belangen van het dilemma na de formulering ervan of eventueel in de formulering maar dan tussen haakjes Geef verder aan of er nog een ander belangrijk punt aandacht vraagt en zo ja welk punt dat is G Wie aan de kant van de hulpverleners kan of kunnen knopen doorhakken in de situatie van het morele probleem? Licht je antwoord kort toe, vooral als het - mede - om anderen dan verpleegkundigen gaat III Conclusie (bepaling eigen standpunt) A Door welke waarde(n) laat jij je bij het morele probleem vooral leiden? Geef een korte toelichting hierbij Ga bij de waarden met name uit van de waarden die bij het morele kernprobleem genoemd worden (IIF) Bij de toelichting kun je gebruik maken van de eerder genoemde argumenten (IIC)

NB Als je meerdere waarden noemt, geef dan de rangorde hiervan aan (bijv Nummer één is voor mij ) Als een bepaald belang ook een hele belangrijke rol voor jou speelt, dan kun je óók dat bij deze stap vermelden (maar dus niet als enige drijfveer!) B Welk plan van aanpak verdient op grond van deze afweging (IIIA) en van eventuele andere punten uit het voorgaande (zoals IF en IIA-B) de voorkeur? Geef in je antwoord dus precies aan welke concrete stappen in welke volgorde je wilt ondernemen C Welke morele kwaliteiten vereist dit plan van aanpak van jou (jullie) als zorgverlener(s)? Licht dit zo nodig kort toe NB Noem ten minste drie morele kwaliteiten Geef in ieder geval bij brede begrippen zoals professionaliteit en gespreksvaardigheden aan waar het precies om gaat Het beste is dat bij elke morele kwaliteit (kort) te doen D Welk gevoel roept deze conclusie (mn IIIB + C) bij je op? Geeft deze een goed / tevreden gevoel? Zo niet, vraag je dan af waarom niet; dit kan leiden tot een heroverweging en aanpassing van je casusbespreking Gebruik en vermelding van literatuur bij de bespreking van je eigen casus 1) Inlevereis: verwijs hierbij ten minste twee maal naar de (Nederlandse) Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden (van V&VN en anderen, 2015; gebruik alleen deze code 1 en enkel de brochurevorm ervan, die de volledige tekst ervan biedt) Dat kan goed bij de argumenten (IIC; zie boven) maar ook bij de afweging in stap IIIA Geef het artikelnummer aan van het gedeelte dat van toepassing is, citeer dit gedeelte en licht toe waarom dit van toepassing is Onderstreep je bronvermelding erbij (om te voorkomen dat verwijzingen ernaar bij controle op de inlevereisen over het hoofd worden gezien) 2) Inlevereis: verwijs hierbij ook ten minste twee maal op relevante wijze naar Ethische reflectie Onderstreep ook hier de bronvermelding erbij Verwijs bij voorkeur een keer naar de gedeelten met uitleg van ethische begrippen en een keer naar het gedeelte met de voorbeeldbespreking van een casus Je kunt dit bijv aan het begin van een stap doen Doe dit door de betreffende tekst zoveel mogelijk in eigen woorden weer te geven, de bron (volgens de regels) te vermelden en de betreffende pagina daaruit [Je kunt uiteraard naast Ethische reflectie ook andere ethische literatuur gebruiken maar doe dat enkel ter vergelijking / ondersteuning / verheldering: je hebt een behoorlijke kans dat deze literatuur onvoldoende nauwkeurig is en/of niet gericht is op de zorg en de verpleegkundige beroepsethiek] 3) Indien je afwezig bent geweest tijdens één of meer lessen (om welke reden dan ook), heb je dan ook extra naar Ethische reflectie verwezen (2x extra per keer afwezigheid)? Zie hiervoor de cursushandleiding Op de bladzijde na IIID: 1 De Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, V&VN en NU 91, 2007, is verouderd

Literatuurlijst - - Neem hierbij de regels van APA in acht Op de bladzijde daarna: [Enkel relevant voor cursisten van de training ethisch redeneren van voor sept 2016 Bijlage: Lesverslag (Verslag van alle besprekingen van de drie tijdens de les besproken casussen; je hoeft alleen de stappen te behandelen die in de les besproken zijn Neem deze besprekingen op in hetzelfde document als inleiding/terugblik en de bespreking van je eigen casus) Casus 1: (specificeer welke! ; dat is namelijk afhankelijk van het schooljaar, bijv vanaf sept 2013 is casus 1 Mevr Louvandi ) Casus 2: (idem) Casus 3: (de casus van het moreel beraad; indien je dit beraad later dan aug 2013 bijgewoond hebt, moet je altijd de casusbeschrijving ervan in het verslag opnemen en bespreken volgens het stappenplan bij het moreel beraad) NB Lever deze drie casusbesprekingen van het lesverslag uitsluitend in als je deze gecorrigeerd hebt aan de hand van de lessen (zo nodig met behulp van aantekeningen van medestudenten)] Op bladzijden na de lesverslagen: Bijlage: Peer reviews (vanaf september 2015) Peer review 1: (hier naam beoordeelde student) Een peer review bestaat uit specifieke opmerkingen bij het bijgevoegde verslag èn uit algemene opmerkingen Peer review 2: (hier naam beoordeelde student) De peer review bestaat uit specifieke opmerkingen bij het bijgevoegde verslag èn uit algemene opmerkingen NB Bij herkansing worden niet de peer reviews beoordeeld maar een reflectie door de student op de feedback van de docent Deze reflectie moet geplaatst worden aan het begin van het toetsverslag, direct na de voorpagina Voor aanwijzingen voor deze reflectie zie de regels voor herkansing op de ethieksite