Wat willen we bereiken?

Vergelijkbare documenten
zeeland seaports ...en het belang van het spoor Dick Gilhuis Commercieel Directeur 15 februari 2012

Netwerkanalyse voor binnenhavens en vaarwegen Zeeland Samenvatting

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

Actualisering Binnenhavenvisie Twentekanalen

Alternatieve locaties Hoeksche

fax (0591) onderwerp Vragen ex. art. 38 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad

SCHELDE DELTA EXPO. Het contact-platform voor bedrijven en instellingen die belangen hebben in deze regio.

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie

Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren. C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart

Onderzoeksresultaten Monitor Derde Spoor. - Panteia onderzoek Monitor Derde spoor 2016 en Lo&3Co onderzoek Monitor Derde Spoor Q1 en Q2 2018

Decentralisatie Uitkering Binnenhavens. Ronde Tafelbijeenkomst 16 april Voorzitter: Peter Colon, managing partner Buck Consultants International

Notitie afstemming Voortzetting Masterplan Havens Midden-Brabant en Logistics City.

M e m o. : het presidium : format en agenda startnotitie. : PB / Griffier der Staten. Datum : 15 mei Onderwerp

Commissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen

Ruimte is schaars en de ontwikkeling van bedrijventerreinen en havengebieden in samenhangende clusters als economische

Doel Het tot stand doen komen van een Container Transferium Rotterdam (CT), mede ter verbetering van de bereikbaarheid van de Haven van Rotterdam

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Terneuzen. Terneuzen, Westerschelde en Kanaal Gent-Terneuzen (Bron: Beeldbank Rijkswaterstaat,

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens

Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer

Provinciale Staten van Overijssel

MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam. 1 juni 2016 PORA Terugblik Analysefase en Vooruitblik Oplossingsrichtingenfase

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

De Zeeuwse haven LADINGEN 2007 DE MOTOR VAN DE ECONOMIE

Liever strand dan stranden

statenstukken Provinciale Staten WEB /5 Uitwerkingsnota Immaterieel erfgoed en Archieven VOORSTEL Samenvatting:

Klaar voor de toekomst!

- 6 JULI 2011 I 5 JUL ZO11. Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris

Netwerkanalyse voor binnenhavens en vaarwegen Zeeland

SCHEEPVAART OP DE WESTERSCHELDE. 23 Maart 2016

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen

Rotterdam en de kracht van het achterland. Oss, 6 april 2011

Binnenvaart Duurzaam, betaalbaar en op tijd! Philippe Govers COO BCTN Groep

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

Dick Gilhuis CCO Zeeland Seaports

Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein WG Tiel Telefoon Businessplan: A15-corridor

Provinciale Staten van Noord-Holland

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Betreft: vragen ex art. 3.2 RvO m.b.t. Havenvisie Rotterdam en goederenvervoer door Noord-Brabant

Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V.

MAASVLAKTE 2 IN GEBRUIK

Visie op overdracht wegen. Provincie Zuid-Holland Dienst Beheer Infrastructuur

Multimodaal vervoer en Agrosector

Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van

MIRT- onderzoek goederenvervoercorridor Oost. Tiel 18 mei 2016 Programma manager: Zuhal Gül

Sessie Verstedelijking en Mobiliteit => Onderdeel Mobiliteit. provincie Zuid-Holland

Blue Ports - waterknooppunten

Zuidwest-Nederland Een geweldige plek om zaken te doen

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL

Onderwerp: Voorstel tot instemming van de rapportage Bereikbaar Boxmeer ook na 2020 en uitwerking van de gedane aanbevelingen.

L.J.M. Engelbert Verzoek Zeeland-Seaports wijziging procedure WCT

Overeenkomst inzake bedieningsniveau sluizen en bruggen Maasroute Overeenkomst inzake bedieningsniveau sluizen en bruggen Maasroute

Pilot informatievoorziening

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West

Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

PS2012BEM03-1. Besluit pag. 5. Toelichting pag. 1 t/m 3

Onderwerp Concentratie Rijksvastgoed MIRT-onderzoek (Rijks)vastgoedstrategie Lelystad

Nr. KJB-572. Agenda nr. 15. Nr /15 Middelburg, 29 april 1998

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie

Rotterdam, een bereikbare haven

MAASVLAKTE 2 IN GEBRUIK

Haven Amsterdam NV Toekomst in vogelvlucht

Monitor Logistiek & Goederenvervoer voor Nederland

Openbaar Miriam van Meerten MIRT

Richtlijnen voor de m.e.r.-studie en het MER Sloeweg (N62)

Griffier van de Staten. Geleidebrief Kaderstellend. Statenvoorstel Toekomstvisie voor Zeeland in het jaar Naam voorstel SGR-21

Evaluatie O&O-fonds. Algemeen Bestuur. Datum 9 december 2015 RWB/AB/AR/

Kwaliteitsnet Landbouwverkeer Zeeland

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Monitor Logistiek & Goederenvervoer voor Nederland

Nota inzake Economic Development Board

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Binnen het evenementenbeleid worden drie categorieën evenementen onderscheiden.

Investeringsstrategie infrastructuur. Presentatie Commissie Economie 15 juni 2018

1. Vervoersprestaties

Statenvoorstel PS 04/06 A

"V,r, ' Monitoring Goederenvervoer Oost-Nederland 2003 OVERIJSSEL

Short Sea Shipping Arno Swagemakers 11 juni 2009

NGEKQMEN O 6 M. 2010

A merger of equals. Havenbedrijf Gent en Zeeland Seaports. Daan Schalck, CEO Havenbedrijf Gent

Duurzaamheids- en milieueffecten van spoorvervoer. Huib van Essen

PLATOS colloquium: Trendanalyse en combinatie van databronnen voor wegvervoerinfo. N. Schmorak (RWS) L. Bus (LMB) 13 maart 2013

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Bijeenkomst logistiek knooppunt Oss Havenbedrijf Rotterdam 22/07/2010

Een enigszins aangepaste structuur voor samenwerking met de gemeenten in het Euregiogebied wordt aan u voorgelegd ter beoordeling.

MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam. Regiomarkt

Ontwerpbesluit. Toelichting

PS2009MME College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

Transcriptie:

Provinciale Staten Gedeputeerde Vergadering PS: 17 februari 2006 belast met Nr: I&V263 behandeling: A.J.G. Poppelaars Agenda nr: Vergadering GS: 10 janauri 2006 Nr: 0600080/18 Onderwerp: kadernotitie Goederenvervoer Zeeland inclusief evaluatie periode 2000-2005 VOORSTEL Aan de Provinciale Staten van Zeeland Samenvatting: Door uw Staten is herijking van het goederenvervoerbeleid op de agenda gezet, met het verzoek aan ons college de voorbereiding van een nieuw actieplan ter hand te nemen. Op grond van de regels die gelden voor de beleidscyclus in de duale verhoudingen, is eerst een evaluatie van de voorafgaande periode opgesteld. Dit is gecombineerd met de zogeheten kadernotitie. Daarin worden naar aanleiding van de evaluatie en op grond van een analyse van de (beleids)omgeving nieuwe kernkeuzen in de vorm van scenario s aan uw Staten voorgelegd. Op grond van de richting die u daarin aan kunt geven zal een nadere uitwerking worden gegeven in de vorm van een nieuw actieplan goederenvervoer voor de periode 2006-2010. statenstukken Wat willen we bereiken? In het Provinciaal Verkeers en Vervoersplan (PVVP) staan de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de verkeersveiligheid centraal. Bij het goederenvervoer krijgen deze doelstellingen een extra dimensie vanwege de nauwe samenhang met de economische ontwikkeling (PSEB) en ruimtelijke kwaliteit (IOP). In deze beleidsstukken zijn in relatie tot het goederenvervoer reeds doelen geformuleerd. Wat betreft de economie zijn er geconcentreerd, in de havens (logistieke)ontwikkelingen voorzien die meer goederenvervoer met zich mee zullen brengen. Aangrijpingspunt van beleid is enerzijds (de groei van) het logistieke bedrijfsleven als economische sector van betekenis. Anderzijds faciliteert een vlot en toegankelijk goederenvervoersysteem de economische ontwikkeling. De uitdaging zit er dan in de nagestreefde economische ontwikkelingen op duurzame wijze in de omgeving in te passen. Hoofddoelstelling van het PSEB is dan ook: Het streven naar een evenwichtige groei en een duurzame ontwikkeling van de Zeeuwse economie. Vanuit het ontwerp-omgevingsbeleid worden ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het milieu eisen en randvoorwaarden gesteld, maar ook kansen geboden. Het omgevingsplan vraagt bijvoorbeeld om kwaliteitsaspecten als stilte en duisternis en is daarnaast gericht op goederenvervoer via meer milieuvriendelijke modaliteiten (short sea, binnenvaart, spoor en buisleidingen). Ook het vervoer van gevaarlijke stoffen en luchtkwaliteitsaspecten zijn van (toenemend) belang en vragen deskundige inbreng vanuit de sector verkeer en vervoer. Kansen worden geboden door het creëren van ruimte voor bepaalde economische activiteiten en het gedifferentieerd toepassen van normen. Samenwerking, zowel intern tussen de verschillende disciplines als met externe partijen is dan noodzakelijk om de hiervoor genoemde verschillende doelen op evenwichtige en integrale wijze te behartigen. Het is vanwege de vele betrokken disciplines en het integrale karakter van belang de coördinatietaak te versterken en specifiek goederenvervoerbeleid vast te stellen. In paragraaf 1.2 van de kadernotitie wordt speciaal aandacht besteed aan nut en noodzaak van (specifiek) goederenvervoerbeleid.

