Bijlage 1b: Verslag RRO thema bijeenkomst Duurzame verstedelijking, 7 oktober 2015

Vergelijkbare documenten
Concept verslag regionaal ruimtelijk overleg (RRO) Noordoost Brabant, 2 december 2015

Concept verslag regionaal ruimtelijk overleg (RRO) Noordoost Brabant, 08 december 2016

Bijlage 1 Concept-Besprekingsverslag

Eric van den Dungen, Johan van den Brand Gemeente 's-hertogenbosch Karin Akkers

Concept verslag regionaal ruimtelijk overleg (RRO) Noordoost Brabant, 30 juni 2016

De ladder en duurzame verstedelijking in Brabant

Jeugdzorg Brabant Noord Oost. 11 november 2013

ACTUELE OPGAVEN VOOR DE WONINGMARKT EN DE RELATIE TUSSEN LEEGSTAND EN HET WONEN

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017

Thema wonen 2a. Regionale agenda wonen 2017 Bijlage 2a1 en 2a2

Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014

Bijlage 1 Besprekingsverslag

Gezamenlijke opvang vluchtelingen As50+

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt

Werkbijeenkomst 29 maart raden Land van Cuijk Netwerk: Wapen. ww: wapen2012

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Opdrachten. Werkplaats Wonen Doel Een evenwichtige en toekomstbestendige woningmarkt.

Nieuwe Jeugdwet 1. Vanaf 01 januari 2015 geldt de nieuwe Jeugdwet. Vanaf dat moment is de gemeente

De volkshuisvestelijke opgaven. Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra

Ravenstein uitvoering Voorzieningenkaart 2030

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Marion Greidanus (verslag) Manuel Groot Zevert, Inge Kapteijns. Ben Brands, Jeanne Moon van der Biezen

Regionale Agenda Wonen deel A

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht

Presentatie Mariëtte Bouwer Ymere Maatschappelijk Vastgoed. 19 april 2012 pagina 1

verijssel PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V3/zo\UQ^ Dat.ontv.: 2 9 JAN 2016 provincie Provinciale Staten van Overijssel KvK

Ingek. d.d.: 2 5 SEP Beh. afd.: Ontv.bev. Afqed.

Van ladder denken naar ladder doen.

W onen. Regionale Agenda Wonen Deel A. Regionaal Ruimtelijk Overleg Noordoost-Brabant 8 december 2016

De Brabantse Agenda Wonen

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum: Toekomstagenda Vijf van de Meierij.

Woonafspraken>Woonvisie>Prestatieafspraken

ARTIKEL LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING

Eén grondslag voor de gemeentelijke bijdrage aan de GGD

Reactie en duiding van de (nieuwe) Ladder. Peter van Geffen 20 oktober 2016

Advies Werkplaats Wonen Hoe gaan we verder?

Leegstand stadsbreed & kansen voor herbestemming

PROJECTOPDRACHT. 1. Inleiding/aanleiding

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9. Onderwerp Detailhandelsvisie

Kadernota en begroting 2018

*Z00BD9E49FD* documentnr.: INT/C/15/13845 zaaknr.: Z/C/15/16483

STAPPENPLAN VOOR NIEUWE WONINGBOUWINITIATIEVEN geldt voor elk nieuw initiatief

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost Nummer: 7b. de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 18 november 2014

DE LOKROEP VAN TE DURE KOOP

MILL EN SINT HUBERT MAASDONK BERNHEZE LANDERD BOXMEER BOXTEL CUIJK HAAREN BOEKEL GRAVE

Stand van zaken uitvoering regionaal Educatieplan en budget volwassenen educatie 2017

Toelichting herijking stedelijke programmering woningbouw Tima van der Linden

Datum 27 maart 2017 Behandeld door Leon Langenhuizen. Stand van zaken regionaal actieprogramma uit de Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg

