Aanwezig de voorzitters : de heren D.R. van der Borg, W. Gradisen (vrz.) en M. Houtman;

Raad : 24 januari 2012 Agendapunt : 5 LSV-1112092-6599 11dec13-notulen Notulen van de openbare gezamenlijke vergadering van de raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland op 13 december 2011 gehouden in De Spil in Bleskensgraaf. Aanwezig GRM/LSV/NLL de voorzitters : de heren D.R. van der Borg, W. Gradisen (vrz.) en M. Houtman; GRM de leden : de heren H.J. Bikker, M. den Boer, C.A. Egas, B. de Groot, E. Hamerpagt, M.J. Jabaaij (vanaf 22.05 u), A. de Jong, J. de Kruijk, C.F. Meerkerk, A.J. van Rees en E. Spaans (vanaf 19.45 u); LSV de leden : de heren G.C. van Barneveld, J.C. de Bruin, C.P. den Haak, mevrouw H.G. van der Have-Schieving, de heren N. Jongerius, J. Kraijo, G. Lems (vanaf 20.50 u), mevrouw M. Ooms-de Vos, J. Stravers-van de Graaf en de heren P.C. de Visser en G.A. Vlot; NLL de leden : de heren E. Breedveld, P. van Bruggen(tot 22.30 u), F. Damsteegt, mevrouw R.T.P. van Dieren, de heren P. de Gruijter, J.C. Hak, J.J. van der Hout, D.C. Laman, P. Meerkerk, F. Özdere, H. Sok en L.A.J. Veth; GRM/NLL de griffier : mevrouw T.W. Kanters; LSV de griffier : de heer A.J.P. Saes; GRM LSV NLL GRM/LSV/NLL de wethouders : de heren D.A. Heijkoop en P.D. Jonker; de wethouders : de heren T.C. van Gelder en C. van der Vlist; de wethouders : de heren A. Hoogendoorn en P. Vat; de secretaris : de heer J.C. van Ginkel; LSV de notulist : mevrouw V.M. Marijnissen-Warmerdam; Afwezig GRM de leden : de heren C.G. Boender en G.E. Moret; LSV de leden : de heren A.C. Bikker en C. Kers; NLL het lid : de heer H.J. van Ewijk. afkortingen: GRM = Graafstroom LSV = Liesveld NLL = Nieuw-Lekkerland DW = De Waard

2 1. Opening en vaststelling agenda Na het uitspreken van het ambtsgebed opent de voorzitter de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. De agenda wordt conform vastgesteld. 2. Inspreekrecht burgers Geen. 3. Primus bij hoofdelijke stemming Mevrouw Van der Have (LSV) en de heren De Groot (GRM) en De Gruijter (NLL) worden door het lot aangewezen om bij stemming in de individuele raadsvergadering als eerste hun stem uit te brengen. 4. Vaststellen notulen vergadering 8 november 2011 a. tekstueel Aan de aanwezigen wordt toegevoegd : de heer J.C. Hak (NLL); aan de afwezigen wordt toegevoegd : de heer J.C. de Bruin (LSV) i.p.v. aanwezig. De notulen worden met deze aanpassingen vastgesteld. b. naar aanleiding van Geen. 5. Vaststellen notulen vergadering 22 november 2011 a. tekstueel Aan de aanwezigen wordt toegevoegd : de heer J.C. Hak (NLL). De notulen worden met deze aanpassing vastgesteld. b. naar aanleiding van Geen. 6. Ingekomen stukken De ingekomen stukken A-1 t/m A-8 worden voor kennisgeving aangenomen. 7. Lijst van toezeggingen De lijst van toezeggingen wordt voor kennisgeving aangenomen. 8. Mededelingen Wethouder Heijkoop deelt mee dat de raad van Graafstroom gisteravond een initiatiefvoorstel heeft ingediend voor renovatie van sportzaal De Turner in Molenaarsgraaf (achterstallig onderhoud); de nog te ontvangen Landsbanki-gelden zouden hiervoor ingezet kunnen worden. De heer Kraijo (CDA) wijst erop dat bij de vaststelling van de begroting is besloten meevallers ten goede te laten komen aan de reservepositie en daarmee aan de weerstandscapaciteit. Hij vertrouwt erop dat in dat kader een uitgewerkt voorstel van de colleges wordt voorgelegd aan de gezamenlijke raden via het A3-presidium.