Onderwerp: Kadernotitie Goederenvervoer Zeeland inclusief evaluatie periode 2000-2005 Wat betreft het Rijksbeleid noemen wij nog dat in aanvulling op het gestelde over de nota mobiliteit en de doorwerking daarvan in de PVVP s de zogeheten essentiële onderdelen van beleid (de zogenaamde verplichte onderdelen) nog definitief vastgesteld moeten worden. Hier kunnen nog nieuwe beleidsopgaven uit voortkomen. Waaraan kunnen we zien of alles bereikt is? De concrete vertaling van de doelstelling in mijlpalen en effecten zal plaats vinden bij de nadere uitwerking in het actieplan. Wat doen we daarvoor? Gelet op het karakter van een evaluatie en kaderstellende notitie is uit de aard der zaak nog niet exact bekend wat we gaan doen. Dit hangt af van de verdere uitwerking in concrete acties en projecten en is afhankelijk van de keuze voor een bepaald scenario. Uit de toelichting op de scenario s in hoofdstuk 5 en in de vertaling van het zogeheten bovenregionale scenario in een aantal aanbevelingen of beleidslijnen in hoofdstuk 6 is al enigszins op te maken waar we ons concreet op willen richten. Namelijk naast de voortgezette inspanningen voor infrastructuur (faciliterend) betreft het: - Monitoring van de effecten van bestaand beleid op grond waarvan weer nieuwe beleidskeuzes gemaakt kunnen worden. De provincie zou daar een meer centrale en onafhankelijke rol in kunnen vervullen. Met name willen wij ook aandacht schenken aan de effecten in de nabije omgeving op het Zeeuwse achterland(verkeer). Een te noemen ontwikkeling is b.v. de aanleg van het Deurganckdok aan de westoever van de Schelde. - Inbreng van deskundigheid (specifieke goederenvervoerdeskundigheid) ondersteunend aan andere beleidsvelden zoals economie, ruimte en milieu. - Actieve participatie in bovenregionale samenwerkingsverbanden zoals RSD, Gent-Terneuzen, Incodelta etc. Dit zal gericht en met name aan de hand van concrete projecten moeten gebeuren, in afstemming met projecten in het kader van Pieken in de Delta. - Stimuleringsbeleid richting bedrijfsleven met de bedoeling een gedragsverandering teweeg te brengen (b.v. in de vorm van het afsluiten van modal-shift convenanten) of andere logistieke projecten eventueel m.b.v. een bescheiden subsidiebijdrage. Wat mag het kosten? Aan de keuze een scenario verder uit te werken zijn op dit moment in directe zin geen financiële consequenties verbonden. Immers de daadwerkelijke besluiten voor uitbreiding van personeel en/of financiën worden genomen bij de besluitvorming over de vervolgfase, de uitwerking van het actieplan. Daarin vindt de meer concrete vertaling plaats in beleid, acties en andere maatregelen en de middelen die nodig zijn dat uit te voeren. De scenario s variëren wel als het gaat om personele en financiële gevolgen en een richtinggevende keuze nu voor verdere uitwerking van een bepaald scenario heeft wel implicaties voor het uiteindelijke voorstel dat aan u wordt voorgelegd. Om toch enig houvast te hebben is indicatief in de kadernotitie ook al het effect op personeel en financiën aangegeven namelijk: Een keuze voor het basisscenario houdt een voortzetting van de huidige werkwijze in en heeft daarom geen personele of financiële gevolgen. Intern kunnen of moeten wellicht de prioriteiten anders gelegd worden om zelfs maar dit lage ambitieniveau te kunnen realiseren. Bij het bovenregionale scenario is indicatief een extra personele inzet van 1 fte genoemd. Extra middelen zijn vanwege het ontbreken van voldoende concreet houvast nog niet genoemd. Voorstelbaar is dat gewerkt wordt met een beperkt werkbudget en voorts dat afhankelijk van de concrete acties naar incidentele financiering wordt gezocht. De inzet voor het logistieke hubscenario is minder zeker en sterker afhankelijk van de verdere concrete uitwerking, maar bedraagt in elk geval meer dan in het bovenregionale scenario het geval is. Overigens is het logistieke scenario gepresenteerd als een opvolgend scenario. In onze optiek is het daarom niet logisch daar nu al voor te kiezen. Ons college spreekt een voorkeur uit voor het bovenregionale scenario. De coördinatietaak dient, indien wij er serieus voor kiezen werk te maken van goederenvervoerbeleid, versterkt te worden. Naar onze mening is dit de logische consequentie van de in hoofdstuk 4 geschetste trends en beleidslijnen én eerder (PSEB) en nog vast te stellen (IOP) beleid. De resultaten over de afgelopen periode vallen niet tegen, maar met een relatief beperkte extra inspanning kan naar onze mening extra rendement worden behaald. De versnippering over de organisatie, de vele betrokken disciplines en de complexiteit van het terrein, maken het noodzakelijk minimaal een bepaalde formatieomvang te creëren. 2

Onderwerp: Kadernotitie Goederenvervoer Zeeland inclusief evaluatie periode 2000-2005 Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit. gedeputeerde staten, Drs. W.T. van Gelder, voorzitter, Mr. Drs. L.J.M. Verdult, secretaris. Ontwerp-besluit De staten der provincie Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 10 januari 2006, nr. 0600080/18; besluiten: 1. Kennis te nemen van de evaluatie van het actieplan goederenvervoer 2000-2005. 2. De kadernotitie goederenvervoer vast te stellen als richtinggevend voor een nieuw op te stellen actieplan goederenvervoer. 3. Ons college op te dragen het zogeheten bovenregionale scenario verder uit te werken tot een nieuw actieplan goederenvervoer 2006-2010. 3

Kadernotitie Goederenvervoer Zeeland Uitgevoerd in opdracht van: Provincie Zeeland Nijmegen, december 2005

Inhoudsopgave Blz. Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 Inleiding 6 1.1 Achtergrond 6 1.2 Nut en noodzaak goederenvervoerbeleid 7 1.3 Uitgangspunten 7 1.4 Leeswijzer 8 Hoofdstuk 2 Goederenstromen 9 2.1 Zeeuwse havens 9 2.2 Binnenvaart 12 2.3 Wegen 14 2.4 Spoorwegen 17 2.5 Conclusies 18 Hoofdstuk 3 Evaluatie goederenvervoerbeleid 2000-2004 19 3.1 Achtergrond 19 3.2 Infrastructuur 21 3.3 Multimodaal vervoer 23 3.4 Positionering logistiek knooppunt 24 3.5 Organisatie 27 3.6 Incodelta in perspectief 29 3.7 Conclusies 30