BEST EINDHOVEN GELDROP-MIERLO HELMOND NUENEN OIRSCHOT SON EN BREUGEL VELDHOVEN WAALRE STEDELIJK GEBIED! VISIE OP WONEN 27 FEBRUARI 2019

de nieuwe regio Provincie Zuid - Holland College van Gedeputeerde Staten Postbus JULI 2C: LP Den Haag Datum Onivpvi^sf

Stand van de woningmarkt in Zuidoost-Brabant

Woonvisie. Steenwijkerland een samenvatting. Goed wonen komt met elkaar voor elkaar

Bevolkings- en woningbehoeftenprognoses provincie Noord-Brabant en regio West-Brabant

Persbericht. Groei Brabantse woningvoorraad in jaren niet zo hoog

Regionale en subregionale Woonagenda s

Visie op wonen. Open Huis 8 september 2016

Naar een nieuwe Woonvisie voor Vught

SAMEN. voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven

Eindhoven: geen verordening maar prestatieafspraken. Joep Berghuis Studiedag Huisvestingswet juni 2014

Regionaal Ruimtelijk Overleg Midden-Brabant

Onze gemeenschappelijke ambitie:

De gemeenteraad van Wijchen

Gemeenschappelijke gemeenteraden Land van Cuijk. 27 juni2012. Gemeenschappelijke gemeenteraden Land van Cuijk

Programma uur Inloop met koffie en thee.

Vragenlijst gemeentelijke samenwerking decentralisatie AWBZ naar WMO

4Nieuwbouw" Discussienotitie"werkconferentie"Regionale"Woonvisie!!! 17!maart!2015!!!!!!!!!

Jaarrekening 2014 en begroting 2016 en meerjarenraming van de OmgevingsDienst Brabant Noord (ODBN)

Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen

Ladderen: svz RvS & regio s

Gemeente ñ Bergen op Zoom

Voorstellen. Afsprakenkader detailhandel regio Achterhoek 22 april Aanleiding en doel. Proces Afsprakenkader. Toename leegstand.

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

Woningmarktstrategie Land van Cuijk. Themabijeenkomst Raden Land van Cuijk januari 2013

Voorstel. Algemene toelichting AGP 10. Pagina 1 van 2

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN. 5) Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV)

Naar een nieuwe Woonvisie. Menno Moen Informatiebijeenkomst raadsleden 15 april 2014

1. AgriFoodCapital Verband Naam AgriFoodCapital (voorheen 5 sterrenregio Noordoost Brabant) Vestigingsplaats Den Bosch

Pas je huizen aan of breng je mensen in beweging? Kees Konings, DomaVita Vastgoedadvies

Kennismaking organisatie Borsele Programma

Jaarprogramma Bouwen en Wonen MRA februari 2019

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant actualisering 2011

Steengoed gefinancierd - financiële arrangementen voor de vastgoedmarkt

W onen. Regionale Agenda Wonen Deel A. Bijlage 2a. Regionaal Ruimtelijk Overleg Noordoost-Brabant 3 december 2015

Inwonertal Brabant groeit met ruim 9000

INGEKOMEN 2 5 JAN Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris lluou^y

zeggenschap kazernes + kantoorlocaties

Werken met bewoners Stadswerk 31 oktober Afdelingsnaam, 2 november 2018

Presentatie evaluatie RAP

Bestedingskader middelen Stedelijke Herontwikkeling

Regionale kantorenvisie Noordoost Brabant

Smart Forward. Slimme oost-westverbinding Noordoost-Brabant

Regionale Agenda Werken Regionaal Ruimtelijk Overleg Midden Brabant December November 2016 Werkgroep Werken Hart van Brabant

Woonvisie gemeente Asten 2015 t/m 2024

Concept-management-rapportage Werkgeversservicepunt t/m Q november 2017

Regionale Agenda Werklocaties

b Onvermijdelijk Ambtelijke huisvesting is onvermijdelijk onderdeel van het ambtelijke apparaat.