3 De voorzitter zegt toe dat een voorstel op de gebruikelijke wijze via het A3-presidium zal worden geagendeerd. 9. Vragen raadsleden Geen. 10/ Voorstel Dienstverlenings- en huisvestingsconcept 11. De heer Kraijo (CDA) omarmt het kerngericht werken, dat de CDA-fracties uit het hart gegrepen is. De inwoners in hun gemeenschappen moeten centraal staan en de gemeentelijke organisatie moet zich daarop aanpassen. De kaders waarbinnen dit gerealiseerd kan worden, zijn: - taakstellende financiële kaders die al zijn afgesproken; - investeren in ICT, met gebruikmaking van bewezen technologie; - investeren in personeel, waarbij het nieuwe werken een bijdrage kan leveren; - een backoffice met een logische keuze voor het scenario Groot-Ammers. De fracties zijn voorstander van een projectmatige uitwerking van het dienstverlenings- en huisvestingsconcept. Zij vragen de colleges zo snel als mogelijk te komen met een Programma van Eisen en roepen op tot de nodige creativiteit en zuinigheid om binnen de kaders te blijven (bijvoorbeeld aansluiten bij het initiatief jouw dak mijn dak als het gaat om het duurzaamheidsaspect). De CDA-fracties kiezen voor een nieuwe organisatie en een nieuwe huisvesting voor een nieuwe gemeente die toekomstbestendig is en die haar inwoners centraal stelt. De heer De Gruijter (SGP) staat achter de keuze voor het voormalig gemeentehuis in Groot-Ammers als centrale backoffice van de gemeente èn een kwalitatieve dienstverlening in/voor de kernen. De SGP-fracties pleiten voor een goede telefonische en digitale bereikbaarheid, maar vinden 24 uur/dag gedurende 6 (i.p.v. 7) dagen/week voldoende. Zij zien graag als kader gesteld dat structurele kosten tenminste budgetneutraal zijn en kijken op korte termijn uit naar een Programma van Eisen / Plan van Aanpak, met als concrete aandachtspunten: - het benoemen van risico, met de financiële vertaling; - de invulling van raadsbetrokkenheid, met concrete beslismomenten. Het voorstel stelt een projectmatige uitwerking voor, dat door de SGP-fracties op de voet zal worden gevolgd. Op cruciale beslismomenten willen ze volledig geïnformeerd worden. In het kader van kerngericht werken en huisvesting zal een gemeentehuis een centrale plaats zijn waar bestuur en burgers elkaar kunnen ontmoeten; maar ook het kerkelijk-, school- en verenigingsleven, voorzieningen e.d. bieden ontmoetingskansen. Het gaat niet alleen om een gebouw maar juist om het vitale hart van een gemeenschap en dat heeft alles te maken met identiteit, saamhorigheid, sociale bewogenheid en omzien naar elkaar in de meest letterlijke zin van het woord. Samen met de inwoners moet gewerkt worden aan vitale kernen met scholen, kerken, verenigingen, winkels, voorzieningen en politiek die zorgt voor bestuur en veiligheid (politie, brandweer). De SGP-fracties onderschrijven de noodzaak van kerngericht werken, waarbij het uitgangspunt is dat de raden, bestuurders en medewerkers vergaderen in de kernen en ook zichtbaar in de kernen aanwezig zijn. Bij agendapunten als kadernota, zomernota en begroting, die Molenwaard breed behandeld worden, is een centraal gelegen vergaderlocatie aan te bevelen. Over de uitvoering hiervan en de bijbehorende financiële paragraaf, worden de fracties graag tijdig en structureel op de hoogte gehouden. De heer Van Bruggen (CU) wijst op een aantal zaken die door elkaar spelen: enerzijds is er het nieuwe werken, anderzijds de Andere Overheid. Voor beide betekent dit verregaande digitalisering, maar wel met een andere oorsprong. De raad heeft in december 2010 ingestemd met de denklijn, op 22 februari 2011 een krediet daarvoor beschikbaar gesteld en afgesproken dat op korte termijn stappen worden gezet om te komen tot de hoofdlijnen van een strategische visie en dat déze strategische visie en dus niet sec de hoofdlijnen in combinatie met het financieel meerjarenperspectief het kader is voor de keuze van het dienstverleningsconcept.

4 Ook is toen besloten dat het voormalig gemeentehuis in Groot-Ammers en de locatie Streefkerk op een vergelijkbare wijze worden uitgewerkt zodat een verantwoorde keuze gemaakt kan worden. Over het nieuwe werken is heel veel informatie beschikbaar, zowel positief als negatief, waarbij, als het niet wordt ingevoerd, de conclusie is dat een bedrijf zijn aantrekkingskracht verliest op de arbeidsmarkt. M.a.w. de werknemer vraagt om de flexibiliteit die het nieuwe werken biedt. De noodzakelijke automatisering hiervoor kan gelijk opgaan met die voor het programma Andere Overheid. Het kerngericht werken, waarvoor de raden gekozen hebben, verbetert de dienstverlening aan de burger. Toch zien de CU-fracties ook de gevaren van het nieuwe werken. Het moet geen doel op zich worden, want het doel blijft de dienstverlening aan de burgers. Daarnaast vinden ze het cultuuraspect erg belangrijk en het ondersteunen van medewerkers en de zorg dat mensen elkaar blijven ontmoeten. Hoe is dit nu geborgd; vindt monitoring plaats op ziekteverzuim en eventuele gezondheidsaspecten? De fracties hebben het gevoel dat m.b.t. de huisvesting nog steeds geen goede afgewogen keuze gemaakt kan worden. Het boekwaardevraagstuk is nog steeds niet helemaal duidelijk en ook m.b.t. duurzaamheid is niet duidelijk op welke punten de locaties Streefkerk en Groot-Ammers verschillen. Toch blijft de keuze voor Groot-Ammers de goedkoopste oplossing. De CU-fracties concluderen dat het pand in Groot-Ammers op dit moment de juiste keuze is voor het huisvesten van de ambtelijke organisatie. Zij pleiten voor een goede raadzaal met betrouwbare voorzieningen zoals geluidsinstallatie / ringleiding e.d., boven het houden van raadsvergaderingen in de kernen. Graag zien zij in de loop van 2012 hiervan een uitwerking, met als optie ook het aanpassen van de raadzaal die nu in Bleskensgraaf (in De Spil) wordt gebruikt. Resumerend vinden de CU-fracties dat onvoldoende recht is gedaan aan de afspraken van 22 februari jl.; er is nog geen strategische visie, maar al wel een kadernota. Ook is op dit moment geen transparante vergelijking mogelijk tussen Groot-Ammers en Streefkerk. Toch willen de fracties het proces niet voor zich uitschuiven en nu een keuze maken voor een goed geoutilleerde organisatie per 1 januari 2013, waarbij het huidige traditionele werken geen optie meer is. De heer Vlot (GBL) refereert aan een brief van minister Donner aan de Tweede Kamer van 20 april jl., waarin hij stelt dat de nadelen van cloud computing (informatieveiligheid) zwaarder wegen dan de voordelen. Sindsdien is de informatieveiligheid niet verbeterd en de GBL-fractie pleit dan ook ervoor dat de organisatie in dit zeer kostbare proces niet voor de troepen uitloopt. De fractie constateert dat het nieuwe werken niet per definitie afhankelijk is van cloud computing. Dit is het moment om alleen bewezen diensten te gebruiken, waarbij veiligheid voorop staat. De fractie kiest voor het pand in Groot-Ammers, maar vindt het onverantwoord om het volledig te strippen, zodat de kosten in 60 jaar afgeschreven kunnen worden. Een volgende gemeentelijke opschaling zal hoogstwaarschijnlijk veel eerder plaatsvinden dan pas over 60 jaar. Op de voorgestelde inrichting van het pand (gemiddeld ca. 10.000,00/ werkplek!) mag wel bezuinigd worden. Ook wordt gepleit voor een raadzaal, die multifunctioneel is (bijv. overdag kantine en s avonds vergaderzaal). Tot slot zet de fractie vraagtekens bij de kosten van de uitgifte van documenten elders. Immers, in 2009 waren die kosten de reden dat de vestigingen in Groot-Ammers en Nieuw-Lekkerland werden gesloten! Mevrouw Van der Have (VVD) stemt in met het voorstel, dat goed aansluit bij de afspraken die al zijn gemaakt over het kerngericht werken en de nieuwe huisvesting (ingebruikname op 1 juli 2014). Gezien het beschikbare budget moet gekozen worden voor de locatie Groot-Ammers. De VVD-fracties vragen aandacht voor de volgende punten: - het beschikbare budget niet overschrijden; - raadsvergaderingen houden op 1 centrale plaats; de voorkeur gaat uit naar het geschikt maken van de Burgerzaal in De Spil; - het nieuwe werken: betrek hierbij de brief van 20 apr 11 van minister Donner over cloud computing.

