Avans Hogeschool Breda. Fysiotherapie, bachelor



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Opleiding tot Fysiotherapeut van Hogeschool Leiden

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Hanzehogeschool Groningen

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

AVANS Hogeschool, Tilburg

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Avans Hogeschool, Breda

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Avans Hogeschool, Tilburg

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Datum locatiebezoek : 29 februari 2016 Datum paneladvies : 18 april 2016 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 18 februari 2014

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Avans Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Hanzehogeschool Groningen

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt, 2014, nr 36791).

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Mechatronica van de Avans Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Zeeland. Postbus AJ VLISSINGEN

Hogeschool Zuyd, Sittard

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hanzehogeschool Groningen

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

NSE: Van vraag naar verbetering

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg. De handleiding. voor het schrijven van een opleidingskader

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen

De Politieacademie Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: Politiekundige, hbo bachelor Variant: voltijd. Visitatiedata: 7 en 8 juli 2005

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Avans Hogeschool, Breda

Transcriptie:

Avans Hogeschool Breda Opleiding: Varianten: Visitatiedata: Fysiotherapie, bachelor voltijd & deeltijd 1 en 2 november NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, december 2005

2 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

Inhoud 2 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 11 1.7 Totaaloordeel 11 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 17 Onderwerp 3 Inzet van Personeel 27 Onderwerp 4 Voorzieningen 30 Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg 32 Onderwerp 6 Resultaten 35 Deel C: Bijlagen 39 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 40 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 41 Bijlage 3: Bezoekprogramma 45 Bijlage 4: Kengetallen 46 Bijlage 5: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 48 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 3

4 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 5

6 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

Onderwerpen 1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Fysiotherapie van de Avans Hogeschool heeft gevisiteerd. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies van het panel. De visitatie vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. De visitatie is feitelijk gestart in augustus 2005, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Als onderdeel van de visitatie is het bezoek van het panel aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 1 en 2 november 2005. Het panel bestond uit de volgende personen: Mevrouw drs. A.E. Spreen (voorzitter); De heer C.N. Treurniet (domeinpanellid); Mevrouw N.S. Boekholt (studentpanellid); Mevrouw drs. P. Göbel (NQA-auditor); Mevrouw I.J.M. de Jong (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de toenmalige NVAO ( 22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en ecellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding Per september 2004 omvat Avans Hogeschool met ruim 50 opleidingen nagenoeg alle segmenten van het Hoger Beroeps Onderwijs en heeft de hogeschool ruim 18.000 bachelorstudenten en 1.700 medewerkers. De opleiding Fysiotherapie valt onder de Academie voor Gezondheidszorg. De missie van de Academie voor Gezondheidszorg is de volgende: NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 7

De Academie voor Gezondheidszorg wil zich, in samenwerking met zusteracademies van Avans Hogeschool en met educatieve en strategische partners in binnen- en buitenland ontwikkelen tot een (inter)nationaal aansprekende, toonaangevende, winstgevende multifunctionele kennisonderneming op het gebied van gezondheidszorg en management in de gezondheidszorg. De academie wil pro-actief zijn m.b.t. overheidsbeleid. Deze instelling richt zijn diensten (brede bacheloropleidingen, masteropleidingen, toepassingsgericht onderzoek, cursussen/trainingen, consultancy en faciliteiten) primair op de markten (gezondheidszorginstellingen, scholen, ondernemingen, particulieren en verenigingen in de gezondheidszorg) in Zuid- Nederland. De academie wil bovenstaande realiseren met professionele medewerkers, voor wie zij een aantrekkelijke werkgever is. Avans Hogeschool heeft vestigingen in Tilburg, s-hertogenbosch en Breda. De opleiding Fysiotherapie wordt verzorgd in Breda. De opleiding is in 1963 gestart en wordt in voltijd en (sinds 2001) deeltijd aangeboden. In de voltijdopleiding staan momenteel 399 studenten ingeschreven en bij de deeltijdopleiding 105 studenten. De opleiding wordt verzorgd door 25 docenten, met een fte van 15,51. De docentstudentratio is 1:30.8, wat binnen het gestelde streefdoel van 1:32 valt. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.2). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft de auditor met de opleiding tezamen besproken welke facetten of welke thema s naar verwachting de meeste aandacht zullen krijgen tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding (de agenderende audit). Daardoor hebben de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze kunnen voorbereiden op dit bezoek. In diezelfde periode (oktober 2005) hebbenn de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek (november 2005) door het bestuderen van het zelfevaluatierapport (en bijlagen), het formuleren van voorlopige oordelen op basis van argumenten en hetformuleren van vragen. De bevindingen zijn doorgegeven aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen heeft de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken geïnventariseerd. Tijdens een vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. 8 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen (bijlage 3). Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden schriftelijk beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder epliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in november 2005 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in november 2005 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2005. Het visitatierapport is uiteindelijk in december 2005 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocl zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 9

weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd afwijkt van de voltijd, is dit epliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde module-inhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. Wat de benchmarking betreft, maakt de opleiding zelf een vergelijking met twee soortgelijke opleidingen in Nederland (Fontys Hogeschool, Hogeschool Utrecht) en voor de deeltijdopleiding met een vergelijkbare opleiding (HBO-V) binnen Avans Hogeschool. Voor de landelijke vergelijking maakt het panel gebruik van de centraal geregistreerde gegevens van het CRIHO, aangezien deze een vergelijkbaarheid mogelijk maken. Dit in tegenstelling tot opleidingseigen kengetallen met verschillen in definitie en registratie. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding De opleiding scoort op alle drie de facetten goed. Het oordeel over het onderwerp Doelstellingen van de opleiding is derhalve positief. 1.5.2 Programma De opleiding scoort op twee van de acht facetten voldoende en op zes goed. Het oordeel over het onderwerp Programma is derhalve positief. 1.5.3 Inzet van personeel De opleiding scoort op één facet voldoende en op twee goed. Het oordeel over het onderwerp Inzet van personeel is derhalve positief. 1.5.4 Voorzieningen Van de twee facetten is er één voldoende en één goed beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp Voorzieningen is derhalve positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg De opleiding scoort op twee facetten goed en op één facet ecellent. Het oordeel over het onderwerp Interne kwaliteitszorg is derhalve positief. 1.5.6 Resultaten De opleiding scoort op beide facetten goed. Het onderwerp Resultaten is derhalve positief. 10 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Opleiding Fysiotherapie Onderwerp 1 Doelstellingen 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed 1.2 Niveau Bachelor Goed 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor Goed Totaal oordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo Goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma Voldoende 2.4 Studielast Voldoende 2.5 Instroom Goed 2.6 Duur Goed 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Goed Totaal oordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo Goed 3.2 Kwantiteit personeel Voldoende 3.3 Kwaliteit personeel Goed Totaal oordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiele voorzieningen Voldoende 4.2 Studiebegeleiding Goed Totaal oordeel Positief Onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg 5.1 Systematische aanpak Goed 5.2 Maatregelen tot verbetering Ecellent 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Goed Totaal oordeel Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau Goed 6.2 Onderwijsrendement Goed Totaal oordeel Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleidingen op de zes de onderwerpen positief scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleidingen POSITIEF is. NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 11

12 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

Deel B: Facetten NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 13

14 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

Facetten Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het beroepsdomein waarvoor de opleiding opleidt en de positionering van het beroep binnen het domein gezondheidszorg wordt beschreven in het document Beroepsprofiel fysiotherapeut, dat in 1998 door het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) is gepubliceerd. Bij de totstandkoming van dit document heeft het KNGF zorggedragen voor validering ervan door de beroepsgroep. De vakinhoudelijke uitgangspunten waarmee de opleiding zich wenst te profileren zijn neergelegd in het document Vakinhoudelijk fundament van de opleiding fysiotherapie Breda (1997). Tezamen met de landelijke eindtermen vormen deze de basis van het eigen opleidingsprofiel. In 2002 zijn de hierin geformuleerde opleidingsspecifieke eindtermen formeel toegevoegd aan de landelijke eindtermen en vastgesteld in het document Vakinhoudelijk fundament en opleidingsspecifieke eindtermen 2002. De opleiding participeert momenteel in de totstandkoming van een geactualiseerd landelijk beroepsprofiel. Het nieuwe competentiegerichte curriculum, dat per 2005-2006 ingevoerd wordt, is ontwikkeld in overeenstemming met het actuele concept van dit nieuwe beroepsprofiel. Tevens is het nieuwe beroepsprofiel sturend geweest voor een aantal belangrijke bijstellingen van het huidige curriculum. Zodra het definitieve beroepsprofiel vastgesteld is, zal het nieuwe curriculum nogmaals hieraan getoetst en eventueel bijgesteld worden (Startdossier opleiding Fysiotherapie, 2005). De opleiding maakt deel uit van het European Network of Physiotherapy in Higher Education (ENPHE), waardoor zij een globaal beeld krijgt van de vergelijkbaarheid van haar eindtermen/programma met fysiotherapie opleidingen in andere landen in Europa. Eén docent is sinds april 2005 bestuurslid van de ENPHE. De Werkveldadviesraad (WAR) is op de hoogte van het huidige opleidingsprofiel en is betrokken bij de ontwikkeling van het toekomstige profiel (Notulen WAR). Facet 1.2 Niveau bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 15