Transcriptie:

Bijlage 1b: Verslag RRO thema bijeenkomst Duurzame verstedelijking, 7 oktober 2015 Locatie: @Paulus, voormalige Pauluskerk in Oss (www.paulus_oss.nl) Aanwezig: Gespreksleider Jan van der Meer Mill en St. Hubert Jos van den Bogaart Bernheze Rien Wijdeven Oss Gé Wagemakers Boekel Ted van de Loo Schijndel Bart Claassen Boxmeer Peter Stevens Sint-Michielsgestel Koos Loose Boxtel Peter van de Wiel Sint-Oedenrode Jan van Burgsteden Cuijk Maarten Jilisen Uden René Peerenboom Grave Eric Daandels Veghel Jan Goijaarts Haaren Eric van den Dungen Vught Peter Pennings Haaren Johan van den Brand Waterschap Aa en Maas Ernest de Groot Heusden Mart van der Poel Provincie Noord-Brabant Erik van Merrienboer Landerd Piet Hein Jonkergouw Afmelding: s-hertogenbosch Erik Logister Sint Anthonis Pierre Reijnen A. Opening en doel van RRO-special Gé Wagemakers, koploper duurzame verstedelijking NOB, heet iedereen welkom. Gé wijst op de samenhang van het thema duurzame verstedelijking en de locatie van vandaag, de Pauluskerk als voorbeeld van creatief hergebruikt van bestaand stedelijk vastgoed. Dit thematische RRO is bedoeld als afsluiting van een traject van informatieverstrekking aan de gemeenten in de regio over duurzame verstedelijking en de ladder. Het is nu zaak een stap naar de volgende fase te maken, met daarbij afspraken hoe we gaan werken in noordoost Brabant. Uitgangspunt daarbij is dat we de verstedelijkingsladder niet meer als moetje blijven zien, maar als kans. Gé introduceert Jan van der Meer als dagvoorzitter en vervanger van de zieke Co Verdaas. B. Duurzame verstedelijking Jan van der Meer stelt zichzelf voor. Jan kent de veranderde verstedelijkinsopgave van dichtbij, als wethouder van Nijmegen tijdens de kredietcrisis. Grondposities werden tijdens zijn wethouderschap stevig afgewaardeerd. Voor bedrijfsterreinen zijn zelfs gebieden helemaal afgeboekt wegens overcapaciteit. Jan geeft aan dat de tijden stevig veranderd zijn. Er is nog wel groei maar het groeitempo is fors minder. Jan kent de regio, hij is geboren en getogen in Mill. Vergeleken met de periode dat hij in Mill woonde is er veel gebouwd. Ook zijn er veel voorzieningen getransformeerd, er was geen behoefte meer aan. Dit weerspiegelt de sociaalmaatschappelijke veranderingen, ook door verandering van de samenstelling van de bevolking. De gemeente krijgt nu te maken met krimpende behoefte, een proces dat in de periferie van stedelijke gebieden al waarneembaar is. De verstedelijkingsladder ziet hij als instrument om ook de uitdagingen, die de veranderende samenstelling van de bevolking met zich meebrengen, op een goede manier aan te pakken. Aan de deelnemers is gevraagd om foto s mee te nemen van verstedelijkingsdromen en nachtmerries. Gé Wagemakers laat foto s zien van het Osse ziekenhuisterrein (vertrek van het ziekenhuis naar Uden leidt tot herontwikkeling met een vernieuwde zorgboulevard, handhaving GGZ en aanvulling met geleidelijk woningbouw); het voormalige Waterschapskantoor (herontwikkeld met flexibele werkruimten en daarboven huisvesting van arbeidsmigranten) en tot slot: het vertrek uit Oss van een groot deel van de farmaceutische bedrijvigheid van MSD leidt uiteindelijk tot nieuwe kansen voor spin-off bedrijven in deze 1