Blz. Hoofdstuk 4 Trends en beleidslijnen 31 4.1 Logistieke trends 31 4.2 Positie Zeeland 32 4.3 Nationale kaders en ontwikkelingen 35 4.4 Provinciaal beleidskader 36 4.5 Conclusies 38 Hoofdstuk 5 Keuzes voor de toekomst 40 5.1 Uitgangspunten toekomstig beleid 40 5.2 Basisscenario 41 5.3 Bovenregionale GV-scenario 43 5.4 Logistieke hubscenario 45 Hoofdstuk 6 Aanbevelingen 47 Bijlage 1 Zeeland Seaports in havenmonitor 50

Samenvatting Evaluatie goederenvervoerbeleid 2000 2005 In 2000 is het Actieplan Goederenvervoer Zeeland opgesteld, waarvan de werkingstermijn in 2005 is afgelopen. Dit beleid is in dit document geëvalueerd. Die evaluatie heeft vervolgens de basis gevormd voor het opstellen van enkele scenario s voor het toekomstig goederenvervoerbeleid. De doelstelling van het Actieplan Goederenvervoer 2000-2005 werd in 2000 als volgt geformuleerd: Het goederenvervoer levert een bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van Zeeland door te investeren in bereikbaarheid vooral via milieuvriendelijke modaliteiten, het versterken van de positie van Zeeland in logistieke netwerken en door een actieve en integrale aanpak van overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Uit de evaluatie van de voortgang van de negen acties zoals opgenomen in het Actieplan Goederenvervoer Zeeland zijn de volgende hoofdconclusies getrokken: Door de provincie Zeeland is in de afgelopen periode door diverse beleidsvelden (directies van de provincies) veel aandacht besteed aan het goederenvervoerbeleid. In het Actieplan waren destijds negen acties benoemd, verdeelt over vier thema s. Uit de evaluatie blijkt dat de acties allemaal zijn opgepakt, maar dat de mate van resultaat verschilt per actie. Tabel 1 Samenvatting evaluatie acties uit Actieplan 2000-2005 Actie uit Actieplan 2000-2005 Actie uitgevoerd? Zicht op resultaat 1 Uitbreiding spoorcapaciteit goederenvervoer Axel-Zelzate Spoorlijn 11 (R dam-antwerpen) Opgepakt Opgepakt 0 0/+ incl. Sloeboog Sloelijn Opgepakt + 2 Wegverbindingen Tunnel Sluiskil Tractaatweg Sloeweg A4 Zuid 3 Buisleidingen - planologische inpassing - stimuleren gebruik Uitvoering gepland 2008-2010 Studie loopt MER Studie loopt Door recente ontwikkelingen weer actueel Is gebeurd Mager opgepakt + - 4 Stimuleren Modal Shift Modal shift scans bij bedrijfsleven uitgevoerd 0/+ Opstart terminal Braakmanhaven + + 0/+ + + Buck Consultants International 1

Actie uit Actieplan 2000-2005 Actie uitgevoerd? Zicht op resultaat 5 WCT met binnenvaart containerterminal Vlissingen Veel stappen ondernomen + 6 Positionering Zeeland in internationale corridors Brochure Kiezen voor Kansen Onduidelijkheid WCT belemmert uitwerking Marketing kan krachtiger Positie Zeeland in rijksnota s Samenwerking Gent-Terneuzen + 0 0 + + 7 Logistiek knooppunt Zeeland West Brabant Marktpotentie bedrijventerrein A58/A4-8 Versterking concurrentiepositie Zeeuwse vervoerders Twee-jarig project KvK - Synthens 0 9 Projectorganisatie en coördinatie Coördinatie Werkgroep Logistiek 0 Legenda: - Geen zicht op resultaat 0 Nog geen zicht op resultaat (moet nog duidelijk worden) 0/+ Nog geen zicht op resultaat, waarschijnlijk wel resultaat/positief + Resultaat behaald, of in zicht De uitvoering van het beleid is breed opgepakt (interdisciplinair met diverse afdelingen en Zeeland Seaports), maar door de verspreiding over verschillende afdelingen is er weinig herkenbaarheid van het goederenvervoerbeleid (zowel binnen de provincie als extern). In de uitvoering van het beleid is een sterke focus geweest op infrastructuur. Het huidige weginfrastructuurbeleid is redelijk succesvol geweest. Voor wat betreft spoor en buisleidingen zijn diverse acties opgepakt, maar is het zicht op resultaat nog niet altijd duidelijk. Logistiek knooppunt Zeeland (m.n. de Zeeuwse havens) is in diverse nationale beleidsnota s (Pieken in de Delta, Nota Zeehavens) herkend en erkend. De discussie rondom de WCT heeft hier aan bijgedragen. De resultaten op het gebied van intermodaal vervoer zijn, in vergelijking met andere regio s, mager. In de afgelopen beleidsperiode had sterker ingezet kunnen worden op intermodale vervoersconcepten (spoorvervoer, short sea). In de toekomst kan dit eventueel worden op gepakt met Zeeland Seaports en Incodelta. Goederenvervoerbeleid is in de afgelopen periode sterk faciliterend geweest. Dit betekent dat er sterk is ingezet op infrastructuur en beperkte aandacht is geweest voor de mogelijkheid die goederenvervoer en logistiek biedt voor het creëren van arbeidsplaatsen en toegevoegde waarde. Dit krijgt wel voldoende aandacht in het PSEB, maar is nog te weinig concreet gemaakt in projecten. Alles overziend zou er een ruime voldoende gegeven kunnen worden voor de uitvoering van het goederenvervoerbeleid in de afgelopen beleidsperiode. Keuzes voor de toekomst Op basis van de conclusies van de evaluatie, maar ook uit een analyse van de goederenstromen 2000 2004 (hoofdstuk 1), trends en beleidslijnen (hoofdstuk 3) zijn drie scenario s Buck Consultants International 2

uitgewerkt. De scenario s zijn een eerste stap in het proces van verder onderbouwen en uitwerken van het ambitieniveau van goederenvervoer in de provincie Zeeland. De drie scenario s zijn: Basisscenario Bovenregionaal goederenvervoer (GV) scenario Logistiek hubscenario Basisscenario Ambitieniveau: minimaal Beleid is intern gericht, weinig samenwerking met partijen buiten Zeeland Inhoudelijke lijnen: Infrastructuur: voortzetten lopende dossiers Multimodaal: optimaal gebruik alle modaliteiten Economische mogelijkheden m.b.t. goederenvervoer worden niet (maximaal) benut Geen extra capaciteit goederenvervoerbeleid provincie Bovenregionale GV scenario Ambitieniveau: gemiddeld, goederenvervoer meer herkenbaar maken (intern en extern) dan nu Voor uitvoering beleid (infrastructuur en economie) wordt afstemming en samenwerking gezocht met overlegorganen in omliggende regio s (West Brabant, Kanaalzone, RSD) Inhoudelijke lijnen: Infrastructuur: zie basisscenario eventueel aangevuld met nieuwe projecten die voortvloeien uit grensoverschrijdende samenwerking Multimodaal vervoer: i) Verbetering intermodale afstemming ii) Afsluiten modal shift convenanten overheden - bedrijven iii) Spoorprojecten in samenwerking met knooppunten in het achterland Logistiek en economie: i) Opwaardering scholing logistieke sector ii) Doorzetten logistieke projecten bedrijfsleven iii) Marketing Zeeland als efficiënte logistieke regio Goederenvervoer faciliteert (en stimuleert) economische ontwikkeling Capaciteit goederenvervoerbeleid provincie wordt uitgebreid Logistieke hubscenario Ambitieniveau: hoog Beleid is gericht op de verdere ontwikkeling van de Zeeuwse havens als nationaal logistiek knooppunt Inhoudelijke lijnen: Infrastructuur: zie basisscenario, eventueel aangevuld met nieuwe projecten die voortvloeien uit grensoverschrijdende samenwerking Multimodaal vervoer: i) Zie bovenregionaal GV-scenario Logistiek en economie: i) Intensieve samenwerking knooppunten in het achterland ii) Een eigen logistiek budget (provincie) om meer rendement te halen uit WCT iii) Aantrekken nieuwe bedrijven via marketing Logistieke ontwikkeling stimuleert economische ontwikkeling Capaciteit goederenvervoerbeleid provincie wordt uitgebreid Buck Consultants International 3