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft de eindtermen getoetst aan de Dublin-descriptoren en kan daarmee beargumenteren dat de eindtermen op bachelorniveau liggen. Het panel heeft de Toets eindtermen Dublin-descriptoren (2004) bestudeerd en constateert dat de eindtermen aan de Dublin-descriptoren voldoen. Deze eindtermen gelden voor zowel de voltijdopleiding als de deeltijdopleiding. Bij de totstandkoming van het Beroepsprofiel fysiotherapeut (1998) zijn de landelijke eindtermen getoetst aan de criteria van de Europese SEDOC-kwalificatieniveaus. Deze toetsing heeft geresulteerd in een indeling van het beroep fysiotherapeut in het hoogste kwalificatieniveau, dat wil zeggen een beroep waarvoor minimaal een opleiding op hboniveau nodig is (OER 2004-2005). Facet 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Bij de argumentatie voor dit facet worden de argumenten van de facetten 1.1 en 1.2 meegenomen. Het Beroepsprofiel fysiotherapeut (1998) omvat onder meer een domeinomschrijving van het beroep fysiotherapie en de kenmerkende beroepstaakgebieden van de fysiotherapeut. Deze beroepstaken omvatten het basistakenpakket van de fysiotherapeut, ongeacht de setting waarin hij werkt, en moeten door iedere fysiotherapeut (kunnen) worden uitgevoerd. Het Beroepsprofiel fysiotherapeut (1998) is landelijk gevalideerd door de beroepsgroep. De eindtermen omvatten zowel beroepsspecifieke eindtermen, hoger onderwijseindtermen als algemene maatschappelijke en persoonsvormende eindtermen. Uit het onderzoek onder alumni en het werkveld en uit analyses van de eitgesprekken concludeert de opleiding dat de beoogde eindtermen qua theoretische en praktische voorbereiding op het beroepenveld het hbo-niveau weerspiegelen van de startende beroepsbeoefenaar in het domein van de fysiotherapie. Na bestudering van onder andere de onderzoeksresultaten (Analyse van resultaten alumnivragenlijsten, 2003 en 2004, Uitkomsten werkveldenquête, 2005, Resultaten eitgesprekken, 2004 en 2005) en het voeren van gesprekken met werkgevers en afgestudeerden concludeert het panel dat de eindkwalificaties het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar weerspiegelen. 16 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen hbo Goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het curriculum is opgebouwd uit geïntegreerde, op beroepsrelevante of maatschappelijke problemen gebaseerde thema's. Binnen elke onderwijseenheid zijn alle onderwijsactiviteiten zoveel mogelijk gekoppeld aan het thema van een blok (REOCUR, bijlage 5: Het vaststellen van de onderwijsinhoud opleiding Fysiotherapie, Breda). In de eerste blokken wordt gebruik gemaakt van voorgeschreven literatuur, naarmate de opleiding vordert moeten studenten zelfstandig relevante en actuele informatie kunnen vinden, ook in buitenlandse bibliotheken via bijvoorbeeld pubmed. De literatuurlijsten worden elk jaar geactualiseerd. In de opleiding wordt op een aantal vlakken aandacht besteed aan internationalisering. Incidenteel worden modules aangeboden in het Engels. In een aantal blokken wordt Engelse literatuur gebruikt en soms Duitstalige. De buitenlandse artiekelen zijn meestal in readers opgenomen of worden als hand outs uitgereikt en komen derhalve niet op de literatuurlijst voor. Een aantal studenten doet mee aan een uitwisselingsproject met Finland. Bij de organisatie van het nieuwe curriculum dat is ingevoerd per september 2005 wordt de actualiteit vanuit (toegepast) wetenschappelijk onderzoek epliciet geborgd door de instelling van een wetenschapsbureau. Het panel heeft vastgesteld dat nieuwe aspecten van het beroep, zoals evidenced based practice (EBP), directe toegankelijkheid fysiotherapeut (DTF) en het nieuwe zorgstelsel, direct een plaats in het curriculum krijgen, zowel op dit moment (zorgstelsel) als in het verleden (EBP). Volgens de studenten is er ook aandacht voor bijvoorbeeld kwaliteitszorg en verzekeringstelsels. Daarnaast dient de afstudeeropdracht actueel te zijn en moet de opdracht een toegevoegde waarde hebben voor het werkveld. Sinds 2004 is het lectoraat Gerontologie academiebreed actief, waarbij één docent van Fysiotherapie betrokken is. Het lectoraat heeft een kenniskring gevormd die bijvoorbeeld lezingen voor docenten houdt. Via de differentiaties in het curriculum worden studenten bij onderzoeksopdrachten betrokken. Een tweede docent participeert in het lectoraat Arbeid en Gezondheid van de Hogeschool Rotterdam. NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 17