sector en herinvulling van kantoren met wonen. Al met al zijn nachtmerries door het vertrek van bedrijven en instellingen dus tegelijkertijd ook een start voor nieuwe kansen en mogelijkheden door hergebruik. Het bestuurlijke koploperschap houdt voor Gé in dat hij verder wil dan het moetje en het juridisch noodzakelijke volgens de ladder. Dat wil hij in regionaal verband oppakken. Graag zou hij zien dat gemeenten aan de voorkant van het proces het ladder-denken goed doorlopen. Het juridische werk moet kloppen, maar het gaat eigenlijk veelmeer om de inhoud, het ladder-doen. Gedeputeerde Erik van Merrienboer noemt als droom de herontwikkeling van de Hoge Rug ofwel Strijp-S: het voormalige Philipscomplex in Eindhoven. Bijna was alles weggeweest na het vertrek van Philips. Het complex is een inspirerend voorbeeld van de transformatie van een probleemgebied (duur en complex) naar een gewilde locatie waar inmiddels veel kleine bedrijfjes en wonen zijn gevestigd. Door aanpassing van het verdienmodel is het een voorbeeld geworden van huisvesting van de nieuwe economie. Want de nieuwe economie zoekt oudere, bestaande gebouwen, de oude economie blijft gericht op nieuwe gebouwen. In het gebied is weer een proces van waarde-creatie in gang gezet, op een manier die van te voren niet bedacht was. Erik geeft aan dat sommige ontwikkelingen meer ondanks dan dankzij de overheden ontstaan. Voor de duurzame verstedelijking roept hij op tot nietvrijblijvende samenwerking en afstemming. Afspraken maken mag niet een legitimatie worden voor isolement binnen de overeengekomen kaders. Noordoost is wat dat betreft al wat verder dan enkele andere regio's. Het idioom van contingenten is daarbij verleden tijd. Jos van den Bogaart vraagt zich af of Strijp-S ook zou zijn ontwikkeld onder het huidige regime van de ladder voor duurzame verstedelijking. Hij verwijst daarbij naar de strenge juridische eis dat er een concrete behoefte moet worden aangetoond. Erik van Merrienboer laat het antwoord op die vraag in het midden, maar geeft wel aan dat onder de vigeur van de Ladder de alternatieven in de vorm van grootschalige sloop en nieuwbouw zeker zouden zijn gesneuveld. Door de ingezette ontwikkeling zijn er in ieder geval veel meer gebouwen behouden gebleven. Hij noemt hierbij het verschil in benadering tussen Riek Bakker en Adriaan Geuze, waarbij de eerste vooral een representant is van rigoureuze vernieuwing en ontwikkeling, en de ander meer aansluiting zoekt bij het bestaande via een geleidelijk proces. Hij roept verder op om leegstand zo mogelijk ter beschikking te stellen aan pioniers zoals bewonerscollectieven en startende ondernemers. Vertonen van de video over de opgave en kansen vanuit duurzame verstedelijking. Boodschap is de noodzaak van verschuiving van de focus van uitbreiding naar inbreiding, van nieuw naar herbenutting, van groei naar kwaliteit, van solo naar afstemming. De film is gemaakt in opdracht van de Bestuurlijke kopgroep Brabant. De film wordt aan de gemeentelijke bestuurders beschikbaar gesteld voor het gesprek in de eigen gemeente. Van Ladderdenken naar Ladderdoen: De boodschap in de video wordt herkend. Bij de voorbeelden van de bestuurders komt veelvuldig de herontwikkeling van bestaand vastgoed naar voren. De voorzitter constateert dat de trots bij herontwikkeling zo te horen vaak zit in het behoud van het monumentale en karakteristieke. Andere voorbeelden gaan in over kwalitatieve (her)ontwikkeling vooral met wonen waarbij combinaties worden gezocht met andere functies. De vraag van de voorzitter of buren ook bij de afwegingen betrokken zijn wordt vaak ontkennend beantwoord. De opgaven en mogelijkheden worden vooral lokaal gekaderd. Erik Daandels geeft aan dat voor Grave juist afstemming met de subregio Land van Cuijk en de provincie tot nieuwe mogelijkheden heeft geleid bij het vraagstuk van te hoge plancapaciteiten. De afwegingen zijn verbreed naar identiteit en ruimtelijke kwaliteit. En keuzen durven maken. Kiezen voor kwaliteit kan dan ook betekenen kiezen voor ruimte in 2

