Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2014. Nummer: 6h. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 22 oktober 2013 Aanleiding De lokale heffingen zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Als gevolg van het beleid van de rijksoverheid, de programmabegroting 2014 gemeente Boxmeer en de begrotingsbehandeling op 6 november j.l. is het voor het komende jaar 2014 noodzakelijk om nieuwe heffingstarieven vast te stellen. Dit voorstel voorziet in deze besluitvorming. Nadere toelichting In het Coalitieprogramma 2012-2014 worden voor de lokale heffingen de volgende uitgangspunten gehanteerd: De coalitie streeft alleen een trendmatige verhoging van de gemeentelijke belastingen na. Extra verhoging van de gemeentelijke belastingen is het laatste middel om de begroting (meerjarig) sluitend te maken. In het dekkingsplan van de begroting 2014 is rekening gehouden met een aantal belastingmaatregelen. 1. De OZB-opbrengst (exclusief areaaluitbreiding) stijgt met 3% ten opzichte van de gerealiseerde opbrengst 2013. 2. De opbrengst forensenbelasting (exclusief areaaluitbreiding) stijgt evenals de OZB met 3% ten opzichte van de gerealiseerde opbrengst 2013. 3. De opbrengst toeristenbelasting (exclusief areaaluitbreiding) stijgt evenals de OZB met 3% ten opzichte van de gerealiseerde opbrengst 2013. 4. De opbrengst rioolheffing volgt het kostendekkingsplan van het door uw Raad vastgestelde Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Daarnaast heeft uw raad in de vergadering van 6 december 2012 besloten het vastrecht voor de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht voor een periode van drie jaar met 10,00 te verlagen. De heffingsverordeningen 2014 zijn aangepast aan de actuele stand van wet- en regelgeving, ook zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht. Onderstaand volgt een samenvatting van de voorstellen, per belastingsoort voor 2014, die hierbij aan u worden voorgelegd. 1. Onroerende zaakbelastingen Macronorm OZB-tarieven De limitering van OZB-tarieven is per 1 januari 2008 afgeschaft. De rijksoverheid heeft wel een voorbehoud gemaakt dat de opbrengst voor de OZB landelijk beperkt moet blijven. Daartoe is een macronorm ingesteld die de maximale opbrengststijging voor alle O-FIN/2013/698 / RIS 2013-525
gemeenten voor een bepaald jaar aangeeft. Als de ontwikkeling van de lokale lasten tot overschrijding van die norm leidt, kan het Rijk ingrijpen via een correctie van het volume van het gemeentefonds. In de Mei-circulaire 2013 is de macronorm voor het begrotingsjaar 2014 vastgesteld op 3,5% zonder correctie. In verband met landelijke overschrijding van de norm in 2012 en 2013 wordt de norm 2014 gecorrigeerd naar 2,45%. Verordening OZB Voor de berekening van de OZB-tarieven voor 2014 is het volgende van belang: - De gewenste belastingopbrengst. Deze is in de begroting van 2014 bepaald op de gerealiseerde belastingopbrengst van 2013 verhoogd met 3%. - De grondslag 2014 is een optelsom van de nieuwe OZB-waarden van de objecten die in het belastingjaar 2013 in de heffing zijn betrokken. Hierbij is dus géén rekening gehouden met gerealiseerde waardemutaties als gevolg van nieuwbouw, verbouw en sloop in de loop van 2013. Dit om geen (ongewenste) belastingdrukverschuivingen te veroorzaken. - De meer- of minderopbrengsten als gevolg van nieuwbouw, verbouw, sloop of bezwaarschriften zijn opgenomen in de vastgestelde begroting 2014. Deze worden indien nodig in de Bestuursrapportages in 2014 bijgesteld en verantwoord. De tarieven 2014 worden berekend door de gewenste belastingopbrengst 2014 te delen door grondslag 2014. Hieronder een overzicht van de berekening van de diverse OZB-tarieven. OZB Eigenaarsheffing Woningen Grondslag 3.035.494.000,00 2.880.000.000,00 155.494.000,00- -5,12% Opbrengst 3.002.000,00 3.092.000,00 90.000,00 3,00% Tarief 0,0989% 0,1074% 8,56% OZB Eigenaarsheffing Niet-woningen Grondslag 775.909.000,00 752.000.000,00 23.909.000,00- -3,08% Opbrengst 1.411.000,00 1.453.000,00 42.000,00 2,98% Tarief 0,1818% 0,1932% 6,28% OZB Gebruikersheffing Niet-woningen Grondslag 671.629.000,00 652.000.000,00 19.629.000,00- -2,92% Opbrengst 958.000,00 987.000,00 29.000,00 3,03% Tarief 0,1426% 0,1514% 6,16% 2. Rioolheffing De Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken (Stb.2007, 276) leidt in artikel 228a Gemeentewet tot de rioolheffing (Verbrede rioolheffing). Artikel 228a Gemeentewet maakt een onderscheid tussen de waterketen (afvoer afvalwater) en het watersysteem (hemelwater en grondwater). De gemeente kan maatregelen voor de verwerking van regenwater en overtollig grondwater bekostigen uit de verbrede rioolheffing. - pag. 2/6 -