Studenten voeren praktijkgerichte opdrachten uit in de vorm van projectonderwijs. Het werkveld wordt gevraagd casuïstiek in te brengen, maar ook studenten kunnen eigen praktijkervaringen inbrengen. Studenten doen bijvoorbeeld praktijkervaring op met het fysiotherapeutisch handelen bij specifieke doelgroepen, door het uitvoeren van interviews en het bezoeken van een instelling. Het panel heeft op basis van documenten en gesprekken vastgesteld dat er interactie tussen de opleiding en het werkveld is. Er worden gastdocenten aangetrokken om bepaalde modules te verzorgen. De Werkveldadviesraad (WAR) en het stageveld zijn intensief betrokken geweest bij de ontwikkeling van het nieuwe curriculum. Daarnaast kunnen stagebegeleiders worden ingezet bij het beoordelen van vaardigheidstoetsen. Studenten maken vanaf het begin van de studie kennis met de beroepspraktijk door middel van stages. In alle studiejaren zijn stages opgenomen in het curriculum, waardoor de praktijkgerichtheid gegarandeerd wordt. In het eerste jaar vindt een snuffelstage plaats. De student zoekt zelf een passende stageplaats, in tegenstelling tot de andere stages die door de opleiding worden georganiseerd. Tijdens de stageperioden zijn er twee bijeenkomsten op school om te reflecteren op de stage. Het inhoudelijk handelen wordt besproken in groepen van acht studenten en intervisiebijeenkomsten vinden in groepen van drie studenten plaats. Stages zijn kunnen zowel in de eerste als in de tweede lijn worden gelopen, maar studenten moeten verplicht één stage in een instelling volgen. Het panel stelt vast dat de studenten in ieder studiejaar tijd in de beroepspraktijk doorbrengen. Voltijdstudenten zijn tevreden met de hoeveelheid tijd die aan vaardigheidsoefeningen in de opleiding wordt besteed. De deeltijdstudenten hebben hier kritiek op gehad, daarop zijn op vrijdag etra vaardigheidstrainingen georganiseerd. Voltijdstudenten kunnen ook gebruik maken van deze vaardigheidslessen. Ouderejaarsstudenten en een docent verzorgen de begeleiding bij deze trainingen. Uit het Studenttevredenheidsonderzoek (2004) blijkt dat de voltijdstudenten en de deeltijdstudenten vinden dat de opleiding hen voldoende laat kennismaken met de beroepspraktijk. Voltijdstudenten zijn zelfs uitermate tevreden over dit aspect (2002: 4,4; 2004: 4,6). Ook een ruime meerderheid (2003: 82%; 2004: 79%) van de alumni vindt dat de opleiding goed inspeelt op veranderingen in het beroep (Analyse van resultaten alumnivragenlijst (opleiding fysiotherapie) najaar 2003; Analyse resultaten alumnivragenlijst (opleiding fysiotherapie), najaar 2004). Het panel concludeert naar aanleiding van gesprekken met studenten en alumni dat de beroepspraktijk geïntegreerd is in het curriculum. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. 18 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opbouw van het curriculum voltijd staat beschreven in REOCUR en in de Studiegids 2004-2005. Het programma is verdeeld in een propedeutische en hoofdfase. De opbouw kenmerkt zich door een geleidelijke verschuiving van oriëntatie, via verdieping naar integratie en transfer en van verwerving van basiskennis en vaardigheden naar toepassing in steeds compleer wordende praktijksituaties (REOCUR, bijlage 6a: Onderwijsorganisatie (blauwdruk) van de opleiding). Het programma van de deeltijdopleiding is afgeleid van het voltijdprogramma en beschreven in de Blauwdruk verkorte deeltijdopleiding Fysiotherapie uit 2001. De landelijke eindtermen (Beroepsprofiel Fysiotherapeut, 1998) en de eindtermen uit het Vakinhoudelijk fundament en opleidingsspecifieke eindtermen (2002) zijn vertaald in een curriculum door leergebieden te formuleren. Per leergebied worden doelstellingen geformuleerd. Hiervoor zijn de rollen van de fysiotherapeut als ordeningsprincipe gekozen, waardoor de student vanaf het begin van de studie in aanraking komt met de compleiteit van de beroepswerkelijkheid. Het curriculum is opgebouwd uit geïntegreerde, op beroepsrelevante of maatschappelijke problemen gebaseerde thema s rondom een zogenoemd leergebied of gedachtegang, die vanaf het begin van de opleiding de compleiteit van de fysiotherapeutische beroepsuitoefening weergeven. Binnen elke onderwijseenheid zijn alle onderwijsactiviteiten zoveel mogelijk gekoppeld aan het thema van dat blok. Op deze manier bouwen studenten een gestalt op van de praktijk, waarbij zij gedurende hun studie leren hoe zij door middel van een probleemanalyse (model) in staat zijn te komen tot deskundig fysiotherapeutisch handelen. De leerinhouden zijn vastgelegd in Leerinhouden voltijd 2004-2005 en Leerinhouden verkorte deeltijd opleiding Fysiotherapie (2004). Aan het eind van de opleiding moeten studenten in staat zijn wetenschappelijke inzichten te vertalen naar en toe te passen in de praktijk (EBP). Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie (DTF) en het nieuwe zorgstelsel zijn geïntegreerd in het nieuwe curriculum. DTF wordt ook als nascholing aangeboden. Tijdens de gesprekken met studenten, afgestudeerden en vertegenwoordigers van het werkveld viel het het panel op dat bij studenten een kritische attitude wordt ontwikkeld, waardoor zij tijdens discussies in staat zijn hun eigen visie adequaat te onderbouwen. Als check op het curriculum is in 2001 een overzicht opgesteld waarin getoetst is of alle eindtermen door leerinhoud afgedekt zijn (Koppeling eindtermen leerinhouden opleiding Fysiotherapie Breda, 2001). Nadat de deeltijdopleiding is ontwikkeld, is hetzelfde gedaan voor de deeltijdopleiding. In 2005 is hieraan bovendien een koppeling met de Dublindescriptoren toegevoegd (Matri eindtermen leerinhouden Dublin-descriptoren DT, 2005). Het panel heeft deze documenten gezien en in orde bevonden. De Curriculumcommissie, en later de inhoudelijke coördinatoren, zijn verantwoordelijk voor de bijstellingen van de onderwijsinhouden op hoofdlijnen, zodat het programma een adequate en voortdurend geactualiseerde concretisering vormt van de landelijke en opleidingsspecifieke eindtermen. Op een meer gedetailleerd niveau zijn de kernteams en NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 19