plaats van (her)opvulling met stenen. Bij harde plancapaciteit in bestemmingsplannen is nu een bouwplicht binnen een bepaalde termijn opgenomen om te voorkomen dat slapende plannen in de weg gaan staan aan kansrijkere nieuwe ontwikkelingen. Zijn boodschap is dat plannen voor nieuwbouw moeten passen bij de identiteit, en dat sloop en ruimte maken ook kan passen in het nieuwe denken. Als initiatieven niet passen in identiteit van de gemeente en/of regio dan wordt doorverwezen. Op de vraag van de voorzitter Wie er al primair bezig is als belegger, geeft Koos Loose het voorbeeld van het gemeentehuis in St. Michielsgestel. Samen met de gemeente Boxtel wordt een visie ontwikkeld over de toekomst van de ambtelijke organisatie. En daarmee ook over de toekomst van het gemeentehuis. Ideeën gaan over een geleidelijk transformatie naar gemeenschapshuis, zo mogelijk met zorg en onderwijs. Peter Pennings beschrijft de transformatie van de voormalige kazerne in Vught. Alle ruimtes zijn in nu gebruik, veelal met kleine bedrijfjes. Als overheid moet je een dergelijk ontwikkelingen uit handen durven geven. Het bestemmingsplan volgt de ontwikkeling. Deze laatste opmerking leidt tot enig rumoer, omdat de algemene indruk is dat je met een dergelijke open insteek van een bestemmingsregeling niet meer wegkomt bij de Raad van State. Pennings geeft aan dat het inventariseren van wensen in kansen bij bevolking en raad voor veel draagvlak heeft gezorgd. De kwalitatieve behoefte van de ontwikkeling werd breed ondersteund. De voorzitter put uit eigen ervaring als hij de herontwikkeling van het Honig complex in Nijmegen beschrijft. Bij de aankoop voor 70 miljoen werd nog uitgegaan van een woonwijk voor 2000 woningen. Het plan bleef echter hangen. De creativiteit bleek in de stad zelf te liggen waardoor er nu nieuwe hergebruiksvormen ontstaan. C. Verdieping op bestaand stedelijk gebied Presentatie casus Voorzieningenkaart Oss door Désirée Meulenbroek De casus over gaat over het vraagstuk van het perspectief van maatschappelijke voorzieningen en de wijze waarop Oss dit aanpakt. De achtergronden zijn algemeen: de demografische ontwikkelingen, veranderend gebruik, overcapaciteit c.q. onderbenutting en de druk op de financiële budgetten. De aanpak vanuit Oss is wel heel specifiek met als motto: alleen ga je snel, samen kom je verder. Elke kern en wijk in Oss had zijn kwartetje : wijk/dorpshuis, school, sporthal en sportvelden. In algemene zin is onderkend dat niet elke wijk of kern alle voorzieningen in alle varianten meer nodig heeft. Maar waarop moet wel worden ingezet, waar is behoefte aan en in welke vorm? De opgave was in eerste instantie financieel gestuurd: voorkom zoveel mogelijk vervangingsinvesteringen. Daar zijn twee belangrijke elementen aan toegevoegd: behoud of versterk leefbaarheid en maak het plan samen met inwoners op basis van co-creatie. Juist door dit proces van co-creatie zijn per wijk toekomstplannen voor maatschappelijke voorzieningen en leefbaarheid ontstaan met een zeer groot draagvlak en grote uitvoerbaarheid. Daarbij heeft de gemeente zich terughoudend opgesteld en vooral gestuurd op de kwaliteit van het proces: werken vanuit dialoog, gericht op gemeenschapsbelang. Een hobbel daarbij is het uit handen geven van ideeën, een voorwaarde voor een sfeer van openheid en vertrouwen. De focus is breed en niet alleen beperkt tot gemeentelijk vastgoed. De co-creatie leidt ook tot nieuwe combinaties en de opstart van nieuwe initiatieven en allianties. Zo kwam er een fusie van twee wijkcentra, geïnitieerd vanuit de partijen zelf. In Ravenstein was de inzet voor het voormalige raadshuis gericht op een maatschappelijke functie. Nu is commerciële exploitatie geaccepteerd. De samenwerking tussen partijen draagt zichtbaar bij aan de leefbaarheid in wijken en kernen. Maar ook vanuit de ombuigingsopgave zijn de resultaten positief. In sommige wijken is er een afname van vervangingsinvesteringen tot 50%. Belangrijk is dat het proces niet is ingestoken als een strikte bezuiniging, maar dat ook nieuwe investeringen zijn opgenomen. 3