5 De heer De Kruijk (PvdA) beaamt dat een effectieve ambtelijke huisvesting noodzakelijk is en dat digitalisering van de maatschappij niet is tegen te houden. Volgens de jaarrekening geeft werkorganisatie De Waard 1,2 mln./jr. uit voor de Andere Overheid ; voor de doorontwikkeling van de organisatie is 4 x 100.000 opgenomen in de programmabegroting 2012-2015; daarnaast zijn door de gezamenlijke raden voor het verbeteren van de organisatie (o.m. automatisering + ruimte voor inwoners) voor de herindeling > 8 mln. Arhi-gelden beschikbaar gesteld. Hoe de inzet van de samenhang en de overlap op deelgebieden van deze investeringen plaatsvindt, ontbreekt echter. Nu wordt extra nog eens 6,8 mln. voor het dienstverleningsconcept en de nieuwe huisvesting gevraagd. De PvdA-fracties vinden dat veel geld en niet passen bij eerder voorgestelde bezuinigingen in de zorg, de volkshuisvesting, het onderwijs, de arbeidsvoorziening en het welzijn met o.m. het subsidie- en accommodatiebeleid. De koppeling aan de strategische visie van Molenwaard vinden zij voorbarig, omdat vanavond daarover pas een procesbesluit genomen wordt. Door recente economische tegenvallers dreigen nog meer bezuinigingen, die ongetwijfeld negatieve invloed hebben op de begroting; dus soberheid en voorzichtigheid is geboden. De fracties vinden een rondreizende gemeenteraad omslachtig, inefficiënt en te duur. Zij constateren dat voor een nieuw gemeentehuis nog steeds een Programma van Eisen en een (gefaseerd) Plan van Aanpak met duidelijk beschreven doelen ontbreken en dat niet duidelijk is hoe de verkoop van het vml. gemeentehuis van Liesveld aan GR De Waard is geregeld, inclusief de verantwoording daarover. De PvdA-fracties vinden het voorstel niet rijp voor besluitvorming en vragen om: - een goedkoper voorstel met één goedkope vergaderplek voor de gemeenteraad; - verantwoording van de integraliteit en samenhang van de bedragen voor: o de Andere Overheid ( 1,2 mln./jaar); o doorontwikkelen van de organisatie (4 x 100.000); o meer dan 8 mln. via Arhi (waarin ook automatisering en informatiebeheer genoemd worden); o 3 mln. voor ICT in dit voorstel; - een Programma van Eisen; - een gefaseerd Plan van Aanpak; - geplande controlearrangementen op de taakstellende kredieten op datum en inhoud, zodat de raden het AB van GR De Waard hierop kunnen toetsen. Reactie burgemeester Van der Borg. De colleges zijn blij met de instemming van bijna alle fracties met het voorstel, dat gehandhaafd blijft. De gemaakte opmerkingen en genoemde aandachtspunten worden meegewogen bij het maken van het Programma van Eisen / Plan van Aanpak, dat t.z.t. aan de raden wordt voorgelegd. In tweede termijn. Discussie ontstaat tussen de heer De Kruijk (PvdA), die vasthoudt aan het standpunt van de PvdA-fracties dat het voorstel niet rijp is voor besluitvorming, en de andere fracties die wel een besluit willen nemen. De PvdA-fracties wordt o.a. verweten dat zij de genoemde bedragen niet in het juiste perspectief zien en dat zij hun vragen niet tijdens de 2 technische avonden gesteld hebben. Volgens de heer De Kruijk (PvdA) zijn de vragen al vaker en eerder gesteld, maar is tot op heden geen antwoord gegeven. De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de fracties (behalve de PvdA-fracties) akkoord gaat met het voorstel, waarover besluitvorming kan plaatsvinden.