Uitgaande van de ontwikkelingen (van goederenstromen en bedrijvigheid) die zich hebben voorgedaan in de periode 2000 2004 en de evaluatie van het beleid voor deze periode, is het bovenregionale goederenvervoer (GV) scenario het meest realistische scenario. Het bovenregionale GV scenario gaat uit van een verbetering van de concurrentiepositie van Zeeland in de RSD-Delta en speelt daar actief op in. Dit scenario sluit bovendien aan op provinciale acties van de afgelopen jaren (WCT, A4-Zuid, Kanaalzone etc). Het bovenregionale goederenvervoer scenario biedt extra economische perspectieven ten opzichte van het huidige goederenvervoerbeleid en is met beperkte extra inspanningen te realiseren. Daarnaast biedt dit scenario de mogelijkheid om, de uitgebreide aandacht die er in de afgelopen jaren is geweest voor het goederenvervoerbeleid (in diverse provinciale discussies), beter zichtbaar te maken binnen de provincie en extern. Hiervoor is een capaciteitsuitbreiding nodig. De mate van capaciteitsuitbreiding kan pas worden vastgesteld als het scenario verder is uitgewerkt in acties en projecten, maar de benodigde capaciteit zal naar verwachting 1 fte bedragen. Ook het benodigde budget is afhankelijk van de dossiers, maar zal naar verwachting tussen de Euro 200.000,- en 500.000,- bedragen. Dit betekent dat er niet direct meer budget nodig is dan in de afgelopen jaren is besteed door diverse diensten aan goederenvervoerprojecten, maar het is wel beter zichtbaar. Dit scenario betekent voor de samenwerking met bovenregionale organisaties, zoals bijvoorbeeld Incodelta en Rijn Schelde Delta, dat de provincie in die organisaties een actieve rol speelt waarbij de aandacht zich vooral kan richten op (provincie) grensoverschrijdende infrastructuurdossiers en samenwerking met knooppunten in het achterland voor wat betreft multimodaal vervoer. Toekomstige beleidslijnen Bij de uitwerking van beleid en projecten in het bovenregionaal scenario kunnen onderstaande beleidslijnen verder uitgewerkt worden. Monitoring van goederenvervoerontwikkelingen Naast het ontwikkelen en uitvoeren van nieuw beleid is het van groot belang dat de provincie voldoende kennis heeft van de effecten van bestaand beleid. Door monitoring worden effecten van beleid transparant gemaakt, zodat er kan worden bijgestuurd als dat noodzakelijk is. In studie is naar voren gekomen dat de provincie op sommige vlakken (bijvoorbeeld telgegevens wegvervoer) beschikt over zeer gedetailleerde gegevens, maar dat sommige essentiële gegevens ten aanzien van de verkeersontwikkelingen ontbreken (modal split van vervoer van en naar de havens en met name over de weg en over het spoor). Bij het verkrijgen van aanvullende gegevens kan worden samengewerkt met Rijkswaterstaat, Zeeland Seaports en andere organisaties (bijv. ProRail). Buck Consultants International 4

Kennis van modaliteiten Naast inzichten in de cijfermatige ontwikkelingen is het voor opstellen en uitvoeren van beleid van groot belang dat er op de afdeling verkeer & vervoer voldoende actuele kennis aanwezig is van alle modaliteiten (weg, water, spoor, buisleidingen en zeevaart). Bovenregionale samenwerking De provincie heeft de afgelopen jaren al geparticipeerd in diverse provincie grensoverschrijdende organisaties zoals RSD, Incodelta, Gent Terneuzen en landsdeel Zuidwest Nederland. In lijn met de aanbeveling voor het bovenregionale goederenvervoer scenario is het raadzaam om deze bovenregionale samenwerking voort te zetten. Als de capaciteit voor het goederenvervoerbeleid wordt uitgebreid dan kan Zeeland een actievere rol in deze samenwerkingsverbanden krijgen. Zeeland kan dan zelf projecten aandragen die (beter) aansluiten bij het nieuwe goederenvervoerbeleid. Provincie als facilitator De provincie hoeft niet geforceerd projecten te ontwikkelen voor het bedrijfsleven, maar kan een budget ter beschikking stellen waarmee projectideeën uit het bedrijfsleven financieel ondersteund kunnen worden. Gedacht wordt aan projecten als: agrologistiek bio-energie versdistributie landbouw versterking Zeeuwse havens in diverse marktsegmenten (stukgoed, containers) etc. Buck Consultants International 5

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2000 is het Actieplan Goederenvervoer Zeeland opgesteld. De negen beschreven acties hebben een maximale doorlooptijd van 6 jaar. Het is daarom tijd om het Actieplan te evalueren. Aan Buck Consultants International is gevraagd om een Kadernotitie goederenvervoer op te stellen met daarin een evaluatie van het Actieplan. De evaluatie en doorkijk moeten passen in Kadernotities als sturingsinstrument voor de Staten van Zeeland. Er vindt een heldere analyse en evaluatie plaats van een vorige beleidsperiode. Het beleid wordt gepositioneerd ten opzichte van andere beleidsvelden en belangen en het geeft zo concreet mogelijk aan waarop de provincie (de Staten) invloed kunnen uitoefenen. Bovendien zullen enkele beleidsalternatieven worden geformuleerd en zal (op hoofdlijnen) worden aangegeven wat de financiële consequenties zijn van het nieuwe beleid (ten opzichte van het beleid in de periode 2000-2004). Waarom een kadernotitie: 1 Heeft het karakter van kiezen en richting bepalen (inhoud) 2 Wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de Staten 3 Geeft een heldere analyse van en visie op de problemen, de ernst van de problemen en de achterliggende oorzaken die voordoen op het betreffende beleidsterrein. Daarbij worden de problemen geplaatst in een maatschappelijk kader. 4 Bij grote beleidsprocessen is het noodzakelijk om eerst de voorgaande periode te evalueren alvorens nieuwe doelstellingen en middelen gekozen kunnen worden. 5 Stelt kader ten aanzien van relevante wettelijke kaders en andere regels en de beleidsruimte die overblijft. 6 Biedt mogelijke oplossingrichtingen 7 Werkt de keuzes die voorliggen uit in beleidsalternatieven met heldere en meetbare doelen en criteria. 8 Geeft inzicht in de te verwachten maatschappelijke en bestuurlijke consequenties per alternatief en de samenhang met andere beleidsterreinen. 9 Geeft inzicht in de financiële consequenties van ieder alternatief, in termen van ordes van grootte, zodat de financiële verschillen tussen de alternatieven duidelijk worden. Probleemformulering Stel in nauwe samenwerking met de provincie en andere partners een evaluatie op van het Actieplan Goederenvervoer 2000-2005 en geef een voorzet voor het beleid voor de periode 2006-2010, zodat Gedeputeerde en Provinciale Staten zich een oordeel kunnen vormen over de beleidsprioriteiten voor het toekomstige goederenvervoerbeleid en de daarvoor benodigde inzet van de provincie Zeeland. Buck Consultants International 6