Meerdere gemeenten zijn bezig met het vraagstuk van aanbod en gebruik van maatschappelijke voorzieningen in relatie tot budgettaire keuzen. Heusden onderkent dat gebruikers daarbij belangrijke, maar soms ook lastige partijen zijn. Grave merkt in het gesprek met de sportverenigingen dat er zeker ook begrip is voor het feit dat gemeente de financiële kaders moet bijstellen. In Mill wordt op een vergelijkbare manier gewerkt als in Oss. Er is een begin gemaakt met de inventarisatie en het in beeld brengen van de materiele instandhouding en mate van gebruik. De vervolgstap wordt dialoog met gebruikers en bewoners. Urgentie moet gedeeld worden. Erik van Merrienboer geeft aan dat het betrekken van burgers hem bij de Osse aanpak aanspreekt. Op deze wijze wordt de sociale veerkracht gemobiliseerd. Dat is wellicht nog belangrijker dan opbrengst in voorkomen van vervangingsinvesteringen. De voorzitter vraagt of er voldoende focus is op de behoefte vanuit de bestaande voorraad en of er urgentie is rond leegstand? In het algemeen wordt het belang van denken vanuit de bestaande voorraad gedeeld. Vanuit de aanwezigen wordt vooral als discussiepunt punt genoemd de schaal waarop afstemming vereist is. De vraag daarbij is wanneer een ontwikkeling het lokale schaalniveau en de gemeentelijke autonomie ontstijgt. Er is overeenstemming over de duidelijkheid en hanteerbaarheid van de reeds vastgestelde afsprakenkaders (bij kantoren en detailhandel). Over de afstemming van detailhandel ontstaat een discussie. Ted van de Loo van de gemeente Boekel roept op om vooral dingen te laten ontstaan. Boekel heeft geen behoefte aan afstemming. Erik van Merrienboer vraagt wanneer je dan wel buurgemeenten nodig hebt? Boekel geeft aan dat gekozen is voor zelfvoorziening dat die focus regionale afstemming overbodig maakt. Van den Bogaart wijst op het verschil tussen winkelen en boodschappen doen, sommige effecten gaan verder dan de gemeentegrens. Ook wijst hij er op dat afstemming een plan sterker maakt bij een toetsing door de Raad van State. Het heeft dus zin om elkaar op te zoeken bij de planvoorbereiding. De gedeputeerde is van mening dat er met de regionale visie detailhandel een goede basis ligt. Hij vraagt zich wel af of die volstaat voor transformatieopgaven: alleen dichtdraaien van de kraan en/of volumeafspraken voor nieuwe ontwikkelingen schieten wellicht te kort. Belangrijk zijn ook samenwerkingsvormen om transformatieambities mogelijk te maken. Gé Wagemakers geeft aan het gesprek gevoerd moet worden op het niveau van de verzorgingsgebieden, en dat betekent dus ook afstemming op dat niveau. Vernieuwing in de detailhandel vergt ook afstemming. Landelijke ketens trekken zich terug, kleine initiatieven nemen toe. D. Wonen De voorzitter legt de vraag voor of we in staat zijn om het omzetten van het denken dat in de crisis is ontstaan ook vast kunnen houden nu we deze achter ons lijken te laten. In de handreiking voor duurzame verstedelijkingsafspraken worden gemeente aangespoord om met elkaar in gesprek te gaan over het thema wonen. Wat levert dat op? Van de Bogaart beschrijft de werkwijze in zijn subregio. In het land van Cuijk is gekozen voor voor samenwerking van de 5 gemeenten. Aanleidingen daarvoor zijn de optredende krimp en het voorkomen van concurrentie. Centraal uitgangspunt is: Wat past bij de wensen van onze mensen. De Verordening Ruimte verplicht tot regionale afstemming, maar het RRO Noordoost Brabant is qua schaal te groot voor regionale afstemming. Daarom is in Land van Cuijk subregionale afstemming gezocht. De eerste stap hierbij was een regionaal woningbehoefte onderzoek. In het kader van ladder is de relevante subregionale behoefte in beeld gebracht en onderbouwd. De uitkomsten van procedures bij de Raad van State tot dusver zijn positief, het onderzoek en de subregionale onderbouwing zijn adequaat geacht. Mart van de Poel geeft aan dat Heusden op bestuurlijk niveau over wonen afstemt met de Langstraat, dus met gemeenten die buiten de regio Noordoost liggen. Deze structurele 4