6 12. Voorstel kennis nemen van de Eindejaarsnota 2011 gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland en GR De Waard en instemmen met de voorgestelde wijzigingen op de begroting 2011 en de voorgestelde overheveling van budgetten naar 2012 De heer Veth (VVD) constateert dat in het raadsvoorstel de resultaten van de eindejaarsnota zonder enige toelichting worden opgenomen. De indruk wordt gewekt dat het resultaat van Molenwaard voor 2011-34.911 is, maar dat is het resultaat over het 2 e halfjaar 2011. Voor heel 2011 komt het resultaat uit op ongeveer -95.000. In de nota s per gemeente wordt dit wel toegelicht. Dit had beter ook in het voorstel toegelicht kunnen worden. De fracties stellen de volgende vragen: - Voor Molenwaard ontstaat de komende jaren een structureel nadelig effect van 65.000. Hoe ontstaat dit? - Voorgesteld wordt in te stemmen met overheveling van budgetten 2011 naar 2012 ( 648.326). De VVD-fracties hebben moeite met het doorschuiven van budgetten omdat die niet voorkomen in de begroting van 2012, maar in de jaarrekening 2011 worden opgenomen als overlopende passiva. - De reden van doorschuiven is niet altijd optimaal; bij uitgaansuniformen brandweer wordt als reden genoemd veiligheidshalve doorschuiven. Is de veiligheid van de burger in gevaar? De heer Meerkerk (CU) vindt een tekort van krap 100.000,00 Molenwaard breed (0,5% van de totale begroting) een goede prestatie. De CU-fracties complimenteren de organisatie hiermee en hopen dat deze lijn doorgezet kan worden naar de rekening 2011. De heer Hak (SGP) constateert een hoge, niet geraamde, opbrengst ad 300.000,00 bouwleges bij Nieuw-Lekkerland; was dit bij de Zomernota nog niet te voorzien? M.b.t. het plan De Compagnie wordt gerefereerd aan door de moeilijke woningmarkt heeft Bouwfonds aangegeven niet te kunnen starten met de eerste fase van het project; Bouwfonds wil het plan nog een keer doorrekenen. Opgemerkt wordt dat de gemeente Nieuw- Lekkerland destijds wèl is gehouden aan de oplevering van de gronden in september 2011 conform de samenwerkingsovereenkomst; waarom is de projectontwikkelaar dan niet gehouden aan de uitvoering van het bouwplan conform deze zelfde overeenkomst? Welke financiële consequenties heeft deze handelwijze van Bouwfonds voor de gemeente? Wethouder Heijkoop dankt voor de overwegend positieve reacties op de Eindejaarsnota. doorschuiven budgetten Ook de colleges zijn kritisch op het doorschuiven van budgetten naar een volgend jaar; m.b.t. de genoemde posten vinden zij dit wel verantwoord. Met veiligheidshalve doorschuiven wordt bedoeld de financiële transactie; de veiligheid van de burger komt daarmee niet in gevaar. bouwleges Nieuw-Lekkerland De bouwleges in Nieuw-Lekkerland waren zeer terughoudend begroot en vallen inderdaad mee t.o.v. de begroting. Reactie wethouder Hoogendoorn. voortgang van project de Compagnie De overeenkomst is gesloten met Van Erk en later overgenomen door Bouwfonds. Het heeft enige tijd geduurd voordat dit project is opgepakt en inmiddels is ook de markt veranderd. In een eerste gesprek heeft Bouwfonds aangegeven te willen nadenken of het bouwprogramma nog wel voldoende aansluit bij de vraag. De gemeente wil meedenken en daarvoor ook het woonwensenonderzoek beschikbaar stellen. Twee randvoorwaarden zijn meegegeven: het moet een stedenbouwkundig verantwoord plan zijn en de overeengekomen opbrengst staat niet ter discussie. De voorzitter zegt toe dat de resterende technische vragen schriftelijk beantwoord zullen worden (zie bijlage). Hij concludeert dat over het voorstel besluitvorming kan plaatsvinden.

7 13. Voorstel vaststellen Verordeningen belastingen en leges 2012 De heer Vlot (GBL) is tegen de Verordening Hondenbelasting, die volgens hem geen enkel (hoger) doel dient, maar wel gebruikt wordt om tekorten in de begroting te dekken en het aantal ambtenaren op te schroeven. Blindengeleidehonden en officiële gehandicaptenhonden zijn vrijgesteld, maar waarom niet ook de waakhonden en boerenhonden die nooit op de openbare weg komen en de hond van de herder? Ook politiehonden zijn vrijgesteld, maar niet de honden die ingezet worden door private bedrijven in opsporing en beveiliging. In december 2010 is aangegeven dat de gemeentelijke kosten slechts een detail van de opbrengsten zouden zijn en dit zou geëvalueerd worden. Hij vraagt om een betere financiele onderbouwing dan het antwoord op een eerdere schriftelijk gestelde vraag. Hij constateert m.b.t. de Verordening Toeristenbelasting (artikel 2) dat de beheerder van De Put voor een verblijf van een inwoner van Liesveld toeristenbelasting moet betalen en voor een verblijf van een inwoner van Graafstroom niet, terwijl de gemeenten midden in een fusieproces zitten. Volgens artikel 3 is bij het ontbreken van een belastingplichtige, de verblijver belastingplichtig. Past dit artikel niet beter in de APV? Hij pleit ervoor de inkomsten van de toeristenbelasting te labelen aan projecten in de toeristische en recreatieve sector. De heer De Gruijter (SGP) merkt bij de Verordening Lijkbezorgingsrechten op dat de SGPfracties om principiële redenen tegen het bijzetten van asbussen en tegen het verstrooien van as zijn. De heer Veth (VVD) stelt een aantal technische vragen; de voorzitter zegt toe dat die schriftelijk beantwoord zullen worden (zie bijlage). Wethouder Vat beaamt dat er nu nog verschillen zijn in het heffen van toeristenbelasting over inwoners binnen het gebied van Molenwaard. Na 1 januari 2013 zijn die verschillen opgeheven. Hij neemt kennis van het standpunt van de SGP-fracties m.b.t. de Verordening Lijkbezorgingsrechten. De voorzitter concludeert dat over het voorstel besluitvorming kan plaatsvinden. 14. Voorstel vaststellen wijziging verordeningen i.v.m. EG-Dienstenrichtlijn De heer Laman (VVD) merkt op dat de basis van de EG-dienstenrichtlijn Lex Silencio Positivo (LSP) is dat een overheid binnen een vastgestelde termijn (Europese norm is 8 weken) moet reageren op een verzoek van een burger of een bedrijf, zo niet dan is de vergunning ex LSP ofwel van rechtswege verleend. Bovendien wordt hiermee de regeldruk verminderd. Wel is het mogelijk om in beroep te gaan tegen een LSP-vergunning, waarbij -bij een ontvankelijk bezwaar- de vergunning kan worden ingetrokken en ook de mogelijkheid tot schadevergoeding bestaat. De VVD-fracties stellen de volgende vragen: - Bij publicatie is een vergunning al verleend. Hoe wordt omgegaan met het gegeven dat bezwaren dan pas achteraf ingediend kunnen worden, of moet dit maar geaccepteerd worden? - Welke instantie bepaalt dat LSP niet toegepast hoeft te worden; de overheid of een rechter achteraf? - Bij de ontvangstbevestiging van een aanvraag moet een tijdpad worden aangegeven. Is een overheid gebonden aan de EG-norm van 8 weken of vrij daarin? - Hoeveel aanvragen blijven gemiddeld langer dan 8 weken in procedure hangen? Vermindering van regeldruk en versnelling van ambtelijke processen vinden de VVD-fracties belangrijk. Getwijfeld wordt echter of dit wordt bereikt gezien de lijst van regelgeving waarbij LSP nìet van toepassing wordt verklaard. De heer Spaans (PvdA) vraagt om verduidelijking van het voorstel.