Het gemeentelijk beleid is opgenomen in het Verbrede Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013, vastgesteld in de raadsvergadering van 14 mei 2009. De Wet biedt de mogelijkheid om te kiezen voor één rioolheffing of voor een gesplitste heffing in een aparte afvalheffing en een aparte regen/grondwaterheffing. Uw raad heeft voor de eerste optie gekozen. Ten behoeve van het VGRP is een kostendekkingsplan opgesteld en daaruit volgt dat de rioolheffing gedurende de planperiode jaarlijks moet stijgen om kostendekkend te blijven. Volgens het VGRP stijgt de rioolheffing in 2010 naar 185,00 en vanaf 2010 jaarlijks met 10,00 om in 2013 uit te komen op een gemiddelde rioolheffing van 215,00. Om reden van matiging van de lastendruk bedroeg het gemiddelde tarief in 2013 212,56. Vanwege het voornemen om binnen het land van Cuijk tot een gezamenlijk beleid te komen op het gebied van gemeentelijke watertaken is het nieuwe VGRP vertraagd. Wij constateren echter dat de opbrengsten steeds verder achterblijven bij de kosten en er een te zwaar beroep wordt gedaan op de bestemmingsreserve riolering. Kostenverhogende aspecten zijn onder andere de verhoging van de BTW naar 21%, de indexering van de kosten en de hogere uurprijs van de eigen uren. Daarnaast neemt het waterverbruik als kostendrager af. Wij stellen dan ook voor het gemiddelde tarief te verhogen naar 222,56. Concreet betekent het voorgaande dat het eigenarendeel 2014 op 98,95 (2013: 94,50) wordt vastgesteld en het gebruikersdeel in een staffel begint met 0,93 per m3 (2013: 0,89). 3. Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht Bij de bepaling van de tarieven van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten is rekening gehouden met het beleidsuitgangspunt van 100% kostendekkendheid. Conform uw besluit van 6 december 2012 zal voor een periode van drie jaar 10,00 per perceel per jaar vanuit de voorziening Afvalstoffenheffing naar de belastingplichtigen terugvloeien. Het vastrecht voor de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht kan mitsdien voor het jaar 2014 worden gehandhaafd op 159,36. Het tarief van de opdrukzakken blijft gehandhaafd op 11,00 per 10 stuks. 4. Forensenbelasting Voor de forensenbelasting is de beleidslijn bepaald dat de opbrengstontwikkeling van de onroerende-zaakbelastingen wordt gevolgd. Voor de berekening van het tarief voor forensenbelasting is het volgende van belang: - De gewenste belastingopbrengst. Deze is in de begroting van 2014 bepaald op de gerealiseerde belastingopbrengst 2013 verhoogd met 3%. - De verwachte WOZ-waarden voor 2014. De tarieven worden berekend door de gewenste belastingopbrengst te delen door de verwachte WOZ-waarden. Forensenbelasting Grondslag 8.983.000,00 8.265.000,00 718.000,00- -7,99% Opbrengst 43.567,55 45.000,00 1.432,45 3,29% Tarief 0,4850% 0,5445% 12,26% - pag. 3/6 -
5. Toeristenbelasting Het is staand beleid om bij de toeristenbelasting de opbrengstontwikkeling van de OZB te volgen. Conform de Programmabegroting 2014 stellen wij voor het tarief per overnachting te verhogen naar 1,06 (2013: 1,03). Het tarief voor groepen vanaf 15 personen tot en met de leeftijd van 16 jaar blijft 0,25 per persoon per overnachting. 