afstemming werkt goed en gaat verder dan praten over aantallen. Je weet wat er speelt bij elkaar. Belangrijk is ook dat er een sfeer is dat je elkaar iets gunt. Rondetafelgesprekken per subregio over thema Wonen. De gesprekken worden gevoerd aan de hand van de vragen: kent u de plannen van uw buren? Waarover zou u willen praten met uw buren over Wonen? Wat betekent het dat ten behoeve van herontwikkeling veelvuldig woningbouw wordt ingezet? Wat zijn de grote thema s van wonen de komende periode, is kennisdeling nodig? subregio Uden-Veghel: wat opvalt is dat is dat er weinig bestuurlijke uitwisseling is. Bestuurders zijn van mening dat er vooral voor de lokale markt wordt gebouwd. Onderkend wordt dat afstemming over sommige plannen toch handig is, vooral over de grotere of bovenlokaal gerichte plannen. Het voorstel voor bestuurlijke tafel over wonen wordt gedeeld. Maar ook andere partijen moeten betrokken worden zoals de corporaties. Thema s zijn o.a. leefbare wijken (integrale wijkgerichte aanpak, burgerparticipatie), verduurzaming (energie en levensloop-bestendig), doelgroepen (huurders, statushouders, arbeidsmigranten) en kennisdeling (ook met de markt en wijkbewoners) subregio Oss- s-hertogenbosch-noordelijke Meierij: het eerste gesprekspunt gaat over regioindeling: belangrijk is om uit te gaan van woningmarkten. Deze gaat over de subregio-grenzen heen. Het is goed om van elkaar te weten waar je mee bezig bent, wederzijds informeren is van belang. Dat blijkt ook uit het voorbeeld over het overleg tussen s-hertogenbosch en Vught over herinvulling van een zorgcomplex in Vught. Belangrijk is om elkaar de hand te reiken waar nodig. Het vraagstuk van herontwikkeling is nog niet goed in beeld, maar wordt ook gezien als kans. Grote thema's als migranten en vergrijzing dienen geagendeerd te worden in regionaal verband. Andere thema s: Hoe kijk je aan tegen bestaande woningmarkt en duurzaamheid/ 0-op de meter-woningen. Gesproken is over het belang om flexibel te zijn, zowel op de totaalportefeuille van woningbouw als per plan. Het inschatten van de vraag is momenteel heel moeilijk. Subregio Land van Cuijk voert al 5 jaar overleg aan de regionale woontafel. Kenmerken van de werkwijze zijn de Regionale woonvisie, gezamenlijke strategie en de discussie open voeren. Verder is er een virtueel regionaal woonbedrijf, met gegevens van alle gemeenten. Dat maakt consequenties van plannen voor elkaar inzichtelijk. Dit is ook mogelijk omdat harde capaciteit lager is dan prognoses. Frequentie van wethoudersoverleg is eens in de 6 weken. Maar dat bestrijkt ook alle andere werkterreinen. Samen praten brengt oplossingen waar je zelf niet aan hebt gedacht. E. Afspraken 1. Alle deelnemers geven aan het gevraagde commitment met de handreiking voor de ladder te onderschrijven. De handreiking biedt waardevolle aanknopingspunten voor het inzetten op duurzame verstedelijking en het ladderdenken. Wethouder van de Loo van Boekel merkt op dat wat hem betreft de term "afspraken" wordt geschrapt. 2. Geconstateerd is dat de sectoren detailhandel, kantoren en bedrijventerreinen al uitgewerkt worden conform de voorstellen vanuit de handreiking. Besluitvorming over afspraken over detailhandel en kantoren vindt plaats in het RRO van december. Voor bedrijventerreinen zal dit medio 2016 worden. Ingestemd wordt met de aanvullende afspraken voor het stedelijke gebied: 5