Voordat het rapport ingaat op de evaluatie van bestaand beleid en aanbevelingen formuleert ten aanzien van toekomstig beleid wordt kort stilgestaan met de essentiële vraag voor dit onderzoek: wat is het nut en de noodzaak van goederenvervoerbeleid? 1.2 Nut en noodzaak goederenvervoerbeleid Wat is het nut en de noodzaak van provinciaal goederenvervoerbeleid? Vier argumenten voor de ontwikkeling en uitvoering van provinciaal goederenvervoerbeleid: 1 De Nota Mobiliteit geeft de hoofdlijnen van het nationale verkeers- en vervoersbeleid voor de komende decennia (zie tevens paragraaf 4.3). Centraal staat dat mobiliteit een noodzakelijke voorwaarde is voor economische en sociale ontwikkeling. De decentrale uitwerking van de Nota Mobiliteit vertaalt zich in de provinciale Verkeers- en vervoersplannen (PVVP). Door opname van goederenvervoerbeleid in het PVVP is de provincie Zeeland verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleid. 2 Door het beleid voor goederenvervoer vast te leggen in een beleidsdocument wordt het mogelijk om invloed uit te oefenen en richting te geven aan thema s van aanpalende beleidsvelden (bereikbaarheid, veiligheid en leefomgeving waaronder natuur, landschap en milieu). 3 Specifiek beleid draagt bij aan een heldere afbakening van verantwoordelijkheden en taken. Het gaat hierbij om verantwoordelijkheden tussen overheid en bedrijfsleven, tussen provincie, Incodelta en Zeeland Seaports en tussen de afdeling Verkeer en Vervoer en andere provinciale afdelingen. 4 Vastgesteld beleid geeft duidelijkheid over de verschillende rollen die de overheid vervult in het goederenvervoer: enerzijds is deze rol faciliterend (aanleg infrastructuur, aangeven randvoorwaarden), anderzijds is deze rol stimulerend (gericht op o.a. economische ontwikkeling, modal shift etc). 1.3 Uitgangspunten Onderstaande uitgangspunten vormen de basis voor het goederenvervoerbeleid: De hoofddoelstelling uit het actieplan Goederenvervoer Zeeland (2000) wordt aangepast, zodat de beleidsprioriteiten van het goederenvervoerbeleid aansluiting vinden bij andere beleidsplannen van de provincie zoals het Provinciaal Sociaal-Economisch Beleidsplan 2005-2008 (PSEB) en het Omgevingsplan. Buck Consultants International 7

De nieuwe beleidslijnen zijn getoetst bij de belangrijkste aktoren in Zeeland (Zeeland Seaports, ZLTO, enkele toonaangevende bedrijven, Rijkswaterstaat, Zeeuwse Milieufederatie, TLN, EVO en KvK commissie transport en infrastructuur). De resultaten zijn bediscussieerd met de Werkgroep goederenvervoer. Aanvullend zijn er gesprekken gevoerd met enkele toonaangevende bedrijven in Zeeland. In de kadernotitie wordt ingespeeld op te verwachten trends en maatschappelijke ontwikkelingen sinds 2000 die ondermeer in het Omgevingsplan en het PSEB zijn geschetst. Er is nadrukkelijk aandacht voor effectieve instrumenten om het goederenvervoerbeleid concreet vorm en inhoud te geven. Samenwerking als uitgangspunt (met Zeeland Seaports, KvK, brancheorganisaties, RWS, etc.) met een coördinerende en ondersteunende rol van de provincie Zeeland. 1.4 Leeswijzer Dit document gaat na de inleiding in hoofdstuk over in een beschrijving van de ontwikkelingen tussen 2000 2004. Hierbij wordt gekeken naar de ontwikkelingen in verkeers- en goederenstromen en de organisatie van het goederenvervoerbeleid. Hoofdstuk 3 evalueert het goederenvervoerbeleid in de periode 2000 2004 en behandelt de voortgang van de acties in het Actieplan. In hoofdstuk 4 worden relevante trends en beleidslijnen nader toegelicht. De keuzes voor de toekomst worden gemaakt in hoofdstuk 5. Het document eindigt met hoofdstuk 6 aanbevelingen. Buck Consultants International 8

Hoofdstuk 2 Goederenstromen Voor het opstellen en uitvoeren van goederenvervoerbeleid is het van belang dat er goed inzicht is de goederenstromen in Zeeland, de ontwikkeling daarvan en de verdeling over de modaliteiten. In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de ontwikkelingen in de zeehavens beschreven en in de verschillende modaliteiten (binnenvaart, weg en spoor). 2.1 Zeeuwse havens Overslag Vlissingen en Terneuzen op derde plaats Zeeland Seaports is op basis van overslag de derde zeehaven in Nederland (2000 en 2004). Tussen 2000 en 2004 groeide de overslag (miljoenen geladen en geloste tonnen goederen) in de zeehavens van Vlissingen en Terneuzen met 22%. Hiermee groeiden de havens sneller dan de havens van Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen. Tabel 2.1 Overslag 2004 (x 1.000 ton) Overslag 2000 Overslag 2004 % groei 2000-20004 Rotterdam 302.545 353.000 17 Antwerpen 203.064 237.408 17 Amsterdam Ports 61.309 73.176 19 Zeeland Seaports 24.810 29.974 22 Bron: websites betreffende havens Buck Consultants International 9

Groei verdeeld over verschillende goederencategorieën Figuur 2.1 geeft de ontwikkeling weer van het type goederen, dat in de periode 2000 2004 in de Zeeuwse havens is overgeslagen. Uit de figuren blijkt er in deze periode een evenwichtigere verdeling is ontstaan over de goederencategorieën. Het aandeel chemische producten en aardolie is afgenomen, terwijl landbouwproducten en voertuigen & machines zijn toegenomen. Figuur 2.1 Type goederen in Zeeuws havens (relatief) 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2000 2004 vo er t uig en, machines en o ver ig e g o ed er en chemische p r o d uct en mest st o f f en r uw e miner alen en - f ab r ikat en, b o uw mat er ialen ijz er, t aal en half f ab r ikat en er t sen, met aalaf val, g er o o st ijz er kies aar d o lien en aar d o liep r o d uct en vast e miner ale b r and st o f f en and er e vo ed ing sp r o d uct en land b o uw p r o d uct en Bron: gegevens Provincie Zeeland Veel (droge en natte) bulk, weinig containers 71% van de geladen en geloste goederen in de Zeeuwse havens zijn droge of natte bulk goederen. De aan- en afvoer van containers is beperkt van omvang. Containervervoer is in andere havens een belangrijk groeisegment. Ook Zeeland Seaports wil inspelen op deze groeimarkt (door middel van de WCT). In dezelfde periode nam de roll-on/roll-off toe met 21%. Figuur 2.2 Verschijningsvorm aan- en afvoer goederen over zee, Zeeland Seaports 2001-2004 10000 8000 Ontwikkeling ladingsoorten in 2001-2004 x 1000 ton 6000 4000 2000 0 Natte bulk Droge bulk Containers Ro-Ro Overig 2001 2002 2003 2004 Bron: Havenmonitor 2004, gegevens Provincie Zeeland 1 1 Cijfers wijken enigszins af van gegevens van Zeeland Seaport (2003-2004). Tendensen komen overeen. Buck Consultants International 10

Zeeuwse havens zijn concurrerend en trekken nieuwe ladingstromen aan (groei toegevoegde waarde, maar daling werkgelegenheid) Tussen 2000 en 2003 stijgt de toegevoegde waarde in de havens met 18% tot 2.180 mln. In dezelfde periode daalt de werkgelegenheid met 14%. Het aantal arbeidsplaatsen neemt in vier jaar tijd af met 2.390 personen en bedraagt in 2003 15.235 arbeidsplaatsen (met name in de procesindustrie). Toename van werkgelegenheid vindt plaats bij overslagbedrijven en logistiek. Figuur 2.3 Economische impact van groei goederenvervoer in Zeeuwse havens (Vlissingen, Terneuzen en Borsele) 2.500 20.000 2.000 1.500 1.000 500 0 1999 2003 15.000 10.000 5.000 0 1999 2003 toegevoegde waarde (x mln Euro's) werkgelegenheid (personen) Bron: Economische betekenis Nederlandse zeehavens, 2003 (Ecorys) Aanvullende economische gegevens over Zeeland Seaports en een SWOT analyse van Zeeland Seaports staan vermeld in bijlage 1 (Bron: Havenmonitor 2004). Weinig bekend over modal split van aan- en afvoer van de haven De havens zijn de belangrijkste bestemmingen in Zeeland voor de inkomende goederenstromen. Uit onderzoek in 2001 blijkt dat wegvervoer (65%) het grootste aandeel heeft in het inkomende vervoer naar Zeeland, gevolgd door zeevaart (20%). Uitgaande goederen worden voornamelijk over de weg vervoerd (74%) en in mindere mate door binnenvaart (14%) 2. 2 Bron: goederenvervoer Zeeland, basisgegevens goederenstromen, 2001 Buck Consultants International 11