de stromenteams verantwoordelijk voor inhoudelijke bijstellingen. Voorbeelden hiervan zijn het actualiseren van literatuurverwijzingen en aanpassen van de casuïstiek door de kernteams en het herschrijven van PGO-taken en het aanpassen van onderwerpen door de verschillende stromenteams. Uit het Studenttevredenheidsonderzoek (2004) (STO) blijkt dat studenten tevreden zijn over de inhoud van het programma: voltijd en deeltijd 3,6. Studenten zijn positief over de kritische instelling die tijdens de studie ontwikkeld wordt: voltijd 3,9 en deeltijd 4,1. Het enige punt van kritiek in de onderzoeken betrof de keuzemogelijkheden. In het vernieuwde curriculum voor de voltijd is dit aspect epliciet vormgegeven als opties ter invulling van de individuele profilering, voor de deeltijdopleiding blijft het een aandachtspunt voor de opleiding. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Naar aanleiding van de notitie Evaluatie & bijstelling inhoud Curriculum Fysiotherapie (2001) zijn de onderwijseenheden bijgesteld met als doel de rode draad duidelijker naar voren te laten komen: fysiotherapeutisch methodisch handelen, gebaseerd op evidencebased klinisch redeneren. Integratie van de voorwaardelijke theoretische kennis, motorische vaardigheden en de praktijk vindt plaats in de Integratielijn (ILY) vanaf blok 3 tot en met blok 10 van de voltijdopleiding en in blok 2 tot en met 8 van de deeltijdopleiding. In deze lijn komen theorie en vaardigheden uit het Probleemgestuurd Onderwijs (PGO), de Vaardigheidsstroom en de Video-observatielijn (VOL) of Interactieve Vaardigheden (IAV) samen. De ILY heeft als doelen de student doelgericht en onderbouwd fysiotherapeutische kennis en vaardigheden toe te laten passen en sociale en motorische vaardigheden op een adequate wijze uit te laten voeren. Dit gebeurt aan de hand van casuïstiek, gericht op patiënten met problemen omtrent het bewegend functioneren. Niet alleen de moeilijkheidsgraad van de casuïstiek neemt toe gedurende opleiding (van fysiologisch functioneren, tot enkelvoudig/niet-complee pathologie naar meervoudige/complee problematiek), maar ook de mate van integratie van eerder verworven leerinhouden waarop de casus een appèl doet. Er is volgens het panel sprake van duidelijke hoofdlijnen in het curriculum (Het vaststellen van de onderwijsinhoud opleiding Fysiotherapie Breda (1997), Studiegids 2004-2005, en Blokboek blok 1). Echter de samenhang tussen de verschillende stromen is minder doorzichtig. In elk blok is het onderwijs thematisch opgezet rondom een bepaald leergebied/ gedachtegang. Binnen een blok lopen maimaal vier parallelle stromen, die tezamen worden geconcretiseerd in één blokboek, waarbij zoveel mogelijk inhoudelijke afstemming plaats vindt. De ordeningsprincipes, te weten de rol van de fysiotherapeut als zorgverlener in combinatie met de situatie van de patiënt ( van gezond naar ziek ) en de 20 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

vier regelsystemen, gelden globaal voor zowel de theoretische kennis als de vaardigheden vanaf blok 3 tot en met 10 van de voltijdopleiding en blok 2 tot en met 8 van de deeltijdopleiding. Blokken 1 en 2 van de voltijdopleiding en blok 1 van de deeltijdopleiding staan vooral in het teken van een uitgebreide oriëntatie op de studie tot fysiotherapeut, het beroep van fysiotherapeut en gezondheidszorg in bredere zin. De borging van zowel de afstemming tussen de onderwijseenheden binnen elk leerjaar als de afstemming over de leerjaren heen is in handen van de Onderwijscommissie (voorheen Curriculumcommissie), de kernteams en de stromenteams. Uit gesprekken met studenten en afgestudeerden blijkt voor het panel dat het opleidingsprogramma een sterke en duidelijk herkenbare inhoudelijke samenhang kent, zowel horizontaal als verticaal, die is gebaseerd op heldere en aan de praktijk ontleende ordeningsprincipes van de leerstof. Door de rol van de Onderwijscommissie, de kernteams en de stromenteams is gezorgd voor voldoende borging van de samenhang bij tussentijdse bijstellingen van het curriculum. Zowel uit het Studenttevredenheidsonderzoek als uit de Keuzegids Hoger Onderwijs blijkt dat de studenten in het algemeen tevreden zijn over de samenhang in het opleidingsprogramma (STO 2004: voltijd: 3,9; deeltijd: 3,7; Keuzegids: 7,1). Deze uitkomsten komen overeen met de uitkomsten uit de gesprekken met alumni en studenten. Een verbeterpunt in de ogen van de studenten is de samenhang tussen de verschillende onderwijsstromen. Door de overgang naar competentiegericht onderwijs (voltijd: 2005, deeltijd: 2006) waarbij een ander indelingsprincipe wordt gehanteerd (namelijk de stappen uit het methodisch handelen van de fysiotherapeut), worden voorlopig door de opleiding geen verbeteracties aan de klacht van studenten gekoppeld. Facet 2.4 Studielast Voldoende Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding is zodanig ingericht dat de student in staat wordt gesteld om te voldoen aan de norm voor de studievoortgang genoemd in Wet studiefinanciering 2000 (WHW artikel 7.4) en opgenomen in het OER 2004-2005. De programma s van de voltijd- en de deeltijdopleiding zijn ontworpen met twee fases: propedeuse en hoofdfase. Ieder studiejaar is verdeeld in vier periodes van tien weken per jaar. In het Onderwijskundig kader Sector Gezondheidszorgonderwijs (1996) zijn uitspraken met betrekking tot de studeerbaarheid gedaan, die zijn vertaald in het curriculum. Bijvoorbeeld: het studierooster is zodanig opgezet dat er ieder dag verschillende leeractiviteiten worden gevergd. In het studierooster worden tentamenactiviteiten en NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 21