6. Leges De legesverordening is gebaseerd op de model-legesverordening van de VNG en bestaand gemeentelijk beleid. In de tarieventabel 2014 behorende bij de Legesverordening Boxmeer worden een aantal wijzigingen doorgevoerd. De belangrijkste hiervan worden hieronder toegelicht. Titel 1 Algemene dienstverlening In deze titel zijn alle diensten opgenomen die niet onder titel 2 en titel 3 vallen. - Het voltrekken van een huwelijk is nog steeds niet kostendekkend. Bepaalde tarieven worden met 10% verhoogd. - Het verstrekken van stukken op grond van artikel 2 van de Wet Rechten Burgerlijke Stand zijn licht gestegen als gevolg van een stijging van de rijksleges. - De Rijkstarieven van reisdocumenten zijn nog niet bekend. Vooralsnog de tarieven van 2013 aangehouden. Indien nodig worden deze op grond van artikel 10 van Legesverordening door ons college aangepast. - Er ligt een voorstel bij de Tweede Kamer om per 1-1-2014 een maximaal tarief te hanteren van 38,48 voor een rijbewijs. In de tarieventabel wordt reeds geanticipeerd op dit bedrag. - De tarieven m.b.t. kinderopvang zijn aangepast. De GGD hanteert met ingang van 2014 een hoger tarief voor advies bij de bepaling van kwaliteitseisen voor een gastouderopvang. - Enkele tarieven zijn nieuw als gevolg van de vastgestelde APV 2013. Titel 2 Dienstverlening vallende onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning In deze titel zijn de diensten opgenomen die invloed hebben op de fysieke leefomgeving en plaatsgebonden zijn. Aanleiding is de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo; Stb. 2008, 496), die de omgevingsvergunning regelt, en de daarbij horende invoeringswet. De Wabo is met ingang van 1 oktober 2010 in werking getreden. - Nieuw is het onderdeel beoordelen rapporten i.v.m. archeologische controle en bodemrapport. - De kosten agrarische commissie zijn licht gestegen. - Er zijn enkele tekstuele aanpassingen doorgevoerd. Titel 3 Dienstverlening vallende onder de Europese dienstenrichtlijn Een vergunningstelsel valt onder de EDR als het vergunningstelsel specifiek is gericht op dienstverrichters of dienstverleners. De EDR dient de vrijheid van vestiging en de vrije verrichting van grensoverschrijdende diensten te bevorderen. In titel 3 zijn enkele nieuwe tarieven opgenomen als gevolg van de aanpassing van de A.P.V. Doeltreffendheid/ doelmatigheid In feite is de doeltreffendheid en doelmatigheid omschreven in de begroting 2014 en zijn - pag. 4/6 -
de voorliggende belastingvoorstellen slechts uitvoering van uw genomen besluit op 6 november 2013. Als college streven wij naar een maatschappelijk aanvaardbare lastendruk. Dit wordt voor het jaar 2014 o.a. bereikt door: - Een trendmatige verhoging van de gemeentelijke belastingen; - volledige kostendekkendheid op de reinigingsrechten, afvalstoffenheffing en het rioolrecht. De totale lastendruk voor een gemiddeld gezin zal ten opzichte van 2013 met 3% stijgen. Rol van de gemeente Beslisser. Alternatieven en afwegingen N.v.t. Wettelijke basis Gemeentewet Financiën In de begroting 2014 is rekening gehouden met bovengenoemde verhogingen met uitzondering van de rioolheffing. Rekening is gehouden met een heffing van gemiddeld 215 per aansluiting. De voorgestelde tarieven leiden tot een meeropbrengst van 90.720. Om tot 100% kostendekkendheid te komen was in de begroting 2014 rekening gehouden met een onttrekking uit de reserve riolering van 385.714. Dit bedrag kan thans verlaagd worden naar 294.994. Afstemming andere projecten / derden N.v.t. Voorlichting Gemeentepagina. Voorstel Wij stellen u voor vast te stellen: 1. De legesverordening 2014 met bijbehorende tarieventabel 2014; 2. De verordening OZB Boxmeer 2014; 3. De verordening rioolrechten Boxmeer 2014; 4. De verordening reinigingsrechten Boxmeer 2014; 5. De verordening toeristenbelasting Boxmeer 2014; 6. De verordening forensenbelasting Boxmeer 2014. Burgemeester en wethouders van Boxmeer, de secretaris, de burgemeester, drs. ir. H.P.M. van de Loo K.W.T. van Soest - pag. 5/6 -
Bij het onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2014 Horen de volgende bijlagen: 1. De legesverordening 2014 met bijbehorende tarieventabel 2014; 2. De verordening OZB Boxmeer 2014; 3. De verordening rioolrechten Boxmeer 2014; 4. De verordening reinigingsrechten Boxmeer 2014; 5. De verordening toeristenbelasting Boxmeer 2014; 6. De verordening forensenbelasting Boxmeer 2014. - pag. 6/6 -