2.2 Binnenvaart Sterke groei binnenvaart Onderstaande figuur laat zien dat de binnenvaart een belangrijke functie vervult in de afvoer van goederen vanuit de havens Vlissingen en Terneuzen. Daarnaast blijkt dat de binnenvaart een groei heeft doorgemaakt in de periode 2000 2003. Het geladen goederenvervoer per binnenschip groeide in deze periode met 25% en het geloste goederenvervoer met 54% (17,6 mln. ton) Figuur 2.4 Laden en lossen binnenvaart Vlissingen en Terneuzen (x mln. ton) 20 15 10 5 gelost geladen 0 2000 2003 Bron: gegevens Provincie Zeeland Aardolie en aardolieproducten belangrijkste goederencategorie voor de binnenvaart Van de vijf grootste typen goederenvervoer voor de binnenvaart in Zeeland is het vervoer van aardolie en aardolieproducten met 9,8 mln. ton in 2004 veruit het belangrijkste in omvang. Door de opkomst van vervoer van andere typen goederen, wordt de binnenvaart relatief minder afhankelijk van aardoliën en aardolieproducten. Toch blijft het vervoer van aardolie de belangrijkste inkomstenbron voor de binnenvaart. Buck Consultants International 12

Figuur 2.5 Type goederen in Zeeuwse binnenhavens: absoluut (mln. ton geladen en gelost) en relatief 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2000 2004 vo er t uig en, machines en o ver ig e g o ed er en chemische p r o d uct en mest st o f f en r uw e miner alen en - f ab r ikat en, b o uw mat er ialen ijz er, st aal en half f ab r ikat en er t sen, met aalaf val, g er o o st ijz er kies aar d o lien en aar o liep r o d uct en vast e miner ale b r and st o f f en and er e vo ed ing sp r o d uct en Sterke groei in doorvoer naar andere provincies Dat de binnenvaart groeit is te zien aan de groei van het aantal tonnen dat door de Zeeuwse sluizen wordt geregistreerd. De groei richt zich vooral op doorvoer naar andere provincies; Vlaanderen (Terneuzen), Zuid-Holland (Volkersaksluizen) en Antwerpen (Kreekraksluizen). Figuur 2.6 Goederenvervoer in mln. ton door sluispassages in Zeeland (Noord-Zuid en Zuid-Noord) Volkersaksluizen Krammersluizen 44% groei 17% groei 2000 2002 Volkeraksluizen: 86,9 125,3 Krammersluizen: 26,7 31,3 Hansweert: 26,7 31,4 Kreekraksluizen: 59,4 82,0 Terneuzen: 61,5 86,5 Terneuzen 41% groei Hansweert 18% groei Kreekraksluizen 38% groei Buck Consultants International 13

Zeeland belangrijk voor Nederlandse binnenvaart Tabel 2.2 bevestigt dat in Zeeland belangrijke vaarwegen aanwezig zijn 3. Tabel 2.2 Overzicht van vaarwegen met de hoogste intensiteiten in Zuid-Nederland (aantal schepen) in 2002 Naam vaarweg Plaats Jaarintensiteit 2002 1 Volkeraksluizen Willemstad 170.126 2 Schelde-Rijnverbinding 1) Rilland Reimerswaal 109.488 3 Oude Maas Dordtse Kil Dordrecht 91.000 4 Maas-Waalkanaal Beuningen 69.594 5 Kanaal door Zuid-Beveland Reimerswaal 58.382 6 Kanaal Gent- Terneuzen Grenspost 49.901 7 Gekanaliseerde Maas Boxmeer 49.058 8 Gekanaliseerde Maas Belfeld 42.367 Lateraalkanaal Linne 9 Bruggenum Heel 41.103 10 Julianakanaal Maasbracht 34.634 1) Zeeland heeft geen directe toegang tot de Schelde Rijnverbinding Bron: Incodelta 2.3 Wegen De omvang van het vrachtverkeer in Zeeland is beperkt ten opzichte van aangrenzende provincies. Hoewel dit beeld doet vermoeden dat in Zeeland geen sprake is van een nijpend goederenvervoerprobleem over de weg, zijn er wel degelijk ontwikkelingen op de Zeeuwse wegen die de aandacht vragen. 3 Let op: het betreft tellingen van scheepspassages bij sluizen in Zuid Nederland en niet om vervoerde volumes op vaarwegen. Buck Consultants International 14

Figuur 2.7 Intensiteiten vrachtverkeer over de weg (aantal vrachtauto s op hoofdwegen) Bron: Incodelta, juli 2005 Sterke stijging vrachtverkeer op N62 en A58 Het dagelijkse vrachtverkeer op de wegen in Zeeland nam tussen 2000 en 2004 toe. De sterkste stijging was zichtbaar op de N62 en de A58. Dit zijn tevens meest intensief gebruikte wegen. Op de N62 is de intensiteit van het vrachtverkeer tussen 2000 en 2004 met 84% gestegen. Op de N61 nam het vrachtverkeer met 14% toe. De N60 kende een sterke daling. In de periode 2000 2004 nam de intensiteit van het vrachtverkeer af met 37%. Hieruit kan worden geconcludeerd dat het beleid, om het goederenvervoer te concentreren op deze hoofdvervoersassen, succesvol is geweest. De Westerscheldetunnel heeft hierbij geholpen. Figuur 2.8 Gemiddelde Etmaalintensiteiten vrachtverkeer in beide richtingen 6000 5000 4000 3000 2000 2000 2002 2004 1000 0 N57 A58 N59 N60 N61 N62 N254 N256 Bron: Permanente tellingen door provincie Zeeland, Rijkswaterstaat en tellingen afgeleid uit snelheidsmeetnet Buck Consultants International 15

Gelukt om conform beleid - goederenstromen af te wikkelen via de N62, A58 en N61 Figuur 2.9 Vrachtverkeer hoofdwegennet 2004 Figuur 2.10 Toe- en afname verkeer 2004 tov 2002 3 2 4 1 Bovenstaande figuren laten zien dat de groei van vrachtstromen zich concentreert op de A58, de N61 en de N62. Het (vracht)verkeer op de N62 nam in het afgelopen jaren (tussen 2000 en 2004) toe met 84 procent. In de piekmaand juli 2004 gingen er elke werkdag 3.500 meer voertuigen door de Westerschelde tunnel dan in dezelfde maand in 2003. 4 Op basis van gemiddelde wegintensiteiten en groei van het wegvervoer zijn in figuur 2.11 de vier belangrijkste knelpunten voor het goederenvervoer over de weg gesignaleerd. In de afgelopen vier jaren is het (vracht)verkeer toegenomen met 10 tot 20 procent terwijl de lengte van het wegennet in de Provincie Zeeland slechts met 2% is toegenomen. (6.742 km in 2004) Over de weg wordt met name stukgoed vervoerd 5 Het vrachtvervoer per weg bestaat voor 50-60% uit vervoer van stukgoed en 30-40% zijn lege vrachtwagens. Deze cijfers komen overeen met landelijke gemiddelden. 4 Verkeer en vervoer Zeeland, 2004. 5 Hoewel de intensiteit van het vrachtverkeer bekend is, en ook inzicht is in de verschijningsvorm, zijn geen gegevens bekend over de goederencategorieën, de omvang van het vrachtvervoer over de weg en de modal split vanaf Zeeland Seaport. Buck Consultants International 16

Figuur 2.11 Verschijningsvorm goederen over de weg 2002 (beide richtingen) 100% 80% 60% 40% 20% 0% leeg stukgoed natte bulk droge bulk containers N57 A58 N59 N60 N61 Bron: gegevens provincie Zeeland 2.4 Spoorwegen Stabiele groei vervoer per spoor Het hele havengebied van Zeeland (Terneuzen en Vlissingen) is via spoor ontsloten. Het is moeilijk om het spoorvervoer te kwantificeren. In 2000 werd ongeveer 1,3 miljoen ton per trein (meerdere wagons) vervoerd. Hiervan werd ongeveer 800.000 ton geladen en 500.000 ton gelost. Figuur 2.12 Aantal goederentreinen per jaar in Zeeland 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2000 2004 Bron: Zeeland Seaports Buck Consultants International 17

