Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V.

Transcriptie

1 Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V. 7 oktober 2005

2 Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad - NS Groep N.V. De hieronder aangegeven partijen De Provincie Noord-Brabant in haar hoedanigheid van deelnemer in BrabantStad, het samenwerkingsverband van de gemeenten Breda, Eindhoven, s-hertogenbosch, Helmond en Tilburg, het SRE (Samenwerkingsverband Regio Eindhoven) en de Provincie Noord-Brabant, te dezen vertegenwoordigd door de Gedeputeerde Infrastructuur en Mobiliteit dr. E. Janse de Jonge, ter uitvoering van het besluit van het Bestuurlijk BrabantStad-overleg Verkeer en Vervoer van 27 september 2005 en van het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 4 oktober 2005 en NS Groep N.V., nader te noemen NS, te dezen vertegenwoordigd door regiodirecteur Commercie H.J.W. Steenbakkers. Overwegende dat partijen streven naar een samenhangend openbaar vervoersconcept voor het stedelijk netwerk BrabantStad; dat BrabantStad streeft naar de realisering van het OV-netwerk BrabantStad; dat voor de totstandkoming daarvan de verkenning begin 2004 is aangeboden aan de minister van Verkeer en Waterstaat; dat een van de elementen uit het OV-netwerk BrabantStad betreft optimale verbindingen over spoor tussen de vijf grote Brabantse steden onderling en met de Randstad en andere omliggende stedelijke netwerken; dat voor de realisatie van dit onderdeel van het OV-netwerk BrabantStad intensieve samenwerking tussen BrabantStad en NS als vervoerder op het hoofdrailnet een vereiste is; dat in de nieuwe vervoersconcessie die NS voor het hoofdrailnet heeft verworven is vermeld dat NS ten minste eenmaal per jaar overleg voert met de decentrale overheden verenigd in IPO en SKVV, waarbij per logisch samenhangend vervoerskundig gebied en nationale samenhang de wensen van de decentrale overheden en die van NS besproken worden; dat BrabantStad gezien moet worden als een logisch samenhangend gebied en deze intentieverklaring daarom past binnen voornoemde bepalingen in de vervoersconcessie van NS. Komen als volgt overeen samen te werken teneinde het personenvervoer over spoor te verbeteren, zowel binnen de Provincie Noord-Brabant als op landelijk niveau, met inachtneming van de afspraken zoals die binnen de spoorsector in het kader van de dienstregeling 2007 zijn gemaakt;

3 intensief samen te werken en gestructureerd overleg te voeren gericht op de thema s zoals genoemd in de bij deze overeenkomst behorende bijlage; door wederzijdse informatie-uitwisseling te komen tot het verbeteren van inzichten in elkaars wensen en in de mogelijkheden om die te realiseren; op basis van informatie-uitwisseling over regionale ruimtelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in het openbaar vervoers- en mobiliteitsbeleid enerzijds en (vervoers)marktpotenties anderzijds te komen tot het realiseren van relevante onderdelen van OV-netwerk BrabantStad; het gezamenlijk optrekken en samenwerken op inhoudelijke dossiers waarin gemeenschappelijke belangen worden onderkend zoals vermeld in de bijlage; gezamenlijk een wensbeeld en een prioriteitstelling te vormen voor de realisering van infrastructurele werken aan het spoorwegnet in Noord-Brabant inclusief de aanleg van een aantal nieuwe stations zoals vermeld in OV-netwerk BrabantStad voor de periode Samenwerking De samenwerking zoals bedoeld in deze overeenkomst wordt aangestuurd door een stuurgroep NS BrabantStad, onder leiding van de NS regiodirecteur Commercie en de voorzitter van het Bestuurlijk BrabantStad-overleg Verkeer en Vervoer, tevens Gedeputeerde Infrastructuur en Mobiliteit van de Provincie Noord-Brabant. De Stuurgroep zorgt voor voortgangsbewaking en besluitvorming. Beide partijen zullen voor een gelijk deel leden leveren voor de Stuurgroep. Voor de dagelijkse sturing is verantwoordelijk een werkgroep onder leiding van een door regiodirecteur Commercie van NS aan te wijzen lid van NS Commercie Zuid en een door het samenwerkingsverband BrabantStad aan te wijzen medewerker van één van de partijen van BrabantStad. Per onderwerp worden contactpersonen aangewezen van NS en BrabantStad die projecten gezamenlijk uitwerken. Waar nodig /mogelijk worden andere partners erbij betrokken. Frequentie overleggen: - de stuurgroep komt minimaal twee maal per jaar bijeen; - de werkgroep komt minimaal vier keer per jaar bijeen. Rol- en taakverdeling BrabantStad en NS zijn zich bewust van het feit dat de samenwerking toegevoegde waarde moet hebben. Verder mag het geen belemmering betekenen voor de samenwerking door ieder der partijen met andere partijen ongeacht het gebied waarop men wil samenwerken. Beide partijen respecteren bij de samenwerking elkaars positie en eigenstandige verantwoordelijkheden. Waar mogelijk treden NS en BrabantStad gezamenlijk naar buiten op. Partijen zullen publiciteit met betrekking tot deze overeenkomst onderling afstemmen. Indien gezamenlijk optrekken niet mogelijk of niet wenselijk is, worden daarover expliciete afspraken gemaakt. Kosten en financiering De kosten van de personele inzet bij de genoemde samenwerking worden door de betreffende partij zelf gedragen. De kosten van eventueel nadere onderzoeken die naar het oordeel van beide partijen nodig zijn om op het juiste detailniveau informatie te genereren, worden gelijk verdeeld over NS en BrabantStad. Dit zal slechts geschieden na goedkeuring van de Stuurgroep.