8 Burgemeester Gradisen legt uit dat de Lex Silencio Positivo (LSP) is bedoeld als stok achter de deur en past in het kader van deregulering. Niet reageren op een aanvraag tot vergunning door de overheid betekent dat een vergunning van rechtswege wordt verleend. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk, onder andere in geval van de bijzondere belangen van openbare orde, veiligheid, volksgezondheid of milieu. In dit geval gaat het om de uitwerking van de EG-Dienstenrichtlijn. Bij onze raadsvoorstellen wordt het VNG-model gevolgd, met uitzondering van de Telecommunicatiewet, omdat ervan wordt uitgegaan dat vergunningen op basis van die laatste wetgeving binnen Molenwaard niet zullen leiden tot problemen. De voorstellen in het kader van de APV zijn al eerder door de raden vastgesteld. Ondanks het feit dat in het raadsvoorstel nadrukkelijk is geprobeerd een goed leesbaar stuk voor te leggen, blijft het juridische taal die soms lastig is te doorgronden. De voorzitter zegt toe dat de resterende vragen schriftelijk beantwoord zullen worden (zie bijlage). Hij concludeert dat over het voorstel besluitvorming kan plaatsvinden. Schorsing t.b.v. het lezen van vanavond verstrekte laatste informatie m.b.t. agendapunt 15. 15. Voorstel instemmen met opzet Strategische Visie Molenwaard 2020 De heer Bikker (VVD) kan, net als bij de eerdere behandeling van dit onderwerp, instemmen met de strategische visie inclusief de aanvullingen. De VVD-fracties kijken vol verwachting uit naar de vervolgnotitie. De heer Vlot (GBL) pleit ervoor niet alleen specifieke doelgroepen, maar iederéén te betrekken bij het ontwikkelen van de Strategische Visie Molenwaard 2020. Volgens de heer Van Rees (CDA) vindt het poldermodel zijn oorsprong in de 13 e eeuw in deze contreien, omdat samenwerken met elkaar eenvoudigweg de enige manier was om het hoofd letterlijk boven water te houden. De CDA-fracties vinden het een goede insteek dat fors wordt ingezet op overleg met burgers en groepen burgers. Daarnaast pleiten zij ervoor ook nadrukkelijk het bedrijfsleven, het agrarisch bedrijfsleven, MKB en ook de grootindustrie bij het proces te betrekken. Bij het maken van een kernkaart en/of kernmap, met daarop de wensen en gedachten van de burgers van de afzonderlijke kernen, zou ook een stukje over de geschiedenis en/of de cultuur van iedere kern toegevoegd moeten worden. Dit zal in de toekomst de ambtenaren, die kerngericht moeten werken, kunnen helpen met hun inlevingsvermogen, als zij op werkbezoek gaan in de kernen. Tenslotte bieden de fracties het CDA-visiedocument aan, met daarin zinvolle suggesties, die ook van toepassing kunnen zijn op de toekomstvisie van de nieuwe gemeente Molenwaard. De heer Lems (CU) vindt het jammer dat door tijdsdruk de visievorming andersom wordt uitgevoerd, ondanks dat de fracties verschillende keren hebben gewezen op het belang van de juiste volgorde. Op verschillende onderdelen (bijv. de kanteling van de Wmo, het accommodatie- en subsidiebeleid, het dienstverleningsconcept) is al een visie ontwikkeld, terwijl nu pas in een overkoepelende visie alle onderdelen in de juiste samenhang bijeen worden gebracht. Nu is er eigenlijk sprake van inductieve visievorming en het is maar de vraag of dat überhaupt visionair kan zijn, aangezien zij per definitie gehinderd wordt door de beperkingen van het lagere abstractieniveau waaraan zij is ontsproten. De fracties staan voor een dienstbare gemeente, die ook van haar inwoners dienstbetoon aan elkaar vraagt èn bevordert. Zij willen de maatschappelijke verbanden als gezin, kerk, bedrijf en vereniging de ruimte geven om in hun eigen domein een waardevolle bijdrage te leveren aan de dorpsgemeenschappen, aan het leefklimaat in Molenwaard met een verantwoordelijkheid waarop men elkaar mag en moet aanspreken. Het is de verantwoordelijkheid van de nieuwe gemeente om waar mogelijk de prachtige omgeving duurzaam te behouden en alles wat daaraan ondersteunend kan zijn, naar vermogen te faciliteren.