Vooral chemische producten worden per spoor vervoerd Chemische producten lenen zich over het algemeen goed voor vervoer per spoor. Dit blijkt ook uit onderstaande figuur 2.13. In de periode 2000-2004 blijft het vervoer van chemische producten dominant in het spoorvervoer. Daarnaast is het vervoer van auto s per spoor toegenomen. Hoewel er weinig gegevens bekend zijn, is de beoogde situatie van goederenvervoer per spoor wel bereikt. Figuur 2.13 Type goederen spoor:absoluut (mln. ton geladen en gelost) en relatief 2000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2000 inkomend 2000 uitgaand chemische producten landbouwproducten metalen en halffabrikaten andere voedingsproducten overige goederen vaste brandstoffen 1 0 0 % 9 0 % 8 0 % 7 0 % 6 0 % 5 0 % 4 0 % 3 0 % 2 0 % 1 0 % 0 % 2.5 Conclusies De Zeeuwse havens presteren goed in vergelijking met andere Nederlandse havens. Zeeland Seaports kent in 2004 de grootste overslaggroei. Landbouwproducten en voertuigen & machines zijn sterke stijgers. De toegevoegde waarde van de haven stijgt. Er worden veel bulkgoederen vervoerd en relatief weinig containers. Zeeland is erg belangrijk voor Nederlandse binnenvaart, met name voor aardolie en aardolieproducten. Er is sprake van een sterke groei in doorvoer naar andere provincies. Ook wegen blijven een belangrijke modaliteit voor aan- en afvoer van goederen. De groei concentreert zich op de N62 en A58, conform de beleidsplannen. Over de weg wordt met name stukgoed vervoerd. Het goederenvervoer per spoor is (nu nog) beperkt maar laat wel een stabiele groei zien. De verwachtingen zijn dat het spoorvolume iets zal toenemen met de komst van de WCT door de inzet van containershuttles. Het spoorvervoer bestaat met name uit transport van chemische producten en auto s. Er zijn weinig actuele gegevens bekend over het vervoer van en naar de havens via weg en spoor. Buck Consultants International 18

Hoofdstuk 3 Evaluatie goederenvervoerbeleid 2000-2004 3.1 Achtergrond In 2000 is het Actieplan Goederenvervoer Zeeland opgesteld. De houdbaarheid van de negen concrete acties loopt tot 2006. Daarom is het nu tijd om te bekijken of wat de Provincie Zeeland voor ogen had, ook daadwerkelijk bereikt is. De evaluatie wordt gebruikt als input voor de kadernotitie Goederenvervoer. De doelstelling van het Actieplan Goederenvervoer 2000-2005 werd in 2000 als volgt geformuleerd: Het goederenvervoer levert een bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van Zeeland door te investeren in bereikbaarheid vooral via milieuvriendelijke modaliteiten, het versterken van de positie van Zeeland in logistieke netwerken en door een actieve en integrale aanpak van overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Tabel 3.1 geeft een samenvatting van de acties die zijn opgenomen in het Actieplan Goederenvervoer Zeeland. Tabel 3.1 Samenvatting van het Actieplan Goederenvervoer Zeeland Actie Doel Status Trekker Overige partijen Kosten 1 WCT met binnenvaart containerterminal Vlissingen Loopt Zeeland Seaports Rijk, Provincie, Bedrijven Opname Vlissingen in intermodaal binnenvaart netwerk, van groot belang voor vestiging deepsea rederij Enkele miljoenen (investeringen 2 Positionering Zeeland in internationale corridors Profileren en onderbouwen van positie Zeeland in verschillende (inter)nationale corridorprojecten Loopt/ nieuw 3 Uitbreiding spoorcapaciteit goederenvervoer verschillende projecten Onveranderd pleiten voor Loopt (Sloe-/Zeeuwselijn, aansluiting op goederenspoor 11, Axel-Zelzate) Provincie Provincie, Zeeland Seaports Rijk, regio s in binnen- en buitenland 75.000,-- (onderzoek, participatie in projecten) Rijk, buurregio s 100.000,-- (onderzoek, overleg) Buck Consultants International 19

Actie Doel Status Trekker Overige partijen Kosten 4 Tunnel Sluiskil Onderbouwing noodzaak Loopt Provincie Zeeland Seaports, P.M. en uitwerking PPSconstructie voor financiering gemeenten, bedrijfsleven 5 Buisleidingen Planologische inpassing pijpleidingstroken en stimuleren meer gebruik pijpleidingen 6 Logistiek knooppunt grensgebied Zeeland/West-Brabant - marktpositie nieuw knooppunt - intermodale ontsluiting 7 Stimuleren Modal Shift Zoveel mogelijk Zeeuwse bedrijven laten scannen op Modal Shift potenties (en dus grote Zeeuwse deelname aan landelijk project) 8 Versterking concurren-ondersteunintiepositie Zeeuwse ders bij keuze partners in vervoer- vervoerders binnen- en buitenland, keuzes marktsegmenten 9 Projectorganisatie en coördinatie Afstemming beleid rond goederenvervoer binnen provincie en overleg toetsing door externe partijen Bron: Actieplan Goederenvervoer Zeeland, BCI 2000 Loopt provincie Zeeland Seaports, bedrijven Loopt Provincie, gemeente Buurregio s, RWS, NS-Railinfra Loopt Bedrijven Zeeland Seaports, provincie Nieuw Branche Bedrijven, provincie organisaties Nieuw Provincie Bedrijfsleven, gemeenten, maatschap. organisaties 75.000,-- (onderzoek/overleg) 200.000,-- (onderzoek/ overleg) P.M. (menskracht) 100.00,-- (bijdrage extern advies) P.M. (menskracht) De negen acties zijn onder te verdelen in vier thema s, te weten: Infrastructuur Multimodaal vervoer Positionering Logistiek Knooppunt Organisatie Aan de hand van de vier thema s wordt in de volgende paragraaf ingegaan op de voortgang van de negen acties. Het zicht op resultaat wordt inzichtelijk gemaakt door de volgende symbolen: Legenda: - : geen zicht op resultaat 0 : nog geen zicht op resultaat (moet nog duidelijk worden) 0/- : nog geen zicht op resultaat, maar waarschijnlijk geen/negatief resultaat 0/+ : nog geen zicht op resultaat, maar waarschijnlijk wel/positief resultaat + : resultaat behaald of in zicht Buck Consultants International 20

3.2 Infrastructuur In het Actieplan Goederenvervoer waren twee acties gericht op infrastructuur: Uitbreiding spoorcapaciteit goederenvervoer Tunnel Sluiskil Uitbreiding spoorcapaciteit goederenvervoer Doel: Onveranderd pleiten voor verschillende projecten (Sloe-/Zeeuwselijn, aansluiting op goederenspoor 11, Axel-Zelzate). Actie opgepakt door de Provincie Zeeland en Zeeland Seaports. Stand van Zaken: Axel Zelzate: Er is nog geen economische basis gevonden voor de ontwikkeling van een goederenspoorlijn die de oostelijke oever van de kanaalzone Gent-Terneuzen en Axelse Vlakte ontsluit via België. Spoorlijn 11, inclusief Sloeboog: Aansluiting op goederenspoor 11 is nog niet gerealiseerd. Goederenstromen uit Zeeland, die moeten aansluiten op de spoorverbinding Rotterdam Antwerpen, lopen nog steeds via het (overbelaste) Roosendaal. Vanuit omliggende gemeenten is vanwege geluidshinder veel kritiek op de gewenste aansluiting op goederenspoor 11. Provincie blijft pleiten voor aansluiting. Nederlands/Vlaams project. Dossier Sloeboog is gerelateerd aan dossier VERA/ROBEL (spoorverbinding Rotterdam Antwerpen) waardoor besluitvorming wordt vertraagd. Sloelijn: Verbetering spoorcapaciteit door aanleg van een nieuwe, elektrificeerde enkelspoorverbinding naar het Sloegebied. Er is een tracébesluit, uitvoering start. Tunnel Sluiskil Doel: Onderbouwing noodzaak en uitwerking PPS-constructie voor financiering. In de periode 2000-2005 is deze actie opgepakt door de Provincie Zeeland. Stand van zaken: Uitvoering gepland voor 2008 2010 Buck Consultants International 21