4 De kosten van onderzoeken op initiatief van één van beide partijen komen voor rekening van de initiatiefnemende partij. Met deze samenwerkingsovereenkomst worden geen in rechte afdwingbare rechten en verplichtingen in het leven geroepen. Medio 2007 zullen partijen gezamenlijk de samenwerking volgens deze overeenkomst evalueren. Afhankelijk van de evaluatie zullen partijen afspraken maken over de voortzetting van de samenwerking. Deze overeenkomst is in drievoud opgemaakt en ondertekend te Helmond op 7 oktober Provincie Noord-Brabant Voor deze, De Gedeputeerde Infrastructuur en Mobiliteit, tevens voorzitter van het Bestuurlijk BrabantStadoverleg Verkeer en Vervoer, dr. E. Janse de Jonge NS Groep N.V. Voor deze, NS regiodirecteur Commercie H.J.W. Steenbakkers

5 Bijlage Projecten en thema s waarop NS en BrabantStad samenwerken Project Dienstregeling; verbindingen en frequenties personentreinen Van belang is een goede regionale input in discussies over dit onderwerp op landelijk niveau. Voor NS is de referentie: beter voor de klant, een positief bedrijfsresultaat en maakbaar. Voor OV-netwerk Brabantstad is de referentie:het niveau zoals in het OV-netwerk BrabantStad is aangegeven. Dit onderwerp kan niet alleen op regionaal niveau worden afgehandeld, aangezien de dienstregeling op het hoofdrailnet in Brabant niet los kan worden gezien van de dienstregeling in de rest van het land. Project Realisering infrastructurele werken railnet Voor de gewenste dienstregeling van personentreinen in combinatie met de goederentreinen is het nodig dat er infrastructurele werken aan het railnet worden uitgevoerd. In het kader van de voorbereiding van het MIT van het ministerie van Verkeer en Waterstaat overleggen NS en BrabantStad jaarlijks over de gewenste prioritering en trachten de activiteiten van beide partijen op elkaar af te stemmen. Project Nachtnet NS onderzoekt de mogelijkheden van een Nachtnet in de Provincie Noord Brabant met aansluiting op het nachtnet in de Randstad. Partijen maken afspraken over de mogelijke realisering van dat nachtnet. Project Ketenbeheer: De aansluitingen tussen trein- en busvervoer Dit onderwerp is al vanouds een onderwerp van overleg tussen de Provincie Noord- Brabant en NS. Vanuit de invalshoek van ketenbenadering en het vervoersconcept OVnetwerk BrabantStad zullen NS en BrabantStad jaarlijks meer interactief de dienstregelingen van trein en stads- en streekbus op elkaar afstemmen. Project Ruimtelijke ontwikkelingen in relatie tot stationsontwikkelingen Dit betreft vooral het stimuleren van partijen van ruimtelijke ontwikkelingen woningbouw en bedrijvenlocaties - op korte en langere termijn in de directe nabijheid van bestaande en nieuwe stations, waarbij de belangen van NS optimaal worden meegenomen. Dit betreft behalve de bestaande intercityknopen waarvan de stationsomgeving is of wordt ontwikkeld (Breda, Tilburg, Eindhoven en Helmond) ook de ruimtelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op het gebruik van andere stations in de regio. Partijen stellen in 2005 een overzicht op van de komende relevante ruimtelijke ontwikkelingen volgens de uitwerkingsplannen van het streekplan en brengen de consequenties van die plannen voor het openbaar vervoer in beeld.

6 Project Nieuwe stations In de Verkenning OV-netwerk is een 5 tal nieuwe stadsrandstations opgenomen die op langere termijn kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast zijn er wellicht nog kansen voor andere nieuwe stations. In het overleg kunnen de mogelijkheden daarvoor worden besproken. Project Park & Ride voorzieningen Door een juiste situering van deze voorzieningen kan op dit concrete niveau enerzijds mede sturing worden gegeven aan de uitvoering van het mobiliteitsbeleid in Brabant en anderzijds worden bijgedragen aan het verbeteren van het rendement van deze faciliteiten. Partijen stellen vóór het eind van 2006 een overzicht op van de gewenste ontwikkeling van Park & Ride voorzieningen in Noord-Brabant. Overige thema s waar beide partijen belangen, bevoegdheden of invloed hebben. Dit kan allerlei zaken betreffen. Voorbeelden: - fietsenstallingen of parkeerplaatsen bij treinstations; - bevorderen van de sociale veiligheid op knooppunten van het OV; - introductie chipkaart in trein- en busvervoer vanaf 2006; - afstemmen van reizigersinformatie van trein en bus; - het opzetten en uitvoeren van een imagocampagne in relatie met de start van de dienstregeling Per thema wordt bezien of afstemming voldoende is dan wel een gezamenlijk project wordt gestart. De hierboven beschreven projecten en thema s kunnen ook in samenhang worden beschouwd.