9 Bij de verdere uitwerking van de visie pleiten de fracties voor het denken vanuit de kracht en kwaliteit van de gemeenten, het omzetten van ontwikkelingen in kansen en mogelijkheden. Dat vraagt om een creatieve en ondernemende gemeente, met oog voor de combinaties landbouw en zorg, recreatie en platteland, wonen/werken combineren met behoud van karakter en landschap (multifunctioneel ruimtegebruik), duurzame energieopwekking (vergisting, zonnecollectoren) en de samenwerking stad en platteland waarin stad en platteland elkaar juist versterken in plaats van beconcurreren, waarbij de netwerken op het gebied van plattelandsontwikkeling zo optimaal mogelijk benut worden. Het is goed dat de Visie Molenwaard 2020 wordt afgestemd met de Toekomstvisie A-V 2030. De CU-fracties zijn van mening dat de Visie Molenwaard 2020 een bouwsteen moet zijn van de Toekomstvisie A-V 2030, en dus niet andersom! Zij kunnen zich niet vinden in het gepresenteerde A-V regioscenario open voor elkaar, want - zij willen juist wel wonen en werken combineren met behoud van karakter en landschap / multifunctioneel ruimtegebruik (in tegenstelling tot de Toekomstvisie A-V die dat als tegenstellingen ziet); - zij houden vast aan de cultuur en hechte gemeenschapszin (dit wordt de komende jaren van essentieel belang om de terugtrekkende overheid te kunnen opvangen). In de visie wordt gesproken over krimp, terwijl de officiële cijfers van het SCP laten zien dat de bevolking van Molenwaard tot en met 2040 niet krimpt, maar zelfs licht zal stijgen. Tot slot roepen de fracties op om in dit proces de digitale mogelijkheden zo maximaal mogelijk te benutten bij het betrekken en bevragen van burgers. Burgemeester Van der Borg constateert dat breed wordt ingestemd met de opzet van de Strategische Visie Molenwaard 2020. De gemaakte kanttekeningen worden meegenomen bij de uitwerking van de visie. De voorzitter concludeert dat besluitvorming kan plaatsvinden. De volgende raadsleden worden door hun fracties voorgedragen om zitting te nemen in de te vormen voorbereidingsgroep: CDA : de heer den Boer; CU : de heer Lems; GBL : de heer Bikker; PvdA : de heer Spaans; SGP : de heer Egas (later nog doorgegeven); VVD : de heer Moret. Achtereenvolgens vindt individuele besluitvorming plaats over de punten 11 t/m 15 door respectievelijk de raden van Graafstroom, Nieuw-Lekkerland en Liesveld. Besluitvorming door de raad van Graafstroom, voorzitter is de heer Van der Borg. 11a. Voorstel vaststellen Dienstverlenings- en huisvestingsconcept In meerderheid wordt conform het voorstel besloten; de PvdA-fractie stemt tegen. 12a. Voorstel kennis nemen van de Eindejaarsnota 2011 gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland en GR De Waard en instemmen met de voorgestelde wijzigingen op de begroting 2011 en de voorgestelde overheveling van budgetten naar 2012 13a. Voorstel Verordeningen belastingen en leges 2012

10 14a. Voorstel vaststellen wijziging verordeningen i.v.m. EG-Dienstenrichtlijn 15a. Voorstel instemmen met opzet Strategische Visie Molenwaard 2020 Besluitvorming door de raad van Nieuw-Lekkerland, voorzitter is de heer Houtman. 11a. Voorstel vaststellen Dienstverlenings- en huisvestingsconcept In meerderheid wordt conform het voorstel besloten; de PvdA-fractie stemt tegen. 12a. Voorstel kennis nemen van de Eindejaarsnota 2011 gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland en GR De Waard en instemmen met de voorgestelde wijzigingen op de begroting 2011 en de voorgestelde overheveling van budgetten naar 2012 13a. Voorstel Verordeningen belastingen en leges 2012 De heer De Gruijter verklaart m.b.t. de Verordening Lijkbezorgingsrechten dat de SGPfractie om principiële redenen tegen het bijzetten van asbussen en tegen het verstrooien van as is. 14a. Voorstel vaststellen wijziging verordeningen i.v.m. EG-Dienstenrichtlijn 15a. Voorstel instemmen met opzet Strategische Visie Molenwaard 2020 Besluitvorming door de raad van Liesveld, voorzitter is de heer Gradisen. 11a. Voorstel vaststellen Dienstverlenings- en huisvestingsconcept In meerderheid wordt conform het voorstel besloten; de PvdA-fractie stemt tegen. 12a. Voorstel kennis nemen van de Eindejaarsnota 2011 gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland en GR De Waard en instemmen met de voorgestelde wijzigingen op de begroting 2011 en de voorgestelde overheveling van budgetten naar 2012 13a. Voorstel Verordeningen belastingen en leges 2012 De heer Vlot (GBL) is tegen de Verordening Hondenbelasting. 14a. Voorstel vaststellen wijziging verordeningen i.v.m. EG-Dienstenrichtlijn

11 15a. Voorstel instemmen met opzet Strategische Visie Molenwaard 2020 De gezamenlijke vergadering van de raden van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland wordt voortgezet. 16. Sluiting De voorzitter wenst alle aanwezigen goede feestdagen en sluit om ca. 22.45 uur de vergadering, waarna hij het ambtsgebed uitspreekt. Vastgesteld in de openbare gezamenlijke vergadering van 24 januari 2012. De griffier, De voorzitter, drs. T.W. Kanters ir. M. Houtman bijlagen: - vragen en antwoorden (agendapunt 12) - vragen en antwoorden (agendapunt 13) - vragen en antwoorden (agendapunt 14)