overige studieactiviteiten niet ten koste van elkaar gepland. Het studierooster reserveert voldoende tijd voor zelfstandig voorbereidingswerk. Voor dyslectische en anderstalige studenten zijn er speciale faciliteiten, zoals etra studiebegeleiding, meer tijd bij tentamens, aparte rustige ruimten om tentamens te maken en het gebruik van woordenboeken tijdens tentamens. De opleiding heeft een studievoortgangscoördinator, een mentoraat en een decanaat, die individuele studievertragende belemmeringen signaleren. Indien nodig bieden zij individuele begeleiding en/of worden er meer algemene maatregelen getroffen (zie ook 4.2). De laagdrempeligheid van de docenten voor de studenten maakt belemmeringen en problemen bespreekbaar en oplosbaar. Het onderwijs (inclusief de taken/opdrachten) is beschreven in de Blokboeken, de Stagenota voltijd (2003), de Stagenota verkorte deeltijdopleiding (2003), de Nota afstudeerproject eamenjaar 2004-2005 en de studiehandleidingen van de differentiaties. In de blokboeken en de Studiegids 2004-2005 wordt de structuur van het programma op een overzichtelijke manier weergegeven, waarbij onder andere van de afzonderlijke onderwijsstromen de geprognosticeerde studielast vastligt (Format lay-out blokboeken opleiding Fysiotherapie, 2000). Artikel 34 van de OER 2004-2005 beschrijft de minimale eisen die gesteld worden voor toelating tot de postpropedeuse van de voltijdopleiding; artikel 40 beschrijft de voorwaarden voor toelating tot specifieke onderdelen van de postpropedeutische fase. Artikel 51 van de OER 2004-2005 beschrijft de minimale eisen die gesteld worden voor toelating tot de postpropedeuse van de deeltijdopleiding; artikel 57 beschrijft de voorwaarden voor toelating tot specifieke onderdelen van de postpropedeutische fase. Het rendement in de propedeuse is enkel jaren geleden flink gedaald, doordat de opleiding het aantal herkansingen had teruggebracht van twee naar één. Op dit moment is een herstel van dit rendement zichtbaar (zie ook 6.2). Uit het Studenttevredenheidsonderzoek 2004 blijkt dat studenten in het algemeen tevreden zijn over de zwaarte van het studieprogramma (4,3). De blokevaluaties van de deeltijdopleiding laten zien dat de gemiddelde studietijd op 20-22 uur per week ligt, wat overeenkomt met de geplande tijd. De gemiddelde tijd die de voltijdstudenten aan hun studie besteden, zo blijkt uit de blokevaluaties, fluctueert en is sterk afhankelijk van de fase van de opleiding. In blok 1 van jaar 1 besteden studenten gemiddeld 40 uur per week aan hun studie, daarna is er een terugval in het eerste deel van jaar 2, maar vanaf het moment dat ze de beroepsvoorbereidende stage gaan lopen (tweede helft jaar 2) neemt de gemiddelde studieduur weer toe (25 tot 35 uur). De studenten met wie het panel heeft gesproken, stelden dat wanneer ze de studie serieus volgen, ze 40 uur nodig hebben. In het nieuwe curriculum zal de opleiding 40 uur per week studiebelasting epliciet als norm stellen. De studenten zijn matig tot onvoldoende tevreden over een aantal organisatorische aspecten van de organisatie en de planning onderwijs (STO 2004, voltijd 3,2, deeltijd 2,8): 22 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

- roosterwijzigingen, late beschikbaarheid roosters (blokevaluaties voltijd). Wel zijn voltijd en deeltijd studenten tevreden over de roosters (STO 2004, voltijd 3,2 en 3,0, deeltijd 3,1 en 3,3). - late beschikbaarheid blokboeken (STO 2004: voltijd: 2,8; deeltijd: 2,1). Het Bureau Onderwijsondersteuning is nu beheerder van de blokboeken in plaats van de afzonderlijke kernteams. Deze centralisering heeft voor de nodige startproblemen gezorgd, maar in het studiejaar 2004-2005 waren hierover geen klachten meer. Vanaf 2005-2006 worden blokboeken, readers en verplichte literatuur verzorgd door de organisatie inter-e. Facet 2.5 Instroom Goed Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding informeert de aspirant-studenten op verschillende manieren. Er is een voorlichtingsbrochure en een website waar studenten informatie vandaan kunnen halen. De opleiding verzorgt een tweetal open dagen en een tweetal open avonden waarin voorlichting en demonstraties gegeven worden. Studenten assisteren hierbij in de uitvoering. Daarnaast worden facultatieve meeloopdagen georganiseerd, waarin aspirantstudenten een dag als gast de onderwijsactiviteiten mee volgen. De voorlichtingsactiviteiten die de opleiding ontplooit sluiten aan op het Beleidskader PR&V Faculteit Gamma 2000. Voltijdse studenten die voldoen aan de wettelijke vooropleidingseisen zijn toelaatbaar tot de opleiding (OER 3.3). De opleiding biedt een verkort traject aan in deeltijd. Toelaatbaar zijn studenten die in het bezit zijn van een diploma van bij voorkeur een verwante CROHO-geregistreerde universitaire of hbo-opleiding. Er bestaat geen verwante mbo/web-opleiding, hierdoor kent de opleiding geen verkort traject voor studenten met deze vooropleiding. De vrijstellingen die deeltijdstudenten eventueel krijgen, staan beschreven in het document Vrijstellingen Deeltijdopleiding 2001. Er worden vrijstellingen verleend, zowel aan studenten voltijd als deeltijd, op basis van eerder verworden competenties (EVC). De vrijstellingsaanvraag moet worden goedgekeurd door de eamencommissie. De opleiding begeleidt aankomende studenten bij het uitvoeren van een zelfanalyse, zodat zij goed voorbereid een keuze kunnen maken. Uit gesprekken met studenten is naar voren gekomen dat studenten vinden dat ze tijdens de intakegesprekken zeer goed voorbereid worden op hun studie. Dit geldt zowel voor de voltijd als voor de deeltijd. Bij iedere instromende student wordt in het eerste jaar onderzoek naar leerstrategieën gedaan (met behulp van een digitale vragenlijst). De resultaten van deze test worden NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 23

