Chirurg en Ethiek Mensbeelden en dilemma s onder het mes Prudentiareeks Redactie met bijdragen van Evert van Leeuwen Carlo Leget Arko Oderwald Martien Pijnenburg Paul Spauwen Jan Anne Roukema Peter-Paul Verbeek Daan van der Vliet Jolanda de Vries Theo Wobbes D A M O N prudentia 16-4.indd 3 16-04-2008 14:48:23
Inhoud Ethiek op het snijvlak 7 Voorwoord Ethiek en zinvragen in de chirurgie 11 Evert van Leeuwen Lichaam en geest: kwaliteit van leven als parameter binnen de geneeskunde 21 Jan Anne Roukema, Jolanda de Vries Op het scherp van de snede 30 Chirurgisch handelen in ethisch perspectief Paul Spauwen Ethische aspecten van centralisatie van zorg 38 Daan van der Vliet Wanneer is het genoeg geweest? 43 Een casusbespreking volgens de Nijmeegse methode voor moreel beraad Carlo Leget Mama is even naar haar patiënten 51 Een debat over chirurgie als way of life * Martien Pijnenburg De ethiek van technologische vernieuwing binnen en rondom de chirurgie 60 Theo Wobbes De moraliteit van medische technologie 74 Peter-Paul Verbeek prudentia 16-4.indd 5 16-04-2008 14:48:23
Het scherpst van de snede 89 Over het mooie en gevaarlijke van snijden in mensen Arko Oderwald Personalia 102 6 prudentia 16-4.indd 6 16-04-2008 14:48:23
Ethiek op het snijvlak Voorwoord Chirurgen zijn niet zo vaak bezig met ethiek, althans niet expliciet. Zij gelden als doeners, in tegenstelling tot schouwers, en ethiek roept al snel de associatie op met soft en zweverig. Toch is chirurgie een door en door moreel geladen onderneming, en chirurgen weten dat ook. Zij moeten vaak ingrijpende morele beslissingen nemen: over wel of niet ingrijpen, over proportionaliteit tussen zeer belastende operaties en de lasten en baten ervan voor de patiënt, over de balans tussen snelle en prestigieuze successen en goed doen aan of niet schaden van patiënten. Maar meer nog dan bij concrete beslissingen in de klinische praktijk is ethiek al aan de orde vanwege de aard van snijdende specialismen. Het chirurgisch vak vraagt aan de ene kant om een technische en instrumentele benadering van de patiënt. Om goed te kunnen opereren moet een patiënt als het ware terug gebracht worden tot een reparabel organisme. Van de andere kant is een patiënt altijd méér dan dat. Dit spanningsveld verwoordde Emily Dickinson toen zij in 1859 in een gedicht chirurgen opriep tot uiterste behoedzaamheid als zij het mes opnamen, want underneath their fine incisions, stirs the Culprit Life (Verborgen onder hun verfijnde sneden roert zich de stoker van het kwaad het Leven)! De chirurg kan er eer in leggen goed ambachtelijk werk te leveren, vaardig uitgevoerd en met een mooi eindresultaat. En dat kan of minstens: zou moeten samengaan met verwondering, eerbied en besef van grenzen, juist omdat het ambacht wordt ingezet bij een levend mens. Nieuwe ontwikkelingen roepen bovendien ook nieuwe vragen op. Patienten zijn mondiger geworden, respect voor hun autonomie is terecht een grotere rol gaan spelen. De zorg voor, tijdens en na een operatie is veel meer nog dan vroeger een multidisciplinaire aangelegenheid geworden, die vraagt om zorgvuldige afstemming en goede communicatie. Ook morele beslissingen worden steeds vaker in teamverband besproken. Meer dan vroeger is kwaliteit van leven van de patiënt daarbij een belangrijk, maar tegelijk ook een lastig te operationaliseren criterium. Deeltijdwerken: steeds meer met name jongere chirurgen kiezen ervoor, maar het lokt discussies uit over de impact ervan op de patiënt en op de chirurg zelf. Ook commercialisering van de gezondheidszorg raakt de chirurg en heeft haar 7 prudentia 16-4.indd 7 16-04-2008 14:48:23
eigen verlokkingen; binnen de esthetische chirurgie zijn er voorbeelden te over. Marktwerking dwingt tot verder kijken dan alleen het belang van de individuele patiënt: ook het ziekenhuis, en de eigen afdeling of maatschap hebben belangen. Hoe de balans goed te bewaken en bewaren? Technologische middelen en ontwikkelingen zijn niet weg te denken uit de chirurgie, maar hoe ze verantwoord toe te passen? Fundamenteler nog is de ethische bezinning op de wijze waarop een door technologie gedomineerde cultuur ons leven en onze kijk op de werkelijkheid beïnvloedt: de idee dat alles, zoals Buytendijk destijds al zei, modo technico kan worden verklaard en opgelost, inclusief het leven zelf. Kortom, er valt genoeg ethisch te overwegen binnen en over de chirurgie. In deze bundel wordt een aantal items aangesneden. De meesten ervan kwamen aan de orde tijdens een Prudentiaconferentie over het thema Chirurg en Ethiek. Evert van Leeuwen opent met een uitwerking van de ethische kernwaarde van de chirurgie: goed handelen met het oog op het herstel van de patiënt. Dit is het uiteindelijk focus dat aan het geheel van de chirurg patiënt relatie zin verleent. Zinvolheid hoeft niet samen te vallen met het succes van de operatie: ook bij mislukking kan er zinvol chirurgisch zijn gehandeld. Van Leeuwen laat vervolgens zien hoe het ethisch perspectief kan wisselen in de fasen vóór, tijdens en ná de operatie. Aan het slot van zijn betoog pleit hij er voor ethische reflectie ook te betrekken op waarden die de chirurg zelf dierbaar zijn, zoals professionele autonomie en gevoel van eigenwaarde, mede als bescherming tegen vroegtijdige burnout en ervaringen van zinverlies. Jan Anne Roukema en Jolanda de Vries bepleiten een centrale rol voor het begrip kwaliteit: alleen dan staat de patiënt centraal en kunnen we kritisch kijken naar wat goede zorg eigenlijk is. Kwaliteit van leven dient dan wel verbreed te worden tot tevredenheid met het bestaan. Tevens kraken zij enkele kritische noten over onze gezondheidszorg. Naar de gezondheid gaan miljarden, vaak aangejaagd door industriële belangen en door artsen die al te zeer inspelen op gevoelens van angst bij patiënten. Maar zorg wordt in de term gezondheidszorg maar stiefmoederlijk bedeeld. Men ziet over het hoofd hoezeer de kwaliteit van zorg juist de kwaliteit van leven beïnvloedt. Paul Spauwen concentreert zich op het kunnen, moeten en mogen binnen de esthetische chirurgie: wat kan, wordt ook steeds meer een moeten, en dwingt onherroepelijk tot de vraag wat mag. Zijn er grenzen aan lichaamsverfraaiingen en veranderingen en waar liggen die? Moeten we ons teweer stellen tegen commercialisering van schoonheid, tegen de dwang van een egaliserend gemiddelde van lichaamsidealen? Spauwen 8 prudentia 16-4.indd 8 16-04-2008 14:48:23