Raadsvergadering A3 13 december 2011 : vragen VVD-fracties Eindejaarsnota 2011 Vraag 1 Voor Molenwaard ontstaat de komende jaren een structureel nadelig effect van 65.000. Hoe ontstaat dit? Antwoord 1 In het financiële overzicht staat een kolom met een I of S aanduiding. Dit geeft het incidentele of structurele effect aan op de begroting. Structureel is wanneer dit gedurende 3 jaar of meer, doorwerking heeft. De som van alle S-posten gezamenlijk heeft een negatief karakter van 65.000 in de jaren 2012 en daaropvolgend. Voor Graafstroom is dit totaal 10.000 negatief, voor Liesveld 3.000 negatief en voor Nieuw-Lekkerland 52.000 negatief. Totaal is dit 65.000. Opmerking 2 Voorgesteld wordt in te stemmen met overheveling van budgetten 2011 naar 2012 (totaal 648.326). De VVD-fracties hebben moeite met het doorschuiven van budgetten omdat die niet voorkomen in de begroting van 2012, maar in de jaarrekening 2011 worden opgenomen als overlopende passiva. Antwoord 2 Het klopt dat dit op deze wijze wordt uitgevoerd. Vraag 3 De reden van doorschuiven is niet altijd optimaal; bij uitgaansuniformen brandweer wordt als reden genoemd veiligheidshalve doorschuiven. Is de veiligheid van de burger in gevaar? Antwoord 3 Nee, de burger is niet in gevaar. Dat werd in deze zinsnede ook niet bedoeld. De uitlevering van de uniformen heeft zoveel vertraging opgelopen door de leverancier, dat het de vraag is of deze überhaupt wèl geleverd worden in 2011. Gezien het feit dat de rekening bij gemeenten komt te liggen en niet bij de regio is het zaak, veiligheidshalve (in financiele zin) de geldelijke middelen hiervoor te reserveren.

Verordeningen belastingen en leges 2012. Vraag 1 In de bijlage tarieventabellen bij het raadsvoorstel worden de bedragen van 2011 en 2012 opgenomen met daarachter een kolom waarin het percentage van de verhoging wordt vermeld. De aanduiding van deze kolom is op blz. 8 en 9 in overeenstemming met de percentages. Vanaf blz. 10 worden in de 3 e kolom niet meer de percentages van de verhoging vermeld, maar de factor waarmee het bedrag uit 2011 is vermenigvuldigd om het bedrag voor 2012 te verkrijgen. Kunnen burgers zich beroepen op foutieve percentages? Bij de behandeling van de verordeningen in december 2011 is reeds gewezen op deze omissie; toen werd toegezegd een en ander te herstellen! Antwoord 1 Nee, de burger kan zich niet beroepen op foutieve percentages. Los daarvan zal de systematiek gelijkgetrokken moeten worden. Opnieuw het voornemen voor volgend jaar. Vraag 2 : Verordening OZB In de begroting 2012 zijn de volgende tarieven goedgekeurd door de raad; in de verordening worden andere tarieven genoemd, waarom? Graafstroom Liesveld Nw. Lekkerland eigenaren woning in de begroting 0,823 0,1061 0,1095 in de verordening 0,828 0,1069 0,1114 eigenaren niet woning in de begroting 0,1709 0,1536 0,2326 in de verordening 0,1959 0,1585 0,2441 gebruikers niet woning in de begroting 0,1367 0,1229 0,1860 in de verordening 0,1534 0,1252 0,1874 De tarieven voor de niet woningen wijken in de verordening aanzienlijk af van de tarieven in de begroting. Wat is de reden? Antwoord 2 Van belang voor de beantwoording van deze vraag is een goed begrip van de gehanteerde systematiek: Opbrengst OZB = Waarde x Tarief. Bij de behandeling van de begroting stelt de gemeenteraad de Opbrengst van de OZB vast. De waarde van de woningen is op dat moment nog (net) niet bekend. Vandaar dat definitieve vaststelling van de tarieven pas in december kan. Is de WOZ-waarde namelijk gestegen, dan kan het tarief naar beneden worden bijgesteld. Is de WOZ-waarde, zoals in dit geval, gedaald dan is een hoger tarief nodig om dezelfde opbrengst te genereren. Omdat zowel bij de begroting (november) als bij de vaststelling van de tarieven voorbeeldberekeningen worden gemaakt, ontstaat een verschil in tarief. Gemiddeld genomen is het echter zo dat de lasten per onroerende zaak gelijk zijn aan hetgeen in de begroting is becijferd.