besproken met de mentor. In het nieuwe competentiegerichte curriculum wordt een leerstijlentest afgenomen in het eerste jaar, aangevuld met opdrachten gericht op leerstijl. De voltijdstudent maakt in het eerste jaar kennis met nieuwe didactische werkvormen. In een vijftal bijeenkomsten worden studievaardigheden en een training in PGO aangeboden aan instromers. De opleiding organiseert een aantal facultatieve lessen voor de deeltijdstudenten met een minder verwante vooropleiding. Er is jaarlijks structureel overleg met de decanen van toeleverende scholen. Uit het Studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat zowel de voltijdstudenten als de deeltijdstudenten tevreden zijn over de aansluiting van hun vooropleiding op de opleiding (voltijd: 3,4; deeltijd: 3,8). Bovendien zijn ze tevreden over de informatie over de opleiding die vooraf, tijdens de opendag/avond en/of tijdens de introductie, werd gegeven. Facet 2.6 Duur Goed Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Uit de Studiegids 2004-2005, de OER 2004-2005, de blokboeken en de roosters blijkt dat de opleidingen voldoen aan de gestelde eis met betrekking tot de formele omvang van 240 EC's. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De onderwijsvisie waarop het onderwijsmodel van de opleiding Fysiotherapie Breda is gebaseerd, is vastgesteld als onderdeel van het Kwaliteitsmanagementplan De HWB beweegt! (1996) en is op sectoraal niveau overgenomen in de Onderwijsvisie Sector Gezondheidszorg (1996). Op basis van deze visie heeft de opleiding in 1997 haar voltijdse curriculum ingericht als onderdeel van het sectorale project REOCUR. Het resulterende onderwijsmodel is in 1997 vastgelegd in het document Onderwijsorganisatie (blauwdruk) van de opleiding en is tevens beschreven in de Studiegids 2004-2005. De deeltijdopleiding is zowel naar vorm als naar inhoud een afgeleide van de voltijdopleiding en kent derhalve hetzelfde onderwijsmodel, gebaseerd op dezelfde onderwijskundige uitgangspunten. In het document Leerinhouden verkorte deeltijd (2004) wordt 24 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

schematisch aangegeven waar de leerinhouden van de voltijdopleiding terugkomen in het programma van de deeltijdopleiding. De opleiding gaat uit van de onderwijskundige beleidskaders van de hogeschool: leren leren, geïntegreerd onderwijs, probleemgeoriënteerde benadering, studentvriendelijkheid, studeerbaarheid en fleibiliteit. De opleiding realiseert deze kernbegrippen door te kiezen voor een aantrekkelijke mi van uitdagende en activerende onderwijswerkvormen: probleemgestuurd onderwijs (PGO), vaardigheidsonderwijs, Video-observatielijn, integratielijn, projectonderwijs (PO), buitenschools leren (stage), interactieve vaardigheden, supervisie, beroepsreflectie en bijzondere activiteiten (alléén voltijdopleiding). De onderwijskundige uitgangspunten vormen de basis voor de onderwijsstromen in zowel voltijd als deeltijd. De moeilijkheidsgraad en de mate van integratie van diverse leerinhouden nemen toe gedurende de opleiding. De gebruikte casuïstiek loopt van fysiologisch functioneren, tot enkelvoudige/niet-complee pathologie naar meervoudige/complee problematiek. De mate van sturing binnen de opdrachten neemt geleidelijk af, waardoor de studenten steeds zelfstandiger moeten werken. In het blokboek staat daarom steeds de hoogst noodzakelijke literatuur beschreven, studenten worden hierdoor uitgedaagd om zelf op zoek te gaan naar relevante informatie (zie ook 2.1). Het panel heeft vastgesteld dat studenten worden geïnformeerd over de verschillende onderwijsstromen. De Studiegids bevat een overzicht van de verschillende onderwijsstromen die in elk blok van de voltijd- en deeltijdopleiding aan bod komen. Daarnaast bevat elk blokboek voor elke onderwijsstroom een gedetailleerde beschrijving van de algemene en de blokspecifieke doelstellingen, de algemene werkwijze en instructies voor de opdrachten. In het eerste jaar van de voltijdopleiding wordt onderwijs aangeboden in de vorm van een onderwijsleergesprek, zodat de studenten kunnen wennen aan de nieuwe manier van lesgeven (PGO). De deeltijdopleiding kent alleen onderwijsleergesprekken. Vanaf september 2005 wordt de nieuwe structuur ingevoerd. De didactische vormgeving van deze opleiding zal geheel volgens het competentiegerichte onderwijsmodel worden ingericht. De verworvenheden uit het huidige model worden volgens het management en de docenten in het nieuwe systeem geïntegreerd. Uit het Studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat studenten ruim tevreden zijn over de afwisseling en aantrekkelijkheid van de lessen (STO 2004 VT: 3.8, DT 3.8). De mate waarin de opleiding bijdraagt aan het ontwikkelen van een kritische instelling wordt voldoende tot goed beoordeeld (STO 2004 6.9). De lessen en werkvormen vinden studenten voldoende tot ruim voldoende stimulerend om zelfstandig te studeren (STO 2004 VT 3.5, DT 3.9). In gesprekken met studenten worden deze uitkomsten bevestigd. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Goed Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en eamens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 25