Overige infrastructuur De volgende infrastructuurprojecten waren niet opgenomen in het Actieplan Goederenvervoer, maar zijn wel in de periode 2000-2005 tot uitvoering gebracht: Tractaatweg: studie wordt opgestart Sloeweg: MER-studie binnenkort afgerond Zeeuwse lijn: Planbeschrijving beschikbaar Maatregelenbesluit ter goedkeuring aan minister aangeboden Provincie en gemeente Goes werken aan alternatieve oplossing voor spoor in Goes A4-Zuid: financiering is gegarandeerd, dus aanleg wordt gerealiseerd Samenvatting acties infrastructuur Actie Actie uitgevoerd? Zicht op resultaat Uitbreiding spoorcapaciteit goederenvervoer Axel-Zelzate Spoorlijn 11 Opgepakt Opgepakt 0 0/+ incl. Sloeboog Sloelijn Opgepakt + Wegverbindingen Tunnel Sluiskil Tractaatweg Sloeweg A4 Zuid Uitvoering gepland 2008-2010 Studie loopt MER Studie loopt Door recente ontwikkelingen weer actueel + 0/+ + + Het behoorlijk hoge ambitieniveau uit het Actieplan is redelijk succesvol gebleken. De acties ten aanzien van spoorinfrastructuur zijn in planning vooruit geschoven (rijksbeslissing) of bleken door onvoldoende ladingbasis niet haalbaar. De resultaten van weginfrastructuur zijn positief. Het beleid ten aanzien van infrastructuur is conform planning verlopen. Oorzaken buiten de provincie hebben in sommige gevallen voor vertraging gezorgd. Buck Consultants International 22

3.3 Multimodaal vervoer In het Actieplan Goederenvervoer waren twee acties gericht op infrastructuur: Buisleidingen Stimuleren modal shift Buisleidingen Doel: Planologische inpassing pijpleidingstroken en stimuleren meer gebruik pijpleidingen. Eerste deel van de actie (planologische inpassing) opgepakt en tweede deel van de actie (stimuleren gebruik) mager opgepakt door de Provincie Zeeland. Stand van zaken: De buisleidingennota Zeeland (2000) leidde tot een Streekplanuitwerking Buisleidingen. De bestemmingsplannen zijn aangepast aan het Rijksbeleid (Structuurschema Buisleidingen) en de behoefte aan nieuwe en/of bredere leidingstroken is op hoofdlijnen in kaart gebracht. Het stimuleren van meer gebruik van pijpleidingen en pijpleidingvervoer voor modal shift is niet van de grond gekomen. Stimuleren Modal Shift Doel: zoveel mogelijk Zeeuwse bedrijven laten scannen op Modal Shift potenties (en dus grote Zeeuwse deelname aan landelijk project). Actie opgepakt door Zeeuwse bedrijven en Zeeland Seaports. De provincie Zeeland vervulde een faciliterende rol. Stand van zaken: Provincie heeft bedrijven geattendeerd om het programma Transactie Modal Shift (Ministerie Verkeer en Waterstaat) om bedrijven na te laten denken over andere modaliteiten en logistieke werkwijzen. In Zeeland is door enkele grote bedrijven in de havens gebruik gemaakt van het programma. Er zijn in de afgelopen jaren in Zeeland geen modal shift convenanten afgesloten tussen overheden en verladers en vervoerders. (Dit heeft wel plaatsgevonden in enkele andere provincies). In Incodelta verband zijn diverse modal shift initiatieven van de grond gekomen. Deze projecten hadden veelal een kleinschalig karakter. De daadwerkelijke bewustwording en blijvende gedragsbeïnvloeding van bedrijven in Zeeland is beperkt gerealiseerd. Op incidentele basis (tot 2003) zijn bedrijfsmilieuplannen beoordeeld vanuit goederenvervoerperspectief met specifieke aandacht voor mogelijkheden van modal shift. Buck Consultants International 23

In de periode van het Actieplan is een containerterminal in de Braakmanhaven tot stand gekomen. Samenvatting acties multimodaal vervoer Actie Actie uitgevoerd? Zicht op resultaat Buisleidingen planologische inpassing Is gebeurd + - stimuleren gebruik Mager opgepakt Stimuleren Modal Shift Modal shift scans bij bedrijfsleven uitgevoerd 0/+ Opstart terminal Braakmanhaven + De ondernomen acties hebben tot dusverre niet geleid tot het stimuleren van gebruik van pijpleidingen voor goederenvervoer. Het stimuleren van Multimodaal vervoer is in de periode 2000-2005 beperkt van de grond gekomen. In samenwerking tussen provincie, Zeeland Seaports en bedrijfsleven zijn diverse acties uitgevoerd om bedrijven te scannen op Modal Shift potenties. Deze acties hebben beperkte resultaten opgeleverd: grotere bedrijven ondernemen al veel acties op het gebied van multimodaal vervoer; voor kleinere bedrijven is het moeilijk het aandeel Multimodaal vervoer te verhogen. Incodelta heeft enkele initiatieven ondernomen voor multimodale concepten (o.a. short sea) maar nauwelijks in Zeeland. 3.4 Positionering logistiek knooppunt In het Actieplan Goederenvervoer stonden vier acties opgenomen die te maken hebben met de positionering logistiek knooppunt: WCT met binnenvaart containerterminal Vlissingen. Positionering Zeeland in internationale corridors. Grensoverschrijdende samenwerking. Versterking concurrentiepositie Zeeuwse vervoerders. Buck Consultants International 24

WCT met binnenvaart containerterminal Vlissingen Doel: de opname van Vlissingen in een intermodaal binnenvaartnetwerk, van groot belang voor vestiging deepsearederij. Vele stappen ondernomen door Zeeland Seaports. Stand van zaken: Het containeroverslagpunt voor deepsea, spoor en binnenvaart is nog niet gerealiseerd. De ontwikkelingen van de Westerschelde Container Terminal liggen niet stil. Het oorspronkelijke project is iets aangepast en daarvoor wordt een MER opgesteld. Er wordt momenteel een maatschappelijke kosten-baten analyse uitgevoerd (nut, noodzaak, externe effecten). De WCT heeft veel aandacht gekregen in de politiek en media. De plannen van de WCT zijn algemeen bekend en de WCT wordt gezien als belangrijkste element van het Zeeuws goederenvervoerbeleid. Overige acties rondom goederenvervoer (zoals positionering logistieke knooppunt Zeeland) lijken sterk afhankelijk te zijn van wel/niet doorgaan WCT. Positionering Zeeland in Internationale Corridors Doel: Het profileren en onderbouwen van de positie van Zeeland in verschillende (inter)nationale corridorprojecten. Actie opgepakt door de provincie Zeeland en gedeeltelijk door Incodelta. Stand van zaken: Er is een brochure ontwikkeld kiezen voor kansen. De actie is gericht op het opzetten van verbindingen naar diverse achterland regio s (markt, logistieke organisatie). Veel is afhankelijk van de ontwikkelingen van de WCT. Er zijn tot dusverre weinig duidelijke economische keuzes gemaakt door onduidelijkheden rond de WCT. De ontwikkeling van een concreet netwerk van lijndiensten van spoor en binnenvaart ligt stil zolang er geen terminal (WCT) is gerealiseerd. Herkenning en erkenning in nationale beleidsnota s (Nota Zeehavens, Pieken in de Delta). De gunstige ligging van de Zeeuwse haven (tussen Rotterdam en Antwerpen) en de beschikbare ruimte voor stukgoed en ro/ro is onvoldoende krachtig inde markt gezet. Logistiek knooppunt grensgebied Zeeland/West-Brabant Doel: Sterke marktpositie van een nieuw knooppunt en verbetering van intermodale ontsluiting. Actie opgepakt door de Provincie Zeeland, de provincie Noord-Brabant en de nabijgelegen gemeenten. Stand van zaken: Buck Consultants International 25