Vraag 3 : Verordening OZB In de begroting wordt vermeld welk bedrag aan OZB betaald moet worden voor een woning met een gemiddelde waarde van 270.333. Dit is in de verordening 2012 aanzienlijk meer. Wat is de reden? Antwoord 3 In vervolg op antwoord 2 geldt dat de gemiddelde WOZ-waarde van 270.333 x het daar genoemde tarief een last oplevert van 268,-. De feitelijke gemiddelde WOZwaarde (zo is inmiddels duidelijk) is lager, namelijk 267.460. Dat vermenigvuldigd met het hogere tarief levert eveneens een last op van 268,-. Vraag 4 : Verordening Rioolheffing Blz. 3 artikel 6. Tarief 0,18/m³ met een gemiddeld verbruik van 60 m³, per jaar : 10,80. In de begroting is 8,00 opgenomen. Wat is de reden van dit verschil? Hetzelfde geldt bij de meerpersoonshuishoudens. Antwoord 4 In sommige gevallen zijn er woningen of bedrijven (duplex woningen) waar een eigen meter ontbreekt. Hier is slechts sprake van bij één object in de gemeente Graafstroom met 12 woningen en één watermeter. Hier wordt uitgegaan van een gemiddelde van 60 m³ water per persoon per jaar (vangnet). Dit staat los van het voorbeeld dat in de begroting is genoemd voor bijvoorbeeld meerpersoonshuishoudens. Die berekening is fictief. Meerpersoonshuishoudens worden aangeslagen op basis van werkelijk verbruik. Vraag 5 : Leges Worden de tarieven boven een bepaald bedrag bij indexering afgerond op 5? Welke afrondingsprincipes worden gehanteerd? Antwoord 5 Dat is correct. Bij indexering wordt gezocht naar het dichtst bijliggende hele bedrag op 5,-. Vraag 6 : Liggelden : aanleggen aan steiger Het tarief in 2011 was 0,09/m² en is in 2012 0,10/m². Dit is een stijging van 11,1%, die aanzienlijk afwijkt van de voorgestelde 2%. Wat is de reden? Antwoord 6 In de jaren voorafgaand aan 2011 is het tarief niet verhoogd omdat het inderdaad om té geringe bedragen zou zijn gegaan (tiende van centen). Met een verhoging van 11,1%, oftewel 0,01/m² maken we in één keer een achterstallige verhoging van een aantal jaren goed. Ditzelfde passen we overigens toe bij de Toeristenbelasting. Die is dit jaar 1,- gebleven i.p.v. van 1,02 om vervolgens volgend jaar in één keer de stap naar bijvoorbeeld 1,05 te kunnen maken. Vraag 7 : Liggelden : walstroom Het tarief was in 2011 27,50/uur en is in 2012 28,50/uur. Dit is een stijging van 3,6%. Wat is de reden? Antwoord 7 Stijgende energielasten.

Raadsvergadering A3 13 december 2011 : vragen VVD-fracties EG-Dienstenrichtlijn Lex Silencio Positivo (LSP) Vraag 1 Bij publicatie is een vergunning al verleend. Hoe wordt omgegaan met het gegeven dat bezwaren dan pas achteraf ingediend kunnen worden, of moet dit maar geaccepteerd worden? Antwoord 1 De vraag wordt zo begrepen, dat bezwaar wordt gemaakt tegen een van rechtswege verleende vergunning. Een van rechtswege verleende vergunning heeft geen ander karakter dan een gewone vergunning. Dat betekent dat de mogelijkheid van bezwaar en beroep ook van toepassing is. Daarvoor is het van belang dat belanghebbenden kennis kunnen nemen van het feit, dat een vergunning van rechtswege is verleend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt het bestuursorgaan (veelal B&W) de beschikking bekend binnen twee weken nadat zij van rechtswege is gegeven. De bezwaartermijn start gelijk aan normale beschikkingen met ingang van de dag na die, waarop de beschikking bekend is gemaakt. Overigens als het gaat om een omgevingsvergunning geldt een belangrijke (wettelijke) waarborg om onomkeerbare gevolgen te voorkomen en bescherming van de belangen van derden te borgen: de vergunning wordt pas daadwerkelijk verleend nadat de bezwaartermijn is verlopen en is beslist op eventueel ingediende bezwaren. Vraag 2 Welke instantie bepaalt dat Lsp niet toegepast hoeft te worden; de overheid of een rechter achteraf? Antwoord 2 De overheid bepaalt in eerste instantie of voor haar (eigen) wet- en regelgeving de Lsp buiten toepassing blijft. Daarvoor moet zij aantonen dat in het concrete geval sprake is van dwingende redenen van algemeen belang. Bijvoorbeeld openbare orde of volksgezondheid. Overigens heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ter ondersteuning van de gemeenten alle modelverordeningen, die door gemeenten worden gebruikt, gescreend op het al dan niet toepassen van de Lsp. Als de overheid (een gemeente) besluit de werking van de Lsp om dwingende redenen buiten toepassing te laten, dan dient zij dat met een deugdelijke motivering via het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te melden bij de Europese Commissie. De Europese Commissie kan daarover vragen stellen, bijvoorbeeld als een klacht binnenkomt of een aanvrager in een (gerechtelijke) procedure stelt, dat de overheid zonder deugdelijke motivering afwijkt van het Lsp-beginsel. De Europese Commissie kan vervolgens eisen, dat de handelwijze wordt aangepast en in het uiterste geval een financiële sanctie opleggen. Vraag 3 Bij de ontvangstbevestiging van een aanvraag moet een tijdpad worden aangegeven. Is een overheid gebonden aan de EG-norm van 8 weken of vrij daarin? Antwoord 3 De algemene norm van acht weken is vastgelegd in nationale wetgeving, namelijk in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze geldt tenzij in specifieke wetgeving een andere norm voor de afhandeling van aanvragen is vastgelegd. De termijn van acht weken is een redelijke termijn. Bij complexe aanvragen kan het voorkomen dat een beslissing niet binnen acht weken kan worden genomen. In dat geval wordt dat aan aanvrager meegedeeld en geeft het bestuursorgaan aan op welke termijn een beschikking tegemoet gezien kan worden.

Vraag 4 Hoeveel aanvragen blijven gemiddeld langer dan 8 weken in procedure hangen? Antwoord 4 Uitgangspunt en de praktijk is dat aanvragen binnen de termijn van acht weken worden afgehandeld. In incidentele gevallen kan sprake zijn van een langere termijn. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met de complexiteit van de aanvraag of de situatie, dat een aanvraag door aanvrager aangevuld moet worden of nader onderzoek nodig is. In 2011 heeft een langere behandeltermijn zich voorgedaan bij 3 van de 530 aanvragen om een Wmo-voorziening. In die drie gevallen duurde de behandeling langer vanwege het complexe karakter van de aanvragen.