o o o o Nadrukkelijker agenderen van de bestaande voorraad in de diverse thema s (detailhandel, kantoren, bedrijventerreinen, wonen); Verwerven inzicht: inventarisatie van problematische leegstand/overaanbod, wat en waar zijn de herontwikkelingsopgaven. En waar liggen de kansen?; Verkennen: zijn er strategische herontwikkelingsopgaven bezien vanuit regionaal perspectief? Heeft het verleggen van de focus gevolgen voor plannen die nu al in portefeuille zitten?; Verkennen: Wat zijn de gezamenlijke vraagstukken? (bijvoorbeeld kennisdeling over instrumentarium, en visievorming/visie op de leegstand en transformatieopgave); 3. Voor het thema Wonen wordt per subregio een bestuurlijke overlegtafel opgericht (Poho Wonen). Bestuurlijke koplopers per subregio: Uden-Veghel: René Peerenboom, Uden Oss- s-hertogenbosch-noord Meijerij: Peter Pennings, Vught Land van Cuijk: Jos van den Bogaart De agenda voor deze poho s wordt gevormd aan de hand van de punten uit de rondetafelgesprekken en de afspraken voor het bestaand stedelijk gebied (zie voorgaand) en daarnaast de voorgestelde afspraken over wonen: Jaarlijks op subregionaal niveau de programma s voor wonen naast elkaar leggen en verkennen of er plannen zijn met een bovenlokale component (plannen die elkaar raken). Zonodig bestuurlijke afstemming en nader overleg ; Verwerven inzicht: In beeld brengen van de mogelijkheden voor woningbouw ten gevolge van de transformatie-opgave en kansen in het bestaand stedelijk gebied. Niet de specifieke locaties zijn hierbij van belang, maar wel de reëel geachte omvang van de plancapaciteiten voor woningbouw voor de komende 10 jaar; Uitgaan van voldoende flexibiliteit in de woningbouwprogrammering. Programmeer maximaal 70% van de behoefte om in te kunnen spelen op de ontwikkelingen in de markt en tussentijdse mogelijkheden voor woningbouw op herontwikkelingslocaties; Een maal per jaar een bestuurlijke thema-bijeenkomst over wonen ter bespreking van de ontwikkelingen op de woningmarkt en de actuele thema s; Zo mogelijk vindt in het RRO per subregio een terugmelding plaats van het bestuurlijke overleg en de aanpak per subregio voor het thema Wonen. 6