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft het toetsingsbeleid vastgelegd in het document Toetsbeleid 1999/2003. De opleiding stelt dat de toetsen congruent dienen te zijn met de uitgangspunten van het gekozen en gehanteerde onderwijsmodel. Naast het hebben van kennis en inzicht moeten studenten probleemanalyserend en oplossend kunnen denken en werken. Hiertoe worden in de schriftelijke bloktoetsen open vragen opgenomen die op kennisinzicht- en toepassingsniveau toetsen. Zowel op cognitief als vaardigheidsniveau worden competenties in meerdere toetsvormen getoetst. Door middel van reflectie- en voortgangsverslagen wordt het handelen van de student zelf en van medestudenten geëvalueerd. Studenten moeten relevante informatie kunnen analyseren en beoordelen, verspreiden en toepasbaar te maken. Met name in projectvorm worden deze vaardigheden geoefend en getoetst. De toetsen moeten een hoge mate van authenticiteit hebben in relatie tot het werkveld, de integratielijn-toetsen en stagebeoordelingen zijn hier voorbeelden van. Aan de andere kant wordt het werkveld uitgenodigd om deel te nemen aan het beoordelen van vaardigheidstoetsen. In de blokboeken is de aard van de toets en beoordeling beschreven. Studenten geven in gesprekken aan dat de toetsvorm goed aansluit op de lesstof. Stagebieders en alumni worden als eterne beoordelaars ingezet bij de vaardigheidstoetsing. De eterne beoordelaars krijgen een training voor het beoordelen van de vaardigheidstoetsing. De afstudeerscripties worden in principe in tweetallen geschreven en begeleid door een docent. Deze docent beoordeelt uiteindelijk het proces. Een tweede beoordelaar beoordeelt het product en voert een gesprek met de beide studenten. Het panel heeft vastgesteld dat er ook studenten zijn die alleen de scriptie schrijven. Een enkele keer heeft het panel een scriptie aangetroffen die door drie studenten was opgesteld. Het panel is van mening dat het geen bezwaar is dat studenten in tweetallen opereren, omdat ze tijdens de studie bij alle projecten, opdrachten en handelingen een evidenced based onderbouwing moeten leveren, waardoor de Dublin-descriptoren kennis en inzicht en oordeelsvorming in voldoende mate aan bod komen. Hetzelfde geldt volgens het panel voor de deeltijdstudenten. Zij zijn weliswaar vrijgesteld van het schrijven van een scriptie op basis van hun vooropleiding (hbo- of wo-opleiding), maar ook zij moeten hun handelen en opdrachten stevig onderbouwen. Een toetscommissie bewaakt sinds 2000 de realisatie van het toetsbeleid. De commissie heeft als taak om de toetsen te screenen op relevantie, validiteit en betrouwbaarheid. De doelstellingen en beoordelingscriteria van het afstudeerproject zijn geformuleerd op hbo-bachelorniveau in de Matri eindtermen-leerinhouden-dublin-descriptoren, 2004. Het panel heeft diverse toetsen bekeken en getoetst op aanwezigheid van een normering en een beoordeling. Het panel is positief over de toetsen. De opleiding hanteert vaste procedures ten behoeve van feedback. Voor bijvoorbeeld schriftelijke toetsen worden inzage en bespreekmogelijkheden gepland. Er zijn evaluatiegesprekken naar aanleiding van de verslagen tijdens de stageperiodes. 26 NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor

Studenten geven in gesprekken aan dat de docenten zich aan de procedures houden en dat de relatie tussen de doelstellingen en toetsing helder is. Per jaar kan een toets eenmaal herkanst worden. Oorspronkelijk werden twee herkansingen gepland, maar om uitstelgedrag van studenten tegen te gaan en een betere selectie in de propedeusefase toe te passen, is de opleiding teruggegaan naar één herkansing per jaar. Zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten zijn tevreden over de toetsen. De aansluiting op de leerstof scoort 6,6 in de Keuzegids Hoger Onderwijs (2004). Studenten zijn tevreden over de beoordeling tijdens de stages (Analyse Kwaliteit Beroepsvoorbereidende Periode 2004-2005, 2005). Voltijd en deeltijd studenten zijn tevreden over de vaardigheidstoetsen (Verslag van de eitgesprekken 3 e jaar deeltijdstudenten, 2004 en 2005, Blokevaluaties). In het nieuwe curriculum worden dezelfde uitgangspunten uit het Toetsbeleid (1999/2003) voor de toetsen (assessments) gehanteerd. Een verandering is dat de assessments meer centraal staan en een geïntegreerd onderdeel van het leerproces vormen. De assessments worden bovendien niet alleen selectief (summatief) ingezet, maar ook diagnostisch door ze te koppelen aan studieloopbaanbegeleiding. Hierdoor geven ze richting aan hiaten in de competenties van studenten. Aan het einde van een assessment wordt een gesprek met de studieloopbaanbegeleider gepland om zowel de inhoud als het proces te bespreken (Concept toetslijn fysiotherapie, 2005). Onderwerp 3 Inzet van Personeel Facet 3.1 Eisen hbo Goed Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Van de zestien fysiotherapiedocenten zijn negen docenten ook parttime werkzaam in het beroepenveld. Van de 25 docenten zijn tien docenten stagedocent, zij gaan structureel met de eterne stagebegeleiders in gesprek met het oog op een goede aansluiting tussen de opleiding en de beroepspraktijk. De ervaringen van de stagebegeleiders worden besproken in het stageteam. De stagecoördinator is voorzitter van het stageteam en functioneert als intermediair tussen opleiding en het beroepenveld (Projectplan Relatiebeheer stageadressen, 2001). De opleiding laat zich voeden door informatie uit de werkveldadviesraad (WAR), waarin het werkveld en stagebegeleiders vertegenwoordigd zijn. De actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk worden bijgehouden door het begeleiden van stages. Docenten zien dit als een soort antennefunctie voor nieuwe ontwikkelingen. NQA - visitatie Avans Hogeschool, opleiding Fysiotherapie, hbo bachelor 27